About Roelof Crevecoeur

Roelof Crevecoeur, geboren in Eindhoven op 22 december 1965

Rum en Chocolade op Grenada


bijbootjes rond scheuren met 15 PK motoren
Woensdag ochtend komen we met het eerste ochtendgloren aan bij Prickly Bay op Grenada na een rustige oversteek. Het is duidelijk dat we hier in het cruisers gedeelte van de Carib zijn want er liggen zeker nog honderd zeilboten aan moorings of voor anker. Dat is toch heel anders dan de circa tien schepen bij Charlotteville. Toch is het een mooie baai met voldoende ruimte. Wij zoeken een plekje dicht bij de dinghy steiger waar we ook kunnen inklaren. Handig want wij hebben maar een klein motortje op onze dinghy. We zien hier veel bijbootjes rond scheuren met 15 PK motoren, leuk voor in de ankerbaai denk ik, maar het wordt ook snel gejat en is ook erg zwaar. Maar toch kriebelt het wel al die planerende bootjes, toch ook niet iets voor ons…?

Om een uur of negen kunnen we inklaren. Officieel is dat vanaf acht uur al mogelijk maar toen was er nog niemand te bekennen. Net voordat ik naar de kant ga komt de Synergi, de Noorse boot waarmee we samen opvoeren ook binnenlopen. We hebben al even contact via de marifoon en ze komen aan een mooring vlak bij ons liggen. De kinderen moeten eerst hun school afmaken voordat ze met de Linnea en Madelen mogen spelen. Het inklaren gaat behoorlijk efficiënt via Sailclear, een website op internet waar je de info van je boot en je bemanning eenmalig kan invoeren zodat je bij het inklaren alleen de datum en de haven hoeft aan te geven. Ik kon me nog herinneren dat ik hiervoor thuis een account had aangemaakt en met wat zoeken weet ik ook weer het wachtwoord en rollen al onze gegevens zo uit de computer. Toch moet de douane ambtenaar nog een heleboel formuliertjes invullen, en als hij even later aan het andere bureau gaat zitten en immigratie officer is geworden gaat hij met diezelfde formuliertjes aan de slag en stempelt uiteindelijk onze paspoorten. Betalen moet in East Caribbean Dollars, en die heb ik niet, ik geef wat euro’s als onderpand, dat kan dan weer wel. Bijzonder vind ik ook dat ik overal langs de paspoort controle kan zonder dat Aranka en de kinderen mee hoeven…

Viking versie van de ‘atomic bomb’
Ondertussen zijn Wouter en Myrthe al goed op weg met school en nadat we ‘s middag eerst gezwommen hebben gaan we met de dinghy naar de dinghy steiger aan de andere kant (NW) van de baai. Hier zit Budget Marine, een grote watersportzaak, waar we een nieuwe lamp voor het deklicht willen kopen. Het valt mee, ze hebben de lamp en zelfs ook in LED uitvoering, gaat niet zo snel kapot en gebruikt ook veel minder stroom. De prijs valt niet mee, welkom in de Carib! Maar gelukkig kunnen we hem belastingvrij krijgen, maar daarvoor moet ik wel op en neer om de inklaringspapieren te laten zien. Eerst gaan we geld halen, we krijgen een lift naar de bank.

Daarna proberen we met een busje naar de hoofdstad van Grenada, St. George, te komen, maar na een half uur rondrijden zijn we weer terug op de plek waar onze dinghy ligt. In de bus is inmiddels iedereen boos omdat de chauffeur eerst ging eten en toen nog een boodschap ging doen. Wij vinden het ook welletjes, hebben een mooie rondrit gemaakt over dit gedeelte van het eiland en zijn nu weer terug bij onze dinghy en dus stappen we samen met een aantal andere passagiers uit de bus. Gaan we morgen wel naar St. George. Terug op de boot klim ik de mast in en hangend in het bootstoeltje lukt het om zonder iets naar beneden te laten vallen, de draadjes aan de lamp te schroeven, en jawel, ons deklicht doet het weer. Aan het eind van de middag zwem ik met Myrthe en Wouter naar de Synergi waar ik een biertje drink. Wouter en Myrthe zwemmen met Linnea en Madelen en springen op alle mogelijke manieren van de boot. Dat werkt aanstekelijk op de Noren Stig en Rune (tweeling broer) die hun Viking versie van de ‘atomic bomb’ of ons Hollands bommetje! laten zien, kortom een hoop lol.

de Amerikanen vonden het welletjes

Donderdag gaan we nadat school klaar is naar St Georges. Met dezelfde busjes, waar bij ons maximaal 9 personen in passen, maar waar hier makkelijk 20 personen in passen rijden we (nu wel direct) naar St George. We lopen door het winkelcentrum en bezoeken het Fort King George dat nu dienst doet als werkruimtes voor van allerlei. Het fort is duidelijk niet onderhouden en maakt een vervallen indruk. In het fort zien we oa een gedenksteen ter nagedachtenis aan Maurice Bishop (en een deel van zijn regering) die in 1979 via een linkse coup aan de macht kwam en een aanhanger van Castro was. Dezelfde Bishop die Bouterse in Suriname beïnvloedde, onder andere met zijn mening dat je tegenstanders, waar je niet van kan winnen, beter uit de weg kan ruimen. Enkele maanden later vonden in Paramaribo de december moorden plaats…

In Grenada was er onder Bishop zijn leiding een dictatuur waar veel mensen met een andere mening in de gevangenis werden gezet. Wel verbeterde hij de medische zorg en het onderwijs. In 1983 werd hij gevangen gezet door het leger en zijn eigen mensen. Vervolgens werd hij bevrijd door het volk en vervolgens alsnog vermoord samen met een groot deel van zijn regering door de mensen die hem eerder gevangen namen. Blijkbaar was hij ook een tegenstander geworden waar je niet van kon winnen… Anyway, de Amerikanen vonden het welletjes en dropten meer dan 500 rangers op het vliegveld dat ondanks verzet van Grenada snel in Amerikaanse handen kwam. De Amerikanen werden door het volk met open armen ontvangen en nu meer dan dertig jaar later is Grenada een onafhankelijke democratie en komt vrij welvarend op ons over.

vier enorme ijsjes…
Na het fort lopen we langs “The Carenage”, de vissershaven met daaromheen leuke oude huizen en winkeltjes in een Frans Mediterrane stijl. In een supermarkt koop ik vier enorme ijsjes die we aan de kade opeten. Daarna kijken we nog in een andere watersportzaak naar nieuwe accu’s en zwemvliezen voor Myrthe en Wouter.

De accu’s die wij hebben zijn inmiddels wel erg oud. Eéntje is nog origineel uit 1996 en de andere is ooit vervangen toen die kapot was gegaan. We merken de laatste tijd dat de accu’s steeds moeilijker vol blijven terwijl we toch voldoende zonnecellen zouden moeten hebben. We draaien dan ons generatortje maar we vermoeden dat de werkelijke capaciteit van de accu’s inmiddels veel minder is dan toen ze nieuw waren. Na lang wikken en wegen besluiten we twee nieuwe AGM accu’s te kopen die even groot zijn als de oude maar ipv 140 Ah 200 Ah zijn, dus dat scheelt sowieso al bijna 50% capaciteit. En dan maar hopen dat deze het ook echt beter doen…

niet meer te houden en staat wild te swingen
Vrijdag bestel ik de accu’s en ‘s middags worden ze afgeleverd. De oude Mastervolt accu’s worden meteen meegenomen. Gelukkig doen de nieuwe accu’s het inderdaad veel beter, deze accu’s lijken sneller op te laden en minder snel leeg te lopen. Zakte met de oude accu’s de lading vaak tot onder de 60% en moest ik dan de generator aanzetten, met de nieuwe accu’s is de lading nog niet onder de 88% gedaald. Lijkt gelukkig dus een goed besluit te zijn geweest om de accu’s te vernieuwen… Ondertussen doen Myrthe en Wouter vandaag school op het land. In het restaurant zijn mooie tafels waar je lekker kan werken. Helaas is het geen succes, ze doen alles behalve werken. Aranka wordt er knettergek van. Maar na een dag lang ploeteren is het programma dan toch eindelijk klaar. ‘s Avonds gaan we naar het restaurant bij de dinghy steiger waar lekker wordt gedanst. Stig blijkt dansleraar geweest te zijn en steelt met Gina de show. Even later staan we allemaal te dansen met de kinderen. Zelfs Wouter komt laat in de avond de dansvloer op, hij stond al een hele tijd te kijken maar durfde niet. Als hij eenmaal op de dansvloer staat is hij niet meer te houden en staat wild te swingen met Myrthe en Linnea totdat dat natuurlijk mis gaat. Als Wouter probeert om Linnea op te tillen zoals hij Stig dat met Gina ziet doen, is ze toch iets te zwaar voor hem en valt op de grond. Gelukkig is het niet erg maar Wouter is er erg van geschrokken. Tsja, zo gaan die dingen, als je indruk wilt maken op een meisje…

mensen zijn ontzettend vriendelijk

Zaterdag kunnen we ‘s ochtends meteen op stap, het is weekend dus geen school. We willen eigenlijk naar The Grenada Chocolate Compagny, maar die blijkt in het weekend gesloten. Dan gaan we naar de Seven Sisters Falls, mooie watervallen waar je naartoe kan wandelen. Linnea en Madelen gaan met ons mee. Het lukt een lift te krijgen met ons zessen, naar de rotonde waar de busjes stoppen. Het is wel typerend voor de sfeer hier, mensen zijn ontzettend vriendelijk, en als je langs de weg staat om te liften stopt meestal de eerste auto die langs komt. Zelfs met zijn zessen nemen ze je gewoon mee. We vinden dan vrijwel direct een busje naar St. George’s. Het is duidelijk dat het voor Madelen en Linnea de eerste keer is dat ze in zo’n busje zitten en Madelen kijkt vol verbazing hoe er steeds meer mensen in het busje stappen. In St. Georges kopen we snel wat junkfood, want met hongerige kinderen wandelen lijkt ons geen goed idee. Het busje slingert de steile weg op de bergen in, langs steile hellingen met regenwoud in een prachtig palet van groene kleuren. Na een half uurtje worden we de bus uitgezet bij een pad dat naar de Seven Sisters Falls leidt.
Aan het begin moeten we een kaartje kopen en krijgen we een stok mee. De eerste kilometer is over een onverharde weg, maar dan gaan we linksaf een wandelpad op dat vrij steil naar beneden gaat. Even later zien we een goot langs het pad lopen waarmee beton naar beneden is gestort. De goot wordt weer afgebroken en werklui lopen met zware balken op hun nek de steile helling op. Beneden aangekomen vinden we een dragline en een aantal betonnen funderingen. Aan één van de werklieden vragen we wat ze hier gaan bouwen. Hij vertelt ons dat er een kabelbaan komt, nou ik ben blij dat we er nog zelf naartoe gelopen zijn. We lopen nog een stukje verder en komen dan bij de waterval die inderdaad prachtig ligt, midden in het woud. Er ligt een klein meertje onder de waterval waar we heerlijk zwemmen in fris zoet water.



