About Roelof Crevecoeur

Roelof Crevecoeur, geboren in Eindhoven op 22 december 1965

Position Update White Witch

We vorderen gestaag. We hebben de afgelopen 24 uur steeds kunnen zeilen. Vanmiddag kwam er een grote groep dolfijnen op bezoek. Echt prachtig, ze sprongen uit het water en eentje maakte zelfs een halve salto. We hebben de muziek hard aangezet, geen idee of dat helpt maar ze bleven een hele tijd met ons mee zwemmen. We zaten allemaal op de voorpunt van de boot en hebben ervan genoten. Wouter en Myrthe straalden van top tot teen.

Op dit moment varen we 150 NM ten noordwesten van Agadir. We hebben een rustig windje (ca. 12 knopen) en een prachtige sterrenlucht die je goed kan zien omdat er helemaal geen maan is. Doordat het zo donker is zie je in de boeggolf en ook in het zog van de boot allemaal oplichtende algen, die lichtflitsjes afgeven, echt een betoverend gezicht.

Het is nog ongeveer 265 NM naar Tenerife, waar we verwachten zaterdagochtend aan te komen. Verder proberen we Wouter en Myrthe overdag wat les te geven, maar dat valt niet altijd mee. We hebben een speciaal zeilprogramma, zodat ze minder hoeven te doen als we varen. Een ander “hoogtepunt van de dag” is het gesprek met de andere boten via de kortegolf zender. Het is altijd leuk om te horen hoe het met de anderen gaat. Afgelopen nacht waren er ook wel wat problemen, Di, een turkse vrouw die solo zeilt, had problemen met de motor, en is terug gegaan naar Rabat, zeker drie boten zijn in visnetten vast komen te zitten, en bij de Antares heeft de stuurautomaat het begeven. Gelukkig werkt onze stuurautomaat weer als vanouds en hebben we verder ook geen grote problemen zodat we ook echt van het zeilen kunnen genieten.

We merken dat we steeds zuidelijker komen en later in het seizoen waardoor enerzijds de koelkast langer moet koelen in de hitte en dus meer stroom verbruikt en anderzijds de dagen korter zijn waardoor de zonnecellen minder stroom opleveren. Na 60 uur varen zijn de accu’s dan ook half leeg, dus we hebben nu ons aggregaatje maar even aangezet dat achter op de boot staat te brommen. Misschien toch nog maar even op de Canarische eilanden naar een sleepgenerator kijken, om bij dit soort langere oversteken voldoende strooom te kunnen maken zonder dat gebrom.

Onze positie is: 31°26.2’N 12°19.3’W

Op naar de Canarische Eilanden

Vandaag (maandag 20 okt.) staan we rustig op in de verwachting dat we morgen naar Madeira zullen vertrekken. Hoe anders kan het lopen… Gisteren heb ik op basis van de GribFiles en de eigenschappen van onze boot, doorgerekend wat een goede bestemming is met weinig motoren, want daar houden we niet van. Als we vandaag kunnen vertrekken zijn de Canarische Eilanden redelijk goed te bezeilen, kunnen we pas morgen, dan kunnen we beter naar Madeira varen. En aangezien de haven pas morgen open gaat wordt het Madeira, zo dachten we toen.

Om twaalf uur horen we van de Ojala dat de haven toch vandaag open gaat, en dat terwijl dit gisteren nog tot de absolute onmogelijkheden behoorde…, maar dan moeten we wel nu weg want het is nu hoog water en als we te lang wachten krijgen we de ebstroom tegen de golven uit de oceaan. We overleggen kort en besluiten te gaan, de Canarische eilanden hadden onze voorkeur, en dan schieten we lekker op. In “no time” tanken we water, betalen de haven, gaan we met ons schip langs de douane en nog geen uur later varen we onder begeleiding van een loodsboot van de haven, samen met de Puff en de Ojala de oceaan op. We zijn nog wel enigszins gestresst van al het gehaast, maar ik ben toch blij dat we weer vertrekken. Marokko was erg leuk, maar het is nu ook weer tijd om verder te gaan. Ook merk je dat het echt een ander land is, waar er met name voor vrouwen minder vrijheden zijn. Ik vind het daarom lastig me er echt thuis te voelen.

De golven bij de ingang zijn nog behoorlijk hoog als je er doorheen moet varen. Van de kant ziet het er rustig uit, maar het zijn toch een paar flinke bergen water waar je tegenop moet klimmen met je bootje. Eenmaal op de oceaan kunnen we lekker zeilen. We varen op ca. 20 mijl uit de kust en komen tegen het donker wat vissersboten tegen, die netten uitzetten. Ze zijn “verlicht”, maar daar is dan ook wel alles mee gezegd. Goed oppassen dus. We hebben geluk en komen niet vast te zitten. De eerste nacht moeten we nog wel een flink aantal uren motoren, maar ‘s ochtends komt er wind en kunnen we heerlijk zeilen. We schieten dinsdag goed op totdat… de stuurautomaat opeens de verkeerde kant opstuurt. We proberen van alles, maar hij geeft steeds grotere stuur uitslagen en we lijken wel een dronkeman op zee. Ook na resetten van het kompas en opnieuw kalibreren van het kompas (Aranka, vaar even een stabiele koers midden op zee met minder dan een graad afwijking…) blijft het hommeles. We moeten oppassen dat we geen klapgijp maken. Dan maar zelf sturen, maar om dit nog drie nachten te doen, waarbij je elkaar steeds moet wakker maken als je bij het roer weg moet, dat zie ik echt niet zitten. We kijken naar alternatieve havens, Agadir, nog minstens 24 uur varen, dan komen we ‘s nachts aan en daar kan je niets repareren, Lanzerote, nog 48 uur varen, ook niet echt lekker. Als laatste truuk besluit ik het apparaat helemaal te resetten naar de fabrieksinstellingen. En… gelukkig! dat werkt. Wij kunnen dus doorvaren richting Tenerife waar we verwachten zaterdag ochtend aan te komen. Nu zit ik heerlijk onder de sterrenlucht dit berichtje te typen terwijl Aranka en de kinderen slapen en… de stuurautomaat stuurt!

Postitie: 32º33’0 N en 10º25’5 W

Cruising Maroc per… auto

Het ziet er naar uit dat we nog zeker tot volgend weekend (18-19 okt) in Rabat liggen. Enerzijds doordat de wind nu uit het zuidwesten komt ipv het gewenste noorden, en anderzijds doordat de haven de komende dagen op slot gaat ivm te hoge golven en bijbehorende brekers bij de ingang.
Het is nog steeds herfst vakantie bij ons en we besluiten om nog een tocht door Marokko te maken naar het noorden, en in ieder geval naar Chefchaouen. We huren een auto wat hier wel erg gemakkelijk gaat. Je belt een verhuurbedrijf, 5 minuten later wordt je opgehaald in de haven en een kwartiertje later heb je een auto mee. Krassen en deukjes worden niet opgeschreven, die worden gezien als normale gebruikssporen in het Marokkaanse verkeer.

Dinsdag avond (14 okt) is er nog een borreltje bij de Win2Win die vandaag ook in Rabat zijn aangekomen. Zij hebben een zware tocht gehad, veel wind, hoog aan de wind en zeeziekte. Blijkt maar weer hoe het kan verschillen met het weer want wij hadden een heerlijke tocht naar Rabat toe. Het is gezellig om bij te kletsen en we krijgen nog een hoop tips van Leon en Frieda die eerder ook naar Chefchaouen zijn geweest.

Woensdag ochtend is het de bedoeling vroeg te vertrekken, maar voordat we alles ingepakt hebben is het toch weer elf uur, maar dan zijn we ook op pad. We tanken eerst, want anders dan in Nederland krijg je de huurauto hier leeg mee en lever je hem ook weer leeg in. Dan rijden we eerst naar Moulay Bousselham, waar een rivier in een prachtige delta loopt voordat hij de zee in stroomt. Op goed geluk gaan we met een gids mee die ons de delta per boot laat zien. Dat pakt erg goed uit, onze gids Ahmed weet heel veel van vogels en heeft zelfs een Nederlandse vogelgids waar hij ons de vogels die we zien in aanwijst. Zo weten we nu dat we de Witte en Blauwe reiger, de Scholekster, de Grutto, de Regenwulp, de Juveniel, de Steenloper en de strandplevier met 3 tenen en gewone strandlopertjes hebben gezien. Helaas zijn er nu geen flamingo’s die hier ook vaak te zien zijn, maar dat wordt meer dan goed gemaakt door het prachtige uitzicht over de delta.
We zien ook vissers die naar krabbetjes vissen met grote netten die ze over de bodem trekken. De krabbetjes worden weer gebruikt als lokaas bij het vissen op zee. Vandaag liggen overigens alle vissersbootjes op de rivier want de branding die ervoor zorgt dat de haven in Rabat gesloten is zorgt er ook voor dat de vissers hier niet kunnen uitvaren.

Na ons boottochtje rijden we verder naar Chefchaouen via binnenwegen door het Rifgebergte. We lezen in de gids dat hier cannabis in grote hoeveelheden wordt geteeld waar maar liefst 800.000 mensen werkzaam in zijn. Er wordt geprobeerd om mensen om te scholen naar gids, maar 800.000 gidsen… Maar het Rifgebergte is ook prachtig om te zien en we genieten van het uitzicht terwijl de hellingen steeds steiler worden. Ons autootje (Citroën C1) heeft het er maar zwaar mee. In Chefchaouen zoeken we naar het hotelletje Dar Dalia dat ons door Leon en Frieda is aangeraden. Iedereen die we het vragen weet ons met grote stelligheid te vertellen waar het is, maar ze wijzen allemaal een andere richting op. Helaas hebben we alleen een kaartje in de Lonely Planet waar nauwelijks straatnamen op staan en na een paar rondjes te hebben gereden vinden we gelukkig een goede kaart op straat. (De telefoon met Marokkaanse simkaart is ermee opgehouden, dus geen GoogleMaps). Nu we weten waar we zijn, hebben we het snel gevonden. Het is een leuk hotelletje, vlak bij de medina van Chefchaouen. Wouter en Myrthe vinden vooral de schildpadjes bij de fontein erg leuk. Als we terug zijn van onze reis willen ze als huisdier nu geen hond meer maar schildpadden, ratten en een poes…

Chefchaouen wordt ook wel de blauwe stad genoemd. De huizen in de medina zijn wit en aan de onderkant blauw geverfd. Ook de straten zijn deels blauw geverfd, wat een gezellige en frisse aanblik geeft van de oude medina. Als we het hotel gevonden hebben begint het al donker te worden, en we gaan snel op zoek naar restaurant Aladdin, waar je lekker kan eten met een prachtig uitzicht over de stad. Het stadje doet zijn reputatie eer aan, want de medina is inderdaad erg leuk.
Donderdag bekijken we nog de burcht van Chefchaouen en slenteren we door de medina voordat we de auto instappen die natuurlijk goed bewaakt is…, zo heeft Marokko zijn eigen betaald parkeren. We rijden richting Tanger en Aranka zoekt in de gids een volgende leuke bestemming. Tétouan blijkt een prachtige plaats, zie onderstaand stukje uit Wikipedia:

De medina (oude stad) van Tétouan staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. De binnenstad is zeer karakteristiek en traditioneel. Men vindt hier bijvoorbeeld veel oude witte huizen, enkel laagbouw (zie foto). Overal in de stad ziet men mensen die oude ambachten beoefenen, zoals wevers, juweliers en leerbewerkers. Toeristen probeert men hier ook vaak tapijten te verkopen. Verder lopen er veel dieren rond in de medina.

