I Weki No uit Suriname…

De afgelopen weken hebben we het maar druk gehad met allerlei leuke dingen. Er is ook zo veel te zien en het is ook steeds weer zo totaal anders dat we niet uitgekeken raken. Van bloggen is daarom niet veel gekomen, maar dat maken we nu goed. Dit is de eerste blog, binnenkort volgt de blog over onze tripjes naar Kabalebo en Bigi Pan. Het is wel een wat lange blog geworden….

In het nieuwe jaar maken we een aantal dagtochtjes in de buurt van Paramaribo. Vrijdag gaan we richting Frederiksdorp, een oude plantage waarvan de gebouwen zijn gerestaureerd. Frederiksdorp ligt aan de Commewijne rivier. We rijden over de Wijdenboschbrug naar de andere kant van de Suriname rivier waar we ook meteen geld kunnen wisselen bij een Cambio-kantoortje tegen een aanmerkelijk betere koers dan bij een geldautomaat. Daarna rijden we door naar Fort Nieuw Amsterdam dat op de monding van de Suriname rivier en de Commewijne rivier ligt. Hier is een openlucht museum. Het is erg interessant, er staan nog een aantal oude gebouwen zoals het kruithuis, maar er wordt ook heel veel verteld over de slavernij. Wij leren hier meer over de rol van de Nederlanders in de slavernij dan we tijdens twaalf jaar onderwijs hebben geleerd. Zo wisten wij niet dat de Nederlanders de slavernij 30 jaar later afschaften dan de Engelsen en de Fransen, maar ook het afschuwelijke verhaal van het slavenschip “Leusden” dat -nadat het maanden lang voor de kust van Afrika slaven had ingenomen om zo vol mogelijk te zitten- op 1 januari 1738 verging vlak voor de kust van Suriname bij de monding van de Marowijne rivier. De luiken van het ruim waar de slaven zaten waren dichtgespijkerd omdat de bemanning bang was dat ze door de slaven zouden worden overmeesterd… 667 slaven verdronken! Lijkt mij belangrijker dan de “heldendaad” van Michiel de Ruyter waar onze geschiedenisboeken over vol geschreven zijn. Helaas denken de historici die de onderwijsboeken maken hier blijkbaar anders over en kiezen zij ervoor de dark side van onze geschiedenis angstvallig verborgen te houden…

Als we weer terug lopen naar de auto zien we bij de politiesteiger een zeilschip liggen. Nieuwsgierig naar wie hier op dit mooie plekje ligt, lopen we erheen en het blijkt de Roque te zijn. Zij hadden motorpech toen ze de Suriname rivier opvoeren en hebben toen hun anker uitgegooid. Later zijn ze door een visser naar de politiesteiger bij Nieuw Amsterdam gesleept waar ze mochten blijven liggen, mooi plekje hoor! Wij zijn er 24 december in het donker langs gevaren maar hebben ze toen niet gezien.

We rijden verder naar Frederiksdorp. Bij Mariëndorp laten we de auto staan en steken de Commewijne rivier over met een Korjaal. Het is een prachtige omgeving, vlak, nat en zonnig. Inderdaad een ideale omgeving voor landbouw, maar dat zien we hier niet. De Plantage Frederiksdorp is net zo als de andere plantages verlaten of tot toeristenoord verbouwd. Zonde van de goede landbouwgrond, als we aan de eigenaar vragen waarom hier niets verbouwd wordt zegt hij dat het moeilijk is werknemers te vinden. Daarnaast ontbreekt de infrastructuur. Ten noorden van de Commewijne rivier zijn geen wegen en er is geen brug over de Commewijne rivier. Op Frederiksdorp bekijken we de oude politiepost die helemaal is hersteld en nu als hotel wordt gebruikt. Ook bekijken we de doctorswoning en de woning van de plantage eigenaar. Hoe belangrijker de bewoner, hoe hoger het huis…, het is maar wat je belangrijk vindt. De zoon van de eigenaar vertelt hoe zijn vader de plantage in 1976 heeft gekocht toen deze helemaal vervallen was, en deze met subsidie van het Nederlands cultuurfonds heeft hersteld als toeristenoord. Maar ook over de geschiedenis van de plantage en dat hier ooit zo’n tweehonderd slaven werkten….Het komt op ons onwerkelijk over, ook omdat er niets meer over is van de slavenverblijven. We eten nog lekker bij Frederiksdorp voordat we weer terugrijden naar Domburg.

Zaterdag 3 januari gaan we op bezoek bij Dennis de Smidt, een oud-collega van Roelof, die nu in Paramaribo leiding geeft aan een callcenter. Dennis en Karin hebben drie kinderen, en het klikt meteen met Myrthe en Wouter. Het is zo gezellig dat we die avond blijven eten, terwijl de kinderen in het zwembad spelen dat ze in de tuin hebben staan.

De dag daarna op zondag gaan we naar Fort Zeelandia. Op zondag worden er rondleidingen gegeven. We hebben zware regenval, maar een ontzettend leuke dame die ons veel kan vertellen over de geschiedenis van Fort Zeelandia. Het is indrukwekkend om hier te zijn terwijl je hoort over de rol die dit fort door de jaren heen in de Surinaamse geschiedenis heeft gespeeld. Vanaf het begin van de kolonisatie, toen de indianen leefden op de plaats van het huidige Paramaribo en helemaal niets van het Westen moesten hebben, tot de slaven die hier berecht werden en de december-moorden die hier zijn volbracht, zonder dat ze ooit zijn opgelost/onderzocht. Helaas bestaat de geschiedenis van dit fort grotendeels uit gruwelijkheden, en alhoewel het er nu keurig uitziet voelt het toch ook luguber aan. ‘s Middags rijden we terug naar Domburg en eten een hapje bij Huib.

Maandag gaan we vroeg op pad naar Berg en Dal. Umro heeft hier samen met Just en zijn nicht een huisje en gevraagd of we niet een dagje langs wilden komen. Eerst rijden we naar Waterland waar een pakje voor Myrthe en Wouter van hun achterneef Jan Koops ligt. Roelof’s neef Martijn heeft het opgestuurd naar het haventje in Waterland waar wij later ook onze boot willen leggen, als we het binnenland in gaan. Myrthe en Wouter zijn erg nieuwsgierig wat er in het pakje zit. Bij Waterland vinden we inderdaad het pakje bij de beheerder. In de auto vallen Myrthe en Wouter op het pakketje aan, en het zit vol met Donald Duck’s! Het pakje van Jan valt erg in de smaak en de rest van de tocht hebben we geen kind meer aan ze, ze zitten aandachtig in de Donald Duck’s lezen. Jan, bedankt!