een beetje te veel aan het worden is
Nadat we terug gelopen zijn komt er gelukkig snel een busje waarmee we een stukje terug rijden naar het Grand Etang Lake, een kratermeer midden op Grenada. We eten een hapje en kijken daarna in een bezoekerscentrum naar de uitleg over het meer. Na een klein stukje een berg op lopen komen we bij een prachtig uitzichtspunt. Net als we boven komen begint het te gieten, maar gelukkig is er een afdakje waar we kunnen schuilen. Het uitzicht is prachtig, je kan aan de ene kant de zee zien, aan de andere kant het meer waarbij het land heel geleidelijk over gaat in het meer via een dikke rand met waterplanten. We lopen terug en gaan naar het meer. Het pad is niet zo best en na een half uur lopen wordt het steeds glibberiger, maar het is wel prachtig door de jungle. We lopen langs het meer en het lijkt mij wel leuk om rond het meer te lopen. Voor mijn gevoel zijn we al over de helft, maar dat weet je nooit en we zien aan Linnea en Madelen dat het voor hun een beetje te veel aan het worden is. Bovendien wordt het over een uurtje donker dus stel ik toch maar voor om terug te gaan. Dit wordt door met name Linnea en Madelen met veel enthousiasme ontvangen! Als we terug lopen zien we dat we een verkeerd pad hadden genomen, nou ja het was wel mooi en leuk om door de jungle te banjeren ook al zitten onze schoenen en benen onder de modder. Gelukkig kunnen we terug bij het bezoekerscentrum onze schoenen en benen weer schoon spoelen.

de bus langs rijdt zonder te stoppen
Aangezien het al donker wordt willen we graag snel een busje terug naar St. Georges. Wij hadden afgesproken Linea en Madelen rond half zeven weer af te leveren maar dat gaat waarschijnlijk niet lukken. Zeker niet nadat de bus langs rijdt zonder te stoppen omdat hij al vol zit. Na nog een half uurtje wachten zonder dat er een volgende bus langs komt krijgen we gelukkig een lift van de restauranteigenaar waar we ‘s middags wat gegeten hadden. Het is inmiddels donker geworden en ik ben erg blij dat we hier niet met vier kinderen midden in de bergen in het donker op een bus hoeven te blijven wachten (waarvan het maar hopen is dat er nog een komt…) We hebben geluk, de restauranteigenaar is erg vriendelijk en brengt ons in een keer helemaal naar onze boot zodat we daar toch nog behoorlijk op tijd aankomen en Linnea en Madelen weer bij hun ouders afleveren. Alhoewel het wel een (wat te) lange dag is geweest hebben Madelen en Linnea het toch erg leuk gevonden om een dagje mee te gaan.

die helaas naar de bodem verdwijnt
Zondag 15 februari varen we één baai verder naar het westen, True Blue Bay. Hier liggen we heerlijk rustig met nog één andere boot. Even later komt ook de Synergi. We gaan nog wat drinken op de Synergi terwijl de kinderen aan het zwemmen zijn. Linnea laat haar duikbril in het water vallen, die helaas naar de bodem verdwijnt. Ik probeer hem nog op te duiken maar ik kan geen hand voor ogen zien. De zon staat al laag en ik beloof het later nog eens te proberen. Dinsdag probeer ik het weer, maar kan ik nog steeds niets zien, het water is te troebel. Toch vind ik na vier keer proberen wonder boven wonder de duikbril op de tast terug. Mooi, weer een biertje verdiend.

omtoveren tot heerlijke chocolade
Maandag bellen we ‘s ochtends naar The Grenada Chocolate Compagny waar ze nog op geheel authentieke wijze cacao bonen omtoveren tot heerlijke chocolade. De Chocolade wordt alleen vervoerd per zeilboot. Binnen de Carib met een snelle catamaran en naar Europa met de Très Hombres. Linnea, Madelen en Rune (oom van Madelen en Linnea) gaan ook mee. Na een busje naar St George nemen we daar een busje naar Grenville. Als we in Grenville aankomen biedt de chauffeur ons aan om ons voor een heel redelijke prijs door te rijden naar The Grenada Chocolate Compagny en daarna naar de River Antoine Rum Factory.

Bij The Grenada Chocolate Compagny krijgen we een rondleiding en laten ze ons zien hoe cacao bonen worden gepeld, hoe ze daarna worden gegist onder bananen bladeren en hoe ze daarna worden gedroogd. In grote bakken in de zon waar elk half uur iemand doorheen loopt om ze te keren. Daarna gaan ze in zakken naar de chocolade fabriek. We kunnen uiteraard ook chocolade proeven en kopen ook nog een voorraadje chocolade. Na de chcolade fabriek rijden we door naar de River Antoine Rum Factory. Dit is een fabriekje waar suikerriet wordt uitgeperst met een machine die wordt aangedreven door een watermolen. Daarna wordt het water uit het suikersap verdampt. Dit gebeurt door de pulp die van het suikerriet overblijft te stoken onder de bakken met suikersap. Daarna gist het gecondenseerde sap en dan wordt het gedestilleerd in een grote ketel die met hout gestookt wordt. Kortom dit werkt nog precies zo als een paar honderd jaar geleden. Echt prachtig om dit zo te zien werken en dan niet als een museum, maar gewoon als een commercieel werkend fabriekje! Uiteraard ook hier weer even proeven en een lekkere fles rumpunch meegenomen.

niet eerder zo gelukkig gezien
We vieren Myrthe’s verjaardag op woensdag 18 feb ipv vrijdag. Dan kunnen we haar verjaardag samen met Linnea en Madelen vieren en dat wil ze graag. Dinsdag gaat Aranka nog cadeautjes kopen in St George. Ondertussen probeert Wouter om de buitenboord motor te starten. Nu is dat op zich niets nieuws, want dat probeert hij zeker drie keer per week. Het is namelijk zijn grote jongensdroom om alleen in onze dinghy te varen. Ik vind dat maar niets en had eerst bedacht dat hij zijn roei-examen moest halen zodat hij ook weer terug kan komen als de motor uit valt en niet de zee op dobbert. Dat heeft hij inmiddels uitstekend onder de knie (hij roeit ook andere kinderen naar hun boot…). Toen had ik bedacht dat hij alleen met de motor kon varen als hij deze ook kon starten. Dat hielp beter want dat is hij nu al zes maanden aan het oefenen, maar vandaag lukte het! Nou toen mocht hij ook alleen door de baai varen, of beter gezegd scheuren. Want alhoewel wij een piepklein motortje hebben van 2,5 PK lukt het Wouter in zijn eentje toch om ermee te planeren en dan snoeihard door de baai te scheuren. Ik heb hem geloof ik niet eerder zo gelukkig gezien. Hij heeft het de hele dag ook over niets anders meer. Aranka vindt het uiteraard maar niets, maar ik vind het toch ook wel mooi (zolang er geen ongelukken gebeuren). Aan het eind van de middag stellen de Noren voor terug te varen naar Prickly’s Bay omdat ze het te veel vinden schommelen. Wij vinden het best, kunnen we donderdag 19 februari makkelijk uitklaren als we richting Union Island vertrekken.

Mythe krijgt haar kadootjes niet zomaar

Woensdag vieren we Myrthe’s tiende verjaardag. We hebben de boot verierd en ontbijten uitgebreid met zijn vieren. Mythe krijgt haar kadootjes niet zomaar, ze moet ze vinden met een speurtocht. Na het maken van de nodige sommen, het beantwoorden van een aardrijkskunde vraag, een rondje om de boot roeien en het het zoeken naar spelfouten heeft ze alle antwoorden goed en al haar kadootjes gevonden. Nu hebben wij dus een tiener aan boord, dat zal nog wat worden… De Noren komen op de koffie en hebben ook nog een haarband voor haar gekocht. ‘s Middags zwemmen de kinderen nog en gaan wij op bezoek bij Kiki, een Nederlandse vrouw op het schip de Roses Four Children. ًWe zitten gezellig te kletsen totdat de Noren ons komen waarschuwen dat Wouter een beetje raar doet. Boze bui dus, hij was boos geworden om zich heen gaan meppen en wou toen maar alléén naar de boot zwemmen. Gelukkig had Gina hem tegengehouden en ze hielt de wild spartelende Wouter nog steeds vast toen ik eraan kwam. Hij was nog steeds boos en sprong alsnog van de steiger af toen Gina hem los liet. Nou ja, op zich goed, kon hij weer afkoelen… Heb hem toen maar uit het water gevist en toen werd hij weer rustig. ‘s Avonds zijn de Noren gezellig komen eten, mooi als afscheid want wij gaan morgen naar Dragon Bay verderop op Grenada om daarna door te varen naar Union Island en zij gaan richting Curacao waar ze de boot achterlaten.

de vorm van een draak hebben
Donderdag ochtend vertrekken we rond een uur of tien richting Dragon Bay. Het is maar een paar uur varen en om twaalf uur meren we af aan een mooring. Het is een kleine baai en er is niet veel ruimte om te ankeren dus een mooring is nu wel handig. Een jongen, Mozes, helpt met het aanmeren waarbij we toch nog de pikhaak in het water laten vallen die prompt naar de bodem verdwijnt. Gelukkig hebben we er nog één en even later liggen we wel wat hobbelig alleen in de baai. Even later komen er nog twee andere zeilboten bij, maar we liggen prachtig. Het heet Dragon Bay omdat de rotsen aan de zuid-zijde van de baai de vorm van een draak hebben. Als de boot goed ligt lukt het om de pikhaak weer op te duiken. Het water is erg helder en na een beetje rondzwemmen zie ik hem zo op de bodem liggen. ‘s Middag brengt Mozes ons met een roeibootje naar The Grenada Underwater Sculpture Parc waar we snorkelen en naar allerlei beelden duiken die hier op de bodem op een meter of vier diepte staan. Het is erg leuk maar het water is niet erg helder dus je moet echt wel naar beneden duiken om wat te zien. Myrthe is erg goed in het herkennen van alle beelden en Mozes helpt ook door ze aan te wijzen. Net als we weer weg gaan komt er een hele karavaan met snelle dinghy’s aan racen uit St. Georges. Mooi dat wij het parc voor ons alleen hadden. Terug varen we weer dicht langs de rotsen en de branding. Aranka vind het maar eng, maar Mozes verzekert ons dat hij dit iedere dag doet… ‘s Middags eten we een hapje aan de kant in Dragon Bay.

onderwatervulkaan “Kick-em Jenny”

Vrijdagochtend gooien we om zes uur ‘s ochtends de mooring los zodat we bij tijds bij Clifton op Union Island zijn en nog voor het weekend kunnen inklaren, anders moeten we “overtime” betalen en wordt het minimaal twee keer zo duur. We zeilen hoog aan de wind en kunnen het zo net bezeilen. Soms helpt de stroom ons tegen onze verwachting in mee en duwt ons naar het oosten. We varen om de onderwatervulkaan “Kick-em Jenny”. Als je daar overheen vaart en er komt net een gaswolk vrij krijg je een behoorlijke opdonder en je loopt zelfs het risico te zinken. Gelukkig is de vulkaan niet actief en we hebben er geen last van. Achter Cariacou, waar we voorbij varen, staat er nauwelijks stroom. Voorbij Cariacou kunnen we voldoende hoogte maken om Clifton op Union Island in één keer aan te lopen. Om één uur laten we ons anker vallen achter een rif, met uitzicht op open zee en de branding op het rif. Het is winderig, maar we hebben een prachtig uitzicht en we zullen hier in ieder geval voldoende stroom hebben… Voor onze boot is een soort racebaan voor kite- en windsurfers. Het is er heel ondiep, er zijn nauwelijks golven en er is veel wind. Ze schieten voorbij en de kitesurfers maken prachtige sprongen in de lucht.
op en top Carib
We hadden de Puff al op de AIS zien liggen en als we binnen varen zien we dat ook de Roque hier ligt. Frieda en Leon komen langs en het is erg leuk ze weer te zien. We hadden ze voor het laatst in Mindelo gezien. Zij zijn nu op weg naar het zuiden terwijl richting noorden gaan, toch leuk dat je elkaar dan weer tegenkomt. Het water is erg helder en Myrthe en Wouter duiken meteen het water in. Ik ga met de papieren naar de kant om in te klaren, we zijn in ieder geval ruim op tijd. Het is een op en top Carib plaatsje met fruitstalletjes, en andere leuke winkeltjes.

