Kabalebo en Bigi Pan

Al snel weer de volgende blog, maar dan zijn we maar weer bij als we vertrekken richting Tobago. Ons plan is nu om zondag te vertrekken. De komende dagen doen we het lekker rustig aan, kunnen we mooi voorbereiden voor de overtocht. Is toch weer zo’n 500 mijl, maar de stroom staat mee, dus als het mee zit moet het in een dag of drie tot vier wel lukken…

We gaan met een klein vliegtuigje
Nadat we terug waren uit Botopasi hebben we maandag de boot verplaatst van Domburg naar Waterland waar we ook Remco en Willem van de Tignanello tegenkomen. Willem is ooit nog onze flottielje schipper geweest in Kroatië en het is leuk ze weer te zien. Bovendien hebben ze veel tips over de Carib waar wij ons zo langzamerhand ook wat meer in moeten gaan verdiepen. Ook is Waterland voor ons wel een bijzonder punt, het is namelijk het meest zuidelijke punt dat we bereiken dus als we hier weer vertrekken is de terugreis begonnen, al voelt het gelukkig nog niet zo. Coen en Joce komen ook nog even langs want zij zijn zo goed geweest om de auto even door te rijden.

Dinsdag staan we vroeg op, we moeten de banden van de auto nog oppompen, tanken en nog wat geld wisselen en we moeten om half elf op het vliegveld zijn want dan vertrekken we samen met Howy naar Kabalebo. Howy is gisteren uit Nederland aangekomen en wij gaan de komende week samen het binnenland in. Dat was nog een oud idee van meer dan tien jaar geleden, dus toen wij naar Suriname voeren wou hij niet achter blijven. Super leuk om hier samen een week met Howy op te kunnen trekken! Howy wordt door zijn schoonmoeder die in Paramaribo woont, gebracht en het is ontzettend leuk om elkaar hier in te treffen.

We gaan met een klein vliegtuigje, en het is ongeveer een uurtje vliegen naar Kabalebo. We hebben een mooi uitzicht en zien Paramaribo onder ons verdwijnen. Het valt op hoe ver Paramaribo zich nog uitstrekt naar het westen. Daarna wordt het snel heel erg leeg. We vliegen naar het zuid westen en we komen alleen zo nu en dan een rivier tegen, en een paar keer een weg, maar verder is het bos, hier en daar een moeras en nog veel veel meer bos.

Een oude Dakota
In de jaren 60 is bij Kabalebo door de overheid een vliegveldje en een paar gebouwen neergezet om te kijken of hier bauxiet gevonden kon worden. Toen dit niet rendabel bleek is het blijven liggen totdat er door een stel avonturiers een toeristenresort is gebouwd. Kabalebo ligt echt in the middle of nowhere, het dichtstbijzijnde indianendorp ligt 150 km verderop… Het is alleen per vliegtuig bereikbaar wat betekent dat alles moet worden ingevlogen,en het is vernoemd naar de Kabalebo rivier die langs het resort stroomt. Het is er prachtig, het lijkt wel een klein paradijsje hier midden in de jungle!

We landen keurig op een grasveldje en worden warm onthaald op Kabalebo. Er staat -naar goed Surinaams gebruik- een uitgebreide lunch klaar. We hebben een prachtige hut vlak bij een zwembad, dus Myrthe en Wouter zijn meteen enthousiast! ‘s Middags maken we een wandeling door de jungle samen met de gids Iwan. Howy en Iwan spreken Surinaams met elkaar waar ik in ieder geval helemaal niets van snap. Howy heeft een enorme camera bij zich waarmee hij prachtige foto’s maakt. Veel foto’s in de blog zijn dan ook van Howard want onze foto’s waren lang zo mooi niet.

Als eerste komen we een oude Dakota tegen die hier in de zestiger jaren geland is maar niet meer kon opstijgen en hier toen maar de rand van het bos is gesleept. Inmiddels heeft de jungle het vliegtuig geheel ingenomen. Wouter en Myrthe kunnen er natuurlijk leuk in klimmen. Verder is het prachtig om door de jungle te lopen en we zien weer van alles! Bij de rivier zien we grote roofvogels. Als we terug komen, varen we met een korjaal een stukje stroomopwaarts naar een stroomversnelling waar we kunnen zwemmen. Howy en de kids duiken meteen het water in, en als ik zie dat er niemand door Piranja’s wordt opgegeten spring ik er ook in. Het is heerlijk warm water in een prachtige omgeving en we vermaken ons prima. Als we terug komen bij Kabalebo hebben Wouter en Myrthe nog niet genoeg van het zwemmen en duiken we nog het zwembad in. ‘s Avonds eten we uiteraard weer uitgebreid en de kilo’s die er tijdens de oversteek vanaf waren gegaan komen er net zo snel weer bij, maar dat is prima, sterken we weer wat aan voor de rest van onze reis… ‘s Avonds klets ik nog tot na middernacht met Howy, het is erg gezellig om elkaar weer te zien en ook heel interessant om zijn verhalen over Suriname te horen.

De aal begint te sidderen…
De volgende dag sta ik heel vroeg op en met Wouter en Myrthe ga ik met het ochtend gloren over het vliegveldje naar de rivier. We proberen zachtjes te lopen, wat best een uitdaging is met twee kinderen, maar het maakt het wel extra spannend en Myrthe en Wouter sluipen als bos-indianen door de bosjes. Daar zien we een paar bos-konijnen en ook een roofvogel, maar het is te donker om ze goed scherp op de foto te zetten. We ontbijten om half acht en varen dan met een korjaal een stukje stroomafwaarts. Daar maken we een wandeling door de jungle naar Moi Moi toe waar een sidderaal zou moeten zitten. We wachten en proberen de sidderaal te lokken door met een takje op het water te tikken. Hoe we ook tikken, er komt geen sidderaal en na een half uurtje besluiten we weer door te lopen. Juist als we weglopen komt de sidderaal te voorschijn. Zij laat zich nu goed bekijken en zwemt gewillig achter het stokje aan totdat Wouter het te bont maakt en de aal begint te sidderen. Mooi moment om weer door te lopen anders worden we nog geëlektrocuteerd…

Na de stroomversnelling zitten vaak piranha’s
We lopen terug naar de Kabaleborivier, waar de korjaal van Kabalebo al wacht. We varen naar Kabalebo waar de lunchpakketten worden opgehaald en dan door naar een prachtig lunchplekje aan de rivier. Het kost wat moeite om Wouter weer mee te krijgen want hij vindt dat hij wel genoeg heeft gedaan voor vandaag, maar als we hem een lekkere lunch en zwemmen voorhouden wil hij toch wel mee. We lunchen bij een stroomversnelling waar we weer lekker kunnen zwemmen. Iwan leert ons dat het in een stroomversnelling veilig is om te zwemmen, vlak na de stroomversnelling (in diep water) zitten vaak piranha’s, maar in de stroomversnelling of er vlak voor is het veilig, daar stroomt het te hard en is het te ondiep. Bovendien komen ze hier vaker waardoor de piranha’s en kaaimannen hier wegblijven, toch handig om te weten… Myrthe en Wouter belagen Iwan en klimmen beurtelings op Howard, mij of Iwan, maar ze hebben in ieder geval reuze pret.

Op de terugtocht naar Kabalebo zien we van alles, eerst een hert langs de waterkant dat moeilijk weg kan omdat de wand naar boven heel steil is. Iwan probeert het hert nog te vangen, maar het hert vindt op tijd een plek waar het naar boven kan rennen (wel enigszins tot onze opluchting…). Daarna zien we nog een tapir langs de rivier, en verschillende vogels, zoals de zwarte arendbuizerd, de grote Amerikaanse ijsvogel, een sokoi reiger etc etc. Het is echt prachtig. Als we aankomen bij Kabalebo poseert er ook nog een black caracara die zo dicht bij zit dat ik het met mijn camera zelfs beeldvullend op de foto krijg. De kids laten zich met het golfkarretje door Amida bij het zwembad afzetten, tsja luxe went snel… ‘s Avonds logeert Wouter bij Howy op de kamer, terwijl hij Howy de oren van zijn hoofd vraagt over camera’s en foto’s maken.

Het “pad” is ook slipperig en steil
Donderdag horen we bij het ontbijt dat Wouter -zoals gewoonlijk- om zeven uur ‘s ochtends klaar wakker was, en dat Howard toen met hem naar de rivier is gewandeld om foto’s te maken van vogels. Voor Wouter zo te zien een prima begin van de dag! Vandaag is een wat zwaardere dag, want we gaan “Misty Mountain” opklimmen, een berg waar we op uitkijken van 500 meter hoog, op zich niet heel veel, maar we ontdekken al snel dat het lopen door de jungle een stuk zwaarder is dan over een mooi bergpad. Het is warm, en vochtig, maar het “pad” is ook slipperig en steil, maar het is een prachtige wandeling en we zien apen, prachtige paddenstoelen, en de “bospolitie”, een klein vogeltje, dat een enorm geluid kan maken. De kinderen vinden het wel zwaar maar na een uur of drie lopen zijn we boven en kunnen we lunchen met een mooi uitzicht over het oerwoud. Hier en daar hangt wel een wolk, maar het is tenslotte ook de “Misty” Mountain. Op de terugweg lopen we om de berg heen en komen we langs de “Charlie Falls”, een mooie open plek in het bos bij een waterval. Ik merk nu ook het verschil met het lopen over een gewoon pad want ik heb flink last van mijn knieën. Maar mijn schoenen zijn tenminste nog heel, Ranka daarentegen heeft losse zolen onder haar gympen, die nu met tape en draad nog net aan elkaar blijven hangen. Als we terug zijn,zijn we moe, maar desondanks duiken Wouter en Myrthe direct het zwembad weer in, onvermoeibaar…



‘s Avonds krijgen we nog een mooie oorkonde, en na het eten zouden we nog naar de Ocelot’s kijken die hier ‘s avonds vaak komen als ze gevoerd worden, maar we zijn zo moe dat we dat maar een dagje uitstellen. Myrthe gaat vannacht bij Howy logeren.

Madammeke ‘s nachts buiten was gaan struinen
‘s Nachts horen we bij ons huisje wat geschuifel en staat Myrthe opeens in ons huisje. Ze is midden in de nacht door het pikkedonker op pad gegaan omdat ze dat met Wouter had afgesproken (ze zouden stiekem van bed wisselen) en omdat ze haar knuffel wou halen. Als we vragen of ze dat niet eng vond, vertelt ze doodleuk dat ze wel een beetje de weg kwijt was geraakt en bij het dorpje waar het personeel woont terecht was gekomen, maar dat ze daarna wel de weg had gevonden. Is toch paar honderd meter lopen door het pikkedonker, waarbij ik het wel prettig vind om een lampje bij me te hebben. Ik breng Myrthe snel terug naar het hotel waar Howard slaapt, die overal doorheen is geslapen. Als ik terugloop valt me op hoe donker het is, en ben ik nog verbaasd dat Myrthe het überhaupt heeft gevonden… Howy vertelt ‘s ochtends bij het ontbijt dat hij een halve hartverzakking kreeg toenhij de knuffel bij Myrthe in bed zag liggen en zich realiseerde dat madammeke ‘s nachts buiten rond was gaan struinen. Maar ja, gelukkig is ook dit weer goed afgelopen…’

Een grote kaaiman…
Vandaag is de laatste dag op Kabalebo en gaan we kajakken. We overtuigen Iwan dat we wel een beetje weten hoe we een peddel moeten vasthouden en dat we beter met drie ipv twee kajaks kunnen gaan, zodat Myrthe en Wouter ook mee kunnen peddelen. De korjaal brengt ons een stuk stroomopwaarts naar Bivoua, zodat wij lekker met de stroom mee kunnen kanoën. Een kano is eigenlijk wel het meest ideale middel om hier rond te varen, het is vrijwel geruisloos en je kan in alle rust naar vogels toe varen. We zien onderweg een grote kaaiman liggen waar we vlak bij kunnen komen, en ook een paar prachtige foto’s van kunnen maken (Iwan ontdekte de kaaiman, omdat er een reiger naar zat te turen; hij wilde weten waar de reiger naar keek en ontdekte zo het dier).

