Sleepgenerator in gebruik

We zijn inmiddels weer ingeslingerd. En belangrijker, het is gaan waaien! Gistermiddag konden we net wel/net niet zeilen, 8 knopen wind pal van achteren. ‘s Middags de Genua uitgeboomd en toen liepen we toch zo’n 4 knopen, niet genoeg als je 800 mijl moet overbruggen, maar de motor kon uit. ‘s Avonds kwam er meer wind en hebben we een rif gezet.
Het was wel grappig, want we hadden het deklicht aangedaan bij het zetten van een rif. En kennelijk heeft het licht de nieuwsgierigheid van een dolfijn gewekt. Die kwam met een hoge sprong twee meter langszij uit het water gesprongen en viel er weer plat op zijn buik in. We schokken ons rot! Hij waarschijnlijk ook, want daarna zagen we hem niet meer.

Inmiddels moeten we nog zo’n 560 mijl en hebben we er zo’n 250 mijl op zitten. Nog een paar uurtjes en dan zijn we op een derde… Vannacht was een goede nacht. We hebben lekker door gevaren met een snelheid van 6-7 knopen. Zoals het er nu naar uitziet komen we ergens woensdag in Mindelo aan. Het zal er dan wel druk zijn, want er liggen dan ook een heleboel boten (ca. 60) van de ARC, een georganiseerde tocht van honderden zeilschepen die de oceaan oversteken. Gelukkig gaat maar een beperkt aantal daarvan langs de Kaapverdische eilanden.

Vandaag is het weekend en dus hebben Wouter en Myrthe vrij van school en hoeven even niets. Myrthe ligt een boekje te lezen en Wouter is aan het nadenken wat hij nu toch op zijn brood moet nemen……het wordt stroop.

Verder hebben we te weinig stroom, gisteren stond de accu nog op 100%, door het motoren, en vanochtend was er nog maar 65% van over. Vanochtend hebben we dus maar de sleepgenerator in gebruik genomen (het pakketjes waarop we in La Gomera zo lang gewacht hebben). Het is een lang touw met daaraan een propeller die gaat draaien in het water door de snelheid van de boot. In het begin zat er een “draaiknoop” in de lijn, waardoor we een hoop herrie, gespetter en geplons achter ons aan hadden (net een mislukte skie). Na even bijgelegen te hebben draait ie nu mooi en laden de accu’s op. De zon schijnt inmiddels ook dus de zonnepanelen doen ook mee. Nu is alleen nog de vraag hoe haal je die draaiende propeller weer uit het water…

Los van walvissen op een mijl afstand, een groep grotere dolfijnen met spikkels en enkele kleine dolfijnen gisteren, zien we verder niet zo heel veel. Er is op onze route nauwelijks vrachtverkeer. Enkele boten zien we passeren op de AIS, maar dat is op zo’n grote afstand, dat we ze niet echt zelf zien. Dat geeft echt een gevoel alleen op de wereld te zijn. We missen ook contact met anderen op de SSB-radio, want we kunnen de andere Nederlanders niet ontvangen. Reacties op onze blog kunnen we pas lezen als we op de Kaapverden zijn en weer internet hebben. Dus we moeten het nu echt van elkaar hebben!

Onze positie op 15/11 om 09:30 is: 24-20.8’N, 19-03.1’W

Alleen op een hele grote plas water

Nou het is toch gelukt! We zijn vertrokken uit La Gomera. Voelt wel heel dubbel als je langzaam achter je de eilanden ziet verdwijnen terwijl je weet dat er voor je nog 6 dagen water, water en nog meer water is. Enerzijds wil ik graag verder en hebben we La Gomera wel gezien, maar anderzijds voelt het ook wel weer spannend om zo’n lage overtocht te maken. Voor ons zien we dan ook echt helemaal niets, ook op de AIS is er voor ons geen enkel schip te bekennen. Achter ons verdwijnen de lampjes van El Hiero langzaam uit zicht. Vroeger werd El Hiero (het meest westelijke eiland van de Canarische eilanden) gezien al shet einde van de wereld. Alhoewel we nu wel beter weten en het navigeren nu met moderne kaartplotters, gps-sen enz. veel makkelijker is geworden, voelt het hier toch nog steeds een beetje als het einde van de wereld.