Zaterdag ochtend varen we eerst even langs de Roque, waar Leon net aan het surfen was. We drinken er koffie en kletsen bij. De Roque hebben we nog in Suriname gezien en bij Grenada over de marifoon gesproken toen zij net weg voeren en wij aankwamen. ‘s Middags spreken we af met Frieda en Leon om te zwemmen bij het strand. Frieda heeft de surfplank van de Roque geleend en probeertook te surfen. Alhoewel het er zo makkelijk uit ziet valt dat niet mee, het lukt Frieda om een klein stukje te surfen. Als Leon en ik het ook proberen komen we minder ver…

catamaran die steeds dichterbij komt
‘s Nachts komen er een paar flinke buien overzetten en neemt de wind toe tot meer dan dertig knopen. Ik ga toch maar even buiten kijken en zie dat de catamaran die voor ons is gaan liggen steeds dichterbij komt. Lag ons ankerboeitje eerst nog bij zijn achterpunt, nu ligt het al voor zijn voorpunt. Als we de catamaran met onze zaklamp goed in het licht zetten verschijnt er ook iemand aan dek, maar gelukkig neemt de wind dan al af, toch ga ik zo nu en dan even kijken of hij niet nog dichterbij komt.

Zondag maken we een wandeling naar het oude fort op Union Island waar we een prachtig uitzicht hebben over de baai. Net als we boven zijn komt er een grote hoosbui over. We bedenken dat we zijn vergeten de ramen dicht te doen… Nou ja dat zien we wel als we terug zijn. In de bui kan je echt niets meer zien, de baai, Clifton en de boten zijn in de grauwe wolk verdwenen. Als de bui over trekt zie je eerst weer de schimmen van de schepen, dan zie je de contouren van het rif, en langzaam krijgt alles weer kleur als de wolken minder worden en de zon terugkeert en het prachtige uitzicht terug is. We zijn wel doorweekt, maar in de wind en de zon droog je ook zo weer. ‘s Avonds eten we samen met de Roque en de Puff. Aranka en Frieda maken een heerlijk maal en het is erg gezellig, waarbij Wouter aan Leon van de Roque gaat uitleggen hoe een zeilboot werkt en Lotte tot in details het lokale zeilnet nadoet. We hebben in ieder geval veel lol!

Maandag willen we naar de Tobago Cays vertrekken, het wordt de komende dagen rustig weer en dan kan je daar goed liggen en snorkelen. Later meer!

Aangekomen op Union Island

Vandaag hebben we heerlijk gezeild vanuit Dragon Bay op Grenada naar Clifton op Union Island. Ongeveer 40 mijl en voor de verandering hoog aan de wind, ook wel weer eens lekker na al dat voor de wind zeilen. We liggen hier achter een rif dat de golven goed tegenhoudt maar niet de wind, lekker fris dus! Clifton is wel echt op en top Carib! Binnenkort meer…

Tijd vliegt voorbij op Tobago


Klinkt oorlogszuchtig
We liggen op Tobago bij een dorpje Charlotteville in de Man of War Bay, vlak voor piratesbay. Dat klinkt allemaal behoorlijk oorlogszuchtig, maar niets is minder waar. Wel is hier in het verleden ook flink gevochten door verschillende Europese landen om hier de baas te kunnen spelen, uiteraard heeft Nederland daar ook zijn steentje aan bijgedragen. Het eiland is volgens Wikipedia 22 keer gewisseld van eigenaar voornamelijk door Frankrijk, Nederland en Groot-Brittannië. Bij de verschillende wisselingen van de wacht vierde de piraterij hier hoogtij, vandaar ook de naam Pirates Bay waar wij liggen.
Maar goed, nu is het een heerlijk rustige baai waar nog een stuk of tien zeilboten liggen met een schattig klein dorpje aan het eind van de baai waar een paar eethuisjes staan, maar waar de tijd ook stil heeft gestaan. Na een paar dagen begin je al heel wat mensen te herkennen. Het is er gezellig en er lopen veel rasta mannen met de één nog een fraaier kapsel dan de ander. Er wordt gevist voor de kost en er is een bakkersvrouw met heerlijk brood (na alle plakkerige witte brood van afgelopen maanden is dat een verademing). De supermarkt verkoopt niet zo heel veel, maar voldoende groente en fruit voor ons om ook af en toe op de boot te eten. Het favoriete cafeetje is dat van Jaba, waar je zelf je drankjes uit een koelkast pakt en waar elke week ook live muziek is. Heel gezellig, iedereen staat er omheen, buiten op straat lekker te luisteren of wat te dansen en wat te drinken.

Pirates Bay
Links van ons schip kijken we uit op het prachtige strand van Pirates Bay, waar we bijna elke dag wel even met de dinghy naar toe gaan om te zwemmen en te snorkelen. Het leuke van Pirates Bay is dat er helemaal geen bebouwing is, het is dus een mooi strand met daarachter het regenwoud. Wel met een mooi pad er doorheen, maar verder is het jungle. Het lijkt wel een stukje paradijs op aarde. Sowieso is het noorden van Tobago nog prachtig groen en niet aangetast door hotels of andere lelijke grote betonnen flatgebouwen. Het leven hier is dan ook ronduit genieten, en als je geniet dan vliegt de tijd voorbij. Toen we deze blog wilden schrijven wisten we ook eigenlijk niet meer precies welke dag we nu wat gedaan hebben want we zijn hier echt alle gevoel voor tijd kwijtgeraakt. Maar met de foto’s die allemaal een datum hebben konden we het toch nog een beetje terug filmen.

Scarborough ooit gesticht als Nieuw Vlissingen
Vrijdag ochtend zien we de Wildeman van Coen en José op de AIS verschijnen en even later lopen ze de baai binnen en ankeren een stukje achter ons. Ze komen een bakje koffie drinken, en het is leuk om hun verhalen over de tocht en Suriname te horen. Ze zijn ook in Botopasi geweest en zijn vrij snel daarna richting Tobago vertrokken. De rest van de ochtend doen we school en aan het begin van de middag gaan we naar Charlotteville. Als we daar geld willen pinnen, blijkt de geldautomaat leeg te zijn. Het is op zich al goed nieuws dat we hier in Charlotteville uberhaubt kunnen pinnen want in de pilot van Chris Doyle stond nog dat je hier niet met een westerse bankpas terecht kon en genoeg cash geld mee moest nemen. Gelukkig las ik dat pas toen we er al waren en blijken tegenwoordig de geldautomaten alle westerse passen ook te accepteren. Maar goed de automaat is leeg en we hebben nog net genoeg geld voor de bus dus we gaan vrijdag naar de hoofdstad Scarborough van Tobago. Met een minibusje rijden we van noord naar zuid en krijgen zo een mooie indruk van het eiland. Scarborough is totaal anders dan Charlotteville, staat vol met lelijke gebouwen en is weinig bijzonder, maar ze hebben er wel een bank met gevulde geldmachine. Nog leuk te vermelden is dat Scarborough ooit gesticht werd als Nieuw Vlissingen door Zeeuwse migranten nadat Jan de Moor eerder een Nederlandse kolonie op het eiland had gesticht. We halen heerlijke roti die we opeten in een parkje waar ook de Nederlandse rol in de geschiedenis van Tobago op een bord beschreven staan. Met name de gevechten met de Fransen die we hier gevoerd hebben worden toegelicht:

Uit Wikipedia “Op 3 maart 1677 vielen de Fransen tijdens de Eerste Slag bij Tobago Lampsinsburg en de Nederlandse schepen aan. De Nederlandse bevelvoerende commandant, commandeur Jacob Binckes wist onderbemand en met grote verliezen de Fransen een strategische nederlaag te bezorgen. Maar omdat Nederlandse versterkingen te laat kwamen, werd Tobago op 6 december tijdens de Tweede Slag bij Tobago opnieuw door een nieuwe Franse vloot aangevallen en veroverd, waarbij commandeur Binckes op 12 december sneuvelde. Met de Vrede van Nijmegen (1678) kwam een definitief einde aan Nieuw Walcheren, en werd geheel Tobago Frans gebied.” Weer een stukje vaderlandse geschiedenis waar ik niets van af wist…

wordt er luid gejammerd
‘s Middags lopen we nog naar het fort St. George, dat in de 18e eeuw is gebouwd door de Britten. Het is nog in goede staat en we hebben er een prachtig uitzicht op Scarborough en het eiland richting het noorden. Helaas is het museum dicht dat in het fort gevestigd is omdat de stroom het niet doet… Dat missen we dus. Als we terug lopen valt Myrthe tijdens het rennen op de weg met een bloedende voet als gevolg. Met wat water van de kaartjes verkoper bij het fort maken we het onder luid gejammer van Myrthe zo goed als het gaat weer schoon. Zeker als we er sterilon op doen wordt er luid gejammerd, ik kan me dat van vroeger toch niet zo herinneren, zal ze wel van Aranka hebben ;-)….

Na wat zoeken vinden we een busje terug en ‘s Avonds eten we bij Sharon en Phebe’s, wat in de pilot goed staat aangeschreven, maar wat wij tegen vinden vallen (alles uit de frituur…). Toch zijn we heel tevreden, we hebben weer een hoop gezien en geleerd.


smalle passage met veel stroming
We komen erachter dat je op Tobago ook prachtig kan duiken, en Aranka wil ook nog graag haar duikbrevet halen. We kijken bij een paar duikscholen, ERIC (Enviromental Research Institute Charlotteville) in Charlotteville is gecombineerd met een onderzoeks instituut, dat lijkt ons erg leuk, maar ze gaan voorlopig niet duiken. In Speyside, net over de berg aan de westkant van het eiland zitten nog twee duikscholen en Aranka kiest voor Extra Divers, die komt relaxed over en met vriendelijke mensen. Aranka kan al direct de volgende dag (zondag) beginnen. Vanaf dat moment zit Aranka vier dagen in de duikcursus stress, maar ik geloof dat ze er ook erg van genoten heeft. De eerste dag maakt ze al meteen een duik in de stroming waarbij ze ook nog door een smalle passage met veel stroming heen gaat. Verder gaat ze al vroeg naar de duikschool en komt pas weer laat in de middag terug. Als ze een dagje vrij heeft zit ze in haar duikboek gedoken en lijkt ze met haar gedachten nog wel verder weg dan Speyside. In ieder geval vinden Wouter, Myrthe en ik het wel weer prima als de cursus voorbij is en ze weer terug is. Ondertussen hebben wij een programma om ‘s ochtends school te doen, en als dat klaar is te gaan zwemmen bij het strand van Pirates Bay. Je kan bij Pirates Bay ook heerlijk snorkelen en je ziet allerlei mooie vissen om je heen, het is net een aquarium waar je in zwemt.