De volmaakte rust wordt zo nu en dan wel wreed verstoord door Myrthe en Wouter die onder luid kabaal elkaar’s kano willen enteren, maar daarna herstelt de rust zich weer.
‘s Avonds kijken we naar de ocelot (een soort kleine jaguar), die in het donker komt. Het ziet er eigenlijk wel schattig uit en het beest lijkt ook niet erg bang voor het groepje mensen dat staat te kijken en met zaklampen staat te schijnen. Omdat hij elke avond wordt gevoerd en hij de mensen van Kabalebo gewend is, lukt het nu om ook met toeristen naar de Ocelot te kijken op ca. 20 meter afstand.

Reservering niet gelukt
Zaterdag vliegen we terug in een nog kleiner vliegtuigje waar we net met zijn vijven in kunnen. We nemen afscheid van de mensen op Kabalebo, waar we heerlijk hebben kunnen genieten van de natuur, maar waar het ook heerlijk relaxed was. De piloot vertelt de kinderen wat wolken toch ontzettend leuk en bijzonder zijn en belooft dat we onderweg het raampje even open gaan doen als we in een wolk zitten. Echter zijn de kinderen tijdens het vliegen allebei door het geronk en de herrie heen in slaap gevallen en komt het daar dus niet van. We hebben weer een prachtig uitzicht over het oerwoud van Suriname en ongeveer een uurtje later landen we weer op Zorg en Hoop.

Ons plan is om vandaag direct door te rijden naar Nieuw Nickerie waar we gaan slapen in een hut op het meer Bigi Pan, wat een echt vogel paradijs schijnt te zijn. Ik had de de hut gereserveerd, maar als Howy nog even met Stefanie van Bigi Pan Adventures belt om te vragen waar we precies moeten zijn, blijkt de reservering niet helemaal gelukt. Er is geen plaats in de hut, maar gelukkig kunnen we de volgende ochtend wel worden opgehaald in Nieuw Nickerie en een dagtocht op het meer maken. We rijden in ongeveer drie uur op de bonnefooi naar Nieuw Nickerie over een behoorlijk goede weg. Daar zoeken we even (eerste hotel is vol) en vinden dan een prima hotel voor een heel schappelijke prijs.

Met een noodgang de sleephelling op

‘s Ochtends worden we keurig om half acht opgehaald en een half uur later zitten we in een boot die eerst een stukje de Nickerie Rivier op vaart totdat we bij een soort “sleephelling” komen. De sleephelling zit op een dam die het water van de Nickerie rivier scheidt van het brakke water in het Natuurgebied Bigi Pan. Wij stappen uit en de bootsman vaart dan met een noodgang de sleephelling op, waarop een stalen constructie met rolletjes is gemaakt zodat de boot een heel stuk omhoog rolt. Het laatste stukje moeten wij de boot over de dam heen slepen voordat die aan de andere kant van de dam weer het water in “rolt”. We zijn nu op het Jamaer kanaal, dat naar “Bigi Pan” toe gaat. Bigi Pan is een ondiep meer met brak water waar meer dan honderd vogelsoorten voorkomen, waaronder veel trekvogels, die hier inde winter overwinteren. Op de tocht door het Jamaer kanaal zien we van alles, Reigers, Ooievaars, Arenden, bijzondere kraaien, IJsvogels en ook nog doodshoofdaapjes (oftewel meneer Nelson van Pipi Langkous). Langs het kanaal staan er allemaal mangrove bomen, de witte, rode en zwarte mangrove. Aan het einde van het kanaal is er even een doorkijkje langszij waar we bossen zien aan het meer en waar rode ibissen in de bomen zitten. Wat een bijzonder felle rode kleur hebben ze. Zodra ze wegvliegen en je ze in de blauwe lucht ziet is het bijna oranje. Ze krijgen die kleur als ze volwassen worden en voldoende rode krabbetjes hebben gegeten. Howy schiet het ene na het andere plaatje met zijn camera, maar dit is dan ook wel een walhalla om vogels te fotograferen.

“Ik kan het niet” bui
Even later komen we bij het einde van het kanaal en varen een groot meer op. Er staan een aantal huizen in op palen, waarvan er een van Stefanie is. Het huis zit nu vol met stagiaires die stage lopen in Suriname (Artsen, PABO, fysiotherapie, enz). Terwijl zij verderop op het meer een modderbad gaan nemen gaan wij met de kano’s het meer op. Howy wil nog meer foto’s maken en gaat met de stagiaires mee. Wij krijgen baka bana’s, kunnen wat drinken en gaan dan kanoën. Myrthe probeert ook om in een kano te gaan varen, maar de wind is vrij krachtig en ze heeft een typische “ik kan het niet” bui. Uiteindelijk knoop ik haar kano maar aan de mijne vast en vaar het meer op. Gelukkig fleurt Myrthe ook weer op en is het prachtig varen.
Aranka is al een stuk verder gevaren richting de flamingo’s die daar zitten. Helaas vliegen ze allemaal op als ze in de buurt komt zodat ik nog een stuk verder moet varen naar de plek waar ze weer zijn neergestreken. Als ik bij Ranka kom gaat zij al weer terug en knoop ik Myrthe aan haar kano vast zodat ik wat sneller naar de flamingo’s kan peddelen. Maar het is het meer dan waard, er zitten echt honderden flamingo’s en als ik in de buurt kom dan vliegen ze vlak over me heen, echt een prachtig gezicht. Op de terugweg ga ik nog kijken bij een paar vissers die gewoon naast de boot staan. Het water is niet diep, op de meeste plaatsen minder dan een meter. Ze vissen hier door netten op te hangen waar de vissen dan in verstrikt raken, ik vind het maar een nare manier van vissen.

Als ik terug vaar naar de lodge komt er een korjaal aan met Ranka, Wouter en Myrthe. Ze krijgen een rondleiding, en gelukkig kan ik ook mee, de kano wordt gewoon achter op de korjaal gehesen. We zien weer een heleboel vogels, en vooral veel rode ibissen die je ook heel makkelijk herkent. Achter op het meer zijn de bomen dor doordat het daar te zilt werd, maar het ziet er wel mooi spookachtig uit… Je kan via de kreken die hier lopen helemaal doorvaren tot aan de kust, wat Howy gedaan heeft samen met de bootsman waar hij mee op pad is nadat ze de stagaires in de modder hebben achter gelaten.

Tsja… dan gaan we wel een probleem hebben
Als we terug komen op de lodge is er een lekkere lunch en daarna varen we weer terug via het Jamaer kanaal naar onze auto. Als we terug rijden naar Paramaribo worden we door de politie bij een controle aangehouden. Netjes geef ik mijn paspoort en rijbewijs, maar ze willen een internationaal rijbewijs zien (wat niet meer is dan een vertaling van je Rijbewijs, maar de officiële taal in Suriname is…?, juist!). Gelukkig herinner ik me dat Howy wel een Internationaal Rijbewijs bij zich had, dat vindt oom agent ook wel OK als Howy dan maar verder rijdt. Als de agent het internationale rijbewijs controleert valt hem op dat de gelijkenis met Howy wel erg ver te zoeken is… Howy heeft het Internationale rijbewijs van zijn vrouw Jamili meegenomen. De agent probeert het nog, “Waar is deze mevrouw?” Maar hij snapt ook dat even uit Nederland komen vliegen geen optie is. “Tsja… dan gaan we wel een probleem hebben”, zegt oom agent. Howy maakt de briljante opmerking dat hij slechts een kort verblijft in Suriname heeft en dat het niet zo’n groot probleem zou moeten zijn. De agent lijkt opgelucht dat er voor dit probleem ook weer een oplossing is gevonden en we mogen doorrijden. Bij de volgende controle enkele kilometers verderop vindt de agent het Nederlandse rijbewijs overigens wel voldoende… We brengen Howy thuis bij Jamili’s moeder, nemen afscheid en rijden inmiddels in het donker terug naar Waterland waar onze boot er gelukkig nog goed bij ligt.

De week hierna doen we allerlei klusjes, we brengen vijf paar schoenen weg waarvan de zool heeft losgelaten, laten de gasfles vullen, doen boodschappen etc. Ook komt Coen op dinsdag langs om aardrijkskundeles aan onze kinderen te geven, wat ze erg leuk vinden en donderdag komt Howy (die een klus doet bij TeleSur) ook nog langs in een enorme PickUp. Vrijdag zijn we uitgeklaard bij de vreemdelingenpolitie. Ons “kort verblijf” zou zaterdag verlopen en je mag ook maar maximaal een dag van te voren uitklaren. Ik dacht dat handig op te lossen door te zeggen dat we zaterdag zouden vertrekken terwijl we eigenlijk pas morgen de 25-ste vertrekken. Toen Wouter dat hoorde vroeg hij “Maar Papa, we vertrekken toch pas zondag?” waarop oom vreemdelingagent vroeg wanneer wij nou eigenlijk dachten te gaan vertrekken… Nou ja, maar verhaaltje omheen gebreid en Wouter streng aangekeken dat ie zijn mond moest houden waarop Myrthe er natuurlijk nog even een schepje er bovenop deed door te vragen “Pap, had Wouter dat niet mogen vragen?” Kortom, ik voelde me weer op en top met onze kids! Uiteindelijk vond oom agent het ook te veel gedoe om ons kort verblijf voor een dag te verlengen en heeft ie ons gewoon per zaterdag de 24ste uitgeklaard, “Een dagje later vertrekken met de boot, dat gaat geen probleem zijn hoor…”. Verder heeft Aranka nog een uitgebreide blog geschreven over deze week, dus misschien komt die ook nog voor onze volgende overtocht naar Tobago waar we morgen ochtend (zondag 25 jan) naar toe vertrekken.