Het is 1,5 uur rijden en we zijn verrast hoe goed de weg is naar het binnenland. Maar hij is ook nog niet zo oud; in 2010 aangelegd. We komen aan bij Berg en Dal en Umro, Just en zijn nicht zijn er al. De kinderen hebben zich erg verheugd op een zwembad, dus dat is wat zij direct willen doen. Wij kunnen ‘s middags een historische wandeling maken, maar uiteraard gaan we eerst een hapje eten. Het eten komt niet zo snel en wij zijn bang dat we niet op tijd voor de wandeling komen. Maar er wordt ons beloofd dat de wandeling niet zonder ons zal vertrekken. Dat blijkt ook wel logisch want we blijken de enige deelnemers aan de wandeling te zijn. Na het eten laten we de kinderen achter bij de nicht van Umro die wel op onze kids wil passen.
We stappen in een korjaal en varen een stukje de rivier op naar een open plek, waar nagemaakte slavenhutten staan en waar een soort activiteitencentrum is. Onze gids vertelt ons over de locatie, waar vroeger een plantage was. Ze laat ons de slavenhuisjes zien en vertelt hoe de bewoners hier vroeger leefden. Ook laat ze zien waar de overledenen op de berg werden begraven. Je kan aan de graven zien of het slaven zijn, met alleen een paal in de grond (ronde bovenkant = vrouw, bovenkant pijl = man en bovenkant hartvorm = kind) of missionarissen met een grafsteen. Ook vertelt ze hoe de slavernij werd afgeschaft en hoe de slaven werden vrijgekocht door de directeur van de Surinaamse bank die een relatie had met de toenmalige eigenaresse van de plantage en daarom ook op de berg ligt begraven. De tante van deze eigenaresse had veel grond vergaard, doordat ze met verschillende gouverneurs trouwde, die vervolgens steeds op mysterieuze wijze na 2-3 jaar om het leven kwamen… De grond van deze gouverneurs werd zo haar eigendom.

Op de berg hebben we mooi uitzicht op de omgeving en op de Brownsberg. We zien nog twee spechten, goudbruin met een mooie kam op het hoofd. En we zien hommels veel groter dan we ze in Nederland kennen, een spinnenhuis/web waar de spinnen samen in wonen, termietennesten (rond) en mierennesten (langwerpig) in de bomen. Daarna lopen we samen een pad terug naar de resort. En dan drinken we nog even samen met Umro en zijn familie wat bij de resort. De kinderen vermaken zich nog steeds prima in het zwembad. ‘s Avonds rijden we in het donker terug naar Domburg, gelukkig is de weg goed en komen we veilig weer bij de boot aan.
Dinsdag rijden we naar Lelydorp waar een vlindertuin is. We zien er hoe ze vlinderpoppen kweken en die dan exporteren, maar ook een grote ruimte waar het vol zit met een enorme hoeveelheid verschillende vlinders. We krijgen een rondleiding, en behalve vlinderpoppen worden er ook schildpadjes en Boa Constrictors gekweekt. Het is leuk en we zijn er uren zoet, ‘s avonds eten we gezellig met Coen en Joce van de Wildeman bij Huib. Woensdag is een rommeldagje dat we gebruiken om te zoeken naar een extra gasfles, met de kids naar de Intertoys gaan -die zo ontzettend duur is dat we niets kopen- en Roelof’s rugzak wegbrengen om te laten repareren op de grote markt.

Op donderdag 8 januari om 12 uur vertrekken we op weg naar het binnenland. Roelof gaat ‘s ochtends vroeg nog naar de grote markt in Paramaribo om zijn gerepareerde rugzak op te halen. Gelukkig had hij een paar fotootjes gemaakt waar het was want het was op een enorme markt ergens links, rechts en achter een deur maar hij heeft het gelukkig weer terug gevonden. En ik was bezig om spullen te verzamelen, de kinderen te laten ontbijten en de boot netjes achter te laten in Domburg voor 3 dagen (vooral was buiten ophangen om te drogen en weer binnenhalen voor de bui, en dat diverse malen herhaald).

Over de “highway” was het iets meer dan 2 uur rijden naar Atjoni, net ten zuiden van het Brokopondo stuwmeer. Daar stopt de weg gewoon aan de Suriname rivier. Wij kwamen om half drie aan en de boten naar Botopasi waren al weg. Maar we konden nog met een andere korjaal meevaren, een mooie roze die naar Pikin Slee (dorpje in de buurt van Botopasi) ging. Nadat er ook duizend kilo cement aan boord was gedragen (om in een dorp een gebouwtje voor een rijstpel machine te bouwen) vertrokken we om ongeveer half vier. Ook benzine tanks gingen mee en bagage van ons en nog een familie. De lading en bagage ging onder een groot zeildoek tegen de regen. Dat bleek later ook erg nuttig…

Het gaat razend hard met zo’n korjaal, zelfs tegen de stroom in. Verder de rivier op kwamen we steeds meer rotsen tegen en op een gegeven moment moesten we uitstappen bij een stroomversnelling. De korjaal kwam er niet overheen door het enorme gewicht van al het cement dat er mee was. Van een andere korjaal kwam er direct hulp aan, en ook een andere bootsman zwom er direct heen. Er werd met man en macht aan de korjaal getrokken om hem droog en heel over de stroomversnelling heen te krijgen.

En warempel, wie kom ik daar midden in Suriname, staand op een paar rotsen naast de stroomversnelling tegen: mijn collega Jetty van het LUMC. Dat was een enorme verassing. Zij was net op een tocht uit het binnenland terug naar Atjoni aan het varen en ze logeert bij haar vader in Paramaribo. Het was heel kort maar erg leuk. Het lijkt wel of we hier in Suriname meer collega’s tegen komen dan in Leiden; Hetty is voor mij de eerste maar Roelof heeft hier al 3 collega’s ontmoet. Even later krijgen we op de rivier een plensbui. Of je nou regenkleding hebt of niet, je wordt heel erg nat. Maar het is gelukkig niet koud. Verder zien we op de rivier nog een ijsvogel en springende visjes.