…en dat wist ik nou ook weer niet
‘s Maandags krijg ik hulp van Coen die de kinderen nog een aardrijkskunde les op het strand van Pirates Bay geeft. Na een uurtje weten ze hoeveel mensen er op de wereld wonen, en dat de 85 rijkste mensen even veel hebben als de armste 3,5 miljard mensen, kijk en dat wist ik nou ook weer niet, weer wat geleerd, maar ook wel bizar toch?
‘s avonds nodigt de bemanning van de Synergi, een Noorse boot, ons uit om mee te doen met een barbeque. Zij hebben ook twee kinderen, Linea is zeven en Madeline is 13. Het duurt even maar na een half uurtje is het ijs gebroken en rennen onze kinderen met Linea en Madelin in het rond. Er liggen in Man of War Bay verschillende Noorse schepen voor anker en het wordt dan ook een erg gezellige barbecue.


opent hij frontaal de aanval met zijn houten zwaard
Dinsdag ochtend vroeg zien we een prachtig zeilschip (tweemaster) binnenlopen. Wouter ziet er meteen een gevaarlijk piratenschip in en bedenkt al een aanvalsplan. Even later komt eerst Coen langs om een boormachine te lenen en als we net aan de koffie zitten vaart de kapitein van de tweemaster langs. Hij is op weg naar de kant in zijn dinghy en blijkt ook Nederlands te zijn. We bieden hem ook een kop koffie aan, maar als hij aan bord klimt zit Wouter nog steeds volledig in zijn piraten fantasie en opent hij frontaal de aanval met zijn houten zwaard op onze gast. De kapitein heet Arjan en is gelukkig goed gemutst. Het schip is de Très Hombres, een traditionele schoener van 32 meter. Het is het enige zeilende vrachtschip dat zonder motor op traditionele wijze goederen (met name rum en chocolade) vervoert. De Très Hombres ligt hier een paar dagen voor anker en Arjen nodigt ons uit om aan boord te komen kijken. Dat is natuurlijk erg leuk. Arjen vertelt met veel passie over de Très Hombres en de laatste reis waarbij ze naar Noorwegen zijn geweest om daarna via Frankrijk af te zakken en naar de Carib te varen. Ik vind het indrukwekkend om met zo’n schip vracht te vervoeren zonder motor, dat betekent ook havens in manoeuvreren op de zeilen met een schip wat deels dwars getuigd is en niet hoog aan de wind kan varen. Petje af!

Ik kijk tegen brekers op die soms bijna twee meter hoog zijn
Alhoewel Aranka vandaag geen cursus heeft, moet ze nog wel het duikboek doorspitten, dus ga ik met Myrthe en Wouter naar het strand op Pirates Bay. De Noren zouden ‘s middag ook komen, maar als we bij het strand komen zien we wel grote brekers, maar verder alleen een heel klein leeg strandje. Het is springtij en hoog water, dus het strand is grotendeels verdwenen onder water. Het lukt om net achter een breker het strand op te varen maar er komt wel een flinke breker de dinghy in. Myrthe en Wouter vinden het prima want in zo’n grote branding kan je wel heel leuk spelen, alhoewel je soms behoorlijk het strand op wordt meegesleurd. Ik kijk tegen brekers op die soms bijna twee meter hoog zijn en vraag me af hoe we hier ooit weer van het strand af komen. Voordeel is wel dat we het strandje wat er nog is helemaal voor ons zelf hebben. Ik probeer nog te snorkelen, maar het water is te wild om dicht bij de rotsen en het rif te komen en door de grote golven is het ook troebel, dus je kan ook niet zo ver zien. Als na een uurtje zwemmen het strand nog kleiner wordt en de brekers nog groter vind ik het mooi geweest en gaan we terug. Ik zwem als het net even rustig is snel met de dinghy door de branding heen en klim er dan in, Myrthe en Wouter zwemmen zelf door de branding. Wouter lukt het in één keer, maar Myrthe wordt door een grote golf gepakt en belandt in een grote wasmachine en wordt weer het strand op gespoeld, de tweede keer lukt het wel en achter de branding hijs ik ze allebei aan boord.

met een echte manchet het want in als echte piraten
De volgende dag (woensdag) breng ik Aranka weer vroeg naar de kant. Ze moet vandaag haar examen doen en ook nog twee duiken, dus een vol programma. Ik werk het gebruikelijke programma af, school doen, wat overigens erg moeizaam gaat sinds de vakantie in Suriname, maar we worstelen ons er weer door heen. Met name Wouter heeft er helemaal geen zin in en gooit zeker twee keer per uur zijn “kont tegen de krib”. Ben heel benieuwd hoe dat gaat als hij weer in Leiden in de schoolbankjes zit… Maar ik heb vandaag een mooie stok achter de deur, als school klaar is kunnen we naar het strand, maar daarna ook nog op bezoek bij de Très Hombres. Dat helpt en bovendien is het woensdag dus hebben we minder werk en om twaalf uur zijn we klaar. Nadat we geluncht hebben gaan we naar het strand. De Noren zijn er ook, maar die gaan net weg. Gelukkig voor Wouter en Myrthe blijft Linea met haar grootouders nog wel even zodat ze samen kunnen spelen. Als Linea met haar grootouders ook opstapt gaan wij naar de Très Hombres, dat is erg leuk. We krijgen een uitgebreide rondleiding en zien hoe de bemanning slaapt in het vooronder, dat is vergeleken met onze boot echt spartaans! Als het er wat ruiger aan toe gaat is het ook niet dicht en loopt er water de bedden in. Ze slapen er met een man of zes in een kleine ruimte en die doet dan ook wel een beetje muf aan… De kombuis staat voor op het schip, maar daar kan het ook flink te keer gaan, lijkt me lastig koken! Ook krijgen we het ruim te zien waar al vaten met wijn liggen uit Frankrijk, maar waar nog voldoende ruimte is voor een lading rum uit Grenada. Ook is er een koelcel voor de chocolade die in Grenada wordt ingeladen. Verder wordt er door de bemanning hard geklust, want er zit veel staal op het schip en dat moet regelmatig in de verf gezet worden. Myrthe en Wouter klimmen nog met een echte manchet het want in als echte piraten.


of ik het soms direct van Jacques Cousteau heb overgenomen
Donderdag gaan we met zijn allen naar de duikschool. Aranka moet nog een laatste duik maken voor brevet, maar ik kan mee op haar laatste duik en de kinderen kunnen dan bij de bootsman op de boot blijven. Ik heb de afgelopen dagen ook nog ijverig in mijn duikboek zitten studeren, want het is sinds ik mijn brevet twee jaar geleden heb gehaald allemaal behoorlijk weggezakt. Er zijn nog twee andere duikers die mee gaan en twee duiken maken. Tijdens hun eerste duik kunnen wij dan lekker met de kinderen snorkelen. Zo gezegd zo gedaan, maar Wouter vind het maar niets, met een vreemde man die hij niet verstaat op een boot achterblijven. Het kost ons twee paar zwemvliezen die we Wouter en Myrthe beloven maar dan zijn ze ook accoord. Vast niet pedagogisch verantwoord, maar wel effectief. Uiteindelijk gaat het prima, valt Wouter in slaap terwijl wij duiken. Ik vind het erg leuk om nu samen met Aranka te kunnen duiken, en het is ook prachtig, we zwemmen midden in een prachtig aquarium. We zien onder andere een grote mureen, een schildpad en een schorpioenvis die je beter niet kan aanraken. Ik kan meteen mijn duikpak uittesten dat ik op markplaats had gekocht voor we vertrokken om eventuele visnetten uit de schroef te kunnen halen. Gelukkig heb ik het nog niet nodig gehad, dus het is de eerste keer dat ik het gebruik. De duikinstructeur vraagt nog of ik het soms direct van Jacques Cousteau heb overgenomen. Desalniettemin voldoet het prima! Aranka moet nog een paar oefeningen doen die ik maar even mee doe, goede herhaling, en verder genieten we er enorm van. Als we terug zijn boeken we voor zondag ook nog een duik. We eten nog een hapje bij de duikschool en worden netjes teruggebracht naar Charlotteville, scheelt weer een nachtelijke lift…


Dom, dom, dom…
In het weekend van zeven en acht februari gaan we op zaterdag naar de Argyle watervallen. We gaan met de bus naar Roxborough waar het pad naar de watervallen begint. Bij het begin worden we aangesproken door iemand die zich voordoet als gids, en omdat de kinderen gratis zijn en hij ons een prachtige route door de jungle heeft voorgeschoteld gaan we met hem in zee. Dom, dom, dom… We worden een auto in geloodst, dat is raar want het is maar een half uurtje lopen… Een stukje verder gaan we de auto weer uit en lopen inderdaad over een prachtig pad met mooie uitzichten en bamboe aan beide zijden van het pad. Het valt wel op dat onze gids haast heeft. Ik wordt gemaand Myrthe -die inderdaad wel erg treuzelt- toch vooral aan te sporen een beetje door te lopen. De haast wordt steeds groter, we lijken zelfs geen tijd voor een fotootje te hebben… Het pad naar de watervallen wordt ook steeds avontuurlijker waarbij ik Myrthe en Aranka maar bij de steile afstappen help, want van onze “gids” hoeven we niet veel te verwachten. Bij de watervallen geeft onze gids aan dat hij nu weer terug moet, maar dat pikken we niet en we laten hem eerst één van zijn andere prachtige routes aanwijzen. Dat leidt tot nog een klauterpartij naar beneden langs de watervallen totdat hij ons bij een mooi poeltje achterlaat. Wel met de opmerking dat we weg moeten wezen als er twee jongens van boven komen want die zijn niet te vertrouwen en beroven toeristen…, ja ja, maar heel lekker zit je dan ook weer niet.

Maar de watervallen zijn echt prachtig en liggen midden in de jungle met oneindig veel kleuren groen. We nemen een heerlijke frisse douche onder de waterval en zwemmen in het poeltje wat nog zes meter diep blijkt te zijn. Als we teruglopen vinden we al snel een goed pad en zo komen we bij de officiële ingang waar je ook geacht wordt een kaartje te kopen. Wij zijn door onze “gids” via een omweggetje naar de watervallen gebracht en hebben zo de entree omzeild. Daarom waren we ook de auto in geloodst, zodat ze ons niet voorbij zagen lopen…, heel goochem! Aranka is boos, maar ik vind het ook wel weer slim bedacht. Anyway we hebben een mooie wandeling gemaakt en hebben lekker gezwommen, terug krijgen we een lift en worden we in één keer tot bijna in Charlotteville gebracht. Het laatste stukje lopen we, wat een paar prachtige uitzichten oplevert van de baai waar we in liggen en waar ook de Très Hombres ligt die op het punt staat te vertrekken. ‘s Avonds hebben we gereserveerd bij een restaurantje langs het strand waar we heerlijke vis eten, samen met Coen en José. Het is erg gezellig, even later komen ook de Belgen die naast ons voor anker liggen hier eten. Wouter zit al snel bij hen aan tafel en praat mee alsof hij er al jaren aan tafel zit.

twee Rif Haaien die vlak langs ons zwemmen
Zondag staan we vroeg op, om kwart voor negen zijn we met een lift bij de duikschool. We gaan samen met twee mannen die eerst naar een wrak gaan duiken. In die tijd gaan wij samen met de kinderen snorkelen, we zien weer prachtige vissen. Daarna is er pauze en kunnen we nog meer snorkelen. Dan maken Aranka en ik samen met de andere twee duikers een duik langs een prachtig koraal, het heet heel toepasselijk Coral Garden. we zien prachtig koraal, o.a. hersenkoraal van meters groot en grote “bladeren” die wuiven in de stroom. Ook zien we weer een grote groene Mureen en ook twee Rif Haaien die vlak langs ons zwemmen. Dat is leuk want die zie je niet zo vaak.
‘s Middags gaan we samen met de bootsman naar Little Tobago. Dit is ooit privé eigendom geweest van Sir William Ingram die het hier zo mooi vond dat hij het eiland kocht en er jaren gewoond heeft. Hij heeft er ook de Birds of Paradise uitgezet die er tot 1963 hebben geleefd, toen de orkaan Flora een einde maakte aan deze vogelsoort op Little Tobago. Sir William Ingram heeft het eiland terug gegeven aan de Staat, met de voorwaarde dat het een natuurreservaat werd en er niemand op mocht wonen. Tot op heden is dat zo en het is een heerlijk eiland met mooie wandelpaden en prachtige uitzichten over zee. ‘s Avonds worden we weer netjes terug gebracht naar Charlotteville en eten we wat aan boord.