De afgelopen tijd hadden we op La Gomera voldoende tijd om over de volgende bestemming van onze reis na te denken. Gaan we wel of niet naar Senegal en Gambia? Met de ebola epidemie in West-Afrika nemen de risico’s toch wel toe, ook al is er (volgens de WHO) op dit moment in Senegal en Gambia helemaal geen ebola. Zo heeft Kaapverdië zijn grenzen al een paar weken gesloten voor reizigers uit Senegal. Volgens het consulaat worden nu wel weer reizigers toegelaten die in Senegal zijn geweest maar dat kan zomaar weer veranderen. Tsja, en dan hebben we wel een probleem als we daar met onze zeilboot voor de kust dobberen en niet aan land mogen… En daarnaast lezen we in de krant dat studenten niet meer naar Afrika mogen en dat mariniers die hulp goederen brengen naar West-Afrika een aanraak verbod hebben voor mensen uit Senegal. Waarschijnlijk komt veel voort uit angst en is het allemaal niet op feiten gebaseerd, maar om daar dan met je gezin vrolijk vakantie te gaan vieren leek ons toch geen goed plan. Dus na lang wikken en wegen hebben we de knoop maar doorgehakt en hebben we besloten Senegal en Gambia over te slaan en direct naar Kaapverdië te vertrekken. We zijn vanmiddag (donderdag) vertrokken en als alles goed gaat zijn we dinsdag of woensdag in Mindelo op São Vicente. De bemanning van de Volont heeft ons uitgezwaaid, dat gaf een feestelijk gevoel bij ons vertrek. Nu we weer helemaal op ons zelf zijn aangewezen realiseer ik me ook hoe fijn het is om samen met vrienden te zijn. Zelfs toen we naar Marokko voeren en de Puff en de Ojala tientallen mijlen van ins verwijderd waren was het toch prettig om ze zo nu en dan op de marifoon te spreken. Nu varen we echt alleen en alhoewel het natuurlijk ook heerlijk rustig is, is het ook wel erg alleen…

Positie: 27-25′.6 N; 17-37′.2 W

Vastgeroest op La Gomera

Tsja… we liggen nog steeds in de haven van La Gomera, volgens mij hebben we nog nergens zo lang gelegen. Maar het lijkt er nu toch op dat we morgen gaan vertrekken richting Kaapverdië. Sinds de laatste blog kwam ons pakketje (een sleepgenerator), ondanks de belofte van UPS, toch niet aan. Ook donderdag ochtend (8/11) was er geen pakketje te bekennen. We zouden vandaag terug naar Tenerife varen (de haven had ik al betaald…) om daar de Volonté te ontmoeten, maar dan zouden we vertrekken zonder ons pakketje. Gelukkig wil de Volonté zaterdag ook naar La Gomera komen en dus kunnen wij gewoon lekker blijven liggen. Toen we dat besloten hadden, zijn we eerst maar eens een mooie wandeling gaan maken, dwars door het National Parc de Garajonay. We gaan met de bus naar een zo hoog mogelijk gelegen bushalte (Pajarito), en lopen vandaar door het bos. Eerst een stuk geklommen, maar daarna is het een lange afdaling naar El Convento waar een andere bus komt.