 Suriname

Na een eerste week Suriname zijn we weer bijgekomen van de oversteek, en ook weer tijd voor een blog. Ik begin op 22 december twee dagen voordat we aankwamen. Wel een beetje lange blog, maar ach het is nieuwjaar…

http://youtu.be/PxbS54W3V-8


Als Aranka ‘s ochtends vroeg rond zes uur wakker wordt om de wacht over te nemen ontdekt ze dat Myrthe 39,5 graden koorts heeft en klaagt over kramp in haar nek. Ze heeft een wondje aan haar voet dat al een paar dagen aan het ontsteken is, op zich niets verontrustends maar bij elkaar schrikken we er toch behoorlijk van omdat dit ook de symptomen zijn van hersenvliesontsteking en dat is nou net iets wat je niet 400 mijl van de kust mee wilt maken. Bovendien zijn we allebei behoorlijk moe waardoor we waarschijnlijk ook nog wat emotioneler reageren dan als we goed uitgerust waren. We bespreken samen wat we het best kunnen doen en besluiten dan dat we de Radio Medische Dienst via de Nederlandse Kustwacht bellen. Hiervoor hebben we tenslotte een satelliettelefoon bij ons. We krijgen de Kustwacht te pakken maar net als de arts is opgepiept en we zijn doorverbonden verbreekt de verbinding. Blijkbaar is er even geen satelliet boven ons…

Na ongeveer een half uur lukt het om acht uur ‘s ochtends opnieuw om verbinding te maken met de Kustwacht. Ik sta ervan te kijken hoe goed we geholpen worden. De Kustwacht heeft inmiddels uitgezocht dat, mocht er een evacuatie nodig zijn, dit het beste vanuit Cayenne (Frans Guyana) georganiseerd kan worden en adviseert ons richting Cayenne te varen. Daarna worden we met de arts van de Radio Medische Dienst doorverbonden die een aantal vragen stelt en gelukkig niet denkt dat het iets met hersenvliesontsteking te maken heeft. Myrthe is helder en kan haar kin op haar borst leggen en dat past niet bij het beeld van hersenvliesontsteking. Wij spreken af om twaalf uur opnieuw te bellen om te kijken hoe de situatie dan is. Voor de zekerheid houden we toch maar de koers van Cayenne aan, “better safe than sorry” in dit geval. Ondertussen ben ik ook nog jarig en Wouter heeft zich daar ook op verheugd, maar mijn hoofd staat er nu echt niet naar. We spreken af dat we eerst maar even afwachten tot twaalf uur hoe het met Myrthe gaat en dat we, als het dan beter gaat, mijn verjaardag vieren. Gelukkig knapt Myrthe in de uren daarna op. Haar koorts neemt af tot 39.0 graden en ze voelt zich ook beter dan ‘s ochtends vroeg. Om twaalf uur bellen we opnieuw met de Radio Medische Dienst en de arts vindt ook dat Myrthe vooruit is gegaan en dat we door kunnen varen richting Paramaribo. Aranka en ik zijn erg opgelucht. Gelukkig knapt Myrthe in de loop van de dag steeds verder op, wat toch het mooiste cadeau op mijn verjaardag is. Je realiseert je op zo’n moment wel hoe alleen je bent midden op de oceaan en wij waren dan ook erg blij met de hulp van de Kustwacht en de Radio Medische Dienst van de KNRM.

Voordeel van vier uur richting Cayenne varen is wel dat we eindelijk uit de eddy’s zijn en de Noord Equatoriale Stroom mee krijgen die langs de Zuid Amerikaanse kust naar het noorden stroomt met ruim twee knopen En dat scheelt een heleboel vergeleken met de knoop tegenstroom die we hiervoor hadden!.
‘s Middags versiert Aranka de boot nog van binnen en eten we een lekker slagroom gebakje dat ze tussen de bedrijven door ook nog heeft klaargemaakt. Het is wel een rare verjaardag zo midden op zee, maar we zijn met zijn allen vooral blij dat Myrthe weer beter wordt. Ze begint al weer ongehoorzaam te worden, dat is voor ons het teken dat ze echt beter wordt…
‘s Avonds krijgen we ook nog onze eerste squall over ons heen, met ruim dertig knopen wind en echt HEEEEEL VEEEEEL regen. We hebben de zeilen gereefd en varen met alleen een dubbel gereefd grootzeil. Toch vliegen we over de golven terwijl de zee wit oplicht van de enorme bak regen die erin klettert. Nou ja, alles is weer schoon en wij hebben ook weer een douche gehad. Gelukkig is het niet koud, en de rest van de nacht blijft het rustig en kunnen we weer wat slapen. Wel houden we twee reven in het grootzeil, je weet maar nooit wat er zo op je af komt.
Na een eerste week Suriname zijn we weer bijgekomen van de oversteek, en is er ook weer tijd voor een blog. Ik begin op 22 december twee dagen voordat we aankwamen. Wel een beetje lange blog, maar ach het is nieuwjaar…

Dinsdag ochtend zien we opnieuw een donkere lucht op ons af komen. We krijgen nu niet een maar zeker tien squalls achter elkaar over ons heen. De ene is nog niet voorbij of de volgende dient zich al weer aan. Als de lucht opklaart na de laatste squall zijn we er ook wel klaar mee. We zijn nu wel schoon genoeg geregend. We varen een paar uur lekker op één oor. Alhoewel we inmiddels langs de kust van Suriname varen, geeft Suriname zich nog niet prijs. Het ligt onder een dik pak wolken dat langzaam onze kant op komt. In de middag komen we onder deze donkere lucht en krijgen we opnieuw een regenbui over ons heen. Het lijkt geen squall te zijn want deze bui duurt langer, een paar uur, en er zit ook niet zoveel wind onder en hij komt uit het westen en niet uit het oosten. In de loop van de nacht wordt het weer rustig en varen we heerlijk onder een prachtige sterrenlucht richting Surinamerivier. Net voordat we bij de aanloop van de Surinamerivier zijn krijgen we nog een laatste squall over ons heen, nou ja, het schiet wel lekker op onder zo’n bui. Na deze squall valt de wind weg en bij de uiterton halen we de zeilen weg. Op de motor varen we de rivier op. De Surinamerivier is goed betond maar het is even wennen dat ze het IALA-B systeem gebruiken, waardoor we de rode boeien aan stuurbord moeten houden in plaats van bakboord zoals we in Europa gewend zijn. We melden ons netjes aan bij de MAS (Maritieme Autoriteit Suriname) die ons meldt dat er twee zeeschepen de rivier af komen en dat we daarvoor uit de weg moeten. De rivier is diep genoeg dus geen probleem denken we… We schrikken ons een ongeluk als we net buiten de betonning rakelings langs een rijtje vissersstaken varen. Twintig meter meer naar stuurbord en we hadden in de netten gezeten. Snel sturen we weer wat dichter richting de vaargeul.

We hebben veel stroom mee en varen tien knopen over de grond. Aangezien we aan het eind van de vloed zitten hebben we het plan om te ankeren bij het fort Nieuw Amsterdam en daar te wachten op het volgende opgaand tij. Als we echter bij Nieuw Amsterdam komen hebben we nog steeds meer dan drie knopen stroom mee. Bovendien is het nog steeds donker. Aranka oppert het idee om maar direct door te varen naar Domburg. Als we een keer voorbij Paramaribo zijn komen we ook met tegenstroom wel in Domburg, denken we, en het is wel heel aantrekkelijk om nu in een keer door te varen zodat we er ook echt zijn. Veel tijd om te besluiten hebben we niet, we vragen de MAS toestemming om door te varen en dan zijn we al voorbij Nieuw Amsterdam gespoeld.

Net voordat we bij Paramaribo aankomen wordt het licht. Dit is het moment waar ik al zo vaak aan gedacht heb, en waar we de afgelopen dagen zo naar toe hebben geleefd: na de Atlantische oversteek de Suriname rivier op varen. Dat is toch de allermooiste manier om aan land te komen? Alhoewel we allebei ook doodmoe zijn, genieten we intens van dit moment. Het voelt onwerkelijk om hier nu met ons eigen schip deze rivier op te varen, en we zeggen nog maar eens tegen elkaar dat we er echt zijn! Nee dit is niet de Maas of de Waal, dit is de Suriname Rivier!

Dan horen we op de marifoon een oproep van een zeiljacht dat door een losgeslagen duwbak van zijn anker is geslagen. De MAS reageert zeer rustig in tegenstelling tot de zeiler die door de duwbak aangevaren is… De duwbak drijft een paar mijl voor ons. Ik pak de verrekijker, en ja hoor daar dobbert een enorme bak op de rivier. Even oppassen dus als we er voorbij varen. We varen langs de Goslar, een Duits schip dat in de tweede wereldoorlog door de bemanning tot zinken is gebracht toen ze door het Surinaamse leger gevangen werden genomen. Nu, ruim vijftig jaar later, zijn ze er nog steeds niet uit wie de berging moet betalen…

We moeten nog flink naar stuurboord bijsturen om onder de hoogste doorgang van de Wijdenbosch brug door te varen, want het stroomt nog steeds hard. En dit blijft het ook doen tot we in Domburg zijn en daar aan een mooring afmeren. Dus goede keus geweest om direct door te varen en heerlijk om “er te zijn”. Nadat we liggen, de zeilen netjes opgedoekt, openen we om een uur of negen ‘s ochtends een fles champagne. Twee glaasjes hebben op Aranka een total knock-out effect en die zien we dan ook de rest van de dag niet meer.

Eerste kerstdag eten we bij het restaurantje dat bij de moorings ligt. Als we naar de kant varen zien we dat een ander zeiljacht veel te dicht bij de kant ligt. De eigenaar van het restaurant (Huib) is inmiddels zijn boot aan het halen om het jacht op te halen en aan een andere mooring te leggen. Er is nog een handje nodig en dus stap ik ook aan boord en varen we naar het losgeslagen zeiljacht toe. We halen de mooringboei binnen en het blijkt dat een grote harp is los gegaan waardoor het jacht nu alleen nog aan een stuk touw en een een stuk staalkabel hangt. We brengen het schip naar een andere mooringboei en leggen hem weer vast. Het is jammer dat Wouter niet mee mocht op deze rescue actie, want de boot van Huib vaart echt super hard over de rivier, dat had Wouter fantastisch gevonden.
Het eten is heerlijk, we eten vissoep, kip, vis en een lekkere groentemix. Het is gezellig en we leren een heleboel over Suriname. Het is een gezellige mengeling van zeilers, mensen die op de grote vaart hebben gewerkt en de eigenaar Huib die boer is geweest.

Tweede kerstdag huren we een autootje voor slechts Euro 10,00/dag. We rijden richting Paramaribo en laten onze crewlist afstempelen bij de vreemdelingenpolitie (deel één van drie). Daarna rijden we naar het centrum en lopen daar een paar uur rond. Het is een heel bijzondere stijl, al die houten huizen, maar het maakt ook een vervallen indruk. Een likje verf zo hier en daar zou wonderen doen! ‘s Avonds rijden we nog langs Waterland, een jachthaven iets verder op de rivier. Mijn neef Martijn heeft hier een pakketje naartoe gestuurd en we willen hier later onze boot leggen als we het binnenland in gaan. We komen er wel, maar ik geloof dat we niet helemaal de gebruikelijke route nemen. We rijden over een pad met enorme kuilen en plassen. Wonder boven wonder houdt onze oude Toyota het vol, waarschijnlijk wel met een paar kale plekken onder de bodem… De eigenaar van Waterland, Noel is bijzonder vriendelijk en heeft een kerstdiner georganiseerd. Het ziet er heerlijk uit en hij heeft nog wel een tafeltje over, en dus zitten we even later aan een heerlijk kerstdiner. De haven ziet er prima uit en we reserveren meteen een plek voor januari.

‘s Avonds komen we terug in Domburg waar we met “de stamgasten” nog wat drinken. Al met al een bijzondere maar ook erg leuke kerst!