lukt het om de pincode te achterhalen
Maandag krijgen Myrthe en Wouter nog een laatste aardrijkskundeles van Coen. Ze leren dat ze op Tobago zijn en naar Grenada gaan en wat de verschillen met thuis zijn. En waar Tobago en Grenada op de wereldkaart liggen. ‘s Middags doen we boodschappen en ‘s avonds eten we heerlijk bij Gail’s. Daarna is er nog live muziek bij Jaba’s, het is er druk maar ook erg gezellig. Het is een leuke mix van vissers, andere locals en zeilers. Er loopt iemand rond met een ID-kaart van een Nederlander die Clemens heet. De eigenaar heeft hem samen met zijn telefoon en een bankpas in een winkeltje laten liggen. Wij vermoeden dat hij van een bemanningslid van de Très Hombres is,die nu in Grenada ligt, aangezien hier verder weinig Nederlanders zijn geweest. Aangezien wij morgen (dinsdag) naar Grenada vertrekken nemen wij de spullen maar mee. ‘s Avonds op de boot lukt het om de pincode te achterhalen en kan ik in het adresboek van zijn telefoon het nummer van Arjen (de kapitein van de Très Hombres) vinden en SMS hem dat we de spullen van Clemens gevonden hebben. Gelukkig liggen zij nog tot woensdagmiddag in Grenada en we spreken af dat Clemens woensdag ochtend naar onze ankerplek toe zal komen om zijn spullen op ter halen.


dus maar gewoon ouderwets peilen
Dinsdag halen we de was op, klaren we uit en maken we onze boot gereed om net voor het donker wordt te vertrekken. Het is wel jammer om hier te vertrekken, het is zo’n heerlijk plekje, met het prachtige strand van Pirates Bay en het gezellige plaatsje Charlotteville. Maar dat is nou eenmaal hoe het is, net als je je thuis begint te voelen is het ook weer tijd om te vertrekken. Het is geen lange afstand maar voorlopig wel de laatste nachttocht die we maken, want na Grenada zijn de afstanden korter en prima overdag te doen. Naar Grenada is het 85 mijl en we hebben 1-2 knopen stroom mee, dus het is maximaal 12 uur varen. Als we te vroeg vertrekken komen we nog in het donker aan. we varen samen met de Synergi, de Noorse boot. Zij zijn iets eerder weg, maar wij zijn sneller, en nadat we de genua over de andere boeg hebben uitgeboomd varen we ze al snel voorbij. We zien veel scheep(jes?) onderweg, maar geen van alle heeft AIS, dus maar gewoon ouderwets peilen. Gelukkig varen ze allemaal langs ons zodat we nauwelijks onze koers hoeven aan te passen. Het is verder een heerlijke rustige oversteek en we komen keurig met de dageraad aan bij Prickly Bay in het zuiden van Grenada. Het ligt er vol met moorings maar we weten toch nog een mooi ankerplekje te vinden dicht bij de dinghy steiger en dicht bij het strand.

Kabalebo en Bigi Pan

Al snel weer de volgende blog, maar dan zijn we maar weer bij als we vertrekken richting Tobago. Ons plan is nu om zondag te vertrekken. De komende dagen doen we het lekker rustig aan, kunnen we mooi voorbereiden voor de overtocht. Is toch weer zo’n 500 mijl, maar de stroom staat mee, dus als het mee zit moet het in een dag of drie tot vier wel lukken…

We gaan met een klein vliegtuigje
Nadat we terug waren uit Botopasi hebben we maandag de boot verplaatst van Domburg naar Waterland waar we ook Remco en Willem van de Tignanello tegenkomen. Willem is ooit nog onze flottielje schipper geweest in Kroatië en het is leuk ze weer te zien. Bovendien hebben ze veel tips over de Carib waar wij ons zo langzamerhand ook wat meer in moeten gaan verdiepen. Ook is Waterland voor ons wel een bijzonder punt, het is namelijk het meest zuidelijke punt dat we bereiken dus als we hier weer vertrekken is de terugreis begonnen, al voelt het gelukkig nog niet zo. Coen en Joce komen ook nog even langs want zij zijn zo goed geweest om de auto even door te rijden.

Dinsdag staan we vroeg op, we moeten de banden van de auto nog oppompen, tanken en nog wat geld wisselen en we moeten om half elf op het vliegveld zijn want dan vertrekken we samen met Howy naar Kabalebo. Howy is gisteren uit Nederland aangekomen en wij gaan de komende week samen het binnenland in. Dat was nog een oud idee van meer dan tien jaar geleden, dus toen wij naar Suriname voeren wou hij niet achter blijven. Super leuk om hier samen een week met Howy op te kunnen trekken! Howy wordt door zijn schoonmoeder die in Paramaribo woont, gebracht en het is ontzettend leuk om elkaar hier in te treffen.

We gaan met een klein vliegtuigje, en het is ongeveer een uurtje vliegen naar Kabalebo. We hebben een mooi uitzicht en zien Paramaribo onder ons verdwijnen. Het valt op hoe ver Paramaribo zich nog uitstrekt naar het westen. Daarna wordt het snel heel erg leeg. We vliegen naar het zuid westen en we komen alleen zo nu en dan een rivier tegen, en een paar keer een weg, maar verder is het bos, hier en daar een moeras en nog veel veel meer bos.

Een oude Dakota
In de jaren 60 is bij Kabalebo door de overheid een vliegveldje en een paar gebouwen neergezet om te kijken of hier bauxiet gevonden kon worden. Toen dit niet rendabel bleek is het blijven liggen totdat er door een stel avonturiers een toeristenresort is gebouwd. Kabalebo ligt echt in the middle of nowhere, het dichtstbijzijnde indianendorp ligt 150 km verderop… Het is alleen per vliegtuig bereikbaar wat betekent dat alles moet worden ingevlogen,en het is vernoemd naar de Kabalebo rivier die langs het resort stroomt. Het is er prachtig, het lijkt wel een klein paradijsje hier midden in de jungle!

We landen keurig op een grasveldje en worden warm onthaald op Kabalebo. Er staat -naar goed Surinaams gebruik- een uitgebreide lunch klaar. We hebben een prachtige hut vlak bij een zwembad, dus Myrthe en Wouter zijn meteen enthousiast! ‘s Middags maken we een wandeling door de jungle samen met de gids Iwan. Howy en Iwan spreken Surinaams met elkaar waar ik in ieder geval helemaal niets van snap. Howy heeft een enorme camera bij zich waarmee hij prachtige foto’s maakt. Veel foto’s in de blog zijn dan ook van Howard want onze foto’s waren lang zo mooi niet.

Als eerste komen we een oude Dakota tegen die hier in de zestiger jaren geland is maar niet meer kon opstijgen en hier toen maar de rand van het bos is gesleept. Inmiddels heeft de jungle het vliegtuig geheel ingenomen. Wouter en Myrthe kunnen er natuurlijk leuk in klimmen. Verder is het prachtig om door de jungle te lopen en we zien weer van alles! Bij de rivier zien we grote roofvogels. Als we terug komen, varen we met een korjaal een stukje stroomopwaarts naar een stroomversnelling waar we kunnen zwemmen. Howy en de kids duiken meteen het water in, en als ik zie dat er niemand door Piranja’s wordt opgegeten spring ik er ook in. Het is heerlijk warm water in een prachtige omgeving en we vermaken ons prima. Als we terug komen bij Kabalebo hebben Wouter en Myrthe nog niet genoeg van het zwemmen en duiken we nog het zwembad in. ‘s Avonds eten we uiteraard weer uitgebreid en de kilo’s die er tijdens de oversteek vanaf waren gegaan komen er net zo snel weer bij, maar dat is prima, sterken we weer wat aan voor de rest van onze reis… ‘s Avonds klets ik nog tot na middernacht met Howy, het is erg gezellig om elkaar weer te zien en ook heel interessant om zijn verhalen over Suriname te horen.

De aal begint te sidderen…
De volgende dag sta ik heel vroeg op en met Wouter en Myrthe ga ik met het ochtend gloren over het vliegveldje naar de rivier. We proberen zachtjes te lopen, wat best een uitdaging is met twee kinderen, maar het maakt het wel extra spannend en Myrthe en Wouter sluipen als bos-indianen door de bosjes. Daar zien we een paar bos-konijnen en ook een roofvogel, maar het is te donker om ze goed scherp op de foto te zetten. We ontbijten om half acht en varen dan met een korjaal een stukje stroomafwaarts. Daar maken we een wandeling door de jungle naar Moi Moi toe waar een sidderaal zou moeten zitten. We wachten en proberen de sidderaal te lokken door met een takje op het water te tikken. Hoe we ook tikken, er komt geen sidderaal en na een half uurtje besluiten we weer door te lopen. Juist als we weglopen komt de sidderaal te voorschijn. Zij laat zich nu goed bekijken en zwemt gewillig achter het stokje aan totdat Wouter het te bont maakt en de aal begint te sidderen. Mooi moment om weer door te lopen anders worden we nog geëlektrocuteerd…

Na de stroomversnelling zitten vaak piranha’s
We lopen terug naar de Kabaleborivier, waar de korjaal van Kabalebo al wacht. We varen naar Kabalebo waar de lunchpakketten worden opgehaald en dan door naar een prachtig lunchplekje aan de rivier. Het kost wat moeite om Wouter weer mee te krijgen want hij vindt dat hij wel genoeg heeft gedaan voor vandaag, maar als we hem een lekkere lunch en zwemmen voorhouden wil hij toch wel mee. We lunchen bij een stroomversnelling waar we weer lekker kunnen zwemmen. Iwan leert ons dat het in een stroomversnelling veilig is om te zwemmen, vlak na de stroomversnelling (in diep water) zitten vaak piranha’s, maar in de stroomversnelling of er vlak voor is het veilig, daar stroomt het te hard en is het te ondiep. Bovendien komen ze hier vaker waardoor de piranha’s en kaaimannen hier wegblijven, toch handig om te weten… Myrthe en Wouter belagen Iwan en klimmen beurtelings op Howard, mij of Iwan, maar ze hebben in ieder geval reuze pret.

Op de terugtocht naar Kabalebo zien we van alles, eerst een hert langs de waterkant dat moeilijk weg kan omdat de wand naar boven heel steil is. Iwan probeert het hert nog te vangen, maar het hert vindt op tijd een plek waar het naar boven kan rennen (wel enigszins tot onze opluchting…). Daarna zien we nog een tapir langs de rivier, en verschillende vogels, zoals de zwarte arendbuizerd, de grote Amerikaanse ijsvogel, een sokoi reiger etc etc. Het is echt prachtig. Als we aankomen bij Kabalebo poseert er ook nog een black caracara die zo dicht bij zit dat ik het met mijn camera zelfs beeldvullend op de foto krijg. De kids laten zich met het golfkarretje door Amida bij het zwembad afzetten, tsja luxe went snel… ‘s Avonds logeert Wouter bij Howy op de kamer, terwijl hij Howy de oren van zijn hoofd vraagt over camera’s en foto’s maken.