We varen langs diverse inheemse dorpjes waar de nazaten leven van de vroegere Marrons, weggelopen slaven, die zich diep in het oerwoud hebben verstopt. Er is veel vertier aan de waterkant, er wordt gezwommen, gewassen, de afwas gedaan, enzovoort. De Saramacaners varen zelf ook in kleine korjaals met peddels, dat is wel een stuk zwaarder dan met onze 50 pk motor. Om 18.30 uur als ik het toch wel koud begin te krijgen komen we na diverse stroomversnellingen en dorpjes aan bij Hotel Botopasi waar we heel hartelijk worden ontvangen door Haidy de eigenaar, Ian de gids en Pieter een belg die hier ook al 2 jaar als vrijwilliger helpt.

We krijgen een hut zoals Marrons die in het oerwoud ook hebben, van hout met een bladerdak (maar wel met plastic zeil in de top, want kennelijk vertrouwen ze zelf het bladerdak ook niet helemaal). Er staan 3 bedden in, twee enkele voor de kinderen en een twijfelaar voor ons. Daarachter is nog een ruimte met een toilet en een douche met water uit de rivier. We doen droge kleren aan en dan gaan we naar het hotel waar we een rondleiding krijgen en waar we heerlijk eten. Er is ook een Duits stel uit Berlijn aanwezig en we eten gezellig samen. Rijst met kip, zoute vis en kousenband en salade.

‘s Avonds is er elektriciteit bij Botopasi, want dan staat de generator aan van zeven tot elf uur. Dan is er ook licht in ons huisje, daarna gaat de generator uit en is het donker tot het ochtend wordt. Als er elektriciteit is kijken we ook een film uit 1928 over hoe de Saramacaners of Marrons toen leefden, over de mislukte spoorweg en stoomtrein van de heer Lely uit de tijd dat de goudkoorts er nog was, en hoe ze brood bakken van de cassavewortel door die helemaal te raspen, te malen en te drogen, enzovoort. En ook hoe ze varen over de rivier en hoe ze vis vangen door het sap van de mangrove in de rivier te laten lopen waardoor de vissen bedwelmd raken en ze dan stroomafwaarts uit het water te pakken. Super interessant allemaal. De kinderen waren ondertussen al naar bed gegaan. Ze lagen diep in slaap toen wij naar bed gingen. Midden in de nacht horen we een enorme knal. We zitten rechtop, dat verwacht je hier niet midden in de jungle… Daarna nog acht knallen die klinken als vuurwerk. De volgende dag hoorden we dat dit de afsluiting van oud en nieuw was. Gezien het geknal dat we in Paramaribo al hebben meegemaakt, wel een passende afsluiting.

Vrijdag (9 januari) maken we na een heerlijk ontbijt met broodjes, een prachtige wandeling. Er is hier vroeger ook al groente verbouwd, maar de meeste kostgrondjes zijn weer verlaten en weer ingenomen door het oerwoud. Nu is het dus een jungle die gemiddeld zo’n 150 jaar oud is. Secundair bos noemen ze dat. Je ziet dat aan de vegetatie die ook nog op de grond staat omdat er nog best veel licht door de bomen op de grond komt. Maar er is een goed pad waar wij kunnen wandelen. Ian de gids is met ons mee en vertelt ons over hoe ze van de palmbladeren een dak bouwen, welke bladeren gebruikt kunnen worden als paraplu, hoe je lianen vrij kan maken en bewerken, zodat je ze als touw kan gebruiken en laat ons zien hoe je met de telefoonboom kan bellen. We zien ook rozen die door vrouwen worden gebruikt om te desinfecteren. En op een plek waar ze bomen hebben gekapt voor plantengroei staat een hele mooie bloem, waar heel even een kolibrie voor hangt. De prachtige blauwe vlinders (zo groot dat het wel vliegende boeken lijken) fladderen door het bos en lichten met hun fluoriserende kleuren op in het donker. Ook zien we in de modder bij een kreek nog sporen van een tapir. Maar verder is er niet veel wild te zien, want veel wild wordt hier voor gebruik in de dorpen afgeschoten.

Dan gaan we terug, want Wouter en Myrthe willen toch niet helemaal Freek worden (ook al zijn ze wel blij dat ze vandaag niet gewoon op school zitten). Wouter is inmiddels dikke maatjes met Ian geworden en mag zo nu en dan zijn kapmes vasthouden om planten door te slaan. Maar Hij moet ook zijn best doen om alles wat Ian vertelt over de jungle te onthouden want hij wordt samen met Myrthe steeds weer aan de tand gevoeld of ze wel onthouden hebben wat hij heeft verteld.Op de terugweg hebben we de paraplubladen echt nodig en komt er een stevige tropische bui over ons heen. We wandelen terug en worden door de korjaal opgepikt en terug naar het hotel gebracht. Daar krijgen we een lekkere lunch met bami, kip en komkommer.

Goed moment om Myrthe’s haar weer eens helemaal vlechtvrij te maken en te wassen. Wat een klitten zaten daarin. Misschien wil de vrouw die hier kookt er nog nieuwe vlechtjes in zetten. Echter daar komt niets meer van zodra de zoon van eigenaar Haidy met een vriend langskomt. Dan gaan de kinderen allemaal samen zwemmen, voetballen, dammen en schaken. Grappig dat ze zo met elkaar kunnen kletsen in het Nederlands hier midden in de jungle.

In de avond na het eten maken we met Ian nog een kaaimannentocht. De kaaimannen zijn ongeveer een meter lang en liggen langs de rivier. Je ziet hun ogen rood oplichten als je er met een zaklamp naar toe schijnt. Maar echt dichtbij komen we niet want dan vluchten ze het water in. Overdag zie je ze niet, dan liggen ze iets hoger in het struikgewas te rusten. Als we na 5 kaaimannen, vuurvliegjes, mist boven het water en een fraaie sterrenlucht terugkeren naar onze hut, is Wouter al in slaap gevallen en ontdekken we een huisdiertje in onze hut. We noemen hem snoepie, een lief muisje dat tussen onze spullen aan het snuffelen is.

Midden in de nacht valt er een van de latten onder de matras vandaan, wat een klap geeft dat! Maar gelukkig is het bed niet verder uit elkaar gevallen en kunnen we gewoon verder slapen. In de ochtend klopt Haidy op de deur. Hij wil afrekenen, blijkbaar heeft hij geld nodig om boodschappen te doen want hij gaat naar Paramaribo en de korjaal naar Atjoni ligt al te wachten om te vertrekken. We rekenen af voor ons totale verblijf.