Zaterdag gaan we op bezoek bij mijn neef Michel die samen met zijn vrouw Karin en pas geboren zoontje Tobias in Paramaribo woont. Wist ik ook niet, de familiebanden aan de Crevecoeur kant zijn niet erg hecht, maar van een collega die ook in Paramaribo woont hoorde ik al dat er een Crevecoeur in Paramaribo woonde en later hoorde ik via mijn ouders dat mijn Neef inderdaad hier woont. Leuke verassing dus! We maken nu voor het eerst echt kennis met het verkeer in Paramaribo en komen zeker een uur later aan dan gepland. Maar het is erg gezellig en we leren weer een heleboel over Suriname en het werk dat zij hier doen, en het is natuurlijk leuk om de jongste Crevecoeur-en telg van de familie te zien!

Als we met Michel en Karin over Suriname praten valt het ons op hoe sterk Suriname en Nederland nog aan elkaar verbonden zijn, maar ook hoe moeilijk de verbinding tussen Suriname en de rest van zuid Amerika is: Veel van de wetten zijn op Nederlandse wetten gebaseerd, maar ook het vervoer; de snelste route van Paramaribo naar Buenos Aires is via Amsterdam, vrijwel alle spullen worden via Amsterdam geïmporteerd omdat er vanuit andere landen nauwelijks vrachtschepen varen op Suriname. Ook over de weg is de route naar de rest van Zuid Amerika niet echt makkelijk, via Frans Guyana moet je je auto verschepen om in Brazilië te komen en last but not least de mensen spreken Nederlands en ook goed Engels maar nauwelijks Spaans en Portugees, wat toch wel onhandig is in Zuid Amerika. Dan lijkt mij een oplossing zoals voor Frans Guyana die onderdeel van de EU zijn toch handiger…

Zondag is Wouter jarig en dus is het feest! We gaan naar Colakreek waar je lekker kan zwemmen in helder, maar Cola kleurig water. Ook is er voldoende speelruimte. We versieren de eet-bank met vlaggetjes en alhoewel de taart ontbreekt is het toch heel feestelijk! Aranka en ik genieten van de rust en de tijd om lekker een boekje te lezen. De omgeving is prachtig, er vliegen mooie vogels rond en we horen allerlei oerwoud geluiden. Kortom een heerlijk dagje uitrusten!

Over maandagochtend moeten we het maar niet al te lang hebben. We probeerden deel twee van drie maal inklaren af te ronden. Helaas…, het ministerie waar ze toeristenkaarten afgeven had besloten dat ze een middagje vrij hadden, dus toen wij om tien voor twaalf aankwamen waren ze al niet echt geneigd ons te helpen. Toen we ook nog onze toeristenkaart in Surinaamse Dollars wouden betalen werd het luikje letterlijk dichtgegooid. Alleen euro’s en dollars werden geaccepteerd, hoezo onafhankelijk?! Wat een bureaucratie, twee uur voor niets in de auto gezeten, bah! Morgen weer een kans. Nou dan maar een lekkere taart halen want vanmiddag geeft Wouter nog een feestje in Domburg, had ie zelf bedacht en hij heeft de stamgasten ook zelf uitgenodigd. Het is nog wel een stukje lopen maar dan vind ik bij Hollandia een echte ouderwetse Hollandse slagroomtaart. Als we terug zijn bij de boot bak ik ook nog een chocolade cake. Het restaurantje hebben ze helemaal versierd met ballonnen voor Wouter en zijn feestje wordt erg gezellig. Akash, een jongetje van Wouter zijn leeftijd is er ook, en al snel spelen ze met zijn drieën en hebben we geen kind meer aan ze. Dinsdag probeer ik alleen het inklaren opnieuw te doen. Ik ben wat vroeger en sta ook iets korter in de file. Nu ik euro’s bij me heb is de toeristenkaart snel geregeld. Er wordt nog wel gevraagd waar de rest van de crew is, maar als ik overtuigend zeg dat die volgens de dienstdoende ambtenaar die gisteren dienst had, helemaal niet nodig is, is het zo ook goed, zucht… Nu moeten de paspoorten nog gestempeld worden. Volgens de reisgids moet dit bij de vreemdelingenpolitie, maar volgens de dienstdoende ambtenaar moet dit bij de Immigratiedienst die bij de Military Police is gehuisvest. De laatste zit vlakbij en even later ben ik klaar met inklaren. “U kunt nu van uw vakantie gaan genieten”. Mooi, dat is dan toch nog gelukt in 2014. Ik rij ook nog even langs bij het hotel van Umro, een collega die gisteren is aangekomen voor een vakantie in Suriname. Erg leuk om hem hier te ontmoeten en hij heeft ook wat onderdelen voor ons meegenomen zoals breekpennen van de buitenboordmotor, een kabel voor de buiten marifoon die kapot is gegaan en een roei-dongel voor de dinghy die was afgebroken. Wat is dat Internet toch makkelijk, alles te krijgen.

Ondertussen hebben de kinderen ontzettend hard aan school gewerkt en is nu dan eindelijk de kerstvakantie aangebroken! En niet zo maar een kerstvakantie, maar een van vier weken, waar krijg je dat nou nog? ‘s Avonds blijft Akash, een vriendje van Myrthe en Wouter bij ons logeren, wel makkelijk dat ze elkaar gewoon kunnen verstaan. Akash kijkt zijn ogen uit en vindt het maar wat gaaf om op een schip te slapen.

http://youtu.be/IZyjYur9Pas
http://youtu.be/c8l1EPK0O3g

Dinsdag is het oudjaar en gaan we naar Paramaribo voor het betere knalwerk. Gewapend met oordopjes en (zonne-) brillen rijden we naar Paramaribo. Het valt mee met de drukte en nadat we Akash bij zijn ouders hebben afgeleverd lopen we richting Domineestraat waar het spektakel om twaalf uur ‘s middag start. Nou het was inderdaad oorverdovend, wat een enorme hoeveelheid lawaai en herrie! Howard had ons gewaarschuwd, en terecht. Toch is het leuk om een keer mee te maken,maar na een uurtje heeft Wouter het wel gezien en met name gehoord. Op de terugweg zien we nog een drumband, acrobaten die door hoepels springen en motoren die een burn-out maken, kortom een en al spektakel! Tussen de menigte komen we ook nog Dennis de Smidt tegen die hier werkt en ook andere zeilers die ook in Domburg liggen komen we tegen. Alhoewel het gigantisch druk is, is Paramaribo toch ook weer heel erg klein, je komt elkaar makkelijk tegen. ‘s Middags gaan we naar de Palmentuin en als we wat drinken bij Zus & Zo, komen we ook nog een tweede collega, Wilko aan de Meulen tegen die Wouter nog gezien heeft toen hij pas geboren was, en hier nu op bezoek is bij zijn dochter die stage loopt n Paramaribo. Een grappig en onverwachts weerzien! Later op de middag ontmoeten we last but not least ook nog Umro die hier ook op vakantie is. Het is erg gezellig en erg interessant om van Umro te horen hoe hij nu Paramaribo ervaart nadat hij er ruim tien jaar niet geweest is. Wel bijzonder, om hier in Paramaribo zo veel bekenden en collega’s te ontmoeten, ik heb het idee dat ik hier meer kpn-ers tref dan op een zonnige dag op het Plein…
Aan het eind van de middag rijden we terug naar Domburg, de stad zit helemaal vast met mensen die of de stad uit willen of er alsnog in willen. Op de valreep vinden we ook nog de laatste vier oliebollen in Paramaribo, ze smaken er niet minder om, heerlijk!

http://youtu.be/TzSw215WkrM

‘s Avonds is het gezellig met mede zeilers en de stamgasten van& het restaurantje bij de moorings. Vanuit Domburg iedereen een heel goed en gezond 2015 gewenst!

Lekker relaxen op Sal

Nadat we heerlijk geslapen hebben achter ons anker is er woensdag voor de kinderen school. Ik ga ondertussen kijken hoe ik kan inklaren. De havenpolitie is erg vriendelijk en na het invullen van de nodige papieren moeten alleen de paspoorten nog op het vliegveld gestempeld worden. Volgens de havenpolitie kan ik dat alleen doen en hoeven Aranka en de kinderen niet mee. Daar denken ze (uiteraard) op het vliegveld weer heel anders over. Gelukkig hebben ze prima internet op het vliegveld dus kan ik alle mail en alle reacties op onze blogs downloaden. Ontzettend leuk om te lezen. Daarna dus taxi terug naar Espargos (stadje midden op het eiland) en busje terug naar Palmeira waar we met onze boot liggen. ‘s Middag samen met het gezin opnieuw naar het vliegveld. We hebben pech want er vertrekken net twee vliegtuigen en dus moeten we (best wel) lang wachten. Het Internet doet het gelukkig nog steeds dus we kunnen mooi wat mails beantwoorden. Uiteindelijk wordt het rustig en is ook de lunchpauze van de politie voorbij en dan krijgen wij ook onze stempels in ons paspoort. We gaan terug naar Espargos, lopen wat rond, kopen een internet SIM en gaan lekker op het centrale pleintje wat drinken en relaxen. ‘s Avonds eten we een lekker visje dat we gekocht hebben van een andere boot die hier al wat langer ligt en zo wat bijverdient. ‘s Avonds zijn we nog steeds moe van de oversteek en gaan we vroeg slapen.

Sal bevalt ons prima! De mensen zijn ontzettend vriendelijk en vrolijk en het komt allemaal erg relaxed over. Palmeira is een klein vissersdorpje waar het lijkt of de tijd heeft stil gestaan. Elke ochtend is het een drukte van jewelste als de vissersbootjes binnen lopen en de vis wordt schoongemaakt op de kade. Hier komen ook elke ochtend weer een paar busladingen toeristen uit Santa Maria naar kijken, die een uurtje op de kade worden gedropt en dan weer vertrekken zodat de rust weerkeert. De vrouwen lopen hier met grote schalen op hun hoofd (voornamelijk voor de bus-toeristen) en verder lijkt het of iedereen een beetje in de schaduw hangt. De bevolking is opmerkelijk jong (gemiddelde leeftijd 19 jaar) en dat merk je ook als je rondloopt, veel vrolijke jonge mensen. Aan het eind van de middag lopen de cafeetjes vol en hoor je vanaf de terrasjes liedjes zingen en soms een gitaar spelen. Kortom hier kan je uitstekend tot rust komen.

Donderdag doen Wouter en Myrthe hun school voordat we naar Santa Maria gaan. We nemen een busje is Espargos naar Santa Maria wat een grote stad in het zuiden van Sal is. Al van een afstand vanuit de bus zien we een heel ander soort stad. Grote hotels en resorts langs de kust. Het is duidelijk, dit is waar alle toeristen naar toe gaan die we op het vliegveld zagen vertrekken. Bij het strand is er allerlei vertier, huren van Squads, (ahhhh Pap, alsjeblieft….),surfschool, duikschool, flyboarden etc. Maar je kan er ook heerlijk zwemmen. Myrthe krijgt vlechtjes en kraaltjes in haar haar, en we relaxen een middag deels op het strand deels op een terrasje. Kortom het lijkt wel vakantie… ‘s Avonds eten we een heerlijk visje bij een Australiër voordat we weer met de bus terug gaan naar Palmeira.