Nou, dat kunnen we niet laten lopen en we zoeken een leuk hotelletje in de Lonely Planet. Als we het hotel El Reducto proberen te vinden, komen we langs erg steile weggetjes, waar onze C1 het bijna begeeft, maar in de eerste versnelling met een slippende koppeling komen we toch de helling op. Even later lopen we helemaal vast als we midden op de plaatselijke markt terecht zijn gekomen. Dan is zo’n klein autootje wel weer een voordeel… Na twee rondjes hoor ik toevallig Nederlands praten, en snel vragen we de weg aan een familie Nederlandse Marokkanen of Marokkaanse Nederlanders… We zetten de auto neer en lopen verder naar het hotel wat in de medina ligt en waar je inderdaad helemaal niet met de auto komen kan (dat hadden we niet gezien op het Lonely Planet kaartje…)
Het is een prachtig hotel, met mooi mozaïek en een heerlijk dakterras. We weten nog wat van de prijs af te praten, gaat nu ook makkelijker nu het geen hoogseizoen is. De kinderen vinden het een geweldig hotel, want ze hebben 2 hele jonge katjes en in de hotelkamer een soort eigen zoldertje waar ze knus met zijn tweeën slapen.
De Medina is inderdaad heel authentiek en we zien er nauwelijks toeristen. We verdwalen zoals gewoonlijk maar vinden na een tijdje ook weer de weg terug. We zien hier ook meer Spaanse invloed zo ver in het Noorden. Ook zien we Berber vrouwen uit het Rif gebergte, meestal herkenbaar aan een strooien hoed.

De enorme hoeveelheden groente en fruit die zijn uitgestald zijn opvallend, zeker omdat je maar heel zo nu en dan iets verkocht ziet worden. En zo in de zon uitgestald zal het ook niet heel lang goed blijven…. Het ziet er in ieder geval allemaal heel vers uit.
Verder staat dit gebied bekend om zijn cannabis-teelt. Echter zien wij er behalve plastic zakjes met gedroogde blaadjes te koop, verder weinig van. Wel zagen we onderweg bananenteelt.

Vrijdag hebben we een heerlijk ontbijt in het hotel, als Wouter probeert zijn sinaasappelsap in een eigen beker over te schenken, wordt het (uiteraard) een grote bende. De vrolijke hotelbaas neemt Wouter mooi beet en doet alsof hij boos wordt en vraagt aan Wouter een euro om het weer schoon te maken. Eerst snapt Wouter het niet, maar dan kleurt hij diep rood, en rent dan naar boven om een euro uit zijn portemonnee te halen. Later krijgt hij de euro terug, hij is er bedremmeld van en heeft zijn lesje wel geleerd. Als we weg gaan zijn de Hotelbaas en Wouter dikke maatjes.


Vandaag rijden we terug via Assilah aan de kust. Hier vallen ons de brekers op die in de haveningang staan. Hier wil je niet tussen varen en ook hier valt het op dat alle vissersbootjes in de haven liggen. Assilah zelf is een leuk plaatsje, maar omdat het vrijdag is is alles dicht, dus dat is jammer. Er is mooie kunst op de muren en hier zijn de meeste huizen wit geverfd. Maar alle winkeltjes met traditionele nijverheid zijn er vandaag dus niet. We gaan nog op het piepende geluid af van poesjes. En ja hoor, even later zien we 2 kittens, nog met dichte oogjes piepend over de stoep rollen. Ze kunnen nog nauwelijks lopen en roepen om hun moeder. Het liefst willen de kinderen ze meenemen net zoals de Batjar heeft gedaan. Maar dat zien wij niet zitten en het kost enige overredingskracht om de kinderen weer mee te krijgen…


We rijden terug naar Rabat en doen nu we toch een auto hebben nog even goed boodschappen in één van de zeldzame supermarkten van Rabat. Compleet afgeladen brengt de C1 ons weer netjes in de haven. Ik tank ook nog even alle Jerrycans vol met diesel en dan leveren we de auto weer in, wat zo mogelijk nog soepeler gaat dan het huren. Ik bel het verhuurbedrijf en vijf minuten later is dezelfde vriendelijke meneer in de haven, vraagt of we een prettige reis gehad hebben en neemt de auto weer mee. ‘s Avonds eten we lekker in een restaurantje bij de haven en dan slapen we weer “thuis” op onze eigen boot.

De haven is de komende dagen nog gesloten en we kunnen dus niet weg. Zoals het er nu naar uit ziet kunnen we maandag de 20ste of dinsdag weg. We hebben dan ook een paar dagen goede wind richting de Canarische eilanden. Zaterdag drinken we met de bemanning van de Win2Win, de Ojala, de Puff en de Symina waarop een Turkse vrouw solo vanuit Istanboel is komen zeilen. Verder doen we klusjes aan de boot zoals het vastsjorren van extra dieseltanks op het dek en strak zetten van de verstaging. Verder beginnen we ons voor te bereiden op de tocht naar de Canarische eilande, die naar verwachting ca. 4 dagen duurt. Nu maar hopen dat de haven inderdaad weer open gaat, en er een beetje gunstige wind staat.

Maroc


De aankomst in Rabat is uitermate plezierig. We meren af aan de meldtsteiger samen met de Ojala die vlak achter ons binnenloopt. Er is een team met douane, veiligheid en wie weet nog wat meer aan medewerkers dat ons meeneemt om de papieren in te vullen. We worden parallel geholpen met de Ojala. Wat een luxe vergeleken met de lange wachtrijen op een vliegveld of bij aankomst met de veerboot in Tanger. Nadat we de formulieren hebben ingevuld volgt er nog een pro-forma controle aan boord met drie man waarbij het doel lijkt te zijn, geen moeilijke vragen stellen en vooral niets vinden! Dat lukt en daarna zoeken we een plekje in de haven vlak bij de Volonté en de Batjar die hier ook liggen.

Nadat we liggen merken we ook hoe moe we zijn. Wouter en Myrthe lijken echter een nieuwe onuitputbare bron van energie te hebben als ze Jesper en Thomas van de Volonté weer zien, en rennen van het ene naar het andere schip. ‘S Avonds is er door de Batjar een steigerborrel georganiseerd waar ook de Nederlandse ambassadeur nog langskomt. Hij was door Stephan van de Batjar uitgenodigd en hij vind het geloof ik wel leuk om -tussen de recepties door- met ons zeilers te kletsen. Als hij onze kinderen en de kinderen van de Volonté ziet vraagt hij wel direct “Moeten zij dan niet naar school?”…
Het was erg gezellig maar we zijn ook doodop na twee nachten doorvaren en gaan op tijd naar bed.

IMG_0429.JPG

Woensdag kijken hoe het met de school voor deze week staat..Niet zo best, want er is de laatste twee dagen niet zoveel gebeurd, dus er moet nog behoorlijk wat rekenen en taal worden ingehaald. We hadden het idee om vandaag de vakantie te laten beginnen, maar met zo’n achterstand vinden we dat niet zo’n goed idee, dan heb je ook geen lekkere vakantie. We besluiten dus om deze week nog even flink onze best te doen en dan de volgende week vakantie te houden. Ik doe met Myrthe drie rekenlessen, en ik geloof evenveel boze buien tussendoor (ik bespaar jullie de details, maar haar boze buien doen zeker niet onder voor die van mij toen ik klein was…Ik geloof dat dit voor Aranka en mij nog vermoeiender was dan voor Myrthe, maar… uiteindelijk hebben we het af en keert de rust weer terug op de White Witch.
Anna van de Ojala heeft in Rabat gewoond voordat ze op zeilreis ging, en geeft ons veel nuttige tips, o.a. het telefoonnummer van een gids Mohammed die veel kan vertellen over Rabat. Aranka maakt een afspraak met hem voor de volgende dag.
Verder doen we deze dag niet zoveel en ‘s avonds lopen we nog een stukje door de Medina (oude binnenstad) van Salé waar het een drukte van jewelste is, met allemaal kleine winkeltjes.


Donderdagochtend rijden we met onze gids Mohammed en de bemanning van de Puff eerst naar Chellah, een prachtig gebied met oude ruïnes, prachtige bomen en planten en, hoogtepunt voor Wouter en Myrthe, heeel veel poezen. Mohammed vertelt ons alles over het ontstaan van Chellah, de Romeinse tijd waarbij Chellah onderdeel uitmaakte van de grens van het Romeinse rijk en de latere Islamitische periode. Het is erg interessant en met de verhalen komen de ruïnes tot leven en kan je je goed voorstellen hoe het er hier duizenden jaren geleden uitgezien heeft.

Na Chellah bezoeken we de Hassan Toren die onderdeel uitmaakt van een nooit afgebouwde moskee. Twee keer is het geprobeerd deze Moskee te bouwen, maar opdrachtgevers gingen dood of andere rampspoeden vonden plaats. Volgens het plaatselijke gebruik is het dan onverstandig om het af te maken. Nu staat er een kleine moskee naast en is er ook een mausoleum van koning Mohammed V.

Als laatste bekijken we de Kasbah van Rabat die enerzijds dienst deed om de bevolking te beschermen als de stad werd aangevallen, maar ook gebruikt werd om huurlingen uit het oosten van Marokko te huisvesten, die meedogenloos optraden tegen de bevolking als er rebellie was.
We eindigen in de Medina, die gezellig en ontspannen is. Dat is wel heel anders dan toen ik hier ca. 25 jaar geleden met Ron rond liep. Toen werden we continue aangesproken om toch vooral een gids te nemen, of een kleed te kopen. Vrijdag maken we de school voor deze week helemaal af! Ik mats Wouter en Myrthe wel een beetje door de laatste oefeningen taal mondeling te doen waardoor de laatste blokken geen uur maar slechts enkele minuten kosten. En dan begint voor onze kinderen een echte hele week schoolvakantie en voor ons ook.
Daarna gaan we met het pontje (roeibootje, hoe romantisch…) naar de overkant van de rivier waar Rabat ligt, en zwerven die middag door de Medina en later ook door de nieuwe stad.

Zaterdag gaan we met de trein naar Fėz, een reis van drie uur. Gelukkig hebben we een goede zitplaats, en de trein is toch een heerlijk vervoermiddel, je kan lekker zitten en uit het raam kijken terwijl je naar je bestemming wordt gebracht. In Fėz lopen we van het station via het Joodse kwartier (Mellah) en “New Fès” (Fès el-Jdid) naar de Medina. Wouter moet echt even wennen aan Fès en houdt een geëmotioneerd betoog om toch vooral een taxi te nemen. Maar eenmaal in de Medina vindt hij het opeens interessant worden, en rent hij samen met Myrthe van het ene winkeltje naar het andere.
Alhoewel we proberen de route van de Lonely Planet gids te volgen, lukt dat toch niet helemaal, en zijn we binnen de kortste keren de weg kwijt. De Medina in Fès is een enorme doolhof van smalle straatjes, die door elkaar heen kronkelen, soms doodlopen, of je in een cirkeltje terug brengen naar waar je vandaan kwam. Oh ja, naambordjes, daar doen ze natuurlijk niet aan… Gelukkig kan je altijd de weg vragen en even later staan we toch voor “Dar Victoria”, een hotelletje in de Medina dat ons door Maarten van de Ojala is aanbevolen. Van buiten ziet het er niet bijzonder uit, maar dat verandert volledig als we binnenkomen. In de centrale hal is het een en al pracht en praal, met prachtige mozaïeken en marmeren pilaren. ‘S Avonds vertelt de Française die het hotel runt, ons van alles over de mozaïeken en hoe ze het hotel heeft opgeknapt. Bijzonder is dat -als je goed kijkt- je in de mozaïeken ook afbeeldingen van andere godsdiensten dan de Islam terugvindt. Er zijn afbeeldingen van mensen en dieren (niet toegestaan in de Islam), een davidsster en boeddhistische afbeeldingen.