Wij gaan na het ontbijt naar Pikin Slee, een Marrondorp iets hoger aan de rivier, ongeveer een kwartiertje varen. Daar zien we eerst hoe een korjaal wordt gebouwd. Deze wordt uit één stuk van een hardhouten boom gemaakt. Eerst wordt de boom uitgehakt, daarna wordt hij verhit/gebrand zodat het hout zacht wordt en ze hem wijder kunnen maken. Dan worden lange planken als zijkant samen met de knieën (half ronde spanten) tegen de uitgeholde bodem aangemaakt. Als laatste komen de stoeltjes erin. Klaar is hij 4000 SRD (1000 euro). En dan moet je voor nog eens zo’n zelfde bedrag een buitenboordmotor kopen om er mee te kunnen varen. Maar dan kan je er ook goed geld mee verdienen want een enkele reis kost zeventig SRD en er passen wel twaalf tot zestien mensen in de boot. De bootsmannen zijn hier dan ook het rijkst.

In het dorp, dat veel groter is dan we gedacht hadden (er wonen ongeveer vier duizend mensen), zien we diverse offerplaatsen, veel huisjes in oude stijl, maar vaak met golfplaten als dak ipv de oorspronkelijke dakbedekking uit het oerwoud. Er is een kunstenaar hard aan het werk om uit stukken hardhout bankjes krukjes en tafeltjes te maken. Ze zien er prachtig uit, jammer dat ik die niet mee kan nemen op de boot.

Ook zien we er een auto staan. Heel bijzonder want er is geen weg en daar kan je hier midden in de jungle niet veel meer mee dan door het dorp rondjes rijden. We vragen ons af hoe die hier gekomen is. Ian legt uit dat ze die op twee korjalen vervoeren. Je legt wat planken tussen twee korjalen en daar worden dan auto’s maar ook tractors mee vervoert. Ze doen dat alleen met hoogwater anders zijn de doorgangen in de rivier niet breed genoeg. Ongelooflijk, we vragen ons af hoeveel van die auto’s er vanaf vallen maar we hebben niks zien liggen, gaat blijkbaar dus meestal wel goed…

Dan gaan we naar het Saamaka Marron Museum van Pikin Slee. Bij de ingang staat een traditionele toegangspoort om het kwaad buiten te houden, een “Azan Pau”. Mannen lopen hier links onderdoor en vrouwen rechts. In het museum leren we hoe vrouwen en mannen gekleed gaan, als je nog niet getrouwd bent en daarna; hoe ze wonen en leven en over de regels en wetten zoals de Saramarcanen deze afspreken met de zelf gekozen Graama en Kapiten. Het is indrukwekkend hoe ze hier met toch zo veel mensen toch ook nog zo anders leven. Mannen hebben meerdere vrouwen, hoe meer vrouwen hoe meer aanzien. Voor elke vrouw moet er wel een huisje zijn en een stukje grond, een kostgrondje, om eten te verbouwen. Ongeveer een keer per week komt de man dan langs, hij wordt dan door de vrouw gewassen, krijgt te eten blijft een paar uurtjes slapen en vertrekt dan weer naar zijn eigen huisje. Verder de gebruiken over het offeren, de offerplaatsen “Faaka Pau”, en de goden. Zo moet je vooral niet iets uit het water pakken als je het voor de tweede keer opnieuw in het water hebt laten vallen. Dan wil de watergod het hebben en als je het dan opnieuw uit de rivier vist is het hommeles.

Het gekke is dan wel weer dat de winkeltjes veel westerse spullen verkopen. Zo lijkt iedereen wel een mobieltje te hebben. Er staan veel mobiele telefoonmasten en we kunnen overal bellen en internetten. Kennelijk is dat tegenwoordig belangrijker dan elektriciteit die er alleen ‘s avonds is. Dus ook geen koelkasten of koud bier! Het afval verbranden ze zelf; ook weer iets minder gezien de hoeveelheid plastic van het verpakkingsmateriaal van de drankjes dat mee wordt verbrand en waarvan de as de lucht in gaat en vervolgens met de regen weer wordt opgevangen en als drinkwater wordt gebruikt! Maar aan de andere kant wonen er hier ook niet zo veel mensen…

Die middag hangen we verder lekker rond in het hotel en zwemmen de kinderen. Er komen meer gasten en we zien Reece en Anneke, die zelf ook een lodge hebben in Paramaribo en samenwerken met Conny en Haidy. ‘s Avonds is het erg gezellig met zijn allen aan tafel. We kletsen wat af terwijl de kinderen in de hangmatten in slaap vallen. Gelukkig zijn ze later op de avond nog mee te bewegen naar onze hut even verderop, alhoewel Wouter er echt niet tegen kan om wakker gemaakt te worden. Dat mondt steevast uit in een stevige boze bui. Maar tegen de tijd dat we bij het huisje aankomen, met Wouter al spartelend en schreeuwend in de brandweergreep bij Roelof op de nek, is de boze bui al weer over en wacht onze huismuis Snoepie op ons. Liever Snoepie op de kamer dan de vogelspin die Pieter in zijn hotelkamer heeft. Dus wij vallen rustig in slaap.

Zondag 11 januari gaan wij weer terug naar Domburg. Na het ontbijt worden we uitgezwaaid bij Botopasie en Wouter belooft Ian dat als hij klaar is met school, hij nog een keer terug komt om ook het vak van gids te leren. Onderweg in de korjaal zie ik nog een kaaiman liggen op een strandje. De stroomversnellingen die we nu mee hebben zijn toch behoorlijk spannend voor de bootsman en de peddelaars voorin moeten af en toe even goed afduwen. Vijf uur later zijn we weer terug in Domburg. De accu’s zijn nog meer dan 90% vol, dus de zon heeft haar best gedaan. Het is een gezellig weerzien met Joce en Coen. Er is ook nog een Belgische solozeiler aangekomen. Later komen ook Retna en Akash nog langs en de kinderen spelen samen heel leuk het spel Mister X.

Morgen gaan we even wassen, bijkomen etc. en dinsdag gaan we samen met Howy richting Kabalebo voor een volgende reis naar het binnenland. Kortom we vermaken ons uitstekend in Suriname, wat zoveel verschillende gezichten heeft dat het ons blijft verassen.