Wouter en Myrthe zagen Franse kinderen met een wandelstok lopen, en willen er natuurlijk ook een hebben. Nadat ik ze heb uitgelegd dat al die kunststof helemaal niet goed voor het milieu is, en dat vroeger (toen alles beter was…) de mensen met gewone houten stokken liepen, voelden ze daar ook wel voor. Eerst sleepten ze een halve boom achter zich aan, maar na een tijdje vonden we een paar prima stokken waarmee ze als echte berggeiten de berg op en af stormden. Wij waren wel verbaasd hoe leuk Wouter en Myrthe het wandelen vinden. Meestal spelen ze een spel waar ze geheel in opgaan en volgens mij lopen ze elke wandeling minimaal twee keer want ze blijven met onuitputtelijke energie heen en weer rennen.
De wandeling gaat door een prachtig gebied, het eerste stuk is een dicht bos begroeid met mos waarmee het vocht uit de lucht wordt gehaald. Zo nu en dan hadden we een prachtig uitzicht over de bergen. Even later lopen we langs een beekje waaruit uiteindelijk een 200 meter hoge waterval ontstaat. We genieten van de wandeling, maar we moeten wel een beetje doorlopen. Volgens de mevrouw van de toeristen-informatie hadden we al de bus van half elf moeten hebben om op tijd voor de laatste bus bij het eindpunt te zijn, maar toen waren we nog druk bezig om de kinderen te motiveren om school te doen. Dat blijft lastig en mijn respect voor de juffen en meesters op school groeit met de dag. Wij hebben de bus van twaalf uur genomen en willen toch wel graag de bus terug halen. Als we na drie uur lopen het bos uit komen hebben we een prachtig uitzicht op het dal van Hermigua waar ook weer tal van “terrassen” gemaakt zijn om groente en fruit te verbouwen tegen de steile hellingen.
Wouter en Myrthe hebben genoeg van de stokken, en nu blijkt nog een voordeel van gevonden stokken, je kan ze gewoon weggooien. Als we langs een stuwmeertje lopen, komt een nieuwsgierige eend bij Wouter en Myrthe kijken. Met name Wouter vindt dit maar eng en roept streng tegen de eend: “Eend, ga weg!”, maar eend vindt zo’n schreeuwend jongetje wel interessant, en waggelt vrolijk verder naar Wouter toe. Uiteindelijk krijgt Wouter het te benauwd en rent hij verder het pad af, weg van eend.

Even later zie ik Wouter ver onder mij en aan de andere kant van het dal. Myrthe is nog verder naar voren gerend en helemaal uit beeld verdwenen. Als wij even later ook beneden zijn zit Myrthe te huilen in de modder, ze is uitgegleden en nu is haar knuffel vies. Tsja, dat ze zelf ook onder de modder zit en dat haar trui naast haar ook in de modder ligt is voor haar slechts een onbeduidende bijzaak. En over het verschil tussen hoofd- en bijzaak kan je dan met Myrthe heel goed ruzie maken. Gelukkig komt Aranka er ook snel aan, zij heeft meer inlevingsvermogen in Myrthe’s wereld en zo zijn we ook snel weer vrienden. Beneden hebben we nog even tijd om wat te drinken voordat we weer terug rijden met de bus. Wel indrukwekkend hoe de chauffeur de bus door het donker over de steile en bochtige wegen rijdt. We zijn behoorlijk moe en terug in La Gomera eten we friet met hamburger bij de plaatselijke snackbar. De bemanning van een aantal Franse boten eet hier ook en we raken aan de praat. Het blijkt dat zij ook op een pakketje wachten uit Frankrijk om de keerkoppeling van hun schip te repareren. Pakketjes en Canarische eilanden lijken niet de meest ideale combinatie…