Middags lopen we de Medina weer in, en dwalen heerlijk rond. Als we een telefoonwinkel zien kopen we een lokaal sim-kaartje, waarna GoogleMaps ons verder de weg wijst, toch handig… We komen langs eindeloos veel winkeltjes, die kleding en kruiden verkopen, metaal bewerken, hout bewerken en natuurlijk de leerlooierijen waar Fès bekend om is. Tegen de tijd dat het donker wordt komen we weer terug inde wijk Rcif waar ook het hotel ligt.

Zondag beginnen we met een heerlijk ontbijt in het hotel, we krijgen alle aandacht, maar zijn ook, zover we kunnen overzien, de enige gasten. Wouter en Myrthe zijn helemaal happy want ze hebben internet en dat betekent nieuwe spelletjes op de I-pad. Na het ontbijt lopen we weer de Medina in en lopen langzaam richting station. We gaan vandaag met de trein naar Casablanca, een treinreis van ca. vier uur. Gepakt met wat stokbroodjes met ei die je hier voor een paar dirham koopt en een fles water gaan we de trein in. Helaas…., de trein is bomvol en alle zitplaatsen zijn al bezet (de trein komt uit Marakkesch). Mijn enthousiasme voor de trein wordt weer iets minder, maar gezellig is het wel en het doet me ook wel weer denken aan de Interrail reizen die ik vroeger met o.a. Ron maakte. Gelukkig hebben we het laatste stuk naar Casablanca wel weer een zitplaats.

In Casablanca worden we door een groot aantal taxichauffeurs aangesproken, de een wil nog meer dan de ander. Het is ook lastig, je hebt “Grand Taxi’s”, dat zijn meestal oude Mercedessen die met meerderen gedeeld worden en “Petit taxi’s” waar je met maximaal drie personen in mag (tenzij je extra betaalt natuurlijk…). We lopen eerst maar even weg van het station en vragen dan de weg. Het hotel dat we hebben uitgezocht ligt aan de kust bij Corniche, en er blijkt een bus naartoe te rijden. Bij het eindpunt van de bus is het toch nog wel een stukje lopen, en dat is anders dan het kaartje van de Lonely Planet aangeeft. Ook GoogleMaps geeft iets anders aan… Tot ik goed kijk, en zie dat als je bij. google ons hotel intypt, er een marker op de kaart verschijnt, met de naam van een ander hotel. Van de marketiers bij KPN heb ik begrepen dat dit de doortraptere marketing trucs zijn, waarbij je GoogleAdd-words koopt van de concurrent. Blijkbaar wordt de Lonely Planet ook geschreven met GoogleMaps… Het is nog wel een klein uurtje lopen, maar het is een leuke boulevard waar we langs lopen en Wouter en Myrthe hebben de grootste lol en rennen heen en weer. Als beloning gaan we maar bij de McDonalds eten die naast het hotel zit, het is al laat en we hebben wel genoeg gelopen.

Vandaag, maandag 13 oktober, lopen we eerst over een prachtig breed strand naar het mausoleum Sidi Bou Abderrahmane, dat vroeger alleen met laagwater bereikbaar was. We zien het al van ver liggen en het zijn een paar traditionele huisjes op een rots in de zee gebouwd. Er loopt nu een brug naar toe, maar het blijft een erg leuk mini dorpje en op de rotsen heb je een prachtig uitzicht op de oceaan.

Hierna nemen we de bus naar de Moskee Hassan II. Dit is de op twee na grootste moskee die van 1987 tot 1993 gebouwd is, deels boven het water, conform de koran die zegt dat Gods troon gebouwd is boven water. Het is een enorm gebouw, met titanium deuren zodat ze niet corroderen zo vlak bij zee en een dak wat open kan schuiven. Er kunnen 25 duizend mensen in met aparte ruimtes op de eerste verdieping voor vrouwen. De minaret is de hoogste ter wereld (200 meter), maar ondanks al de deze overtreffende afmetingen en dure materialen, kan ik het toch niet echt mooi vinden. Het is gewoon te groot, denk ik. Wel leuk is dat we er in kunnen met een rondleiding door een overigens verrassend westers uitziende vrouw die ons van alles over de moskee vertelt. Onder de moskee is nog een enorm badhuis, maar dat moet nog steeds in gebruik genomen worden, wordt elk jaar gepland, maar gebeurt steeds niet, begreep ik van onze gids. Ik moet Wouter ervan weerhouden om erin te springen, alhoewel, anders was dat in gebruik nemen ook meteen geregeld…

Na de moskee Hassan II lopen we nog een route die in de Lonely Planet staat beschreven, door centraal Casablanca langs mooie gebouwen uit de Franse koloniale tijd (Mauresque style, 1912-1924). de gebouwen zijn een mix van de Franse Art Deco en de traditionele Marokkaanse stijl. Leuk om langs te lopen en als we klaar zijn begint het al te schemeren. We nemen een trammetje naar het station en daar kunnen we bijna direct in een trein naar Rabat stappen (die, geloof ik, een heleboel vertraging had, want hij stond op geen enkel bord, maar hij reed we goed door). Het is lekker als we rond negen uur weer op onze boot aankomen, voelt toch echt een beetje als thuis komen.

Langs de Algarve


Sagres is een prachtige ankerbaai, met hoge kliffen rondom. Als we ‘s ochtends wakker worden is het een prachtig gezicht met het opkomende zonlicht. Omdat er gisteren toen we naar Sagres toe voeren niet zo heel veel van school terecht is gekomen moeten Wouter en Myrthe vandaag een volle dag doen (vier blokken terwijl we normaal op de woensdag maar twee blokken doen). Maar doordat de Volonté en de Antares hier ook liggen en ze graag met Jesper, Thomas en Quirijn willen spelen maken ze hun school toch redelijk snel af. Rond één uur vaart Aranka met de dinghy en alle kids naar het strand, waar ze de hele middag heerlijk spelen.
Ik ben nog aan het klussen aan het dek (pluggen vervangen in het teak dek waar de schroeven op sommige plaatsen door het teak heen komen). Als ik klaar ben heb ik ook wel zin om te zwemmen en zwem ik naar het strand, toch wel een eindje, maar na een kwartier zwemmen ben ik heerlijk opgefrist. ‘s Middags past Walewijn op de kinderen terwijl ze zandboten en jet-skies in het zand maken. Zo kunnen Aranka en ik samen even het plaatsje bekijken (waar we overigens wel snel mee klaar mee zijn) en boodschappen doen. Wouter mag met Ron mee in de dinghy vanaf het strand op en neer naar de Verleiding en in planee varen, zo horen we later. Wouter vindt het prachtig, hij heeft het er de hele avond nog over…
Het is opvallend hoe het klimaat en de sfeer veranderd op het moment dat je de zuidwest punt van Portugal (Cabo de São Vicente) om vaart. Het klimaat is veel droger, het is veel warmer waardoor je op een dag ook veel minder doet en er zijn heeeel veeeeel Nederlanders die of met pensioen zijn of op een andere manier hier zijn blijven “hangen”. We ontmoeten een zeiler die al een paar keer naar Carib is geweest en hier nu is blijven hangen omdat zijn vrouw niet meer mee wil, een ouder echtpaar dat in Ferragudo (vlak bij Portimão) woont en hier langs de kust vaart, maar ook in elke supermarkt kom je Nederlanders tegen (erg makkelijk als je iets zoekt en niet weet hoe het in het Portugees heet). Waarschijnlijk valt het extra op omdat het hoogseizoen inmiddels echt voorbij is en nu alleen de “eeuwige toeristen” over zijn. In ieder geval zijn wij blij dat wij nog een hele reis en daarmee een doel voor ons hebben, want om hier te blijven hangen trekt mij eerlijk gezegd niet zo. Toch moeten we hier maar niet te lang blijven, anders weet je maar nooit…

Donderdag varen we naar het plaatsje Alvor dat aan de gelijknamige rivier ligt. We varen rond negen uur weg van Sagres, iets na de Verleiding en de Volonté, zodat we rond één uur bij de monding van de Alvor zijn. De Alvor is een rivier die erg ondiep is en die niet betont is, dus we willen met opgaand tij de rivier opvaren. Als we dan vastlopen, komen we vanzelf weer los met het opgaand tij. Alhoewel er niet veel wind is, kunnen we heerlijk zeilen en schieten we goed op. We trimmen de zeilen tot de laatste millimeter om zo veel mogelijk snelheid uit de wind te halen. We lopen de Volonté en de Verleiding op wat mooie foto en film momenten oplevert (Zie ook eerdere blog ) en Wouter speelt met een speelgoedboot die hij achter ons schip trekt en ik probeer te vissen, maar we vangen wederom niets (ook wel gemakkelijk want ik heb geen idee wat ik precies met een vis moet doen die wel bijt….)

Als we de Alvor naderen zakt de wind verder in en laten we het grootzeil zakken. Op de Genua varen we de Alvor op, maar het stroomt behoorlijk en samen met de Genua die nu weer goed wind vangt lopen we meer dan zes knopen. Dat lijkt ons niet zo’n goed plan want als we nu op een van de vele zandbanken lopen is het wel een harde knal. We draaien de Genua weg en Aranka gaat op de voorpunt kijken om de zandbanken te ontwijken. Het gaat goed en we houden overal een meter speling. Bij het plaatsje Alvor is het druk met schepen in het smalle vaargeultje, maar het lukt de Verleiding en ons wel om een plekje te vinden. De andere Nederlandse schepen die achter ons varen blijven bij de ingang van de Alvor liggen waar je ook prachtig ligt en waar meer ruimte is. ‘s Middags lopen we door het plaatsje Alvor, wat gezellig, maar ook wel heel toeristisch is. Het is echt een en al restaurantjes en toeristen winkeltjes. Maar de baai waar we liggen is prachtig. ‘s avonds komen Ron en José van de Verleiding nog even gezellig koffie drinken.