50 tinten blauw

Wat doet onze White Witch in blue het goed zeg.
Deze middag hadden we onverwacht 25-30 kopen wind staan (6-7 Bft). Het was niet voorspeld, maar hing om een aantal buien heen waar we tussendoor voeren. Dus getogen in shirt en korte broek zaten Roelof en ik allebei buiten; heerlijk in een tropisch buitje/douche. Ik achter het roer. Ongelofelijk om dan te zien hoe lekker ons schip zeilt en hoe stevig ze is. De golfhoogte was aardig opgelopen in de bui en we surften van de golven af. Dan sta je achter op het schip en surft met 10 ton schip steil een golf af naar beneden en zie je de voorpunt ergens in de diepte van het dal. Het is net alsof je dan op een soort rodeo stier zit en het voelt stoer in combinatie met heel veel adrenaline van de spanning. Maar we hadden alle zeilen behoorlijk gereefd, dus het bleef bestuurbaar en onder controle. En het schoot lekker op!!!

Nu varen we weer de nacht in. We hebben nu ook het grootzeil weggehaald en alleen onze 16 jaar oude, opgelapte fok (Genua) trekt ons soepel op de passaatwind vooruit. De mijlen vliegen voorbij. Nog 640 mijl te gaan naar Paramaribo; dus laatste 1/3 deel. Vanaf morgen zouden we ook meer stroom krijgen. Ben benieuwd, kan oplopen van 1-3 knopen. Dat is natuurlijk weer lekker meegenomen.

Inmiddels zie ik bont en blauw. De catering gaat uitstekend, maar door al het opvangen van het gewiebel van het schip in de keuken met mijn heupen zitten er toch een paar mooie kleuren op. Nu kleur ik dus ook goed bij onze White Witch in blue.

Onze positie is op vrijdag 22:24 UTC: 08-59.7’N 44-57.4’W

Magische waypoints van Jaap

We zijn onderweg naar het magische waypoint van Jaap de “Maelstrom”. Daarna hoeven we nog maar 3 graden verder naar het zuiden en 11 graden verder naar het Westen (670 NM) om de rivier bij Paramaribo op te kunnen varen. Ondertussen is de route zowel door Jaap als door Roelof tig keer doorberekend. Hoe en waar moeten we varen om geen windstiltes te krijgen en zo snel mogelijk de afstand af te leggen en voor kerst aan te komen, zodat we een kalkoen kunnen bestellen en met gewassen haren, fris geurende oksels in een restaurant kunnen aanschuiven. En Jaap onze super advisor uit NL zegt dat we al 23 december aan kunnen komen!?????!!!! Dus varen we strak zijn route met een aantal waypoints.

Onderweg zien we nog steeds weinig. Geen enkel ander schip is te zien, niet op de AIS en niet op zicht. Onze White Witch vaart nu met de stuurautomaat als een zonnetje, dus zijn we regelmatig allemaal met iets bezig op het schip zonder vooruit te kijken. Aan de kust zullen we daar dus weer op moeten gaan letten.
Wat we wel onderweg zien zijn dolfijnen, knaloranje kwallen en heel veel groene soep. Er drijven bosjes sla (zeeplantjes/ algen) in het water en we horen van de Ojala, die Noordelijker van ons vaart naar St. Martinique, dat het zoveel is dat het in hun windvaanstuurinrichting blijft hangen. En de Tisento is ook al een stukje omgevaren om het te ontwijken. Groene soep dus hier. Van de plastic soep zien we niets.

De zee gedraagt zich voor mij als een raadsel. Terwijl de wind redelijk constant is zit je het ene moment in een soort wild kolkende massa, met witte schuimkoppen en omhoog piekende golven uit alle richtingen, waar onze White Witch letterlijk doorheen stuitert. Goede disco basis en “choppy zones”. Dit duurt meestal kort en daarna is de zee weer rustig, zonder witte koppen op de golven en een rustige oceaandeining. En dit blijft zich al 2 dagen zo afwisselen. Dat is een geheel nieuwe ervaring en we kunnen het niet verklaren.

Aan boord gaat verder alles zijn gangetje. Niet gehinderd door enige vorm van zeeziekte, doen de kinderen hun school en hangen op de banken als pubers met elektronica. Ze komen alleen buiten in de kuip als er iets te zien valt (dat is dus weinig). Als je aan ze vraagt wat vind je nou van zo’n lange reis op zee dan krijg je een nietszeggend antwoord: O, wel leuk hoor!
Roelof en ik hebben een lekker draaiend wachtloopsysteem, inclusief gezamenlijke quality time. Maar nu we over de helft van de afstand zijn, zijn wij wel aan het aftellen. Onderweg zijn is dus “wel leuk”, maar aankomen is veel leuker!!!!!

dag 5 is choppy

Vandaag en afgelopen nacht was het choppy. Zo zijn we het maar gaan noemen.
We hebben een lekker windje in de rug en ook de golven komen recht van achteren. Maar de golven doen een beetje gek; er zit weinig lange oceaandeining in, de golven zijn kort en relatief hoog, choppy. Op de top breken de golven en dan heeft onze White Witch in blue moeite om koers te houden. Dus dan schuiven we een golf af en schommelt de boot echt alle kanten op. Vandaag dus maar zelf gestuurd, hebben we ook wat te doen.

Als je wilt gaan slapen kan je dan ook maar het beste dwars in bed gaan liggen, want je rolt anders van de ene naar de andere kant. Tot op heden varen we droog, er komt geen golf over dek, ook al kijken ze wel nieuwsgierig onze kuip binnen. Behalve natuurlijk toen ik net even lekker achter het roer stond. Hopla, kletst er zo een van achteren tegen mijn billen. Nou ja! Maar nu wordt het langzaam rustiger, en de stuurautomaat doet weer netjes zijn werk, dat is wel zo lekker tijdens de nacht.

Wouter vraagt elke dag een paar keer of we er al zijn. Helaas is dat niet zo. Maar wij vinden dat we het niet slecht doen. Na 5 dagen zitten we reeds op 1/3 van de totale afstand (650 mijlen afgelegd). En het was vandaag weer maandag dus de schoolweek is weer begonnen. Erg handig, anders verveelt Wouter zich maar!!!