Vrijdag is er uiteraard weer géén pakketje, Manjana, Manjana… Maar als het vandaag niet komt, komt het op zijn vroegst maandag. En dat begint al weer kritisch te worden want in de loop van volgende week willen we wel vertrekken. De erg bereidwillige dame van de haven belt voor de zoveelste keer met UPS. Nadat ze eerder heeft gehoord dat het pakketje vandaag komt, vervolgens dat er een probleem met de lokale afleverpartij is en bovendien dat de “supervisor het pakketje zelf zou bezorgen” is het verhaal nu dat de verzender een “Trace” moet starten, anders gebeurt er niets. Uiteraard kan ik de verzender (Rob Wink) niet te pakken krijgen en dus loopt het een beetje vast. Toch maar eens zelf met die UPS-sers in Spanje gebeld. Snap niets van de VRS, maar gok dat als ik vaak de nul in toets er misschien wel iemand aan de lijn komt. En zo geschiedde, en na wat doorvragen krijg ik zelfs iemand die Engels spreekt aan de lijn. Probleem uitgelegd, maar ook zij geeft aan dat er eigenlijk eerst toch door de verzender een “tracer” moet worden opgestart. Maar ze wil toch wel proberen haar best voor me te doen. Nog niet helemaal gerust ook maar eens UPS op linked-in gezocht. Al snel vind ik dhr. Bram vd B, Vice President Distibution EMEA. Het lijkt me dat hij me moet kunnen helpen. Nadat ik met hem gelinked ben mail ik hem mijn probleem dat ons pakketje nu al twee weken op La Gomera is maar nog steeds niet bezorgd is. Ik krijg een uiterst sympathieke reactie, en sinds dat moment komt er schot in de zaak. Ik word meerdere keren per dag gemaild en gebeld door UPS en begin er zowaar weer vertrouwen in te krijgen.

Zaterdag komt de Volonté naar La Gomera en Wouter en Myrthe kijken er de hele dag naar uit. Wij doen klusjes aan de boot zoals plafonddelen die los waren gekomen, weer vastzetten, checken of onze stuurkolom niet verroest is (was nog een klusje wat was blijven liggen), stuurautomaat kalibreren waar ik nieuwe software in gezet heb, enz. Tegen de tijd dat de Volonté bij de haven komt, loop ik met Wouter en Myrthe naar het havenhoofd om wat foto’s en een filmpje te maken van de Volonté onder zeil. Het waait flink in de acceleratiezone, dus mooi om ze daar te fotograferen. Frans en Illona van de Omweg op Zee zijn met de Volonté meegevaren. ‘s Avonds eten we met zijn allen in La Gomera en borrelen we nog bij ons op de boot. Frans en Illona vertellen het verhaal over de onfortuinlijke start van hun reis (zie de link voor meer details). Ze zijn nu bezig hun jacht te repareren om er volgend jaar alsnog mee te vertrekken en wachten ook op een pakketje… Het is erg gezellig en leuk om de bemanning van de Volonté weer te zien. Wouter en Myrthe zien we niet meer, die zijn samen met Jesper en Thomas ergens op een boot, waarschijnlijk film aan het kijken… Maar in de avond zijn ze er weer, want dan logeren ze op de White Witch. Helaas krijgt Jesper hoofdpijn, dus hebben we nog 1 logé over.

Zondag hebben we een hele relaxte dag, met klusjes, en zelfs school. We hebben de kinderen gevraagd om alvast vooruit te werken voor maandag. Dan kunnen we de volgende dag iets ondernemen. En we zien zowaar in de haven nog een Trompetvis zwemmen. Ook gaan we even zwemmen op playa de Cueva. Er staat één grote golf in de branding. Aranka vindt het maar gevaarlijk maar de kinderen vermaken zich kostelijk, alhoewel ze zo nu en dan onderste boven worden gegooid door de golf. Aan de overkant zien we Tenerife prachtig liggen, met de top van El Teide die boven de wolken uitsteekt.

Maandag komt zowaar het eerste pakketje aan, en er wordt mij plechtig beloofd dat het tweede pakketje nu ook snel zal volgen. Bovendien krijg ik contact met Rob Wink, die meteen de zo nodige “trace” aanvraagt. Vandaag gaan we samen met de bemanning van de Volonté op pad. We nemen de bus naar Lomo de Balo in het dal van Valle de Gran Rey en lopen vandaar naar het plaatsje Valle de Gran Rey. Volgens onze voormalige buurvrouw Bep is dit het mooiste dal van La Gomera, en nu we er toch langer zijn, laten we dat niet liggen. Het is inderdaad prachtig, de terrassen waarop groente en fruit wordt verbouwd zijn hier prachtig. Aranka kijkt haar ogen uit naar alle verschillende groentes, die hier op terrasjes worden verbouwd. Wouter en Myrthe spelen met Jesper en Thomas en hebben de grootste pret. Ze hebben elkaar niet meer gezien sinds wij in Marokko aankwamen, en hebben elkaar weer een heleboel te vertellen, al gaat dat niet over de reis maar meer over spelletjes op de I-Pad… Die nacht slapen onze kinderen op de Volonté en hebben wij het rijk voor ons alleen.