Vrijdag doen Wouter en Myrthe hun rekentoets van blok vier. Ze doen het beiden goed, maar Myrthe doet echt haar best en controleert ook alle sommen zodat ze de toets foutloos maakt. Myrthe is om elf uur al klaar met school en Wouter geven we de rest van de dag ook maar vrij, want die heeft geen zin meer. Kortom, het is weekend!. We gaan met een taxi naar Pedra de Lume waar volgens de Imray Pilot een leuk haventje is en volgens het Internet ook nog een zoutwinning is waar het leuk is om te kijken. Als we de taxi zijn uitgestapt staan we echt “in the middle of no-where”. We zien een paar huisjes op een droge vlakte, een verlaten en half vergane kabelbaan en verder een grote droge woestijn… Het haventje is inderdaad wel aardig, maar Aranka en ik denken allebei hetzelfde, “Was dit wel zo’n slim plan…?” De taxi is weg en hier is verder helemaal…NIETS. Zo nu en dan steekt de wind op en waait er een stofwolk door de lucht voordat alles weer stil wordt.

Toch zou hier nog die zoutwinning zijn…. We slaan op goed geluk een stoffig zandpad in, geen idee waar het heen gaat. Dan zien we opeens achter ons een grote stofwolk veroorzaakt door een grote 4×4 waarin een groepje westerse toeristen zit. Publiek dat zeker niet voor het plaatsje of het haventje komt. We lopen maar achter de auto aan en al snel komen we via een tunneltje in een oude krater waar zout wordt gewonnen. De toegangsprijs is afgestemd op het publiek dat er komt, maar dat is prima, dan komt er tenminste wat geld binnen. De krater is onder de grond verbonden met de zee en zo stroomt er zeewater de krater in. Het water verdampt en het zout blijft achter. Vroeger werd dit zout via de kabelbaan naar de haven vervoerd, tegenwoordig wordt het direct gereinigd en dan in zakken met een vrachtauto vervoerd. We kunnen er ook zwemmen in heel zout water (ca. 25 keer zo zout als normaal zeewater) waardoor je net als in de dode zee op het water drijft. Wouter en Myrthe vinden het prachtig, helaas krijgt Myrthe last van al het zout (op schaafplekken) en gaat uit het water, maar Wouter geniet enorm.


Als we klaar zijn met zwemmen kijken we nog wat rond en lopen langs de huizen die samen Pedra de Luma vormen. Een rij huizen midden in de woestijn. Veel bewoners zitten voor hun huizen en we hebben de indruk dat hier niet vaak toeristen langs lopen. Maar nu moeten we terug. Er zijn hier geen busjes of taxi’s, dus liften maar. Alle auto’s met toeristen rijden gewoon door, en we snappen dat het wel eens een lange wandeling kan worden naar Espargos. Ook niet erg want het heeft wel wat om zo door het niets te lopen, hier en daar een huisje en verder leeg. Dan komt er een klein bestelbusje langs dat ons meeneemt. Wouter geniet, zonder gordel achterin de laadruimte, dat mag thuis niet, en is dus heel leuk!

We zijn nu snel en voor het donker is Espargos waar we nog wat drinken op ons favoriete pleintje terwijl Wouter en Myrthe in de bomen klimmen. Ook proberen we ons SIM-kaartje op te waarderen dat wel heel snel leeg raakt. Tien euro voor 100 Mbyte is wel erg duur… We zetten er nog maar eens 10 euro op, maar volgens de winkelbaas moet het kaartje als datakaart worden geconfigureerd anders is het zo weer leeg. Tsja… eenvoudig hè? Nou ja we lopen naar het kantoor van Unitel en daar worden we prima geholpen. Kaartje wordt goed geconfigureerd en we krijgen ook het weggelopen tegoed weer terug. Als dank krijgt de Unitel mevrouw die ons helpt een mooie KPN-pet!

‘s Avonds eten we in Palmeira bij een lokaal restaurantje waar het druk is en het er erg gezellig uitziet. Er wordt gezongen, gitaar gespeeld en na het eten staan Wouter en Myrthe snel snel met twee meisjes tafelvoetbal te spelen. Zij integreren toch makkelijker dan wij dat doen…, maar we genieten enorm van de avond en het eten is ook nog heerlijk.

Vandaag maken we ons klaar voor vertrek naar São Nicolau, zo’n 80 mijl naar het westen. Schijnt een prachtig eiland te zijn en we zijn erg benieuwd. De bootpapieren hebben we gisteren al opgehaald bij de havenpolitie. Nadat ik met Myrthe brood gehaald heb maken we kennis met de bemanning van de Lucy. Zij hebben ook kinderen en we spreken af dat ze aan het eind van de ochtend komen spelen en koffie komen drinken. Het is erg gezellig, ze komen uit Zwiterland en het is leuk om hun avonturen en belevenissen te horen. We komen erachter dat ze 30-50 mijl voor ons gevaren hebben tijdens de oversteek van La Gomera naar Sal. Zij hebben geen AIS-zender dus we hebben ze niet gezien, maar achteraf was de zee dus toch iets minder leeg dan het leek…

Anyway de rest van de dag hebben we letterlijk geen kind meer aan ze. Wouter en Myrthe gaan samen met Gabriel naar de kant zwemmen. Dat is best wel ver en als ze daar aankomen is de branding toch wat heftiger dan ze dachten. Als we ze weer terug zien zwemmen haal ik ze maar op met de dinghy anders wordt het wel erg ver. Wouter is er blij mee, die begon al behoorlijk moe te worden en kan toch nog iets minder goed zwemmen dan de twee meiden. Nu kijken ze met zijn allen film…

Vijf dagen op zee richting Kaapverdië

We hebben onderweg wat foto’s en filmpjes gemaakt.

Het afscheid van de Volonté was weer lastig. De kids hebben het zo heerlijk samen, dat we weer met smart op hun komst in Mindelo wachten. We hopen dat het weer goed komt met de rug van Eric en dat ze als het weer het toelaat onze kant ook op kunnen komen.

We verlieten La Gomera in de middag, dus toen de zon onderging hadden we prachtig zicht achterom.

Een filmpje van Roelof die relaxed een koffiebroodje eet tijdens het sturen, terwijl 3 meter oceaan deining en wind 4 Bft ons vooruit blazen en surfen.

http://youtu.be/Bshf4PVgup8

Het is nog niet gelukt om de vliegende vissen ook vast te leggen (sorry Ruth, ik blijf proberen). Overdag zie je hele groepen uit het water komen, en minstens 200 meter over de golven vliegen, en dan plonzen ze er weer in. Waarschijnlijk vluchten ze voor ons schip. Maar in de nacht zien ze ons schip niet goed aankomen, denken we, en kunnen ze ons niet goed ontwijken. Zodra het schemerig wordt vliegen ze op en over de boot, terwijl dat overdag niet gebeurt. In de nacht hebben onze zonnecellen een ander nut dan stroom maken, namelijk voorkomen dat je een natte kledder vis in je nek krijgt.

Dan hebben we nog een foto van ons nieuwe gadget, de sleepgenerator. Hier zit de lijn nog niet goed, en klettert de lijn in het rond spetterend achter ons schip. Even bijliggen en wachten was voldoende om de lijn uiteindelijk goed zonder te veel windingen te krijgen.

En dan zagen we net voordat de zon onderging Sal liggen. Het was nog maar 16 mijl. De wind was te weinig, dus we voeren op de motor. Op afstand zagen we drie bergen ( niet erg hoog) en de rest is vlak. Raar idee dat 500 jaar geleden Columbus hier ook heen is gekomen en het ook zo zag liggen. Nou ben ik blij dat we tegenwoordig een plotter hebben, want ik zou niet zonder in het donker naar de haven durven varen.

Lava in alle vormen en kleuren!

Boven de wolken schijnt de zon!Na zo’n oversteek van 4,5 dagen zijn we toch behoorlijk moe. De douche is koud op Tenerife, maar dat geeft niet, want het is heet.
We lopen wat door de stad en zoeken de winkels met zeilspullen op. Maar die zijn het weekend dicht. Maandag weer proberen of we hier een sleepgenerator kunnen kopen.
We genieten van de stad, de rust, de planten die hier groeien. Alles is weer zo totaal anders dan Marokko. De Canarische eilanden zijn duidelijk heel erg op Spanje gericht. De Spanjaarden hebben medio 1400 dit eiland aangetroffen en het snel ingenomen en bebouwd, voordat de Portugezen dat deden. Ze spreken hier Spaans en gebruiken de euro, maar ze horen niet bij de Europese Unie. Er wordt hier niet door iedereen Engels gesproken, ondanks de vele Engels sprekende toeristen. En vooral is het hier weer schoon, geen plastic op straat, of smerigheid. En je kan hier weer een glaasje wijn drinken en bier (Dat was in Marokko nauwelijks te krijgen of peperduur). Kortom heerlijk even uit eten.

Zondag 26 oktober weten we dankzij onze i-pad dat we over moeten op de wintertijd. We drinken koffie met alle Nederlanders en leren nu ook de Tisento veel beter kennen. Daarna lopen we de haven eens uit richting het auditorium. Daarachter is in lavasteen een zwembad uitgehouwen. Het is heel ruim opgezet door dezelfde architect van het auditorium. Een heerlijke plek, waar we lekker luieren in de zon en de kinderen lekker zwemmen.

Maandag 27 oktober regelt Roelof een sleepgenerator. Hij is hier niet op voorraad in de winkels. Dus we bestellen hem bij Rob in Nederland en maken on-line geld over. Dat gaat allemaal razendsnel en die avond gaat alles al op de post naar La Gomera. Wat een service vanuit Nederland.
De kinderen doen deze dag een dubbele dag school. Ze werken hard en weten allebei 8 schoolblokken af te ronden. Dat is mooi, want dan hebben ze morgen mooi een dag vrij.
La LagunaDe middag houden we over en pakken een tram naar het dorp La Laguna bovenop de berg. Het behoort tot de UNESCO Werelderfgoedlijst. En als we er aankomen kunnen we ons dat voorstellen. Er rijden geen auto’s door de binnenstad en het is alsof de tijd hier stil heeft gestaan, sinds Columbus hier is gekomen. De huizen zijn 2 verdiepingen hoog, en hebben iets koloniaals, met houten balkonnetjes en binnenplaatsen met exotische tuinen. Het is hier heerlijk rondlopen. We eten in de avond bij een Italiaan in de tuin, Pizza en Risotto van de chef. Heerlijk.
Met de tram gaan we de steile berghelling weer af naar Santa Cruz. Het is hier weer net Spanje. Tussen de middag is alles gesloten tijdens de siësta, en in de avond vind je iedereen op straat. Nabij de haven is een enorme boulevard, waar skaters en skateboarders hun kunsten oefenen. Heel gezellig. Wouter neemt zich dan ook voor dat hij voor zijn verjaardag (of eerder) een skateboard wil vragen.

Dinsdag 28 oktober huren we een autootje. We proberen eerst een vergunning te krijgen in Santa Cruz om in het Nationale Park El Teide te mogen wandelen en de El Teide te beklimmen. Maar het blijkt dat we de vergunning in La Orotava kunnen krijgen en niet hier. Daar wilden we toch naar toe. Dus we rijden over de bergkam naar de andere kant van Tenerife, en naar de plaats La Orotava. Daar proberen we eerst het ministerie te vinden waar we de vergunning kunnen krijgen. We worden verkeerd gestuurd door het vvv-kantoor, en als het dan ook nog begint te regenen worden we allemaal chagrijnig. De vergunningen zijn al voor de hele maand november vergeven, en wij kunnen dus niets meer bemachtigen. Actie mislukt. We kunnen de top van El Teide, de laatste 200 meter, dus niet op.