Afgelopen nacht hadden we een meeuw op het dek zitten. Mooi dier. Maar hij vond het toch een beetje griezelig toen wij op dek iets aan de zeilen gingen doen. Dus is hij weer door gevlogen. Ook zien we dagelijks regelmatig zwarte meeuwtjes, slank en rank, die over de golven heen vliegen. Ongelofelijk zo ver uit de kust, ze zullen wel een visje vangen onderweg, maar zouden ze ook zonder zoet water kunnen?

Onze positie is op 20:40 UTC 13-03.0’N 35-55.4’W

Hoogtepuntjes van de dag

Roelof ligt lekker te slapen en ons schip stuurt zelf relaxed de goede kant op. Mooi tijdstip om tijdens mijn wacht (midden in de nacht) dus even een blog-update te doen.

We gaan niet hard, maar we zeilen met wisselend 9-15 knopen wind (2-3 Bft). We sleutelen steeds aan de zeilvoering, om maximaal snelheid of comfort te houden (weinig wind/ deining / zigzagkoers). We hebben in 2 dagen ongeveer 260 NM afgelegd. Nog 1640 NM te gaan. Mogelijk gaat komend weekend de echte passaat goed staan. Op het SSB-netje hebben we 2x per dag contact met andere schepen die onderweg zijn. Het is ongelofelijk over welke afstanden je bekende stemmen kan horen, alsof ze naast je staan. Heerlijk!

Hoogtepuntjes:
– Wouter en Myrthe hadden hun school al om elf uur klaar.
– Roelof schrok zich gisternacht een ongeluk toen hij bij de mast bezig was. Er fladderde een vogeltje tussen zijn benen door hij was er bijna op gaan staan. Het leek wel een zwaluw-achtige, maar dan veel groter. Was even aan het uitrusten, zo ver uit de kust!
– En we hebben een ander schip gezien. Ja, we zijn hier echt niet alleen op deze grote plas. Een visser was echt in beeld.
– Van de plastic soep zien we niets; wel lagen er ineens 2 rare (voet)ballen in het water. Meetstationnetje of verloren lading?????
– Reddingsactie van op het droge liggende vliegende vissen lukt beperkt! Als het lukt de wild spartelende graten weer overboord te zetten heb je echt zulke stinkende vingers. Dan smaakt geen koekje meer en leer je het neuspeuteren ook volledig af. Misschien handig om hier eens hulp bij te vragen van Myrthe en Wouter.
– De kinderen hebben ieder een kalender in hun kooi hangen. Ze strepen de dagen af die we hebben gevaren. En ze schrijven er de bijzondere dingen in. Zo zien ze precies wanneer pappa jarig is en of we kerst onderweg gaan vieren of heel misschien in Suriname!!!
Maar het leukste is als ze een dag eraf kunnen strepen, want ze hebben zelf bedacht dat je dan een koekje mag eten!
– De avondmaaltijd was weer eens goed geslaagd, volgens recept uit “Koksmaat, recepten voor aan boord”. Aardappelblokjes met prei, bouillon, komkommer, tomaat en rookworst; allemaal samen in 1 pannetje gekookt. We hebben nog net niet het pannetje leeg gelikt, maar alles is schoon op!

Onze positie op zaterdag 04:13 UTC is 15-41.7’N 30-22.2’W

Dolfijnen

Bij het wegvaren uit Mindelo kregen we van zowel de Volonté als de Puff een cadeautje mee wat we onderweg open mochten maken, bedankt!. De snoepjes hadden de kinderen snel ontdekt en Myrthe heeft het puzzelboekje van Geronimo Stilton niet meer losgelaten. En we hebben zelfs ook nog van die lekkere unox hamburgers meegekregen. Eigenlijk wilden de kinderen die gisteren al eten, maar misschien zijn die juist wel heel erg lekker op kerstavond????
En nog tijdschriften en nog meer lekkers van de Puff, super. En als je dan het briefje van de Volonté erbij leest dan schiet je echt vol.
Kortom ik voelde me leeg na het vertrek. Gewoon omdat je al die lieve mede vertrekkers verlaat.

Vandaag overdag lopen we als een tierelier (ruim 7 knopen). Het lijkt wel alsof we het ritme direct weer te pakken hebben en we hebben de golven en de wind gewoon allebei mee staan. Het is echt een opluchting dat het zo lekker loopt. De dolfijnen met roze buik maken dubbele flik flaks om ons heen en ook het zonnetje is gaan schijnen. Op de SSB-radio kunnen we alle andere boten die onderweg zijn uitstekend horen. Het is genieten en ik gun iedereen een oversteek zoals deze.

Helaas valt de wind ‘s middags weg, en dat stond niet in de grib files. Dat is jammer, we motoren een paar uur en proberen nu zo goed als het gaat nog te zeilen maar het gaat nu wel langzaam. Hopen maar dat die wind uit de gribfiles hier snel naar toe komt…

Positie op donderdag 23:58 UTC 16-12.9’N 28-09.4’W

Sao Nicolau

We liggen voor anker bij het eiland Sao Nicolau. En ik ben weer blij dat we er zijn.
Sao Nicolau bij aankomst
We hadden op zich een prima oversteek gedurende de nacht (schip doet alles uitstekend en vaart ons keurig droog zonder problemen overal heen; dus ik mag helemaal niet klagen). Maar ik werd helemaal gek van het geschommel. En wat mij anders nooit overkomt gebeurde, ik kon er echt niet bij in slaap komen. Gelukkig was het maar 1 nacht en geen oversteek van 3 weken!!!!
hoge kliffen naast onze ankerplek
Nu liggen we bij Sao Nicolau. Tegenover ons liggen enorme klippen en de wind suist eroverheen en geeft af en toe valwinden op het water. We draaien daardoor alle kanten op, maar ons anker houdt prima en we schommelen niet. Er liggen nog 2 andere, voor ons onbekende,Nederlanders hier, een cat en een zeiljacht.
Roelof regelt direct onze bootregistratie bij de politie en wij gaan aan het schoolwerk beginnen. De nacht heeft ons aardig opgebroken. Dus ik doe nog een tukje. Myrthe maakt er slim gebruik van en vraagt terwijl ik slaap of het schoolwerk nu klaar is. Ik schijn ja te hebben gezegd. Ik weet het alleen niet meer. Maar als school dan toch klaar is gaan we gauw Sao Nicolau bekijken.