Dinsdag komt inderdaad het tweede deel van het pakketje. Dank aan de heren Bram van de Burgt en Marcel Sijerlin van UPS die ons zo goed geholpen hebben het zoekgeraakte pakketje weer boven water te krijgen. De rest van de dinsdag ben ik bezig om de sleepgenerator te monteren en aan te sluiten. Het halve schip moet natuurlijk weer overhoop, maar om zes uur is het klaar en zou hij het moeten doen. In de tussentijd doet Ranka wasjes en boodschappen voor 8 dagen en sleept alles aan boord. ‘s Avonds gaan we bij de Volonté op bezoek, het is erg gezellig, en over twaalven als we terug gaan. De kinderen gaan zo natuurlijk veel te laat naar bed, maar ze genieten erg van het spelen met Thomas en Jesper.

We willen eigenlijk morgen (woensdag) vertrekken naar El Hiero (de haven had ik alweer betaald…), maar als ik het weer bekijk zie ik dat het de volgende week hard gaat waaien. Om dan te vertrekken naar Kaapverdië is niet aantrekkelijk en samen met Aranka besluiten we om dan maar direct naar São Vicente op Kaapverdië te varen, en dan maar donderdag te vertrekken omdat er dan wat meer wind is. Ja, het klopt, het is of te weinig of te veel…, maar als we donderdag vertrekken belooft het een heerlijke zeiltocht te worden met gemiddeld 12-17 knopen wind. Dan moeten we donderdag nog wel wat motoren maar hebben we verder goede wind en zouden we volgende weer dinsdag of woensdag in São Vicente zijn. De rest van de dag gebruiken we om laatste boodschappen te doen en ons voor te bereiden op de langste tocht tot nu toe, altijd weer spannend! Zo lijkt het er nu toch echt op dat we gaan vertrekken van La Gomera. Voor de derde keer reken ik af bij de haven omdat we nu echt morgen gaan vertrekken, maar de mevrouw van de haven gelooft er niets van, en verwacht dat we gewoon weer blijven liggen. We zullen zien…

Heerlijk wandelen op La Gomera

Genieten van oerbossen op La GomeraWat is La Gomera een prachtig eiland. Onze vroegere buurvrouw Bep Lamers ging hier elk jaar graag naar toe en was hier zo enthousiast over. Maar nu we hier zelf zijn begrijpen we dat veel beter.

Maar laat ik beginnen bij het begin. We liepen vrijdag 31 oktober de haven in terwijl er 25 knopen (6 Bft) over het dek vlogen. Ik stond in de schemering in mijn blote zomerjurk en had het niet eens koud met de gierende wind om mijn oren. Ook kwamen er af en toe een paar golven, die tegen de voorpunt aansloegen, zodat ik een douche van spuitwater over me heen kreeg. Lekker warm water, rare gewaarwording, want normaal zouden we in Nederland met dit soort weer echt in vol ornaat staan met zeilpakken en laarzen. En eigenlijk wilde ik zo graag een foto maken, maar ik durfde het roer niet los te laten. Het was ineens actief zeilen, met alle aandacht. Maar de achtergrond met rode wolken van de ondergaande zon en El Teide, de vulkaan op Tenerife, prachtig in beeld, staat in mijn geheugen gegrift.
En dan ben je op La Gomera. De plaats San Sebastián de La Gomera, waar de haven is, ligt altijd in de zon. De rest van het eiland is min of meer in wolken gehuld. De service in de haven is geweldig. Ze spreken goed Engels (wat op de rest van het eiland niet zo is) en zijn ons steeds vriendelijk van dienst met alle vragen, en hulp die we nodig hebben, kortom prettig aankomen!

