Van Portugal (Faro) naar Rabat hebben we in twee nachten en een dag gevaren, van zo-avond 5 oktober t/m di-ochtend 7 oktober. We begonnen wat rommelig met behoorlijke golven, maar we wisten dat het af zou nemen. We waren er op voorbereid dat we zelfs zouden moeten motoren, maar dat bleek gelukkig niet nodig.
Onderweg school doen lukt ons niet zo goed. Myrthe is heel hangerig en wordt zeeziek als ze overeind komt. Bovendien, als Roelof en ik in een wachtloop systeem zitten hebben we beperkte energie om ze te stimuleren en hun schoolboeken erbij te pakken. Alleen Wouter wil nog weleens wat doen. Kortom ze hangen op het bed, zitten op de elektronica spelletjes te doen, kijken een film of luisteren naar een voorleesboek. Wouter let vooral op wanneer het tijd is voor iets lekkers en zou het liefst om 11 uur al chips willen. Maar noodles werken ook heel goed onderweg voor de zoutbehoefte en vulling.
Het is vooral in de nacht prettig te weten dat enkele mijlen bij ons vandaan ook de Ojala en de Puff zeilen. Af en toe roepen we elkaar op op de marifoon, om even iets uit te wisselen. Zo heeft de Ojala een geweldige koers recht op Rabat, en wij niet. We horen dat zij op twee oren varen en gaan dat daarna ook eens proberen. De wind komt pal van achteren dus dat lukt best aardig. Wel gaan er af en toe enorme schokken door het schip, omdat we door de deining net even geen wind vangen en daarna weer wel. Maar we blijven toch netjes 4-5 knopen lopen en dat is uitstekend. Het kan zijn dat we te vroeg bij Rabat aankomen (voor hoogwater), maar dan wachten we daar wel.
In de nacht zien we op 500 meter dieptelijn een groep van zeker 5-6 vissers varen. Inmiddels hebben we de wind tegen en zijn aan het kruisen. Rabat is niet meer dan 15-20 mijl verderop. We mijden vooral de plek waar de Volonté in de de visnetten is vastgelopen. Maar dan varen we wel dwars tussen de vissers door. Roelof bespreekt op de marifoon dat hij voor de vissersboot langs wil. Maar de visser spreekt een hoop talen, maar Engels juist weer minder goed. Roelof geeft het dan ook in het Frans aan. De visser wil juist dat we achterlangs gaan, maar wij weten niet wat ie voor netten achter zich trekt, dus dat lijkt niet zo’n goed idee. Dan doet Roelof even de motor erbij en de visser groet ons met oké captain.
En dan zien we het licht worden en zien we Rabat liggen.
Spannend hoor, om zo’n ander werelddeel aan te lopen met je eigen zeilschip. Het is spannend met een gevoel van trots door elkaar. Heel gek.
Vlak bij de ingang kunnen echt brekers staan. We roepen de haven op om te vragen of we binnen kunnen lopen en of ze ons met een pilot kunnen begeleiden. Ze geven aan dat we nog even moeten wachten. Dus we hebben alle tijd om de aanloop van de rivier goed te bekijken. De deining geeft nog flinke brekers op de havenhoofden bij de ingang, maar verder zien we geen brekers. Van buiten is het alleen lastig om de rivieringang te zien.
Na 30 minuten komt de pilot. We wachten nog even op de Ojala en dan varen we samen naar binnen. Geweldig, langs de oude stad en moskee en oude vissersboten. Wel een verrassing hoe je de rivier op moet varen, dat hadden we inderdaad niet graag in het donker gedaan, die route zie je wel op de pilot, maar is op zicht niet zomaar duidelijk.
En dan worden we keurig naar de inklaringssteiger gebracht.
We zijn in Marokko. Het voelt echt geweldig. Zeker als we verderop in de haven ook de Volonté zien liggen. Met onze Hollandse enclave zijn we weer goed aangekomen en we zijn blij dat het zo goed is verlopen.