Het “pad” is ook slipperig en steil
Donderdag horen we bij het ontbijt dat Wouter -zoals gewoonlijk- om zeven uur ‘s ochtends klaar wakker was, en dat Howard toen met hem naar de rivier is gewandeld om foto’s te maken van vogels. Voor Wouter zo te zien een prima begin van de dag! Vandaag is een wat zwaardere dag, want we gaan “Misty Mountain” opklimmen, een berg waar we op uitkijken van 500 meter hoog, op zich niet heel veel, maar we ontdekken al snel dat het lopen door de jungle een stuk zwaarder is dan over een mooi bergpad. Het is warm, en vochtig, maar het “pad” is ook slipperig en steil, maar het is een prachtige wandeling en we zien apen, prachtige paddenstoelen, en de “bospolitie”, een klein vogeltje, dat een enorm geluid kan maken. De kinderen vinden het wel zwaar maar na een uur of drie lopen zijn we boven en kunnen we lunchen met een mooi uitzicht over het oerwoud. Hier en daar hangt wel een wolk, maar het is tenslotte ook de “Misty” Mountain. Op de terugweg lopen we om de berg heen en komen we langs de “Charlie Falls”, een mooie open plek in het bos bij een waterval. Ik merk nu ook het verschil met het lopen over een gewoon pad want ik heb flink last van mijn knieën. Maar mijn schoenen zijn tenminste nog heel, Ranka daarentegen heeft losse zolen onder haar gympen, die nu met tape en draad nog net aan elkaar blijven hangen. Als we terug zijn,zijn we moe, maar desondanks duiken Wouter en Myrthe direct het zwembad weer in, onvermoeibaar…



‘s Avonds krijgen we nog een mooie oorkonde, en na het eten zouden we nog naar de Ocelot’s kijken die hier ‘s avonds vaak komen als ze gevoerd worden, maar we zijn zo moe dat we dat maar een dagje uitstellen. Myrthe gaat vannacht bij Howy logeren.

Madammeke ‘s nachts buiten was gaan struinen
‘s Nachts horen we bij ons huisje wat geschuifel en staat Myrthe opeens in ons huisje. Ze is midden in de nacht door het pikkedonker op pad gegaan omdat ze dat met Wouter had afgesproken (ze zouden stiekem van bed wisselen) en omdat ze haar knuffel wou halen. Als we vragen of ze dat niet eng vond, vertelt ze doodleuk dat ze wel een beetje de weg kwijt was geraakt en bij het dorpje waar het personeel woont terecht was gekomen, maar dat ze daarna wel de weg had gevonden. Is toch paar honderd meter lopen door het pikkedonker, waarbij ik het wel prettig vind om een lampje bij me te hebben. Ik breng Myrthe snel terug naar het hotel waar Howard slaapt, die overal doorheen is geslapen. Als ik terugloop valt me op hoe donker het is, en ben ik nog verbaasd dat Myrthe het überhaupt heeft gevonden… Howy vertelt ‘s ochtends bij het ontbijt dat hij een halve hartverzakking kreeg toenhij de knuffel bij Myrthe in bed zag liggen en zich realiseerde dat madammeke ‘s nachts buiten rond was gaan struinen. Maar ja, gelukkig is ook dit weer goed afgelopen…’

Een grote kaaiman…
Vandaag is de laatste dag op Kabalebo en gaan we kajakken. We overtuigen Iwan dat we wel een beetje weten hoe we een peddel moeten vasthouden en dat we beter met drie ipv twee kajaks kunnen gaan, zodat Myrthe en Wouter ook mee kunnen peddelen. De korjaal brengt ons een stuk stroomopwaarts naar Bivoua, zodat wij lekker met de stroom mee kunnen kanoën. Een kano is eigenlijk wel het meest ideale middel om hier rond te varen, het is vrijwel geruisloos en je kan in alle rust naar vogels toe varen. We zien onderweg een grote kaaiman liggen waar we vlak bij kunnen komen, en ook een paar prachtige foto’s van kunnen maken (Iwan ontdekte de kaaiman, omdat er een reiger naar zat te turen; hij wilde weten waar de reiger naar keek en ontdekte zo het dier).

De volmaakte rust wordt zo nu en dan wel wreed verstoord door Myrthe en Wouter die onder luid kabaal elkaar’s kano willen enteren, maar daarna herstelt de rust zich weer.
‘s Avonds kijken we naar de ocelot (een soort kleine jaguar), die in het donker komt. Het ziet er eigenlijk wel schattig uit en het beest lijkt ook niet erg bang voor het groepje mensen dat staat te kijken en met zaklampen staat te schijnen. Omdat hij elke avond wordt gevoerd en hij de mensen van Kabalebo gewend is, lukt het nu om ook met toeristen naar de Ocelot te kijken op ca. 20 meter afstand.

Reservering niet gelukt
Zaterdag vliegen we terug in een nog kleiner vliegtuigje waar we net met zijn vijven in kunnen. We nemen afscheid van de mensen op Kabalebo, waar we heerlijk hebben kunnen genieten van de natuur, maar waar het ook heerlijk relaxed was. De piloot vertelt de kinderen wat wolken toch ontzettend leuk en bijzonder zijn en belooft dat we onderweg het raampje even open gaan doen als we in een wolk zitten. Echter zijn de kinderen tijdens het vliegen allebei door het geronk en de herrie heen in slaap gevallen en komt het daar dus niet van. We hebben weer een prachtig uitzicht over het oerwoud van Suriname en ongeveer een uurtje later landen we weer op Zorg en Hoop.

Ons plan is om vandaag direct door te rijden naar Nieuw Nickerie waar we gaan slapen in een hut op het meer Bigi Pan, wat een echt vogel paradijs schijnt te zijn. Ik had de de hut gereserveerd, maar als Howy nog even met Stefanie van Bigi Pan Adventures belt om te vragen waar we precies moeten zijn, blijkt de reservering niet helemaal gelukt. Er is geen plaats in de hut, maar gelukkig kunnen we de volgende ochtend wel worden opgehaald in Nieuw Nickerie en een dagtocht op het meer maken. We rijden in ongeveer drie uur op de bonnefooi naar Nieuw Nickerie over een behoorlijk goede weg. Daar zoeken we even (eerste hotel is vol) en vinden dan een prima hotel voor een heel schappelijke prijs.

Met een noodgang de sleephelling op

‘s Ochtends worden we keurig om half acht opgehaald en een half uur later zitten we in een boot die eerst een stukje de Nickerie Rivier op vaart totdat we bij een soort “sleephelling” komen. De sleephelling zit op een dam die het water van de Nickerie rivier scheidt van het brakke water in het Natuurgebied Bigi Pan. Wij stappen uit en de bootsman vaart dan met een noodgang de sleephelling op, waarop een stalen constructie met rolletjes is gemaakt zodat de boot een heel stuk omhoog rolt. Het laatste stukje moeten wij de boot over de dam heen slepen voordat die aan de andere kant van de dam weer het water in “rolt”. We zijn nu op het Jamaer kanaal, dat naar “Bigi Pan” toe gaat. Bigi Pan is een ondiep meer met brak water waar meer dan honderd vogelsoorten voorkomen, waaronder veel trekvogels, die hier inde winter overwinteren. Op de tocht door het Jamaer kanaal zien we van alles, Reigers, Ooievaars, Arenden, bijzondere kraaien, IJsvogels en ook nog doodshoofdaapjes (oftewel meneer Nelson van Pipi Langkous). Langs het kanaal staan er allemaal mangrove bomen, de witte, rode en zwarte mangrove. Aan het einde van het kanaal is er even een doorkijkje langszij waar we bossen zien aan het meer en waar rode ibissen in de bomen zitten. Wat een bijzonder felle rode kleur hebben ze. Zodra ze wegvliegen en je ze in de blauwe lucht ziet is het bijna oranje. Ze krijgen die kleur als ze volwassen worden en voldoende rode krabbetjes hebben gegeten. Howy schiet het ene na het andere plaatje met zijn camera, maar dit is dan ook wel een walhalla om vogels te fotograferen.

“Ik kan het niet” bui
Even later komen we bij het einde van het kanaal en varen een groot meer op. Er staan een aantal huizen in op palen, waarvan er een van Stefanie is. Het huis zit nu vol met stagiaires die stage lopen in Suriname (Artsen, PABO, fysiotherapie, enz). Terwijl zij verderop op het meer een modderbad gaan nemen gaan wij met de kano’s het meer op. Howy wil nog meer foto’s maken en gaat met de stagiaires mee. Wij krijgen baka bana’s, kunnen wat drinken en gaan dan kanoën. Myrthe probeert ook om in een kano te gaan varen, maar de wind is vrij krachtig en ze heeft een typische “ik kan het niet” bui. Uiteindelijk knoop ik haar kano maar aan de mijne vast en vaar het meer op. Gelukkig fleurt Myrthe ook weer op en is het prachtig varen.
Aranka is al een stuk verder gevaren richting de flamingo’s die daar zitten. Helaas vliegen ze allemaal op als ze in de buurt komt zodat ik nog een stuk verder moet varen naar de plek waar ze weer zijn neergestreken. Als ik bij Ranka kom gaat zij al weer terug en knoop ik Myrthe aan haar kano vast zodat ik wat sneller naar de flamingo’s kan peddelen. Maar het is het meer dan waard, er zitten echt honderden flamingo’s en als ik in de buurt kom dan vliegen ze vlak over me heen, echt een prachtig gezicht. Op de terugweg ga ik nog kijken bij een paar vissers die gewoon naast de boot staan. Het water is niet diep, op de meeste plaatsen minder dan een meter. Ze vissen hier door netten op te hangen waar de vissen dan in verstrikt raken, ik vind het maar een nare manier van vissen.

Als ik terug vaar naar de lodge komt er een korjaal aan met Ranka, Wouter en Myrthe. Ze krijgen een rondleiding, en gelukkig kan ik ook mee, de kano wordt gewoon achter op de korjaal gehesen. We zien weer een heleboel vogels, en vooral veel rode ibissen die je ook heel makkelijk herkent. Achter op het meer zijn de bomen dor doordat het daar te zilt werd, maar het ziet er wel mooi spookachtig uit… Je kan via de kreken die hier lopen helemaal doorvaren tot aan de kust, wat Howy gedaan heeft samen met de bootsman waar hij mee op pad is nadat ze de stagaires in de modder hebben achter gelaten.

Tsja… dan gaan we wel een probleem hebben
Als we terug komen op de lodge is er een lekkere lunch en daarna varen we weer terug via het Jamaer kanaal naar onze auto. Als we terug rijden naar Paramaribo worden we door de politie bij een controle aangehouden. Netjes geef ik mijn paspoort en rijbewijs, maar ze willen een internationaal rijbewijs zien (wat niet meer is dan een vertaling van je Rijbewijs, maar de officiële taal in Suriname is…?, juist!). Gelukkig herinner ik me dat Howy wel een Internationaal Rijbewijs bij zich had, dat vindt oom agent ook wel OK als Howy dan maar verder rijdt. Als de agent het internationale rijbewijs controleert valt hem op dat de gelijkenis met Howy wel erg ver te zoeken is… Howy heeft het Internationale rijbewijs van zijn vrouw Jamili meegenomen. De agent probeert het nog, “Waar is deze mevrouw?” Maar hij snapt ook dat even uit Nederland komen vliegen geen optie is. “Tsja… dan gaan we wel een probleem hebben”, zegt oom agent. Howy maakt de briljante opmerking dat hij slechts een kort verblijft in Suriname heeft en dat het niet zo’n groot probleem zou moeten zijn. De agent lijkt opgelucht dat er voor dit probleem ook weer een oplossing is gevonden en we mogen doorrijden. Bij de volgende controle enkele kilometers verderop vindt de agent het Nederlandse rijbewijs overigens wel voldoende… We brengen Howy thuis bij Jamili’s moeder, nemen afscheid en rijden inmiddels in het donker terug naar Waterland waar onze boot er gelukkig nog goed bij ligt.