Het is hier gemoedelijk. Columbus is hier medio 15e eeuw geweest en heeft hier in één van de huizen gewoond en zijn schietgebedjes voor een goede oversteek naar Amerika in de kerkjes vlakbij gedaan. De huizenbouw is relatief laag en je ziet hier niet van die toeristische flatgebouwen. Midden in Sebastián de la Gomera is een heerlijk pleintje waar kinderen spelen onder grote oude bomen, en wat een heerlijke rust uitstraalt. Wij voelen ons hier direct thuis.
De wegen zijn knap gebouwd en slingeren door het eiland en zijn eigenlijk al een bijzonderheid op zich met alle uitzichtpunten. Ze gaan in tegenstelling tot op Tenerife niet langs de kust, maar dwars over de berg (en door wolken) heen. De hoogte is hier ca. 1480 meter, dus het is niet zo hoog als Tenerife. Maar het eiland La Gomera heeft al heel lang geen vulkanische activiteit meer, dus er is veel meer erosie geweest dan op Tenerife. En dat merk je aan de steile wegen en de enorme kliffen en bergdalen, waar de wegen doorheen slingeren.

Na een dagje lanterfanten (we hadden afgesproken een dagje “niks” te doen, maar het kostte mij meer moeite dan de kinderen (film kijken) en Roelof, om een dag rust te houden), huren we een auto om meer van het eiland te kunnen zien (bussen rijden niet vaak genoeg voor ons doel om van de ene plek naar de andere te reizen binnen 1 dag). Dit keer is het een Renault Clio, die we schoon en wit meekrijgen, en modderig teruggeven na twee dagen. De wegen zijn behoorlijk steil en het is nog een kunst om op de steile hellingen met de motor te remmen zodat ze niet oververhit raken.


We rijden op zondag en maandag 2 en 3 november langs enkele plaatsjes op La Gomera (Hermigua, Agulo, Vallehermoso en Alajero). Bij Agulo is een natuurlijk zwembad wat gevuld wordt als er een grote breker uit zee over de rotsen slaat. Wouter en Myrthe genieten van het schouwspel. Wouter zoekt steeds weer het meest spannende plekje op waar hij net (niet?) nat wordt. Een stukje verderop loopt een weggetje langs de zee waar zo nu en dan ook een golf overheen spoelt. En ja hoor…, hier krijgt Wouter het wederom voor elkaar. Hij krijgt de volle golf over zich heen en is kletsnat, maar het kan hem niet schelen, hij vindt het prachtig! (En wij eigenlijk ook wel…)
Hierna gaan we langs “Visitor Centre” van het “National Parc Garajonay” midden op het Eiland en midden in het National Parc. Dat is zeer de moeite waard, want hier komen we veel te weten over de bewoners, geschiedenis en de flora en fauna.
Ondanks de steile hellingen hebben de bewoners hier knap werk verricht om landbouw te plegen. Er zijn op de hellingen steeds terrasjes gemaakt en er worden druiven verbouwd (ze maken ook lekkere wijn) en er zijn veel bananen plantages en andere fruitsoorten en gewassen. Maar omdat je op al die terrasjes op de steile helling geen tractor kan gebruiken is het hard werken en kunnen ze natuurlijk nooit commercieel op tegen de landbouw en kassen in Europa.
De oude bewoners hebben door de omstandigheden waarin ze leefden een manier ontwikkeld om van de ene helling naar de andere te communiceren (de geitenhoeders). Deze Silva fluittaal, is behoorlijk complex en je kan er heel veel mee vragen en antwoorden. Om te voorkomen dat deze fluittaal uitsterft wordt deze nu ook op de basisscholen aan de kinderen geleerd. Ik denk dat dat heel goed is om het cultureel erfgoed in stand te houden, maar ik weet niet of het leren van Engels hen economisch gezien misschien niet meer zou helpen….