In de plaats Tarrafal waar we liggen is direct in de haven een leuk restaurant met een Hollandse eigenaar. Hij heeft jaren in Rotterdam gewoond en is nu 7 maanden met dit restaurant bezig. Ontzettend aardige man, waar we vast en zeker nog gaan eten.
Er is net een grote tonijn gevangen
We lopen een paar rondjes door de straten om een beetje een beeld te krijgen van Tarrafal. En dan komt er een busje langs dat naar Ribeira Brava gaat, de hoofdstad. We kruipen erin, niet wetende dat het op 23 km afstand ligt en wel een uur rijden is. Leuk is dat we zo direct veel van het eiland zien. We rijden langs enorme kliffen en over een pas dwars door de wolken (ca. 1400 meter hoogte). Het is boven op de berg echt fris. En dan rijden we langs diverse terrassen waar mais, bananen of iets anders wordt verbouwd. Het is hier duidelijk vruchtbare grond, met regen, er staan veel struiken en het is heel groen. Het heeft iets weg van La Gomera, alleen dan zonder bossen en met Afrikaanse bevolking i.p.v. Spaanse.

Ribeira Brava ligt echt helemaal tussen de bergen; mensen hebben zich hier in het verleden verstopt voor alle piraat aanvallen. Grappig dat hierdoor de hoofdstad niet bij een haven ligt maar midden in de bergen.
Het is een schattig plaatsje, heel relaxed, met veel groen, en leuke kleuren op de huizen. Er zijn hele smalle straatjes en diverse winkeltjes (veel chinese winkels, die zijn echt overal en in elke uithoek te vinden, waar we ook komen). Maar we zijn ook wel snel weer uitgekeken en het is al tegen het einde van de middag en dus tijd om weer terug te reizen naar onze boot.
In de open toyota over de 1400 meter hoge pas!
We kunnen alleen geen bus meer vinden die naar Tarrafal rijdt. Dus toch maar ingegaan op het aanbod van een open truck om ons te brengen voor een schappelijk prijsje. We zitten op de houten bankjes in de laadruimte en het is behoorlijk fris in de wind achterin. De kids hebben er weinig last van en vinden het geweldig, maar als we weer boven op de pas in de wolken komen zitten we met zijn allen pinguinnend bij elkaar voor warmte.
Even later zijn we weer in Tarrafal en gaan naar het restaurant van de Nederlander. Daar eten we heerlijke tonijn. Wouter vind het ideaal dat hij hier in zijn eigen taal kan bestellen en bestelt dan ook bijna 2 frikandellen en friet. We worden weer warm en krijgen van het huis een heerlijk toetje met ijs. Super lekker.
In de tussentijd zien we op het nieuws dat op het eiland Fogo de vulkaan is uitgebarsten. En niet zo zuinig ook. Het ligt hier pal zuidelijk 100 mijl vandaan, en is 1 van de 10 Kaapverdische eilanden. De enige met een vulkaan, want de rest van de eilanden is wel door vulkanische activiteit ontstaan, waarbij de grond omhoog is gedrukt. Maar de rest heeft geen actieve vulkanen. Mensen worden uit de buurt van de vulkaan geëvacueerd. We hopen dat het geen mensenlevens kost, want kennelijk wil niet iedereen zijn huis of winkel verlaten.
Waarschijnlijk is deze vulkaanuitbarsting geen wereldnieuws, maar omdat wij hier nu zo dichtbij zitten maakt het op ons wel een enorme indruk.

De volgende dag rommelen we wat op de boot. Het is wat bewolkt en we zijn kennelijk nog steeds een beetje moe van een nacht overslaan. We doen school en proberen alle mail die we van zo veel vrienden ontvangen te beantwoorden. Het is Roelof gelukt om iets van internet-bundel te kopen. Mammie ontdekt ook dat we online zijn en skypet ons. Zo kunnen we ook weer heerlijk bijkletsen. En de kinderen begrijpen uit alle mails van de anderen dat het nu toch echt Sinterklaas is in Nederland en dat iedereen zijn schoen al zet. Nou in dat geval willen zij dat ook doen. Dus in de kajuitingang staan de schoenen gevuld met verlanglijstjes en tekeningen voor Sinterklaas. Er wordt bij gezongen en Myrthe pakt haar fluit weer eens. Is heel gezellig zo bij Sao Nicolau, maar zou er dan echt een zeilpiet langs komen vannacht??????

Zou zeilpiet ook langs Sao Nicolau komen????

Op de blokfluit sinterklaasliedjes spelen.

Vijf dagen op zee richting Kaapverdië

We hebben onderweg wat foto’s en filmpjes gemaakt.

Het afscheid van de Volonté was weer lastig. De kids hebben het zo heerlijk samen, dat we weer met smart op hun komst in Mindelo wachten. We hopen dat het weer goed komt met de rug van Eric en dat ze als het weer het toelaat onze kant ook op kunnen komen.

We verlieten La Gomera in de middag, dus toen de zon onderging hadden we prachtig zicht achterom.

Een filmpje van Roelof die relaxed een koffiebroodje eet tijdens het sturen, terwijl 3 meter oceaan deining en wind 4 Bft ons vooruit blazen en surfen.

http://youtu.be/Bshf4PVgup8

Het is nog niet gelukt om de vliegende vissen ook vast te leggen (sorry Ruth, ik blijf proberen). Overdag zie je hele groepen uit het water komen, en minstens 200 meter over de golven vliegen, en dan plonzen ze er weer in. Waarschijnlijk vluchten ze voor ons schip. Maar in de nacht zien ze ons schip niet goed aankomen, denken we, en kunnen ze ons niet goed ontwijken. Zodra het schemerig wordt vliegen ze op en over de boot, terwijl dat overdag niet gebeurt. In de nacht hebben onze zonnecellen een ander nut dan stroom maken, namelijk voorkomen dat je een natte kledder vis in je nek krijgt.

Dan hebben we nog een foto van ons nieuwe gadget, de sleepgenerator. Hier zit de lijn nog niet goed, en klettert de lijn in het rond spetterend achter ons schip. Even bijliggen en wachten was voldoende om de lijn uiteindelijk goed zonder te veel windingen te krijgen.