De week hierna doen we allerlei klusjes, we brengen vijf paar schoenen weg waarvan de zool heeft losgelaten, laten de gasfles vullen, doen boodschappen etc. Ook komt Coen op dinsdag langs om aardrijkskundeles aan onze kinderen te geven, wat ze erg leuk vinden en donderdag komt Howy (die een klus doet bij TeleSur) ook nog langs in een enorme PickUp. Vrijdag zijn we uitgeklaard bij de vreemdelingenpolitie. Ons “kort verblijf” zou zaterdag verlopen en je mag ook maar maximaal een dag van te voren uitklaren. Ik dacht dat handig op te lossen door te zeggen dat we zaterdag zouden vertrekken terwijl we eigenlijk pas morgen de 25-ste vertrekken. Toen Wouter dat hoorde vroeg hij “Maar Papa, we vertrekken toch pas zondag?” waarop oom vreemdelingagent vroeg wanneer wij nou eigenlijk dachten te gaan vertrekken… Nou ja, maar verhaaltje omheen gebreid en Wouter streng aangekeken dat ie zijn mond moest houden waarop Myrthe er natuurlijk nog even een schepje er bovenop deed door te vragen “Pap, had Wouter dat niet mogen vragen?” Kortom, ik voelde me weer op en top met onze kids! Uiteindelijk vond oom agent het ook te veel gedoe om ons kort verblijf voor een dag te verlengen en heeft ie ons gewoon per zaterdag de 24ste uitgeklaard, “Een dagje later vertrekken met de boot, dat gaat geen probleem zijn hoor…”. Verder heeft Aranka nog een uitgebreide blog geschreven over deze week, dus misschien komt die ook nog voor onze volgende overtocht naar Tobago waar we morgen ochtend (zondag 25 jan) naar toe vertrekken.

 Suriname

Na een eerste week Suriname zijn we weer bijgekomen van de oversteek, en ook weer tijd voor een blog. Ik begin op 22 december twee dagen voordat we aankwamen. Wel een beetje lange blog, maar ach het is nieuwjaar…

http://youtu.be/PxbS54W3V-8


Als Aranka ‘s ochtends vroeg rond zes uur wakker wordt om de wacht over te nemen ontdekt ze dat Myrthe 39,5 graden koorts heeft en klaagt over kramp in haar nek. Ze heeft een wondje aan haar voet dat al een paar dagen aan het ontsteken is, op zich niets verontrustends maar bij elkaar schrikken we er toch behoorlijk van omdat dit ook de symptomen zijn van hersenvliesontsteking en dat is nou net iets wat je niet 400 mijl van de kust mee wilt maken. Bovendien zijn we allebei behoorlijk moe waardoor we waarschijnlijk ook nog wat emotioneler reageren dan als we goed uitgerust waren. We bespreken samen wat we het best kunnen doen en besluiten dan dat we de Radio Medische Dienst via de Nederlandse Kustwacht bellen. Hiervoor hebben we tenslotte een satelliettelefoon bij ons. We krijgen de Kustwacht te pakken maar net als de arts is opgepiept en we zijn doorverbonden verbreekt de verbinding. Blijkbaar is er even geen satelliet boven ons…

Na ongeveer een half uur lukt het om acht uur ‘s ochtends opnieuw om verbinding te maken met de Kustwacht. Ik sta ervan te kijken hoe goed we geholpen worden. De Kustwacht heeft inmiddels uitgezocht dat, mocht er een evacuatie nodig zijn, dit het beste vanuit Cayenne (Frans Guyana) georganiseerd kan worden en adviseert ons richting Cayenne te varen. Daarna worden we met de arts van de Radio Medische Dienst doorverbonden die een aantal vragen stelt en gelukkig niet denkt dat het iets met hersenvliesontsteking te maken heeft. Myrthe is helder en kan haar kin op haar borst leggen en dat past niet bij het beeld van hersenvliesontsteking. Wij spreken af om twaalf uur opnieuw te bellen om te kijken hoe de situatie dan is. Voor de zekerheid houden we toch maar de koers van Cayenne aan, “better safe than sorry” in dit geval. Ondertussen ben ik ook nog jarig en Wouter heeft zich daar ook op verheugd, maar mijn hoofd staat er nu echt niet naar. We spreken af dat we eerst maar even afwachten tot twaalf uur hoe het met Myrthe gaat en dat we, als het dan beter gaat, mijn verjaardag vieren. Gelukkig knapt Myrthe in de uren daarna op. Haar koorts neemt af tot 39.0 graden en ze voelt zich ook beter dan ‘s ochtends vroeg. Om twaalf uur bellen we opnieuw met de Radio Medische Dienst en de arts vindt ook dat Myrthe vooruit is gegaan en dat we door kunnen varen richting Paramaribo. Aranka en ik zijn erg opgelucht. Gelukkig knapt Myrthe in de loop van de dag steeds verder op, wat toch het mooiste cadeau op mijn verjaardag is. Je realiseert je op zo’n moment wel hoe alleen je bent midden op de oceaan en wij waren dan ook erg blij met de hulp van de Kustwacht en de Radio Medische Dienst van de KNRM.

Voordeel van vier uur richting Cayenne varen is wel dat we eindelijk uit de eddy’s zijn en de Noord Equatoriale Stroom mee krijgen die langs de Zuid Amerikaanse kust naar het noorden stroomt met ruim twee knopen En dat scheelt een heleboel vergeleken met de knoop tegenstroom die we hiervoor hadden!.
‘s Middags versiert Aranka de boot nog van binnen en eten we een lekker slagroom gebakje dat ze tussen de bedrijven door ook nog heeft klaargemaakt. Het is wel een rare verjaardag zo midden op zee, maar we zijn met zijn allen vooral blij dat Myrthe weer beter wordt. Ze begint al weer ongehoorzaam te worden, dat is voor ons het teken dat ze echt beter wordt…
‘s Avonds krijgen we ook nog onze eerste squall over ons heen, met ruim dertig knopen wind en echt HEEEEEL VEEEEEL regen. We hebben de zeilen gereefd en varen met alleen een dubbel gereefd grootzeil. Toch vliegen we over de golven terwijl de zee wit oplicht van de enorme bak regen die erin klettert. Nou ja, alles is weer schoon en wij hebben ook weer een douche gehad. Gelukkig is het niet koud, en de rest van de nacht blijft het rustig en kunnen we weer wat slapen. Wel houden we twee reven in het grootzeil, je weet maar nooit wat er zo op je af komt.
Na een eerste week Suriname zijn we weer bijgekomen van de oversteek, en is er ook weer tijd voor een blog. Ik begin op 22 december twee dagen voordat we aankwamen. Wel een beetje lange blog, maar ach het is nieuwjaar…

Dinsdag ochtend zien we opnieuw een donkere lucht op ons af komen. We krijgen nu niet een maar zeker tien squalls achter elkaar over ons heen. De ene is nog niet voorbij of de volgende dient zich al weer aan. Als de lucht opklaart na de laatste squall zijn we er ook wel klaar mee. We zijn nu wel schoon genoeg geregend. We varen een paar uur lekker op één oor. Alhoewel we inmiddels langs de kust van Suriname varen, geeft Suriname zich nog niet prijs. Het ligt onder een dik pak wolken dat langzaam onze kant op komt. In de middag komen we onder deze donkere lucht en krijgen we opnieuw een regenbui over ons heen. Het lijkt geen squall te zijn want deze bui duurt langer, een paar uur, en er zit ook niet zoveel wind onder en hij komt uit het westen en niet uit het oosten. In de loop van de nacht wordt het weer rustig en varen we heerlijk onder een prachtige sterrenlucht richting Surinamerivier. Net voordat we bij de aanloop van de Surinamerivier zijn krijgen we nog een laatste squall over ons heen, nou ja, het schiet wel lekker op onder zo’n bui. Na deze squall valt de wind weg en bij de uiterton halen we de zeilen weg. Op de motor varen we de rivier op. De Surinamerivier is goed betond maar het is even wennen dat ze het IALA-B systeem gebruiken, waardoor we de rode boeien aan stuurbord moeten houden in plaats van bakboord zoals we in Europa gewend zijn. We melden ons netjes aan bij de MAS (Maritieme Autoriteit Suriname) die ons meldt dat er twee zeeschepen de rivier af komen en dat we daarvoor uit de weg moeten. De rivier is diep genoeg dus geen probleem denken we… We schrikken ons een ongeluk als we net buiten de betonning rakelings langs een rijtje vissersstaken varen. Twintig meter meer naar stuurbord en we hadden in de netten gezeten. Snel sturen we weer wat dichter richting de vaargeul.

We hebben veel stroom mee en varen tien knopen over de grond. Aangezien we aan het eind van de vloed zitten hebben we het plan om te ankeren bij het fort Nieuw Amsterdam en daar te wachten op het volgende opgaand tij. Als we echter bij Nieuw Amsterdam komen hebben we nog steeds meer dan drie knopen stroom mee. Bovendien is het nog steeds donker. Aranka oppert het idee om maar direct door te varen naar Domburg. Als we een keer voorbij Paramaribo zijn komen we ook met tegenstroom wel in Domburg, denken we, en het is wel heel aantrekkelijk om nu in een keer door te varen zodat we er ook echt zijn. Veel tijd om te besluiten hebben we niet, we vragen de MAS toestemming om door te varen en dan zijn we al voorbij Nieuw Amsterdam gespoeld.

Net voordat we bij Paramaribo aankomen wordt het licht. Dit is het moment waar ik al zo vaak aan gedacht heb, en waar we de afgelopen dagen zo naar toe hebben geleefd: na de Atlantische oversteek de Suriname rivier op varen. Dat is toch de allermooiste manier om aan land te komen? Alhoewel we allebei ook doodmoe zijn, genieten we intens van dit moment. Het voelt onwerkelijk om hier nu met ons eigen schip deze rivier op te varen, en we zeggen nog maar eens tegen elkaar dat we er echt zijn! Nee dit is niet de Maas of de Waal, dit is de Suriname Rivier!

Dan horen we op de marifoon een oproep van een zeiljacht dat door een losgeslagen duwbak van zijn anker is geslagen. De MAS reageert zeer rustig in tegenstelling tot de zeiler die door de duwbak aangevaren is… De duwbak drijft een paar mijl voor ons. Ik pak de verrekijker, en ja hoor daar dobbert een enorme bak op de rivier. Even oppassen dus als we er voorbij varen. We varen langs de Goslar, een Duits schip dat in de tweede wereldoorlog door de bemanning tot zinken is gebracht toen ze door het Surinaamse leger gevangen werden genomen. Nu, ruim vijftig jaar later, zijn ze er nog steeds niet uit wie de berging moet betalen…

We moeten nog flink naar stuurboord bijsturen om onder de hoogste doorgang van de Wijdenbosch brug door te varen, want het stroomt nog steeds hard. En dit blijft het ook doen tot we in Domburg zijn en daar aan een mooring afmeren. Dus goede keus geweest om direct door te varen en heerlijk om “er te zijn”. Nadat we liggen, de zeilen netjes opgedoekt, openen we om een uur of negen ‘s ochtends een fles champagne. Twee glaasjes hebben op Aranka een total knock-out effect en die zien we dan ook de rest van de dag niet meer.

Eerste kerstdag eten we bij het restaurantje dat bij de moorings ligt. Als we naar de kant varen zien we dat een ander zeiljacht veel te dicht bij de kant ligt. De eigenaar van het restaurant (Huib) is inmiddels zijn boot aan het halen om het jacht op te halen en aan een andere mooring te leggen. Er is nog een handje nodig en dus stap ik ook aan boord en varen we naar het losgeslagen zeiljacht toe. We halen de mooringboei binnen en het blijkt dat een grote harp is los gegaan waardoor het jacht nu alleen nog aan een stuk touw en een een stuk staalkabel hangt. We brengen het schip naar een andere mooringboei en leggen hem weer vast. Het is jammer dat Wouter niet mee mocht op deze rescue actie, want de boot van Huib vaart echt super hard over de rivier, dat had Wouter fantastisch gevonden.
Het eten is heerlijk, we eten vissoep, kip, vis en een lekkere groentemix. Het is gezellig en we leren een heleboel over Suriname. Het is een gezellige mengeling van zeilers, mensen die op de grote vaart hebben gewerkt en de eigenaar Huib die boer is geweest.