Ook zien we in de tuin van dit informatiecentrum al iets van de flora die het eiland heeft. Het eiland is maar 100 km in omtrek, maar heeft bij elkaar veel meer diversiteit in planten dan het grote Frankrijk kan bieden. In de oertijd had je bijvoorbeeld de Laurisilva of laurierbossen in heel Zuid Europa, maar tegenwoordig bestaan die alleen nog maar op het kleine eiland La Gomera (en nog wat op Madeira en Azoren).
Laurisilva oerbosDit zijn bossen en bomen, met een soort korstmossen of mossen die erop groeien en het vocht uit wolken kunnen opvangen. Dit druppelt dan van de mossen op de grond en gebruiken de bomen om van te groeien. La Gomera is relatief droog er valt weinig regen (behalve in november, precies als wij er zijn, hihi). Maar doordat het eiland het hele jaar door een standaard temperatuur heeft en de wolken het eiland vaak bedekken is dit een hele handige truc van de planten en zorgt ervoor dat het eiland zo groen is als wat. Er zijn ook prachtige bloemen en bijzondere planten, waarvan ik helaas de namen niet ken, maar wel van onder de indruk ben. Wouter en Myrthe vinden ook met name de planten en bloemen prachtig en zien de tuin verder ook als prima speeltuin. We kunnen ze al van verre horen.

Wat verder opvalt is dat de bewoners heel zuinig zijn op wat La Gomera biedt. Het wordt allemaal goed behouden en onderhouden. De wandelpaden zijn wisselend in moeilijkheidsgraad (er zijn ook GR routes), zodat er voor iedereen iets aantrekkelijks is, en je niet de behoefte hebt om van de paden af te wijken en daardoor de flora of fauna te beschadigen.
Wij doen 3 verschillende wandelingen, 2 door het oerbos en 1 over een berg naar een stuwdam toe. De stuwdam is niet om energie te maken, maar dient vooral om water te verzamelen en te bewaren. Water is hier ondanks dat het zo ontzettend groen is toch behoorlijk schaars. De bossen zijn hier echt heerlijk. Je waant je in een soort oertijd en de omgeving doet aan als een sprookje met de wolken-mist die tussen de bomen hangt. Echt genieten.

Het is echter helaas wel november, regentijd. En dat merken we wel. Het zijn tropische, korte buien, en het regent over het hele eiland, behalve bij ons in de haven. Dat maakte extra wandeltochten dan toch weer iets onaantrekkelijker, ook al is de temperatuur zodanig, dat je die regenjas het liefst zo snel mogelijk weer uittrekt en ook weer snel opdroogt. Jammer, want we hadden graag nog meer van deze oerbossen gezien.

Maar een stranddagje is ook helemaal niet verkeerd. Vlak bij de haven kan je door een tunneltje en heb je ineens een prachtig uitzicht op El Teide en Tenerife aan de andere kant van de berg en aan de overkant. Er is een mooi strand met zwart lavazand. We gaan zwemmen, maar het is nog best spannend. Er staat 1 breker, maar die is behoorlijk heftig en gooit Myrthe ook nog met hoofd en schouders onder water en in het zand. Dat levert wat schaafwonden op. Dus toch maar naar een ander strand, zonder branding, naast de haven, alleen ziet het er daar iets minder schoon uit. Er drijft veel plantenafval. Dat is waarschijnlijk de afgelopen dagen met de harde wind losgekomen. Wouter vindt dat gekriebel van planten aan zijn benen maar niets en gaat al gauw samen met Myrthe in het zand spelen. Grappig dat met wit zand het niet zo opvalt als je onder zit, met zwart zand geeft dat echt een heel andere indruk!