En dan zagen we net voordat de zon onderging Sal liggen. Het was nog maar 16 mijl. De wind was te weinig, dus we voeren op de motor. Op afstand zagen we drie bergen ( niet erg hoog) en de rest is vlak. Raar idee dat 500 jaar geleden Columbus hier ook heen is gekomen en het ook zo zag liggen. Nou ben ik blij dat we tegenwoordig een plotter hebben, want ik zou niet zonder in het donker naar de haven durven varen.

Beslommeringen onderweg naar Sal (Kaapverdië); dag 4

Nog maar 240 mijl tot het eiland Sal. Moet lukken in 2 etmaaltjes. Verder verheugt Wouter zich echt op het eiland Sal. Dat komt omdat Bas, zijn allerbeste vriend, daar ook naar toe gaat met kerst. Waarschijnlijk zijn wij dan net weer vertrokken, maar het idee dat ze dan toch allebei dezelfde plekken hebben gezien vindt Wouter erg leuk.

Tja, en wat gebeurt en nou zoal bij ons onderweg?

Nou, het is meestal spitsuur, voordat de nacht voor 12 uren invalt. Om 19.00 uur (UTC tijd) is het echt donker. Schemering kennen ze hier niet, dus het licht gaat echt om 19.00 uur uit. En de maan komt pas als een sikkeltje aan de horizon om 03.00 uur in de nacht, dus daar heb je ook maar weinig aan. Om die reden willen we voordat het donker wordt van alles geregeld hebben.
Dus om 17.00 uur begin ik met koken. Daar neem ik ruim de tijd voor, want als we van het ene oor naar het andere schommelen, is het nog best een kunstwerkje. Ik heb een heerlijk plekje in de keuken, waar ik me lekker klem kan zetten en toch overal bij kan. Ik moet ruime pannen kiezen, want als ik b.v. zoals vanavond gnochi kook met water tot de rand van de pan, loopt het er uit, ook al staat het gasfornuis cardanisch. Tijdens het koken is het dan ook een verbod voor de kinderen om in de buurt te komen, want het gebeurt me toch wel eens dat er kokend water over de vloer vliegt, en ik wil niet dat ze er per ongeluk onder staan. Maar het lastigst is nog om alles in de pannen te krijgen. Alles wat op het aanrecht staat schuift, dus het is altijd goochelen om je snijplankje en je mes en je groenten bij elkaar te houden, totdat het allemaal in liefst 1 pan ligt. En daarna is het weer goochelen om alles op de borden te krijgen en het bord dan met inhoud buiten te krijgen, zodat iemand het leeg kan eten.
Gelukkig is het me pas 1 keer overkomen dat ik tijdens het koken misselijk werd. Dat maakt het nog complexer, want dan moet je ook nog opletten dat je niet in de verkeerde pan, ehh… emmer, overgeeft (haha).
Stipt 18.00 uur eten we. Dan kunnen we met zijn allen even samen buiten zitten, nog in het licht. Daarna is het snel de afwas doen en de boot opruimen, zodat alles weer op zijn vaste plek ligt en het ook in het donker vindbaar is, en vooral niet door de boot vliegt.
De kinderen moeten zich dan ook vast klaarmaken voor naar bed. Tanden poetsen en voorlezen kan dan nog net. Vanaf 19.00 uur gebruiken we alleen nog de rode lampjes aan boord, omdat die niet verblindend werken voor degene, die buiten de wacht heeft. De kinderen mogen vanaf 19.00 uur ook geen aandacht meer vragen (hihi), want dan moeten Roelof en ik soms nog even puzzelen hoe we de zeilvoering doen voor de nacht. De snelheid doet er dan minder toe, comfort is veel belangrijker. Want in het donker zie je de golven niet meer, maar je hoort ze wel en voelt ze ook met het schommelen van de boot.
Om 20.00 uur gaat de eerste nachtwacht in. Ik zie altijd van te voren op tegen de nachtwacht. Maar achteraf was het dan toch altijd weer quality time. Je kan wat dommelen, boekje lezen of van muziek genieten en hebt alle tijd om dingen te overpeinzen. Maar soms ben je ook actief steeds de zeilen aan het trimmen, of scheepvaart om ons heen in de gaten aan het houden. En het grappige is dat je met het ingaan van de nacht altijd spanning hebt bij het idee dat je minder ziet, maar ben je gewend aan het donker dan zie je eigenlijk best veel (scheepvaart voert verlichting en zie je zo sneller, en verder kan je bij elke vallende ster weer een schietgebedje of wens doen, en de neonverlichting in ons zog van de algen is werkelijk prachtig). De ochtendwacht vind ik het allerleukst. Vanaf 7.00 uur wordt het licht en worden de kinderen wakker en komen gezellig buiten bij je zitten. Dan kletsen we wat af.

Gedurende de rest van de dag doen we eigenlijk niet zo veel. Af en toe wat bijslapen. Myrthe en Wouter hebben wel hun eigen rollen. Wouter zorgt heel goed voor het inwendige van de mens. Voor 12 uur krijgen we wat lekkers en om 16.00 uur regelt hij dat iedereen chips of een zoutje krijgt (net zoals bij Fay) en Oh, wat kan hij genieten van Noodles tijdens de lunch of wentelteefjes voor het ontbijt.
Myrthe vind het belangrijk dat er geen ruzie is en doet daar heel erg haar best voor. Ze doet alles samen met Wouter. Dat is dan meestal een luisterboekje of film buiten schooltijd, of gewoon ginnengappen om niets. Maar ja, ze heeft ook weer de koppigheid van haar vader plus moeder samen meegekregen, dus bij het uitzoeken welke film ze samen willen kijken (terwijl ze alles al 10 keer hebben gezien) gaat het dan toch wel eens mis, tot haar grote frustratie.
Ze kijken steeds meer films, die ik eigenlijk voor ons zelf heb meegenomen. Maar ja wij kijken tot op heden geen film. Ze hebben nu alle Harry Potter films gezien (laatste twee delen bij Thomas en Jesper). En ze kijken al naar de Pink Panther detectives en nu ook al naar de Scheepsjongens van Bonte Koe. Ook Engelse films worden nu gekeken en Myrthe zet de film steeds op pauze en leest dan de ondertiteling voor aan Wouter. Wouter wil ook de films “In de ban van de ring” zien. Maar eigenlijk is hij daar nog veel te jong voor. Want als hij ze dan heeft gezien droomt hij er toch weer van.

Onze positie is op 17/11 7:13 19-49.2’N 20-27.6’W