Tweede kerstdag huren we een autootje voor slechts Euro 10,00/dag. We rijden richting Paramaribo en laten onze crewlist afstempelen bij de vreemdelingenpolitie (deel één van drie). Daarna rijden we naar het centrum en lopen daar een paar uur rond. Het is een heel bijzondere stijl, al die houten huizen, maar het maakt ook een vervallen indruk. Een likje verf zo hier en daar zou wonderen doen! ‘s Avonds rijden we nog langs Waterland, een jachthaven iets verder op de rivier. Mijn neef Martijn heeft hier een pakketje naartoe gestuurd en we willen hier later onze boot leggen als we het binnenland in gaan. We komen er wel, maar ik geloof dat we niet helemaal de gebruikelijke route nemen. We rijden over een pad met enorme kuilen en plassen. Wonder boven wonder houdt onze oude Toyota het vol, waarschijnlijk wel met een paar kale plekken onder de bodem… De eigenaar van Waterland, Noel is bijzonder vriendelijk en heeft een kerstdiner georganiseerd. Het ziet er heerlijk uit en hij heeft nog wel een tafeltje over, en dus zitten we even later aan een heerlijk kerstdiner. De haven ziet er prima uit en we reserveren meteen een plek voor januari.

‘s Avonds komen we terug in Domburg waar we met “de stamgasten” nog wat drinken. Al met al een bijzondere maar ook erg leuke kerst!

Zaterdag gaan we op bezoek bij mijn neef Michel die samen met zijn vrouw Karin en pas geboren zoontje Tobias in Paramaribo woont. Wist ik ook niet, de familiebanden aan de Crevecoeur kant zijn niet erg hecht, maar van een collega die ook in Paramaribo woont hoorde ik al dat er een Crevecoeur in Paramaribo woonde en later hoorde ik via mijn ouders dat mijn Neef inderdaad hier woont. Leuke verassing dus! We maken nu voor het eerst echt kennis met het verkeer in Paramaribo en komen zeker een uur later aan dan gepland. Maar het is erg gezellig en we leren weer een heleboel over Suriname en het werk dat zij hier doen, en het is natuurlijk leuk om de jongste Crevecoeur-en telg van de familie te zien!

Als we met Michel en Karin over Suriname praten valt het ons op hoe sterk Suriname en Nederland nog aan elkaar verbonden zijn, maar ook hoe moeilijk de verbinding tussen Suriname en de rest van zuid Amerika is: Veel van de wetten zijn op Nederlandse wetten gebaseerd, maar ook het vervoer; de snelste route van Paramaribo naar Buenos Aires is via Amsterdam, vrijwel alle spullen worden via Amsterdam geïmporteerd omdat er vanuit andere landen nauwelijks vrachtschepen varen op Suriname. Ook over de weg is de route naar de rest van Zuid Amerika niet echt makkelijk, via Frans Guyana moet je je auto verschepen om in Brazilië te komen en last but not least de mensen spreken Nederlands en ook goed Engels maar nauwelijks Spaans en Portugees, wat toch wel onhandig is in Zuid Amerika. Dan lijkt mij een oplossing zoals voor Frans Guyana die onderdeel van de EU zijn toch handiger…

Zondag is Wouter jarig en dus is het feest! We gaan naar Colakreek waar je lekker kan zwemmen in helder, maar Cola kleurig water. Ook is er voldoende speelruimte. We versieren de eet-bank met vlaggetjes en alhoewel de taart ontbreekt is het toch heel feestelijk! Aranka en ik genieten van de rust en de tijd om lekker een boekje te lezen. De omgeving is prachtig, er vliegen mooie vogels rond en we horen allerlei oerwoud geluiden. Kortom een heerlijk dagje uitrusten!

Over maandagochtend moeten we het maar niet al te lang hebben. We probeerden deel twee van drie maal inklaren af te ronden. Helaas…, het ministerie waar ze toeristenkaarten afgeven had besloten dat ze een middagje vrij hadden, dus toen wij om tien voor twaalf aankwamen waren ze al niet echt geneigd ons te helpen. Toen we ook nog onze toeristenkaart in Surinaamse Dollars wouden betalen werd het luikje letterlijk dichtgegooid. Alleen euro’s en dollars werden geaccepteerd, hoezo onafhankelijk?! Wat een bureaucratie, twee uur voor niets in de auto gezeten, bah! Morgen weer een kans. Nou dan maar een lekkere taart halen want vanmiddag geeft Wouter nog een feestje in Domburg, had ie zelf bedacht en hij heeft de stamgasten ook zelf uitgenodigd. Het is nog wel een stukje lopen maar dan vind ik bij Hollandia een echte ouderwetse Hollandse slagroomtaart. Als we terug zijn bij de boot bak ik ook nog een chocolade cake. Het restaurantje hebben ze helemaal versierd met ballonnen voor Wouter en zijn feestje wordt erg gezellig. Akash, een jongetje van Wouter zijn leeftijd is er ook, en al snel spelen ze met zijn drieën en hebben we geen kind meer aan ze. Dinsdag probeer ik alleen het inklaren opnieuw te doen. Ik ben wat vroeger en sta ook iets korter in de file. Nu ik euro’s bij me heb is de toeristenkaart snel geregeld. Er wordt nog wel gevraagd waar de rest van de crew is, maar als ik overtuigend zeg dat die volgens de dienstdoende ambtenaar die gisteren dienst had, helemaal niet nodig is, is het zo ook goed, zucht… Nu moeten de paspoorten nog gestempeld worden. Volgens de reisgids moet dit bij de vreemdelingenpolitie, maar volgens de dienstdoende ambtenaar moet dit bij de Immigratiedienst die bij de Military Police is gehuisvest. De laatste zit vlakbij en even later ben ik klaar met inklaren. “U kunt nu van uw vakantie gaan genieten”. Mooi, dat is dan toch nog gelukt in 2014. Ik rij ook nog even langs bij het hotel van Umro, een collega die gisteren is aangekomen voor een vakantie in Suriname. Erg leuk om hem hier te ontmoeten en hij heeft ook wat onderdelen voor ons meegenomen zoals breekpennen van de buitenboordmotor, een kabel voor de buiten marifoon die kapot is gegaan en een roei-dongel voor de dinghy die was afgebroken. Wat is dat Internet toch makkelijk, alles te krijgen.

Ondertussen hebben de kinderen ontzettend hard aan school gewerkt en is nu dan eindelijk de kerstvakantie aangebroken! En niet zo maar een kerstvakantie, maar een van vier weken, waar krijg je dat nou nog? ‘s Avonds blijft Akash, een vriendje van Myrthe en Wouter bij ons logeren, wel makkelijk dat ze elkaar gewoon kunnen verstaan. Akash kijkt zijn ogen uit en vindt het maar wat gaaf om op een schip te slapen.

http://youtu.be/IZyjYur9Pas
http://youtu.be/c8l1EPK0O3g

Dinsdag is het oudjaar en gaan we naar Paramaribo voor het betere knalwerk. Gewapend met oordopjes en (zonne-) brillen rijden we naar Paramaribo. Het valt mee met de drukte en nadat we Akash bij zijn ouders hebben afgeleverd lopen we richting Domineestraat waar het spektakel om twaalf uur ‘s middag start. Nou het was inderdaad oorverdovend, wat een enorme hoeveelheid lawaai en herrie! Howard had ons gewaarschuwd, en terecht. Toch is het leuk om een keer mee te maken,maar na een uurtje heeft Wouter het wel gezien en met name gehoord. Op de terugweg zien we nog een drumband, acrobaten die door hoepels springen en motoren die een burn-out maken, kortom een en al spektakel! Tussen de menigte komen we ook nog Dennis de Smidt tegen die hier werkt en ook andere zeilers die ook in Domburg liggen komen we tegen. Alhoewel het gigantisch druk is, is Paramaribo toch ook weer heel erg klein, je komt elkaar makkelijk tegen. ‘s Middags gaan we naar de Palmentuin en als we wat drinken bij Zus & Zo, komen we ook nog een tweede collega, Wilko aan de Meulen tegen die Wouter nog gezien heeft toen hij pas geboren was, en hier nu op bezoek is bij zijn dochter die stage loopt n Paramaribo. Een grappig en onverwachts weerzien! Later op de middag ontmoeten we last but not least ook nog Umro die hier ook op vakantie is. Het is erg gezellig en erg interessant om van Umro te horen hoe hij nu Paramaribo ervaart nadat hij er ruim tien jaar niet geweest is. Wel bijzonder, om hier in Paramaribo zo veel bekenden en collega’s te ontmoeten, ik heb het idee dat ik hier meer kpn-ers tref dan op een zonnige dag op het Plein…
Aan het eind van de middag rijden we terug naar Domburg, de stad zit helemaal vast met mensen die of de stad uit willen of er alsnog in willen. Op de valreep vinden we ook nog de laatste vier oliebollen in Paramaribo, ze smaken er niet minder om, heerlijk!

http://youtu.be/TzSw215WkrM

‘s Avonds is het gezellig met mede zeilers en de stamgasten van& het restaurantje bij de moorings. Vanuit Domburg iedereen een heel goed en gezond 2015 gewenst!

Geankerd in Domburg

Vanochtend aangekomen in Suriname. Heerlijk na twee weken zee en geschommel nu heerlijk achter ons anker. Prachtig om Suriname binnen te varen en dan met een behoorlijke vloedstroom via Paramaribo naar Domburg te varen waar we achter een mooring liggen. Onderweg nog losgeslagen duwbak tegengekomen, hoop maar dat ie niet naar Domburg drijft ;-).

Gisteren langs de kust gevaren, maar Suriname gaf zich nog niet prijs. Gehuld in een dik wolkendek konden we de kust nog niet zien. Ondertussen leefde sea squalls zich op ons uit, maar voordeel is weer dat je dan wel lekker opschiet. Met soms meer dan dertig knopen wind vlieg je over de golven. Ongelofelijk wat een geweld en wat een krachten, maar de White Witch houdt het goed.

Nu lekker bijslapen, en kerst vieren.

IMG_2067.JPG

Tegenstroom

Vandaag schieten we iets minder goed op dan we hadden gehoopt. En dat komt niet doordat het niet waait, maar omdat we tegenstrroom hebben. Om van Mindelo naar Paramaribo te varen kan je natuurlijk een kaart en een grote liniaal pakken en kijken wat de kortste route is. Je kan ook kijken wat de kortste route over de wereldbol is “Great Circle Sailing”. Maar het kan natuurlijk allemaal nog veel geavanceerder. Door in een programma de karakteristieken van je boot en alle wind informatie tijdens de route (grib files) te laden en alle stroming tijdens de route te laden kan je vrij nauwkeurig berekenen wat de snelste route is, maar ook wanneer je aankomt, hoeveel uren je moet motoren en wat de maximale wind is die je tegenkomt. Erg handig dus, maar… dan moet de informatie die je erin stopt wel kloppen. Afgelopen weekend was dat niet zo. Het begon er al mee dat de server van de NOAA die de grib files levert down was. Niet getreurd want de US Navy maakt zijn eigen grib files, dus die gebruikt.

Tot op heden klopt deze planning ook tot op een paar uur, maar vandaag gaat dat minder want de stroom staat een heel andere kant op dan wat de grib-files ons vertelden. Maar goed, hopelijk gaat de stroom binnenkort naar het noordwesten staan zoals het hoort.

Verder hebben we lekker weer, rustige zee en een windje van 4-5 bft.

We verwachten dat we woensdag aankomen in Suriname, het is nu nog 300 mijl varen.

Onze positie is maandag 06:24 UTC 7-13.3’N 50-17.3’W