We proberen te wachten tot de wolk overdrijft, maar dan kan je hier lang wachten. De wolk blijft gewoon hangen of groeit juist aan. Kortom die regen blijft. Zeiknat proberen we nog een beetje rond te kijken, maar genieten lukt niet meer. We halen wat brood en eten in een supermarkt en laten ons in de airco in de bolide weer opdrogen. We rijden verder naar het westen. Wij willen de 1000 jaar oude boom El Drago in de plaats Icod de Los Vinos wel eens zien. Leuk park, en nog even zoeken naar de juiste boom, want ze lijken hier allemaal wel honderden jaren oud.

We rijden ook nog langs een plek waar je wandelingen door de lavagrot kan maken, maar we zijn te laat, want de laatste wandelingen vertrekken om 13.00 uur. Jammer, dat had ons ook erg gaaf geleken.
Dan rijden we nog iets verder naar het westen, slingerend door de bergen, langs bananenplantages, naar de plaats Garachico. We zijn er precies met zonsondergang.
Aan de kust is de lava zo uitgehouwen door het water dat er een soort natuurlijke zwembaden of poelen zijn gevormd. We lopen er doorheen en het voelt heel grappig. Buiten de zwembaden is er een spektakel van branding en klotsende golven, terwijl het in de baden relatief rustig is. Wouter geniet van de opspringende golven en stuitert over de rotsen van enthousiasme. We lopen nog even door het dorp, maar daarna is het echt donker en rijden we terug naar onze boot en haven.

El Teide National ParkWoensdag 29 oktober. We staan al om 6 uur op en rijden om 7 uur weg met onze bolide. We kiezen een hele mooie weg uit naar de vulkaan El Teide. Het is best bewolkt, dus we denken eerst nog dat we helemaal niets van de vulkaan zullen zien. Maar gaandeweg klimmen we steeds hoger en komen we boven de wolken.
Prachtige bossen rijden we door en op de uitkijk plekjes maken we steeds foto’s. Het is prachtig, maar we moeten opschieten, want we hebben een kabelbaan gereserveerd. De laatste km is het al weinig begroeid en rijden we door de zwarte, gele en groene lavarotsen en zien de El Teide met de top op 3718 meter hoogte liggen. Wij nemen vanaf 2400 meter hoogte de kabelbaan. Het is net een kermis attractie, het gaat razendsnel en super stijl omhoog en binnen 8 minuten staan we op 3500 meter hoogte met een geweldig uitzicht om ons heen. We zijn deze hoogte duidelijk niet gewend en ons hart begint harder te pompen, er wordt gehijgd bij een stukje rennen en ook krijgen we hoofdpijn. Hoog tijd om snel aan onze afdaling te beginnen. De afdaling is spectaculair qua veranderende omgeving. Het is een maanlandschap met zwart lavasteen en nog veel meer andere kleuren. Je ziet de uitgeharde lavasporen nog lopen. De laatste uitbarsting was in 1909 en de vulkaan zou ongeveer elke 100 jaar uitbarsten. De laatste 200 meter omhoog zijn ontstaan bij de laatste uitbarsting. El Teide zou al een 500.000 jaar oude oervulkaan zijn, de derde grootste in de wereld. Je kan je er wel iets bij voorstellen als je er op staat.

De wandeling naar beneden schiet best op. Wouter en Myrthe rennen zelfs af en toe als berggemsjes naar beneden. Op een gegeven moment lopen we zelfs weer even door struiken en dan tussen rood gebergte met pikzwarte eieren lava, die naar beneden zijn komen rollen (en tijdens het rollen als een sneeuwbal groter zijn geworden). Het is een soort maanlandschap alhoewel ik nog nooit op de maan ben geweest. Eenmaal beneden rijden we weer verder naar het bergdorpje Vilaflor en daarna pakken we de zuidelijke route over Tenerife terug naar de haven. We zijn moe maar zeer voldaan.
En dan toch willen wij nog proberen wat iedereen zegt dat je niet op 1 dag moet willen proberen. We tanken (tankjes diesel vullen), we doen boodschappen bij een mega grote Carrefour. En dan willen we ook nog campinggas. Dat laatste lukt niet meer dat doen we morgenochtend wel voor ons vertrek.
Uitgeput en Wouter met fikse hoofdpijn vallen we in slaap. Toch hoogteziekte?

Donderdag 30 oktober, varen we uiteindelijk na alle voorbereidingen om 12.00 uur weg uit de haven. Helaas weinig wind, dus op de motor. En dan zien we plotseling de Volonté op de AIS. We roepen ze gauw op. Wat een ontzettende pech dat wij nu net wegvaren. We overwegen nog om terug te gaan, maar dat is ook niet echt handig als we onze spullen die naar La Gomera worden verstuurd willen ophalen. Dus we varen toch maar door en proberen later een goede afspraak te plannen.
Vandaag varen we 20 mijl naar het zuiden naar de ankerbaai Abona.
Maar onderweg worden we verrast door walvissen. Ineens zien we steeds twee waterspuiten op een mijl afstand. Roelof vaart er heen. We zien twee zwarte grote ruggen door het water schuiven. Gaaf zeg echte walvissen. Alleen welke soort zou dat nou zijn? We hebben er te weinig van gezien om daar iets over te kunnen zeggen. Grienden of
Het was kort, maar voelde spectaculair.
2 walvissen!
waterspuit walvis!

Tussen de waterhozen door naar mooi weer


Maandag 22 september eet Wouter op de Volonté die vanmiddag is aangekomen in Sines. Wouter ontving ze in de dinghy en deed daarna een poging om ze de haven binnen te loodsen (wat overigens neerkwam op in de weg liggen). De kinderen hebben alleen nog maar oog voor elkaar als ze weer bij elkaar zijn. Wouter en Myrthe hebben geluk want ze mogen bij de Volonté blijven eten. Wij ook, want we hebben lekkere garnaaltjes en nu dus ook een heerlijke rustige avond zonder kids. Handig hoor zo’n gratis oppas .
Behalve de Volonté kwamen er vandaag nog en heleboel Nederlandse boten aan, zodat de hele steiger ermee vol lag. Gisteren zijn er een heleboel Nederlandse vertrekkers aangekomen in de haven van Sines.
Dinsdag 23 september loopt de haven van Sines weer helemaal leeg. Wel acht Nederlandse vertrekkersschepen varen uit, het lijkt wel een Flottielje. Ook wij varen de haven uit. We zijn om 5.00 uur opgestaan en om 6.00 uur gooien we los. We vertrekken vroeg omdat we vandaag 65 mijl moeten varen naar de volgende ankerbaai en we daar graag een beetje bij tijds willen aankomen. Een Frans schip wat gisteren ruziënd aankwam vaart nu ook weer ruziënd weg, hoe houden ze dat toch vol, nou ja, Fransen… Binnen de havenkom hebben de meesten het zeil al gehesen en buiten de havenkom net buiten het ankergebied van de grote tankers, is iedereen aan het zeilen. Er staat best redelijk wat wind, helaas nog wel behoorlijk uit het Zuiden, dus we zullen wel moeten kruisen.
We krijgen direct al een paar buien over ons heen. Dat betekent hard werken, vooral Roelof zet de ene keer een rif in het zeil en dan weer er uit. Er staat af en toe behoorlijk veel wind in een bui, Roelof gaat naar voren om een Rif te zetten maar in de bui waait het zo hard dat hij maar meteen het derde rif zet, hebben we dat ook meteen getest. En dat terwijl de regen af en toe met bakken naar beneden komt, nou ja, lekkere douche zullen we maar zeggen, want het is lekker warm. De buien zijn niet mis en het zijn hele lage donkere wolken. Als we op afstand zien dat er regen uit komt proberen we met overstag gaan het één en ander te omzeilen. Geweldig leuk zijn de dolfijnen die hier weer lekker op vis aan het jagen zijn, maar toch af en toe even langs komen om te kijken. We zien ze niet lang, maar we zien er wel aardig wat.

Het is wel schrikken als we dan ineens tussen de zwarte wolken en regenbogen ook waterhozen zien. En dan horen we even later via de marifoon dat de Puff er midden in eentje heeft gezeten. Ze zagen hem op 100 meter aankomen over het water en konden nog net de fok wegdraaien en het grootzeil los zetten. In 10 seconden kregen ze een enorme bak wind over zich heen, ze gingen even flink schuin en daarna was het voorbij. Even later zien we er weer een ontstaan met een draaiende kolk uit de wolk boven ons. Indrukwekkend en imponerend, maar gelukkig zijn ze verder niet pal over één van de zeilschepen heen gegaan.
Even later klaart het op en ruimt de wind. Geen wolkje meer te zien, alleen een prachtig blauwe lucht met een lekker zonnetje. De wind is stabiel en komt precies uit de goede hoek. Het is een mooie kust met enorme klippen en rotsen. We worden opgelopen door de “Scoop”, een Nederlands zeilschip, zien we op de AIS. We proberen voor te blijven en trimmen ons een ongeluk aan de zeilen en halen het maximale eruit wat er in ons schip zit. Een tijd lukt het om de afstand gelijk te houden, maar dan komt ie toch voorbij. Gelukkig blijkt het een schip van zeker 46 voet en een veel hogere mast, daar zal het dan wel aan gelegen hebben…
Met laag staande zon varen we aan het einde van de dag om Cape De Sao Vicente. Bovenop de hoge klif staat een vuurtoren en heel klein zien we er mensen lopen, net mieren. Maar de wanden van de klif zijn alle kleuren bruin en rood, heel fraai. Ook zijn er in de klif grotten te zien die je eigenlijk met een zeekano zou moeten verkennen (Geoffrey zou ervan likkebaarden). We varen het hoekje om, vlak langs de kust en komen even later bij de ankerbaai bij Sagres aan. Was het eerst een lege baai, even later liggen er zeven Nederlandse schepen, het lijkt wel de Nederlandse vloot.
Maarten van de Ojala is vandaag jarig, en heeft ons allemaal uitgenodigd op zijn verjaardagsfeestje. Maar eerst zwemmen de kinderen naar de Volonté waar we vlak naast liggen. Ze spelen weer lekker met Thomas en Jesper en vandaag komen de jongens bij ons macaroni met ham en kaas eten. Het lievelingskostje van Myrthe en van mij. We zijn laat met eten en sturen dan toch onze kinderen gauw naar bed. Wij gaan dan zelf in het donker naar de Ojala. We hebben afgesproken dat de kinderen mogen bellen als er iets is. Maar dat voelt toch onrustig als je je eigen schip aan het anker ziet bewegen in het donker, wetende dat je kinderen er op zitten en je zit zelf 100 meter verder op een ander schip. Na 1 glaasje wijn voel ik ook nog de moeheid opkomen, en ga ik snel terug , hoe gezellig het ook is op de verjaardag van Maarten, met de hele Nederlandse club hier in Portugal, 1500 mijl van huis.