Vrijdag wandelen we door de rand van duinen die tussen de zee en de Alvor liggen. Het is een prachtig gebied wat met (spring) vloed onder loopt en met eb droog valt. Met de vloed zien we allerlei krabbetjes en vissen tevoorschijn komen. Als we bij het eind van de duinenrij komen zien we de Puff, de Antares en de Volonté liggen. Wouter heeft al snel contact met de Volonté, waarbij hij over de baai schreeuwt “Volonté Volonté, hier de White Witch, over” alsof hij door de Marifoon praat. Maar goed, zijn geschreeuw wordt gehoord en even later zitten we bij de Volonté aan boord met een lekkere kop koffie. Leuke pauze van onze wandeling! Als we terug lopen langs het strand is het bloedje heet en ziet de zee er wel erg aantrekkelijk uit. Stom dat we onze zwemspullen niet hebben meegenomen. Gelukkig is het strand vrijwel verlaten dus we zwemmen lekker in onze onderbroek. Een handdoek heb je ook niet echt nodig want je bent zo droog in de warme wind. Het koelt heerlijk af en Wouter en Myrthe gooi ik een paar keer met een grote plons in het water. Wouter wordt dan heel boos, maar wil meteen nog een keer…

Zaterdag ochtend hebben we afgesproken op het strand bij de Puff, de Antares en de Volonté om samen koffie te drinken. Inmiddels is de Ojala hier ook aangekomen. Wouter en Myrthe spelen samen met Quirijn, Jesper en Thomas in het water en vermaken zich prima.
‘s Middags varen we naar Portimão waar we aan een mooring gaan liggen vlak voor Ferragudo, een aardig vissersdorpje tegenover Portimão. Volgens de bemanning van de Leti Leti (die we ‘s-ochtends ook op het strand ontmoet hadden bij het koffie drinken en ja,… ook weer Nederlands) kunnen we de mooring gebruiken. Een andere Nederlander die er ook ligt en woont op zijn bootje en hier bij een werf werkt, is de mooring van het restaurant tegenover de ankerbaai, en volgens hem is dit ook een uitstekend restaurant. We besluiten direct hier dan maar ter ere van Aranka’s verjaardag (zondag is ze jarig) te gaan eten. De eigenaar vind het prima dat we zijn mooring gebruiken en we mochten ook zijn Internet gebruiken, water halen etc. En… we hebben heerlijk vis gegeten!

Filmpje van de White Witch in blue

Vandaag hadden we een heerlijke zeildag toen we van Sagres naar Alvor zeilden. Ron van de Verleiding maakte dit filmpje toen we naast hem voeren. Let op: De kwaliteit van het filmpje wordt door youtube automatisch aangepast aan de verbinding die je hebt. Rechts onder met het tandwieltje kan je de kwaliteit aanpassen.
http://youtu.be/ddxszmG3TVk

Een weekje Lissabon


Trammetje 28
Donderdag 11 sept doen de kinderen eerst school en daarna gaan we samen met Thomas, Jesper, Denise en Eric naar Lissabon. Vanaf het stationnetje in Oeiras, dat op een kwartiertje lopen van de haven ligt, nemen we de trein naar Lissabon. We zijn nog maar net het station uitgelopen of er barst een enorme stortbui los. Gelukkig is er net een overdekt terrasje waar we koffie kunnen drinken. Het weer is hier van slag, normaal is het droog in deze maanden en komt de wind uit het noorden. Nu komen er regelmatig plensbuien over, die gelukkig niet lang duren, maar waaruit het wel ontzettend hard regent. Vervelender is dat de wind uit het zuiden komt, precies daar waar wij naar toe moeten.

Lissabon is een heel andere stad dan de Portugese steden waar we tot nu toe zijn geweest. Het centrum bestaat uit een strak stratenplan dat is gebouwd na de zware aardbeving die in november 1755 een groot deel van de stad verwoestte, icm hoge golven uit de rivier en branden die bij de aardbeving ontstonden. Verder heeft het centrum ook een gezellige uitstraling maar komt veel moderner over dan bijv. Porto. Later zien we wat verder naar het Oosten ook het oudere gedeelte van Lissabon dat meer lijkt op de andere steden die we tot nu toe hebben gezien.


We lopen vanaf het Terreiro do Paço (een groot plein aan de rivier) via een drukke winkelstraat naar Rossio, ook een mooi plein met uiteraard ook weer een groot standbeeld en net zo als in Amsterdam veel stadsduiven. De kinderen zijn er druk mee en de duiven zitten op hun armen en hun hoofd. Eén van de leuke dingen om te doen in Lissabon is een tramritje maken met het historische trammetje 28 dat door de smalle steegjes van het oude centrum steil omhoog en ook weer even steil naar beneden rijdt. De wachtrij bij de tram is meer dan een uur, en dan vind Aranka uit dat we ook trammetje 12 kunnen nemen, dat net zo historisch is, en het eerste stuk dezelfde route rijdt als trammetje 28. Hier kunnen we zo instappen en na anderhalf rondje stappen we uit en gaan verder met trammetje 28 waar je bij een paar haltes verder helemaal niet op hoeft te wachten. De tram schiet op slechts enkele centimeters langs muren, geparkeerde auto´s etc. Erg leuk en spectaculair om in te zitten en je komt langs allerlei leuke plekjes. Wouter hangt samen met Jesper en Thomas uit het raam van de tram (niet geheel tot ons genoegen) en ze geven “high fives” aan voorbijgangers. Inderdaad wel grappig maar eigenlijk willen we liever niet dat ze zo uit het raam hangen. Maar ze hebben enorme lol en het is ook weer goed afgelopen.

Een groot cruise schip vaart recht op ons af
De volgende dag spelen Wouter en Myrthe met Jesper en Thomas in het zwembad waar ze gratis in mogen. Wat dat betreft is de service in deze haven uitstekend, gratis zwemmen, gratis vervoer naar de supermarkt zodat je niet hoeft te slepen met je boodschappen en bovendien ‘s ochtends vers gebakken broodjes in je kuip. Daar kunnen we in de Nederlandse havens nog wel wat van leren… Ondanks de goede service hebben wij de haven wel weer gezien en varen we vandaag naar een ankerplek bij Seixal. We vertrekken ruim een uur voor hoogwater met het laatste eindje van de vloed zodat we nog wel wat stroom mee hebben, maar niet het gespook en de hoge golven die we bij aankomst in Oeiras hadden. De eerste 10 mijl de Taag op is tegen de wind in en varen we op de motor. Een groot cruise schip vaart recht op ons af, terwijl wij de stuurboordwal houden. Als hij te dicht bij komt roep ik hem toch maar even op via de marifoon om te checken of hij ons -in vergelijking met dit enorme schip- wel erg kleine scheepje niet over het hoofd heeft gezien. Hij bevestigt ons gezien te hebben en we zien zijn koers veranderen zodat wij ook gewoon onze koers kunnen houden. Toch een handig apparaat zo’n marifoon. Even later varen we langs de toren van Bélem uit het begin van de 16e eeuw, die is gebouwd als ceremoniële toegangspoort tot Lissabon om de ontdekkingsreizen te herdenken. Als we onder de brug “Ponte 25 de Abril” door varen horen we de auto’s eroverheen razen. Eerst denk ik dat de motor een raar geluid maakt, maar het zijn de auto’s die over stalen platen rijden. Voorbij de brug gaan we richting Seixal waar het nog fors stroomt en waar de ene ferry na de andere voorbij schiet.

Verlichte vissen die in de lucht zweven
De baai bij Seixal is heerlijk beschut. We zoeken even naar een geschikt plekje om te ankeren, maar er is niet heel veel ruimte en het stroomt hier behoorlijk. Dus we pakken, ook op aanraden van een Franse zeiler, een mooring (blok beton met een stevig touw en boeitje eraan) die nog vrij is. ‘s Avonds is er, als we via het boordnetje contact hebben met de boten die in Oeiras liggen, veel belangstelling voor deze ankerbaai, maar uiteindelijk komt alleen de Verleiding de volgende dag naar deze baai. Later horen we dat dit o.a. komt door een invasie van moeders c.q. schoonmoeders in Oeiras bij de Nederlandse boten die daar liggen.

Zaterdag is er geen school, heerlijk! Geeft toch een echt weekend gevoel, geen gezeur over ik heb geen zin, gewoon opstaan en iets leuks gaan doen. Vandaag gaan we naar Cascais, een mooi plaatsje ten westen van Lissabon. We gaan eerst met een ferry over de Taag naar Lissabon en van daar verder met de trein en komen dan ook weer langs Oeiras. Lijkt onhandig, maar ik ben toch blij dat we niet meer in die drukke haven liggen. Cascais is een heerlijk plaatsje waar we rondslenteren en lekker vis eten. Als we bij de haven zijn, zien we net de Antares voorbij varen die onder weg naar Oeiras is. Even later komen we Patrick, Bianca en hun twee kinderen van de Tofino tegen, wat is de wereld of in ieder geval Portugal toch klein… Zij zijn net aangekomen in Cascais en liggen nu in de haven. Het is leuk weer even bij te praten en te horen hoe het hun de afgelopen weken is vergaan.
´s Avonds is er het illumination feest, waar 26 kunstwerken, gemaakt met licht, door de stad heen staan. Wij hebben niet de tijd om alles te bekijken, maar we zien onder andere een mooie lichtshow waarbij de vier oerkrachten op een muur worden geprojecteerd, een Nederlands kunstwerk met lijnen licht door de lucht en prachtige verlichte vissen die in de lucht zweven. We moeten de trein van haf tien hebben anders missen we de laatste ferry naar Seixal waar onze boot ligt. Gelukkig halen we de ferry en hebben we zelfs even de tijd om nog wat boodschappen te doen op het station van Lissabon. Als we rond een uur of elf ‘s avonds bij de dinghy komen ligt die gelukkig nog te wachten. In het donker ploegen we tegen de stroom in naar onze boot. Het water spat behoorlijk op en Aranka en Myrthe (die voorin zitten) zijn behoorlijk nat als we bij onze boot aankomen.

prachtige groene vergezichten
Zondag staan we bijtijds op om op tijd te zijn voor één van de ochtend ferry´s naar Lissabon. We willen vandaag naar Sintra toe, een plaats ten noordwesten van Lissabon waar je met de trein heen kan. Sintra schijnt erg mooi te zijn, met veel kastelen. In Lissabon moeten we naar een ander treinstation toe, bij Rossio. We vinden wel het metrostation Rossio, maar daar vertrekken geen treinen. Nadat we er twee keer voorbij gelopen zijn, vinden we eindelijk de ingang van het station, waar overigens uit niets blijkt dat dit een stationsingang is. De treinrit duurt drie kwartier en onderweg zitten Wouter en Myrthe allebei te lezen. Het lijkt erop dat Myrthe toch nog een boekenwurm gaat worden. Ze leest het ene boek na het andere nu helemaal uit zichzelf uit. Inmiddels heeft ze ook de e-reader, die Aranka van haar collega’s had gekregen, ontdekt zodat Aranka nu zonder zit. Tsja, als je er boeken van Paul van Loon, Roald Dahl, van Thea Beckman, enz. opzet… Maar we zijn blij dat Wouter en Myrthe veel lezen, is voor Myrthe ook goed tegen de dislexy, dus we remmen het zeker niet af, en Aranka moet, denk ik, op zoek naar een nieuwe e-reader!