Inmiddels zijn we weer een nieuw toetsenbord rijker. Het was zowaar het goede toetsenbord wat Acer ons heeft toegestuurd en dankzij het verzenden door onze buren Eric en Saskia ligt het hier keurig op ons te wachten in de haven van La Gomera. Roelof heeft het vastgezet en heeft niet eens één van de 50 super kleine schroefjes over gehouden. Hij heeft tijdens de geduldklus geen lelijk woord gezegd. Knap werk. Als het goed is zien jullie nu minder foute aanslagen en foutjes dan in eerdere blogs (klopt dat ?).
Nu is het nog wachten op de sleepgenerator. Die is ons door Rob Wink toegestuurd. Maar die ligt nu al bijna een week ergens op Tenerife of Gomera bij een lokaal transport bedrijfje dat weer ingehuurd is door UPS. Elke dag beloven ze weer dat hij vandaag afgeleverd wordt…, Nou ja, Manjana dan maar. Zodra deze is aangekomen (met hulp van het bemiddelen door de mensen uit de haven), vertrekken we. We gaan nog even terug naar Tenerife om de Volonté te ontmoeten en meteen goedkoop in te slaan voor de oversteek (het is hier allemaal duurder dan in NL).
Bovendien is de harde wind inmiddels ook hier weer voorbij. In de haven hebben we nachten met 35 knopen (8 Bft) gezien. Maar inmiddels is alles weer rustiger en durven wij de acceleratiezone nabij Gomera wel weer in, en zien we er naar uit om de Volonté op te zoeken op Tenerife.

Elk nadeel heb zijn voordeel…

Elk-nadeel-heb-zijn-voordeel

Vandaag (31 okt) vertrekken we vroeg vanuit de ankerbaai Bahia de Abona (Tenerife) richting La Gomera. Er is weinig wind en we proberen zoveel mogelijk te zeilen, waardoor we vaak niet meer dan 2-3 knopen lopen. Zo komen we niet voor het donker aan, dus motor aanzetten, of doorvaren met de wind die er is… We kiezen voor het laatste en pakken elk knoopje wind dat we kunnen vinden.

Al met al een relaxt dagje varen, al komen we dan wel in het donker aan. Aranka meldt nog dat de “acceleratiezone” tussen Tenerife en La Gomera met name bij La Gomera wel eens 10 knopen wind extra kan geven. Nou ja, denken we, met 5 knopen kunnen er best 10 bij… Onderweg zien we verschillende keren walvissen, een keer van dichtbij. Het lijkt erop alsof er hier veel rondzwemmen…

Zo varen we verder, deels zeilend, deels motorend, totdat we wat witte kopjes voor ons op het water zien. Zou deze acceleratiezone dan toch echt veel wind geven? Tot nu toe zijn we er al diverse gepasseerd, maar hebben we er niets van gemerkt, waarschijnlijk omdat er te weinig wind stond.

Het begint nu toch een beetje te waaien, we hebben 10 knopen wind! Motor uit, genua uitgerold, hé het is al 15 knopen… Een gewaarschuwd mens telt voor twee, dus we kijken het deze keer maar niet aan, en zetten meteen maar een tweede rif. Nog voor ik bij de mast sta zet de wind lekker door en hebben we dik 20 knopen en is de windrichting veranderd van pal voor de wind naar aan de wind. De boot schiet met zeven knopen over de golven. Als we dichter bij de haven komen waait het nog wat harder tot 25 knopen, en draaien we de genua nog wat verder weg, voor de snelheid maakt het niet uit.

Zo met de invallende duisternis is dit toch wel weer wat veel van het goede… Maar ja, ieder nadeel heb zijn voordeel want met deze snelheid zijn we net met de schemering bij de haven, en dat is dan wel weer prettig. In de haven laten we het zeil zakken en daar neemt in de luwte van de rotsen ook de wind verder af. Nog net met het laatste beetje daglicht meren we af. Die acceleratiezones bestaan dus echt!

Aranka tovert in no-time een heerlijke maaltijd op tafel, en als we ‘s avonds nog even het plaatsje willen verkennen staan er een dozijn kinderen bij de boot… Of we mee willen doen met ‘trick or treat!” Wouter en Myrthe sluiten zich zonder bedenken aan bij de “United kids of Halloween” en met het snoep dat ze ophalen lijken de taal barrières tussen Frans, Deens, Nederlands, Noors en Engels ook opgelost.