Verassingen langs de Portugese kust

…dan wordt er naar een mannetje aan de overkant gewezen

’s Ochtends proberen we Wouter en Myrthe snel aan het schoolwerk te krijgen zodat we ook snel Porto in kunnen. Ik ga kijken of ik een gasfles kan wisselen en kom vlak bij de haven Porto Doura in een heel leuk wijkje met smalle straatjes en een paar restaurantjes, supermarktje, cafeetje enz, en een heel levendig en gezellig straatleven. De huizen zijn allemaal betegeld met verschillende tegeltjes, soms met alléén een kleur, maar soms ook met een print. Dat maakt dat de huizen er heel gezellig uit zien. Als ik vraag naar een gasfles, word ik wat verder gestuurd, daar nog maar eens gevraagd en dan wordt er naar een mannetje aan de overkant gewezen. Inderdaad blijkt hij in zijn huisje wat gasflessen te hebben staan waaronder ook de campinggas fles die ik zoek. Zo ben ik een kwartiertje later al weer terug met gevulde gasfles.
Wouter en Myrthe doen echt hun best en om twaalf uur zijn ze klaar met school en kunnen we naar Porto. De haven ligt vlak bij de monding van de rivier de Douro en Porto ligt nog een stuk verder achter een hoge halfronde brug die we zien liggen. We hebben dus nog geen beeld van de stad. Maar het wordt al direct leuk als we er naar toe wandelen. We lopen langs de zuidzijde van de Rio Douro naar de karakteristieke brug “Ponte de D. Luis I” waar bovenop ver in de hoogte een metro rijdt en beneden de auto’s.

ze slaan en raspen erop los

Vlak bij onze haven hangen allemaal stokken met lijnen ertussen. De was wordt er opgehangen. Het is vlak naast een washuis, waar nog met de hand wordt gewassen. Ze slaan en raspen erop los, maar de was wordt weer schoon. Toch wel makkelijk een wasmachine, wat een werk… Verderop zijn veel mannen aan het vissen. Wouter en Myrthe mogen steeds in hun bak kijken, waar ze hun levende garnaaltjes in bewaren voor het vissen.
Dan komen we langs een botenwerfje waar gewerkt wordt aan de traditionele smalle houten schepen (Galets) die hier op de Doura druk heen en weer varen. Dit is nog het echte traditionele timmermansvakwerk. We zien geen stalen bouten, alles wordt met hout gedaan. De Galets varen nu met toeristen rond, vroeger werd hiermee de port vervoert vanaf de porthuizen die hier langs de rivier liggen.

aanradertje voor als je een weekend over hebt…

Langzaam krijgen we zicht op een prachtige en ontzettend leuke stad aan de overkant van de rivier. Voor ons is het echt een verassing hoe mooi de stad hier ligt. Aanradertje voor als je een weekend over hebt…
Als we dichter bij de brug komen, wordt het drukker en meer toeristisch. Een oud gerimpeld dametje staat kastanjes te poffen. Aranka koopt een zakje kastanjes, het is lang geleden dat we dat gegeten hebben. Wouter en Myrthe vinden ze niet lekker (´Ieder nadeel heb zijn voordeel´). Heen lopen we onder over de brug waar ook de auto’s rijden. Het centrum is net zo leuk als het er vanaf de overkant uit ziet, vol met kerkjes, oude gebouwen met mooie gevels en leuke straatjes. Vanaf de “Sé Catedral” hebben we een mooi uitzicht en hier is ook een leuk museum met onder andere prachtige tegel muren. We genieten enorm van de stad, en lopen terug langs de bovenkant van de brug waar ook de metro rijdt. ’s Avonds eten we heerlijk verse vis die buiten op de barbecue wordt gegrild in het leuke wijkje vlak bij de haven.



Vrijdag wil Ranka graag een dagje shoppen. Wouter, Myrthe en ik gaan naar het Sealife aquarium en zwemmen in zee. Met dit vooruitzicht wordt er hard aan school gewerkt zodat we om één uur kunnen vertrekken. We gaan met het pontje dat vlak bij de haven vertrekt naar de overkant. We moeten wel even wachten en aangezien het een kids verwendag zou worden beginnen we met ons eerste ijsje. Als we op het pontje naar de overkant varen zien we net de Antares binnen lopen, die die nacht in een haven verderop bij Leixos heeft gelegen. We moeten een flink stuk lopen, eerst door een woonwijk, dan door een mooi groot park. In het park worden de ganzen gevoerd, Wouter en Myrthe vinden het prachtig en gaan kijken. Als ze te dichtbij komen lopen de ganzen op hun af en rennen zij weer heel hard weg, want ze vinden die grote beesten toch ook best eng, maar ze hebben de grootste pret.
Na het aquarium lopen we langs het strand terug. Onderweg gaan we zwemmen en om deze kids werwendag met een tien af te sluiten moet er nog wel een tweede ijsje (verkleinwoord is niet op zijn plaats) komen. We moeten nog een heel eind lopen, en als we terug bij de boot zijn, zijn de kinderen bek af.
Wouter wil heel graag een keer ’s avonds met de grote mensen nog wat drinken en dan heel laat naar bed. Omdat het vandaag vrijdag is, mag hij vandaag opblijven als Hedda, Walewijn en Quirijn van de Antares nog een kop koffie komen drinken. Wouter en Myrthe gaan samen met Quirijn een film kijken en na een uurtje komt Quirijn (3 jaar) een beetje sip naar buiten, Wouter en Myrthe zijn allebei in slaap gevallen en dat is natuurlijk niet zo gezellig…

het lijkt wel Venetië

Zaterdag vertrekken we weer uit Porto. We weten nog niet precies waar we naar toe zullen varen, we laten het een beetje van het weer af hangen. ‘s Ochtends ga ik eerst met Wouter boodschappen doen op de vouwfietsjes, we kopen eerst wat spullen op de markt. Als we naar een supermarkt zoeken, moeten we toch nog een heel stuk fietsen en een steile helling op klimmen. Dan komen we bij een supermarkt die zo groot is dat we eigenlijk de fietsjes binnen ook wel hadden kunnen gebruiken…, maar ze hebben er wel van alles alhoewel het wel veel tijd kost om in zo’n grote supermarkt alles te vinden. Al met al is het toch wel een uur of twee voor we vertrekken. Het eerste stuk kunnen we zeilen, maar aan het begin van de avond valt de wind weg en komen we in een dichte mist terecht. We kunnen echt maar iets van 50 meter om ons heen zien. Gelukkig is het hier rustig en hebben we de hele dag nauwelijks bootjes gezien. We zitten dicht onder de kust dus grote schepen zullen hier ook niet varen. Maar voor de zekerheid zet ik wel de radar aan, en houden we de plotter goed in de gaten. Veel anders om naar te kijken is er trouwens niet. Toch blijft het een vervelend gevoel om niets te kunnen zien. We zijn blij als een uurtje later de mist weer optrekt.
We besluiten vandaag naar Aveiro te gaan. Dit is een leuk plaatsje en je kan er goed ankeren in een baai bij São Jacinto. We kunnen er mooi met laagwater binnenlopen als er bij de monding van de Ria de Aveiro weinig stroom staat. Wel is het donker als we Aveiro aanlopen, maar met de kaartplotter en de havenlichten is dat eigenlijk geen probleem. Volgens de pilot is het oppassen bij de havenmonding en kunnen er grote golven staan. Wij merken er niets van doordat het windstil is en doordat er nauwelijks getijstroom staat en varen heel rustig naar binnen. In het pikkedonker zoeken we een ankerplekje tegenover de steiger van de ferry. Voor het eerst slipt ons anker en dus ankeren we nog maar een keer. Ik trek het anker niet al te strak , maar er is hier geen wind en geen stroom, dus met een hoop ketting blijven we wel liggen.
Als we wakker worden zien we eigenlijk pas waar we liggen. Een mooi plekje. Aranka is nog moe en blijft een dagje op de boot als ik met Wouter en Myrthe een dagje naar het plaatsje Aveiro ga. Waar het precies ligt weet ik eigenlijk niet, maar de ferry waar we tegenover liggen gaat er ongetwijfeld naar toe. Vanaf de ferry zien we hoe hard het nu op de rivier stroomt. Ik kan me goed voorstellen dat het bij de monding flink kan spoken, als de stroom en de deining van de oceaan elkaar hier tegenkomen.
Als we de ferry afstappen zien we geen plaatsje maar wel een bushalte met een bus die naar Aveiro gaat. Gelukkig besluiten we om niet te gaan lopen, want met de bus is het nog zeker een kwartier rijden maar dan komen we in een erg leuk plaatsje waar een soort gondels, die Moliceiro’s heten, door de kanalen varen, het lijkt wel Venetië. De Moliceiro’s werden vroeger gebruikt voor het binnenhalen van zeewier. We bekijken alle straatjes, en leuke gebouwen in het centrum en Wouter en Myrthe rennen lekker rond en als we alles gezien hebben eten we een appeltje en een ijsje en gaan weer terug naar de boot.

goed moment voor een glaasje port en een kaasje

Maandag 8 september vertrekken we om acht uur ’s ochtends net voor laag water zodat we het laatste stukje van de ebstroom mee kunnen pakken. Je kan buiten de brekers zien staan terwijl het relatief rustig is. We snappen nu wel dat deze haven als een van de eerste Portugese havens gesloten wordt bij slechter weer of hoge golven vanuit het westen.