Sintra is erg leuk, nadat we het plaatsje bekeken hebben lopen we richting de burcht Mouros. Het is een hele klim, maar ook een prachtige wandeling met prachtige groene vergezichten over Sintra en de omgeving met her en der een kasteeltje in de zon tegen een mooie groene bergwand aan. Als we bij Mouros komen kunnen we ook nog naar het Palace of Pena wat nog een stuk verder ligt. We hebben maar de tijd om een kasteel te bekijken en kiezen voor het Palace of Pena, dat ook op de wereld erfgoedlijst schijnt te staan, dus dan zal het wel bijzonder zijn. Na nog ongeveer een uurtje door klimmen komen we bij de ingang van het Park van Pena aan. We lopen eerst naar het paleis zelf toe, wat inderdaad prachtig in de bergen ligt met een mooi uitzicht. Het paleis was oorspronkelijk een klooster uit de middeleeuwen dat rond 1850 is verbouwd tot paleis.
Waarom precies weet ik niet meer, maar Myrthe heeft een boze bui. Zal wel iets van een ruzie met Wouter geweest zijn, pas nadat we een appeltje zijn gaan eten knapt ze weer op, en daarna is ze heel gezellig en geniet ze volop van het paleis en fantaseert ze honderd uit over hoe het zou zijn om hier te wonen. We lopen een mooie route door het park terug met een prachtig uitzicht op het paleis vanaf “Saint Catherine’s Heights”. Terug kijk ik verkeerd op de kaart en lopen we daardoor de verkeerde route terug (langs de weg) maar komen ook beneden. Wouter en Myrthe hebben een doorslaggevende inbreng in waar we eten, en zo komen we terecht in de Pizza Hut vlak naast het station. Wel praktisch want ook nu moeten we de trein niet missen omdat de laatste ferry uit Lissabon om tien uur (zondag) vertrekt.

de wind om de boot giert
Maandag en dinsdag doen we school, schrijven een blog en klussen wat aan de boot. We werken vooruit met school zodat we woensdag geen school hoeven te doen en nog een hele dag naar Lissabon kunnen. Het weer is deze dagen ook bar en boos en de ene regenbui na de andere klettert op ons neer. De wind neemt bij die buien ook fors toe tot meer dan dertig knopen. We zijn nu wel blij dat we aan een mooring liggen. We liggen hier dan ook prima, dicht bij Lissabon, mooi uitzicht, en alhoewel de wind om de boot giert, liggen we toch rustig want de baai is goed beschut en er zijn geen grote golven. Maandag komen Ron en José van de Verleiding ook naar de ankerbaai bij Seixal. Zij hadden eerst nog in een haven bij de brug “Ponte de 25 abril” gelegen en waren wel klaar met de herrie van die brug. ‘s Avonds komen José en Ron nog wat drinken. Het is gezellig en leuk om te horen hoe zij hun reis beleven en hoe zij zich hebben voorbereid. We leren er elke keer weer van, of het nu een handige app voor het weer is met goede informatie over de golven, of een handige manier om een lijntje aan je ankerboei te maken met een katrolletje en een gewichtje zodat de ankerboei altijd recht boven het anker blijft liggen (en de lijn ook minder snel in de schroef of het roer verstrikt raakt als de stroomrichting wisselt). Als ze weer terug varen naar hun eigen schip is het al laat, en waait het nog steeds hard.

200 jaar Prinsjesdag
Als ik dinsdag even op nu.nl kijk zie ik dat het Prinsjesdag is. We moeten nog een les geschiedenis doen, dus gebruiken we dat blok om een quiz over Prinsjesdag te maken. Bovendien bestaat Prinsjesdag vandaag 200 jaar. Ik print een paar pagina´s uit van wikipedia en bedenk een stuk of tien vragen. Aranka mag de vragen maken zonder de uitleg van Wikipedia en Wouter en Myrthe moeten de vragen beantwoorden met behulp van wikipedia. Ik leerde er zelf ook weer een heleboel van en ook Aranka had niet alle kennis paraat, en dus winnen Wouter en Myrthe de quiz met vlag en wimpel. Op facebook lezen we dat groep 8 van de E.L.S. met hun meester ook Prinsjesdag heeft behandeld. Wouter en Myrthe zijn wat trots dat zij er nu ook alles van weten net als groep 8.

Wouter trots met een mooie kuif

Als we de volgende dag (woensdag 18 september) richting Lissabon gaan moet Myrthe alleen nog een rekenles afmaken. Dat was gisteren niet meer gelukt, verder is de school voor vandaag helemaal klaar. Op de ferry maakt Myrthe de laatste sommen en net voordat de ferry aan de overkant van de Taag is, is het rekenwerk klaar. We klimmen eerst naar het kasteel “Castelo de São Jorge”, oftewel het Kasteel van Sint Joris. Het kasteel ligt op de hoogste berg in de stad en je hebt een prachtig uitzicht over de rivier de Taag (Rio Tejo) en we kunnen ook onze ankerplek in de verte zien liggen. De fundamenten van het kasteel zijn uit de 6e eeuw voor Christus. In de loop van de tijd hebben zich op deze heuvel lokale Keltische en Iberische stammen, Feniciërs, Grieken, Carthagenen en later Romeinen, Sueben, Visigoten en Moren gevestigd (Tsja, ik wist ook niet dat deze volken allemaal hadden bestaan…, met dank aan Wikipedia). In 1147 is het kasteel samen met de stad Lissabon op de Moren veroverd. Volgens een legende zou ridder Martim Moniz zichzelf in de kier van de geopende poort van het kasteel hebben gegooid en zorgde er zo voor dat de andere christelijke soldaten het kasteel konden binnenvallen. We vinden nog het standbeeld van deze ridder Moniz. Later deed het kasteel ook nog dienst als koninklijk paleis. Wij genieten echter het meest van het prachtige uitzicht over de stad, waarbij je heerlijk kan zitten op een van de stenen bankjes, die in de kasteelmuur zijn gemaakt. Het is een heerlijk plekje en we zijn er wel een paar uur aan het rondkijken.
Na het kasteel lopen we verder naar het oosten door erg gezellige wijkjes met leuke winkeltjes en restaurantjes. We zoeken de kerk die er vanaf het kasteel erg mooi uitzag. Na enig gezoek en gevraag (waarbij ik een foto die ik net bij het kasteel van deze kerk had gemaakt laat zien) komen we bij de kerk Vicente en even later ook bij het Pantheon van Lissabon. De kerk is mooi, maar ook weer niet heel bijzonder van dichtbij. Het Pantheon vinden we wel erg leuk. Je kan helemaal omhoog klimmen vanwaar je zowel een mooi uitzicht over de kerk (binnen) als de omgeving hebt.

‘s Avonds zoeken we een restaurantje en zien een kapper waar Wouter en ik nog geknipt kunnen worden. We zijn bijna twee maanden onderweg en dus dat mag wel weer eens. De kapper maakt er werk van en even later loopt Wouter trots met een mooie kuif over straat. We eten heerlijk vis bij een restaurantje in deze gezellige wijk, met precies 3 tafeltjes… voordat we met de ferry weer terug gaan naar de boot en Lissabon achter ons laten. Een erg leuke stad en dat geldt eigenlijk voor heel Portugal waar we er erg van genieten.

Verassingen langs de Portugese kust

…dan wordt er naar een mannetje aan de overkant gewezen

’s Ochtends proberen we Wouter en Myrthe snel aan het schoolwerk te krijgen zodat we ook snel Porto in kunnen. Ik ga kijken of ik een gasfles kan wisselen en kom vlak bij de haven Porto Doura in een heel leuk wijkje met smalle straatjes en een paar restaurantjes, supermarktje, cafeetje enz, en een heel levendig en gezellig straatleven. De huizen zijn allemaal betegeld met verschillende tegeltjes, soms met alléén een kleur, maar soms ook met een print. Dat maakt dat de huizen er heel gezellig uit zien. Als ik vraag naar een gasfles, word ik wat verder gestuurd, daar nog maar eens gevraagd en dan wordt er naar een mannetje aan de overkant gewezen. Inderdaad blijkt hij in zijn huisje wat gasflessen te hebben staan waaronder ook de campinggas fles die ik zoek. Zo ben ik een kwartiertje later al weer terug met gevulde gasfles.
Wouter en Myrthe doen echt hun best en om twaalf uur zijn ze klaar met school en kunnen we naar Porto. De haven ligt vlak bij de monding van de rivier de Douro en Porto ligt nog een stuk verder achter een hoge halfronde brug die we zien liggen. We hebben dus nog geen beeld van de stad. Maar het wordt al direct leuk als we er naar toe wandelen. We lopen langs de zuidzijde van de Rio Douro naar de karakteristieke brug “Ponte de D. Luis I” waar bovenop ver in de hoogte een metro rijdt en beneden de auto’s.

ze slaan en raspen erop los

Vlak bij onze haven hangen allemaal stokken met lijnen ertussen. De was wordt er opgehangen. Het is vlak naast een washuis, waar nog met de hand wordt gewassen. Ze slaan en raspen erop los, maar de was wordt weer schoon. Toch wel makkelijk een wasmachine, wat een werk… Verderop zijn veel mannen aan het vissen. Wouter en Myrthe mogen steeds in hun bak kijken, waar ze hun levende garnaaltjes in bewaren voor het vissen.
Dan komen we langs een botenwerfje waar gewerkt wordt aan de traditionele smalle houten schepen (Galets) die hier op de Doura druk heen en weer varen. Dit is nog het echte traditionele timmermansvakwerk. We zien geen stalen bouten, alles wordt met hout gedaan. De Galets varen nu met toeristen rond, vroeger werd hiermee de port vervoert vanaf de porthuizen die hier langs de rivier liggen.

aanradertje voor als je een weekend over hebt…

Langzaam krijgen we zicht op een prachtige en ontzettend leuke stad aan de overkant van de rivier. Voor ons is het echt een verassing hoe mooi de stad hier ligt. Aanradertje voor als je een weekend over hebt…
Als we dichter bij de brug komen, wordt het drukker en meer toeristisch. Een oud gerimpeld dametje staat kastanjes te poffen. Aranka koopt een zakje kastanjes, het is lang geleden dat we dat gegeten hebben. Wouter en Myrthe vinden ze niet lekker (´Ieder nadeel heb zijn voordeel´). Heen lopen we onder over de brug waar ook de auto’s rijden. Het centrum is net zo leuk als het er vanaf de overkant uit ziet, vol met kerkjes, oude gebouwen met mooie gevels en leuke straatjes. Vanaf de “Sé Catedral” hebben we een mooi uitzicht en hier is ook een leuk museum met onder andere prachtige tegel muren. We genieten enorm van de stad, en lopen terug langs de bovenkant van de brug waar ook de metro rijdt. ’s Avonds eten we heerlijk verse vis die buiten op de barbecue wordt gegrild in het leuke wijkje vlak bij de haven.



Vrijdag wil Ranka graag een dagje shoppen. Wouter, Myrthe en ik gaan naar het Sealife aquarium en zwemmen in zee. Met dit vooruitzicht wordt er hard aan school gewerkt zodat we om één uur kunnen vertrekken. We gaan met het pontje dat vlak bij de haven vertrekt naar de overkant. We moeten wel even wachten en aangezien het een kids verwendag zou worden beginnen we met ons eerste ijsje. Als we op het pontje naar de overkant varen zien we net de Antares binnen lopen, die die nacht in een haven verderop bij Leixos heeft gelegen. We moeten een flink stuk lopen, eerst door een woonwijk, dan door een mooi groot park. In het park worden de ganzen gevoerd, Wouter en Myrthe vinden het prachtig en gaan kijken. Als ze te dichtbij komen lopen de ganzen op hun af en rennen zij weer heel hard weg, want ze vinden die grote beesten toch ook best eng, maar ze hebben de grootste pret.
Na het aquarium lopen we langs het strand terug. Onderweg gaan we zwemmen en om deze kids werwendag met een tien af te sluiten moet er nog wel een tweede ijsje (verkleinwoord is niet op zijn plaats) komen. We moeten nog een heel eind lopen, en als we terug bij de boot zijn, zijn de kinderen bek af.
Wouter wil heel graag een keer ’s avonds met de grote mensen nog wat drinken en dan heel laat naar bed. Omdat het vandaag vrijdag is, mag hij vandaag opblijven als Hedda, Walewijn en Quirijn van de Antares nog een kop koffie komen drinken. Wouter en Myrthe gaan samen met Quirijn een film kijken en na een uurtje komt Quirijn (3 jaar) een beetje sip naar buiten, Wouter en Myrthe zijn allebei in slaap gevallen en dat is natuurlijk niet zo gezellig…

het lijkt wel Venetië

Zaterdag vertrekken we weer uit Porto. We weten nog niet precies waar we naar toe zullen varen, we laten het een beetje van het weer af hangen. ‘s Ochtends ga ik eerst met Wouter boodschappen doen op de vouwfietsjes, we kopen eerst wat spullen op de markt. Als we naar een supermarkt zoeken, moeten we toch nog een heel stuk fietsen en een steile helling op klimmen. Dan komen we bij een supermarkt die zo groot is dat we eigenlijk de fietsjes binnen ook wel hadden kunnen gebruiken…, maar ze hebben er wel van alles alhoewel het wel veel tijd kost om in zo’n grote supermarkt alles te vinden. Al met al is het toch wel een uur of twee voor we vertrekken. Het eerste stuk kunnen we zeilen, maar aan het begin van de avond valt de wind weg en komen we in een dichte mist terecht. We kunnen echt maar iets van 50 meter om ons heen zien. Gelukkig is het hier rustig en hebben we de hele dag nauwelijks bootjes gezien. We zitten dicht onder de kust dus grote schepen zullen hier ook niet varen. Maar voor de zekerheid zet ik wel de radar aan, en houden we de plotter goed in de gaten. Veel anders om naar te kijken is er trouwens niet. Toch blijft het een vervelend gevoel om niets te kunnen zien. We zijn blij als een uurtje later de mist weer optrekt.
We besluiten vandaag naar Aveiro te gaan. Dit is een leuk plaatsje en je kan er goed ankeren in een baai bij São Jacinto. We kunnen er mooi met laagwater binnenlopen als er bij de monding van de Ria de Aveiro weinig stroom staat. Wel is het donker als we Aveiro aanlopen, maar met de kaartplotter en de havenlichten is dat eigenlijk geen probleem. Volgens de pilot is het oppassen bij de havenmonding en kunnen er grote golven staan. Wij merken er niets van doordat het windstil is en doordat er nauwelijks getijstroom staat en varen heel rustig naar binnen. In het pikkedonker zoeken we een ankerplekje tegenover de steiger van de ferry. Voor het eerst slipt ons anker en dus ankeren we nog maar een keer. Ik trek het anker niet al te strak , maar er is hier geen wind en geen stroom, dus met een hoop ketting blijven we wel liggen.
Als we wakker worden zien we eigenlijk pas waar we liggen. Een mooi plekje. Aranka is nog moe en blijft een dagje op de boot als ik met Wouter en Myrthe een dagje naar het plaatsje Aveiro ga. Waar het precies ligt weet ik eigenlijk niet, maar de ferry waar we tegenover liggen gaat er ongetwijfeld naar toe. Vanaf de ferry zien we hoe hard het nu op de rivier stroomt. Ik kan me goed voorstellen dat het bij de monding flink kan spoken, als de stroom en de deining van de oceaan elkaar hier tegenkomen.
Als we de ferry afstappen zien we geen plaatsje maar wel een bushalte met een bus die naar Aveiro gaat. Gelukkig besluiten we om niet te gaan lopen, want met de bus is het nog zeker een kwartier rijden maar dan komen we in een erg leuk plaatsje waar een soort gondels, die Moliceiro’s heten, door de kanalen varen, het lijkt wel Venetië. De Moliceiro’s werden vroeger gebruikt voor het binnenhalen van zeewier. We bekijken alle straatjes, en leuke gebouwen in het centrum en Wouter en Myrthe rennen lekker rond en als we alles gezien hebben eten we een appeltje en een ijsje en gaan weer terug naar de boot.

goed moment voor een glaasje port en een kaasje

Maandag 8 september vertrekken we om acht uur ’s ochtends net voor laag water zodat we het laatste stukje van de ebstroom mee kunnen pakken. Je kan buiten de brekers zien staan terwijl het relatief rustig is. We snappen nu wel dat deze haven als een van de eerste Portugese havens gesloten wordt bij slechter weer of hoge golven vanuit het westen.

Gelukkig is er net genoeg wind om te zeilen. De wind komt uit regenbuien die overkomen en even later krijg ik de volle lading over me heen. Volgens mij de eerste keer deze reis dat ik mijn zeiljas gebruik…
Aranka en de kids zitten lekker binnen en zijn school aan het doen.
Langs de kust zie je duinen. Het land is hier relatief vlak en wat verder het binnenland in beginnen de bergen. Onderweg worden we nog kort bezocht door dolfijnen, maar waarschijnlijk varen we niet snel genoeg voor ze en ze zwemmen voorbij richting het noorden. De wind is wisselend aanwezig en dan weer weg, maar het is helder en prachtig weer. ´s Avonds valt de wind weg en moeten we de rest motoren.
We besluiten Nazaré voorbij te varen en de nacht lekker door te varen naar Peniche. ’s Avonds hebben we goed contact over de kortegolfzender met andere vertrekkers (korte golfzender werkt beter als je op zee zit dan als je omringd door land bent) en horen dat we aan Nazeré ook niet heel veel missen.
Omdat het zulk rustig weer is en morgen zo goed als windstil, lijkt het ons leuk om niet naar Peniche zelf te gaan, maar naar het eilandje Ilha Berlenga vlak voor Peniche te varen en daar te ankeren. We zullen daar rond een uur of twee ´s nacht aankomen. We puzzelen in de pilot om meer over het eilandje te weten te komen en hoe en waar we daar kunnen ankeren. Het is een natuurgebied dus dat klinkt veelbelovend. De maan is bijna vol en schijnt ons deze avond mooi bij. Er komt nog een grote groep dolfijnen langs. Ze springen allemaal uit het water met dolle sprongen, hangen heel even bij ons schip en zijn daarna weer helemaal verdwenen. Leuk intermezzo, terwijl de motor doortuft in de nacht.
We zien Ilha da Berlenga al lang voor ons liggen. Het is een wat afgetopt eiland in een groep van drie eilandjes, ieder met een vuurtoren of lichtbaken erop. Aan de zuidkant proberen we het eiland te benaderen. Met de verrekijker probeert Aranka te begrijpen hoe het in elkaar steekt en waar we zouden kunnen liggen. Blijft lastig zo in het donker en we zijn opnieuw erg blij met de kaartplotter die enorm helpt met het ontwijken van ondieptes en het vinden van de juiste route. Als we bij de ankerplek komen ligt er al een zeilschip en heel veel motorbootjes. Later blijkt het zeilschip de Badjar te zijn, ook een Nederlands vertrekkersboot, maar dat zien we ’s nachts niet. Opeens springen er weer dolfijnen om ons heen, maar we zijn nu druk bezig om een goed plekje te vinden, en dat is nog niet zo eenvoudig.
Tot vlak langs de kust is het meer dan 20 meter diep. Als we op 15 meter diepte zijn, lijkt de rotskust akelig dichtbij en hebben we het idee dat als we hier 70 meter ketting overboord gooien we zo op de rotsen kunnen komen als de wind draait… We varen een paar rondjes en zien een paar ongebruikte moorings liggen. Vannacht zal er wel niemand meer komen, dus we pakken de buitenste mooring die er wel degelijk uitziet. Lekker dat we vast liggen, maar we hobbelen wel behoorlijk door de swell die om het eiland van de Atlantische oceaan komt. We gaan alle kanten op en je hoort de inhoud van alle kastjes heen en weer schuiven. De sinaasappelen lagen duidelijk niet goed en stuiteren nu over de bodem. Af en toe moet je je heel goed vast houden en weet je even niet meer wat boven of onder is.
Maar we zijn blij dat we vastliggen en we liggen vlak bij het fort Sao Joao Baptista wat er zelfs in het donker mooi uitziet. Goed moment voor een glaasje port en een kaasje,dat Aranka in Porto heeft gekocht. Zo zitten we midden in de nacht buiten in de kuip te genieten van dit moment. Daarna hopen dat we in de stabiele zijligging kunnen slapen op bed en er niet uit vliegen met deze deining.
’s Ochtends (9 sept 2014) worden we wakker en als we rondkijken liggen we op een prachtig plekje. Het rollen is inmiddels ook een heel stuk minder geworden en we zien allerlei grotten en doorgangen door de rotsen waar je –naar het lijkt- wel met de dinghy doorheen moet kunnen varen. De andere zeilboot (de Badjar) is er niet meer, die moeten dus midden in de nacht vertrokken zijn. Later als we in Porto zijn, horen we van de bemanning van de Badjar dat ze om drie uur ’s nachts vertrokken zijn omdat ze het te veel vonden rollen. Als ik navraag bij onze buren blijkt de mooring waar we aan liggen van een toeristen ferry te zijn die overdag de toeristen afzet op het eiland, aan de mooring wacht en ’s avonds de toeristen weer terug brengt. Wij moeten dus verkassen, maar zo overdag ziet het er allemaal een stuk overzichtelijker uit en we ankeren op ongeveer 12 meter en gooien een hoop ketting uit. Met dit kalme weer moet dat voldoende zijn.
Ilha da Berlenga is een verrassend leuk eiland en we hebben er een heerlijke dag. We varen met de dinghy door grotten en rots tunnels, zwemmen bij het strandje dat klein is, en met het rijzen van het water steeds kleiner wordt. Er zwemmen heel veel vissen wat Myrthe erg interessant vindt, en Wouter ook wel een beetje eng. ’s Middags lopen we nog naar boven naar de vuurtoren en vandaar naar het fort wat mooie uitzichten oplevert van het eiland maar ook van de White Witch in blue die we steeds mooi achter zijn anker zien liggen. Volgens Wouter is het de leukste dag van zijn leven.

midden in het slagveld waar de Taag de strijd aan gaat met de Atlantische Oceaan

Nog een nacht bij Ilha Berlenga lijkt niet verstandig, de wind is al gedraaid en we liggen niet meer in de luwte achter het eiland, maar liggen aan lagerwal en de verwachting is dat de wind in de loop van de avond gaat toenemen. Dus we maken ons klaar voor vertrek en besluiten om direct richting Cascais of Lissabon te varen en om Peniche over te slaan. Na vandaag met dit prachtige eiland kan het alleen maar tegenvallen, maar belangrijker is nog dat er slechter weer aan komt en we dan liever bij Lissabon liggen waar veel meer te zien is. Om vier uur in de middag vertrekken we samen met nog een ander zeilschip vanaf Ilha Berlenga richting Lissabon, zo´n 70 mijl zuidelijker.
In Nederland is het lekker nazomeren dankzij het hoge luchtdruk gebied wat er ligt. Maar wij hebben daar last van en hebben daardoor alleen maar zuidenwind. De straffe Portugese Noord is al 2 weken zoek en lijkt voorlopig ook nog niet terug te komen. Maar we mogen niet klagen, want er staat wind. Het andere zeilschip vaart eerst op de motor naar buiten en hijst daar de zeilen en maakt een slag naar binnen. Wij proberen meteen te zeilen maar komen nauwelijks vooruit in de steile golven die er rond de kaap bij Peniche staan. Als we het andere zeilschip alleen nog als klein stipje zien besluiten we ook eerst ruim een half uur naar buiten te motoren, dat blijkt een goede keuze want daarna lopen we met zeven knopen hoog aan de wind richting het zuiden. Hoe dichter we bij de kust komen hoe zuidelijker we kunnen varen. Totdat we echt dicht bij de kust komen, dan wordt de koers plotseling veel ongunstiger, tijd dus om overstag te gaan. Zo maken we handig gebruik van de windshift en maken een hoek van ca. 120 graden ipv de normale 90 graden. De wind draait door naar het zuid oosten en naarmate we vorderen kunnen we weer een steeds zuidelijker koers varen. Het is een prachtige heldere nacht met volle maan en we zeilen heerlijk. We moeten nog een slag maken om niet het TSS te doorkruisen. Het andere zeilschip zijn we al snel weer voorbij, wij lopen veel hoger aan de wind en tegen de tijd dat we bij de Cabo da Roca zijn is het andere zeilschip een klein lampje aan de horizon geworden.
De kinderen slapen binnen. Wouter in het vooronder, zoals gewoonlijk in diepe rust en ver weg. Myrthe ligt op mijn plek (Ranka) in het achteronder. Ze slaapt licht en heeft het raampje open staan. Dan kan ze ons in de kuip horen en dat werkt geruststellend. Af en toe komt ze er uit en vraagt of we er al zijn!
We kijken nog even naar de havens rondom Lissabon en besluiten naar Oeiras te gaan. Hier liggen ook al wat andere vertrekkers die we eerder zijn tegengekomen, we krijgen korting in deze haven en hij lijkt makkelijk aan te lopen…
Later in de nacht ontstaat er bewolking en is onze volle maan verdwenen. Er komen buitjes over en daarna zwaardere buien en in de verte zien we bliksem en onweer. Gelukkig blijft de wind redelijk stabiel en hebben we geen harde windstoten, maar ik gebruik wel voor de tweede keer mijn zeiljack. Hmmm, er is slechter weer voorspeld voor de komende twee dagen en daarvan zal dit de voorbode zijn.
Rondom de kapen bij Cascais draait de wind steeds mee met het land. En zo zeilen we eerst hoog aan de wind naar het zuiden en daarna nog steeds hoog aan de wind naar het oosten. Om van Cascais naar Oeiros, aan de monding van de Taag (Rio Tejo), te varen zijn er twee routes. We nemen de noordelijke passage langs een zandplaat vlak voor Oeiras. We moeten dan over een ondiepte van 7 meter en er staat nog wel een paar meter extra water door het getij. Als we vlak bij Oeiras zijn wordt de zee steeds ruiger. De golven worden steiler, zijn 2-3 meter hoog en breken overal om ons heen. Dan komt er ook nog een dreigend front aan met onweer, en we draaien de fok vast weg om niet te veel last te hebben van windstoten. De golven worden nog hoger en als we zien dat we nog maar een knoop over de grond lopen zetten we de motor bij en ga ik zelf sturen. We zitten precies tussen hoog en laagwater in en hebben de maximale eb-stroomtegen. Gelukkig blijven de windstoten uit. Zo zitten we midden in het slagveld waar de watermassa´s uit de Taag de strijd aan gaan met de deining uit de Atlantische Oceaan. Een ware titanenstrijd. Naarmate we dichter bij de haven komen moeten we de motor steeds harder zetten om überhaupt nog vooruit te komen. Aranka staat inmiddels stijf van de stress en houdt zich aan de bank vast. We hebben dit toch niet zo gelezen in de pilot (boeken over het varen in dit gebied, inclusief de Reeds), er werd wel gewaarschuwd voor de noordelijke passage bij veel wind, maar wind is er nauwelijks. We zijn blij als we traverserend de haven in surfen en halen snel het gas eraf. We gooien de val los en laten het grootzeil naar beneden schieten want veel ruimte is er niet in de haven en we moeten ook nog landvasten, stootwillen etc. klaarmaken.. Het begint net licht te worden en even later liggen we veilig vast aan een enorme steiger tussen schepen die minimaal anderhalf keer zo lang zijn.
Het is dan 7 uur in de ochtend, net licht geworden. De kinderen worden wakker en willen alles weten. En daarna beginnen ze met hun schoolwerk, wetende dat de Volonté hier ligt en ze zo met Jesper en Thomas kunnen spelen. ‘s Avonds is er een gezellige borrel bij de Volonté waar we alle spannende verhalen kunnen uitwisselen en waar we ontdekken dat de zeilboot die ‘s nachts was vertrokken bij Ilha da Berlango de Badjar moet zijn geweest.

Via Ría de Vigo naar Isla Cies


Foto´s die Walewijn gemaakt heeft van de White Witch in blue op weg naar Combarro

Met Myrthe naar de Bakker
Maandag 25 aug ga ik ‘s ochtends eerst met Myrthe brood halen. Samen varen we met de dinghy naar de kant. Wouter komt als we al weg zijn ook met zijn hoofd in de kuip. Helaas hij heeft de boot gemist, en om het goed te maken zwaaien we nog goed naar hem. Terwijl Myrthe honderduit vertelt en stuurt varen we naar de kant en halen een brood en een heerlijk taartje. Terug zit Myrthe gebiologeerd naar de vissen te kijken die onder ons door zwemmen (Harders noemen de kinderen ze). Terug op de boot ontbijten we en dan halen we het anker op om te vertrekken richting de volgende Ría. We twijfelen nog of we direct naar Cangas zullen varen of nog en tussenstop zullen maken in Ría de Aldán. We besluiten door te varen, er is een lekkere wind en ook wel lekker om dinsdag een dagje te blijven liggen. We hebben de wind pal tegen als we de Ría de Pontevedro uitvaren en we kruisen, waardoor we beide zijden van de Ria beurtelings goed kunnen bekijken. Ria de Pontevedro is meer bebouwd maar geeft desondanks een prachtig uitzicht met de rode daken tussen de groene bossen.


Panorama van Combarro vanaf de boot

Haven vol
Bij Cangas liggen de Verleiding en de Puff al in de haven en de Volonté voor anker omdat de haven vol was. Wij ankeren achter de Volonté en vinden het eigenlijk wel prima. Er was gewaarschuwd dat er erg veel deining stond van passerende veerboten en vanuit de oceaan, maar de eerste nacht hebben wij er maar weinig last van. ‘s Avonds gaan we samen met de bemanning van de Volonté naar de kermis. Wouter en Myrthe springen in de elastieken en Myrthe maakt prachtige dubbele salto’s.

Dinsdag blijven we liggen, maar de wind is wat gedraaid en we liggen nu al wel wat hobbeliger. Het lesgeven blijft lastig, er is er altijd wel een die er niet echt zin in heeft ondanks het vooruitzicht dat ze kunnen spelen met Jesper en Thomas als ze klaar zijn met school. Langzaam gaat het wel iets beter maar het blijft nog wel moeizaam.

Uitzicht op Vigo vanaf Cangas

`s Avonds is er een gezellige borrel op de Volonté -die toch maar naar de haven is verhuisd- waar we ook Ron en Jocé van de Verleiding ontmoeten. We hadden Ron al een aantal keren gesproken tijdens het dagelijkse netje (‘s Avonds om 22:00 op 8294 kHz USB) dat we met de kortegolfzender hebben en waar we uitwisselen waar we liggen en wat onze plannen zijn . In het pikkedonker varen we met de dinghy terug naar de boot. Gelukkig varen er geen veerboten want zichtbaar zijn we niet echt in het pikkedonker. Volgende keer lampje meenemen…

Bureaucratie
Woensdag is een regenachtige dag en varen we naar de overkant van de Ria wat minder dan een uur varen is, waar we in de haven Real Club Nautigo van Vigo aanmeren. De haven is wel een beetje vergane glorie, met een groots havengebouw (dat wel wat onderhoud kan gebruiken). Verder valt het op dat er wel heel veel personeel rondloopt, dat formuliertjes overschrijftt, in de computer zet, etc. Het komt op mij in ieder geval allemaal erg bureaucratisch over en inchecken in de haven duurt zo makkelijk drie kwartier terwijl we normaal in tien minuten klaar zijn…

Vigo is weer een echt grote stad waar we wat inkopen kunnen doen. We kopen bij de grote Megamarkt een waterkoker zodat we ook elektrisch water kunnen koken (en gas besparen). ‘s Middags gaan Aranka en ik ook nog op de vouwfietsjes naar een grote watersportzaak Efectos Navales Jezus Betanzos terwijl Wouter en Myrthe een film kijken op de boot. Harry Potter is helemaal in sinds ze op de Volonté een Harry Potter film hebben gezien. We hebben afgesproken dat ze bellen als de film af is…
We kopen een slot voor de dinghy dat ik vergeten ben mee te nemen (dom dom dom) en een vishengel. Dat laatste is wel komisch want ik weet echt helemaal niets van vissen en dan blijken er toch nog heel veel keuzes te zijn…zo goed als het in het Spaans/Engels gaat worden we geholpen, maar als de verkoper over wormen begint, probeer ik duidelijk te maken dat me dat nou niet al te handig lijkt aan boord van ons schip. Gelukkig blijkt er een alternatief maar daarvoor moeten alle knoopjes en zinkertjes die de verkoper er net zorgvuldig heeft aangeknoopt, weer af…. Maar de verkoper blijft erg vriendelijk, nou ja, uiteindelijk hebben we een mooie hengel, nu nog kijken of we er ook een lekker visje mee kunnen vangen… ‘s Avonds eten we lekker in een restaurantje met uitzicht op de haven, maar de volgende ochtend ontdekken we het straatje “Pescadería” waar je misschien nog wel lekkerder kan eten…. Voor de restaurantjes worden de oesters schoon- en opengemaakt.

Wouter en Myrthe gaan shoppen
‘s Middags bekijken we Vigo verder. Eerst moet de speelgoedzaak bezocht worden waar Wouter een prachtige op afstand bestuurbare speedboot koopt van zijn eigen geld en Myrthe een limonade kraampje van Lego friends. Nadat we Wouter en Myrthe hebben overtuigd dat het toch echt slimmer is om de spullen eerst maar even op de boot te leggen gaan we Vigo verder bekijken en lopen naar het Parque do Castro. Vanaf de ruïnes van een kasteel daar hebben we een prachtig uitzicht over de stad en de Ria. Het is prachtig weer maar de eerste wolkjes tekenen zich al wel af. De ramen in de boot staan allemaal open om de boot wat te luchten nadat we de was die we in Cangas hadden gedaan ivm de regen binnen hebben proberen te drogen…

Als we terugkomen maken we de boot klaar om te vertrekken naar Cies (helaas is een deel van de waslijn in zee verdwe, met een trui van Ranka en T-shirt van Wouter, toch niet slim opgehangen). Net als we rond zes uur willen wegvaren komt de Volonté binnenlopen. Ook betrekt het weer, maar we besluiten toch maar te vertrekken naar Cies omdat er vandaag nog wat wind staat en dat morgen veel minder is. Als we de haven uitvaren zien we pas hoe slecht het zicht is. Het eiland Cies zien we niet meer en het wordt mistig. Nou ja, er staat wel wind (wel tegen), dat is tenminste iets! We kruisen de Ría de Vigo uit en letten goed op de AIS en alle veerboten en steken het TSS ook nog netjes haaks over. Verder zien we niet zo heel veel door de mist maar we kunnen wel lekker zeilen. Net voor we bij Cies aankomen klaart het gelukkig weer op en zien we Cies prachtig voor ons opdoemen. Net voor het donker ankeren we bij Playa de Figueiras, een prachtig baaitje ten oosten van Cies. We liggen er prinsheerlijk alleen. Tegen de tijd dat we liggen en we weer een beetje warm geworden zijn (van de natte regen) is het pikdonker. Gauw paella eten met inktvisjes en mosseltjes. Dan gaan we morgen wel het eiland verkennen.

Verboden te ankeren
De volgende ochtend horen we een hard “Ola” vlak naast de boot. Controle, of we wel een vergunning hebben om hier te ankeren? Nou had ik die toevallig in Nederland aangevraagd en ik kijk met veel interesse hoe maar liefst zeven Spanjaarden (die geen woord Engels spreken) de volledig standaard Engelse (!) vergunning bekijken. Nadat ze alle zeven naar de vergunning hebben gekeken en de bevindingen met elkaar gedeeld hebben, zijn ze eruit. De vergunning is prima, maar ik mag hier niet ankeren, wij moeten een baaitje verder naar het zuiden verkassen. Waarom is mij een raadsel, misschien liggen we in de weg voor de vissers die afgelopen nacht om ons heen aan het vissen waren. De baai ernaast is net zo mooi en dus gaan we daar maar liggen. Wouter en Myrthe zijn vandaag ook snel klaar met hun schoolwerk en dus hebben we de hele middag om Cies te bekijken. Het water is niet heel erg koud en we kunnen heerlijk zwemmen en ook de boot weer een beetje ontdoen van zeewier en schelpjes.


Dutch BBQ op het strand
Op het eiland lopen we eerst over een dam waar het eiland heel smal is en waar aan de ene kant de oceaangolven tegenaan beuken terwijl aan de andere kant ons liefelijke nieuwe ankerbaaitje ligt. Het is indrukwekkend om het geweld te zien waarmee de golven op de rotsen beuken. Daarna lopen we naar een uitzichtpunt met een prachtig uitzicht over de ruige westkust van Cies maar ook een mooi uitzicht over onze ankerbaai. Als we terugkomen op het strand zien we net de Antares en vlak daarachter de Volonté ankeren. ‘s Avonds is er een “Dutch BBQ” op het strand waarbij we ook de bemanning van de Lena die we hier zien liggen uitnodigen. Het is erg gezellig. Even keuvelend met Wouter, vertelt Aranka hem dat wij als we met pensioen zijn, misschien nog wel een keer zo’n zeilreis willen maken. Prompt reageert Wouter, “Nou, dan moet je me echt even bellen hoor, want dan ga ik zeker weer mee!” Grappig dat Wouter nu na 6 weken onderweg te zijn er zo volop van geniet.
De avond wordt prachtig, eerst met hele mooie rode kleuren onder de wolken en vervolgens met een waanzinnige sterrenlucht en Melkweg, zonder maan. We doen ook een disco in het zand, want als je hard in het natte zand stampt heb je discolichtjes van de algen om je heen. Als we terug willen varen van het strand naar ons schip, merken we pas hoe donker het is. Gelukkig heb ik een Waka Waka lampje bij me anders waren we een heleboel bestek en borden kwijt geweest. Onderweg in de dinghy is het lampje niet nodig, want de algen in het water geven een spectaculair licht in het water als we er doorheen varen. Zo mooi hebben we het nog niet eerder gezien.
Vandaag hebben we een wandeling gemaakt over het zuidelijke deel van Cies, eerst naar een uitzichtpunt met een prachtig uitzicht op de ruige westkant van het eiland. Onderweg komen we langs een rots met een groot gat erin. Onder protest van Ranka klimmen Wouter, Myrthe en ik erin voor een mooi kiekje. Daarna lopen we verder naar de vuurtoren “Faro de Cies” van waar we echt een prachtig uitzicht hebben tot ver in Portugal.
Tijdens onze wandelingen probeert Myrthe salamanders en andere insecten te bekijken.
Ze ontdekt in het zand allemaal gaatjes waar wespen in blijken te zitten. Ze vindt m zichzelf helemaal niet lijken op de jonge meeuwen, die hier overal op de rotsen zitten en hun ouders aan het hoofd blijven zeuren en piepen om eten (maar de Maria biscuitjes zijn onderweg wel helemaal opgebietst). En vervolgens ontdekt ze nog een knalgroen insect, zo groot als een vuist. Dat moet absoluut een bidsprinkhaan zijn geweest volgens Wouter.

Cruising Gallicië met je smartphone…

Vandaag dinsdag 19 aug. varen we van de ene kant van de baai bij Rianxo naar de andere kant waar een aantal leuke dingen te zien zijn. We varen van de anker baai bij Punta Fincheira naar de baai ten westen van Punta Neixón die niet erg diep is maar er moet net genoeg water staan met laag water , volgens de app op mijn I-Phone (hoe zou je zonder moeten…?). We varen met de dinghy naar een strandje, wat er van een afstand mooi uitziet maar als we aan land zijn gegaan blijkt er geen pad naar het strandje te zijn. Onder luid protest van Aranka en Myrthe klimmen we via een watervalletje de steile helling op. Wat is er nou leuker dan door het bos struinen…? Nou heel wat als ik het commentaar achter me hoor! Ik loop maar snel door en ben dan ook snel op het echte pad dat in de Cruising Guide stond beschreven en dat inderdaad prachtig is. Door een mooi bos lopen we langs steile kliffen boven het water met uitzicht op de baai en onze boot. We lopen door tot we op Punta Neix zijn waar we een prachtig uitzicht hebben. Lang geleden is hier een dorpje geweest waar nu alleen nog wat fundamenten van te zien zijn. Volgens het bord dat er stond moet het er ongeveer uitgezien hebben als een typisch gallisch dorpje uit Asterix en Obelix.
Finistère - Porto
Finistère - Porto Finistère - Porto
Wouter vind al dat lopen maar niets en voelt meer voor een restaurantje of een ijsje…, maar we moeten toch echt via het zelfde nog even prachtige pad weer terug. Dan komen we in het dorpje Cespón wat uitgestorven lijkt, maar waar we zowaar een restaurantje vinden. Als we wat drinken krijgen we er direct wat verse visjes bij, precies wat we nodig hadden. Volgens de gids is het ook leuk om naar Hórrero de Araño te gaan, de langste graanschuur (die je hier inderdaad overal ziet) van Gallicie, dus we vragen de restaurantbaas hoe we daar kunnen komen. Lopen is echt te ver dus we nemen een taxi die ons erheen brengt. Alhoewel de taxichauffeur geen woord Engels spreekt, biedt de smartphone alweer uitkomst. Via een app wordt wat wij inspreken omgezet naar tekst in de andere taal. Zo maken we duidelijk waar we heen willen, en meer is ook niet echt nodig. Het is een prachtige rit door de bergen en de graanschuur ligt prachtig met een mooi uitzicht maar is zelf niet heel bijzonder.
Finistère - Porto Finistère - Porto
Terug laten we ons midden in het bos afzetten, vlak bij het ontoegankelijke strandje waar onze dinghy ligt. Wouter is niet lekker, is erg warm en moet overgeven. We struinen weer door het bos en klauteren (weer met nog luider protest van de dames) het watervalletje af naar het strandje. Het is inmiddels laag water en om bij het strand te komen moeten we nu ook door een laag blubber heen. Het is dat mijn Teva’s zou stevig zijn anders was ik er nu zeker één kwijt geweest want het lijkt wel drijfzand… Gelukkig kunnen we op de dinghy leunen als we naar het water lopen anders waren we er misschien wel in blijven steken… Tegen een uur of vijf zijn we weer op de boot, en halen we het anker op de hand op, en varen zonder de motor te gebruiken op de fok weg, richting Vilanova. Het is pal voor de wind en op alleen de fok lopen we toch ruim zes knopen. Na ruim een uur varen tussen alle mosselbanken door komen we bij Vilanova. Wouter is inmiddels goed ziek geworden (39 graden koorts) en heeft een paar keer over gegeven en gaat vroeg naar bed. Bij Myrthe haal ik de hechtingen eruit, wat wel een beetje pijn doet, maar Myrthe houdt zich goed. De snee in haar voet lijkt in ieder geval weer goed dicht te zitten.

‘s Nachts voelt Wouter zich al weer beter, want hij krijgt weer praatjes. ‘s Ochtends vindt Wouter dat hij wel weer beter is, en wil mee naar de bakker. Het lijkt ons goed om te kijken hoe Wouter zich houdt en we gaan met zijn allen het plaatsje bekijken en we kopen onderweg wat lekkere broodjes. We komen door allerlei leuke oud-gallische straatjes, lange kerkjes en langs een vis afslag waar we twee verse visjes kopen. Na een uurtje lopen is Wouter wel moe, maar hij heeft geen koorts en heeft ook niet overgegeven dus we nemen zijn diagnose van die ochtend maar over en besluiten te vertrekken, richting het eiland Ons, dat onderdeel is van een natuurreservaat. We kijken goed naar het weerbericht, de baai ligt net wel of net niet beschut, maar er is niet al te veel wind, dus we wagen het er maar op, we hebben tenslotte niet voor niets een Rocna anker.
Finistère - Porto Finistère - Porto
Het eerste stuk hebben we wind mee, dan valt de wind weg en dobberen we een uurtje met de stroom mee. Gelukkig steekt daarna de wind weer op -nu vanuit de andere richting- en dan zeilen we lekker met ruim zeven knopen de Ría de Arousa uit. Alhoewel het prachtig weer is zit iedereen binnen school te doen. Lijkt me ook niet gezond en ik pieker over een manier om de bemanning naar buiten te krijgen… Dan gooi ik de Joon overboord en roep hard “Man over boord oefening”. En ja hoor daar komen al snel drie hoofdjes naar buiten. Wouter roept nog:”Nee Papa, dat moet je nou echt niet doen!”, maar daarna wijzen Wouter en Myrthe keurig naar de “drenkeling” terwijl Aranka en ik proberen de boot naar de Joon te manoeuvreren. De eerst keer missen we hem net, maar de tweede keer komen we keurig – en zonder gebruik van de motor – al bijliggend naast de Joon te liggen. Oefening geslaagd, Aranka weet nu ook waar de M.O.B. knop op de plotter zit, en ik heb een keer geoefend met het uittrekken van de Joon wat best stroef ging.

We ankeren bij “Praia de Melide” waar we als enige boot op een prachtig plekje liggen. Wat wil je nog meer… We bakken onze verse vis en genieten van het prachtige uitzicht.

PS1. Een Joon is een lange rechtopstaande stok met een vlaggetje en een lampje erop die je overboord kan gooien om een plek te markeren, bijv. als er iemand overboord valt zodat je de plek makkelijker terug kan vinden.