Gelukkig is er net genoeg wind om te zeilen. De wind komt uit regenbuien die overkomen en even later krijg ik de volle lading over me heen. Volgens mij de eerste keer deze reis dat ik mijn zeiljas gebruik…
Aranka en de kids zitten lekker binnen en zijn school aan het doen.
Langs de kust zie je duinen. Het land is hier relatief vlak en wat verder het binnenland in beginnen de bergen. Onderweg worden we nog kort bezocht door dolfijnen, maar waarschijnlijk varen we niet snel genoeg voor ze en ze zwemmen voorbij richting het noorden. De wind is wisselend aanwezig en dan weer weg, maar het is helder en prachtig weer. ´s Avonds valt de wind weg en moeten we de rest motoren.
We besluiten Nazaré voorbij te varen en de nacht lekker door te varen naar Peniche. ’s Avonds hebben we goed contact over de kortegolfzender met andere vertrekkers (korte golfzender werkt beter als je op zee zit dan als je omringd door land bent) en horen dat we aan Nazeré ook niet heel veel missen.
Omdat het zulk rustig weer is en morgen zo goed als windstil, lijkt het ons leuk om niet naar Peniche zelf te gaan, maar naar het eilandje Ilha Berlenga vlak voor Peniche te varen en daar te ankeren. We zullen daar rond een uur of twee ´s nacht aankomen. We puzzelen in de pilot om meer over het eilandje te weten te komen en hoe en waar we daar kunnen ankeren. Het is een natuurgebied dus dat klinkt veelbelovend. De maan is bijna vol en schijnt ons deze avond mooi bij. Er komt nog een grote groep dolfijnen langs. Ze springen allemaal uit het water met dolle sprongen, hangen heel even bij ons schip en zijn daarna weer helemaal verdwenen. Leuk intermezzo, terwijl de motor doortuft in de nacht.
We zien Ilha da Berlenga al lang voor ons liggen. Het is een wat afgetopt eiland in een groep van drie eilandjes, ieder met een vuurtoren of lichtbaken erop. Aan de zuidkant proberen we het eiland te benaderen. Met de verrekijker probeert Aranka te begrijpen hoe het in elkaar steekt en waar we zouden kunnen liggen. Blijft lastig zo in het donker en we zijn opnieuw erg blij met de kaartplotter die enorm helpt met het ontwijken van ondieptes en het vinden van de juiste route. Als we bij de ankerplek komen ligt er al een zeilschip en heel veel motorbootjes. Later blijkt het zeilschip de Badjar te zijn, ook een Nederlands vertrekkersboot, maar dat zien we ’s nachts niet. Opeens springen er weer dolfijnen om ons heen, maar we zijn nu druk bezig om een goed plekje te vinden, en dat is nog niet zo eenvoudig.
Tot vlak langs de kust is het meer dan 20 meter diep. Als we op 15 meter diepte zijn, lijkt de rotskust akelig dichtbij en hebben we het idee dat als we hier 70 meter ketting overboord gooien we zo op de rotsen kunnen komen als de wind draait… We varen een paar rondjes en zien een paar ongebruikte moorings liggen. Vannacht zal er wel niemand meer komen, dus we pakken de buitenste mooring die er wel degelijk uitziet. Lekker dat we vast liggen, maar we hobbelen wel behoorlijk door de swell die om het eiland van de Atlantische oceaan komt. We gaan alle kanten op en je hoort de inhoud van alle kastjes heen en weer schuiven. De sinaasappelen lagen duidelijk niet goed en stuiteren nu over de bodem. Af en toe moet je je heel goed vast houden en weet je even niet meer wat boven of onder is.
Maar we zijn blij dat we vastliggen en we liggen vlak bij het fort Sao Joao Baptista wat er zelfs in het donker mooi uitziet. Goed moment voor een glaasje port en een kaasje,dat Aranka in Porto heeft gekocht. Zo zitten we midden in de nacht buiten in de kuip te genieten van dit moment. Daarna hopen dat we in de stabiele zijligging kunnen slapen op bed en er niet uit vliegen met deze deining.
’s Ochtends (9 sept 2014) worden we wakker en als we rondkijken liggen we op een prachtig plekje. Het rollen is inmiddels ook een heel stuk minder geworden en we zien allerlei grotten en doorgangen door de rotsen waar je –naar het lijkt- wel met de dinghy doorheen moet kunnen varen. De andere zeilboot (de Badjar) is er niet meer, die moeten dus midden in de nacht vertrokken zijn. Later als we in Porto zijn, horen we van de bemanning van de Badjar dat ze om drie uur ’s nachts vertrokken zijn omdat ze het te veel vonden rollen. Als ik navraag bij onze buren blijkt de mooring waar we aan liggen van een toeristen ferry te zijn die overdag de toeristen afzet op het eiland, aan de mooring wacht en ’s avonds de toeristen weer terug brengt. Wij moeten dus verkassen, maar zo overdag ziet het er allemaal een stuk overzichtelijker uit en we ankeren op ongeveer 12 meter en gooien een hoop ketting uit. Met dit kalme weer moet dat voldoende zijn.
Ilha da Berlenga is een verrassend leuk eiland en we hebben er een heerlijke dag. We varen met de dinghy door grotten en rots tunnels, zwemmen bij het strandje dat klein is, en met het rijzen van het water steeds kleiner wordt. Er zwemmen heel veel vissen wat Myrthe erg interessant vindt, en Wouter ook wel een beetje eng. ’s Middags lopen we nog naar boven naar de vuurtoren en vandaar naar het fort wat mooie uitzichten oplevert van het eiland maar ook van de White Witch in blue die we steeds mooi achter zijn anker zien liggen. Volgens Wouter is het de leukste dag van zijn leven.

midden in het slagveld waar de Taag de strijd aan gaat met de Atlantische Oceaan

Nog een nacht bij Ilha Berlenga lijkt niet verstandig, de wind is al gedraaid en we liggen niet meer in de luwte achter het eiland, maar liggen aan lagerwal en de verwachting is dat de wind in de loop van de avond gaat toenemen. Dus we maken ons klaar voor vertrek en besluiten om direct richting Cascais of Lissabon te varen en om Peniche over te slaan. Na vandaag met dit prachtige eiland kan het alleen maar tegenvallen, maar belangrijker is nog dat er slechter weer aan komt en we dan liever bij Lissabon liggen waar veel meer te zien is. Om vier uur in de middag vertrekken we samen met nog een ander zeilschip vanaf Ilha Berlenga richting Lissabon, zo´n 70 mijl zuidelijker.
In Nederland is het lekker nazomeren dankzij het hoge luchtdruk gebied wat er ligt. Maar wij hebben daar last van en hebben daardoor alleen maar zuidenwind. De straffe Portugese Noord is al 2 weken zoek en lijkt voorlopig ook nog niet terug te komen. Maar we mogen niet klagen, want er staat wind. Het andere zeilschip vaart eerst op de motor naar buiten en hijst daar de zeilen en maakt een slag naar binnen. Wij proberen meteen te zeilen maar komen nauwelijks vooruit in de steile golven die er rond de kaap bij Peniche staan. Als we het andere zeilschip alleen nog als klein stipje zien besluiten we ook eerst ruim een half uur naar buiten te motoren, dat blijkt een goede keuze want daarna lopen we met zeven knopen hoog aan de wind richting het zuiden. Hoe dichter we bij de kust komen hoe zuidelijker we kunnen varen. Totdat we echt dicht bij de kust komen, dan wordt de koers plotseling veel ongunstiger, tijd dus om overstag te gaan. Zo maken we handig gebruik van de windshift en maken een hoek van ca. 120 graden ipv de normale 90 graden. De wind draait door naar het zuid oosten en naarmate we vorderen kunnen we weer een steeds zuidelijker koers varen. Het is een prachtige heldere nacht met volle maan en we zeilen heerlijk. We moeten nog een slag maken om niet het TSS te doorkruisen. Het andere zeilschip zijn we al snel weer voorbij, wij lopen veel hoger aan de wind en tegen de tijd dat we bij de Cabo da Roca zijn is het andere zeilschip een klein lampje aan de horizon geworden.
De kinderen slapen binnen. Wouter in het vooronder, zoals gewoonlijk in diepe rust en ver weg. Myrthe ligt op mijn plek (Ranka) in het achteronder. Ze slaapt licht en heeft het raampje open staan. Dan kan ze ons in de kuip horen en dat werkt geruststellend. Af en toe komt ze er uit en vraagt of we er al zijn!
We kijken nog even naar de havens rondom Lissabon en besluiten naar Oeiras te gaan. Hier liggen ook al wat andere vertrekkers die we eerder zijn tegengekomen, we krijgen korting in deze haven en hij lijkt makkelijk aan te lopen…
Later in de nacht ontstaat er bewolking en is onze volle maan verdwenen. Er komen buitjes over en daarna zwaardere buien en in de verte zien we bliksem en onweer. Gelukkig blijft de wind redelijk stabiel en hebben we geen harde windstoten, maar ik gebruik wel voor de tweede keer mijn zeiljack. Hmmm, er is slechter weer voorspeld voor de komende twee dagen en daarvan zal dit de voorbode zijn.
Rondom de kapen bij Cascais draait de wind steeds mee met het land. En zo zeilen we eerst hoog aan de wind naar het zuiden en daarna nog steeds hoog aan de wind naar het oosten. Om van Cascais naar Oeiros, aan de monding van de Taag (Rio Tejo), te varen zijn er twee routes. We nemen de noordelijke passage langs een zandplaat vlak voor Oeiras. We moeten dan over een ondiepte van 7 meter en er staat nog wel een paar meter extra water door het getij. Als we vlak bij Oeiras zijn wordt de zee steeds ruiger. De golven worden steiler, zijn 2-3 meter hoog en breken overal om ons heen. Dan komt er ook nog een dreigend front aan met onweer, en we draaien de fok vast weg om niet te veel last te hebben van windstoten. De golven worden nog hoger en als we zien dat we nog maar een knoop over de grond lopen zetten we de motor bij en ga ik zelf sturen. We zitten precies tussen hoog en laagwater in en hebben de maximale eb-stroomtegen. Gelukkig blijven de windstoten uit. Zo zitten we midden in het slagveld waar de watermassa´s uit de Taag de strijd aan gaan met de deining uit de Atlantische Oceaan. Een ware titanenstrijd. Naarmate we dichter bij de haven komen moeten we de motor steeds harder zetten om überhaupt nog vooruit te komen. Aranka staat inmiddels stijf van de stress en houdt zich aan de bank vast. We hebben dit toch niet zo gelezen in de pilot (boeken over het varen in dit gebied, inclusief de Reeds), er werd wel gewaarschuwd voor de noordelijke passage bij veel wind, maar wind is er nauwelijks. We zijn blij als we traverserend de haven in surfen en halen snel het gas eraf. We gooien de val los en laten het grootzeil naar beneden schieten want veel ruimte is er niet in de haven en we moeten ook nog landvasten, stootwillen etc. klaarmaken.. Het begint net licht te worden en even later liggen we veilig vast aan een enorme steiger tussen schepen die minimaal anderhalf keer zo lang zijn.
Het is dan 7 uur in de ochtend, net licht geworden. De kinderen worden wakker en willen alles weten. En daarna beginnen ze met hun schoolwerk, wetende dat de Volonté hier ligt en ze zo met Jesper en Thomas kunnen spelen. ‘s Avonds is er een gezellige borrel bij de Volonté waar we alle spannende verhalen kunnen uitwisselen en waar we ontdekken dat de zeilboot die ‘s nachts was vertrokken bij Ilha da Berlango de Badjar moet zijn geweest.

Via Ría de Vigo naar Isla Cies


Foto´s die Walewijn gemaakt heeft van de White Witch in blue op weg naar Combarro

Met Myrthe naar de Bakker
Maandag 25 aug ga ik ‘s ochtends eerst met Myrthe brood halen. Samen varen we met de dinghy naar de kant. Wouter komt als we al weg zijn ook met zijn hoofd in de kuip. Helaas hij heeft de boot gemist, en om het goed te maken zwaaien we nog goed naar hem. Terwijl Myrthe honderduit vertelt en stuurt varen we naar de kant en halen een brood en een heerlijk taartje. Terug zit Myrthe gebiologeerd naar de vissen te kijken die onder ons door zwemmen (Harders noemen de kinderen ze). Terug op de boot ontbijten we en dan halen we het anker op om te vertrekken richting de volgende Ría. We twijfelen nog of we direct naar Cangas zullen varen of nog en tussenstop zullen maken in Ría de Aldán. We besluiten door te varen, er is een lekkere wind en ook wel lekker om dinsdag een dagje te blijven liggen. We hebben de wind pal tegen als we de Ría de Pontevedro uitvaren en we kruisen, waardoor we beide zijden van de Ria beurtelings goed kunnen bekijken. Ria de Pontevedro is meer bebouwd maar geeft desondanks een prachtig uitzicht met de rode daken tussen de groene bossen.


Panorama van Combarro vanaf de boot

Haven vol
Bij Cangas liggen de Verleiding en de Puff al in de haven en de Volonté voor anker omdat de haven vol was. Wij ankeren achter de Volonté en vinden het eigenlijk wel prima. Er was gewaarschuwd dat er erg veel deining stond van passerende veerboten en vanuit de oceaan, maar de eerste nacht hebben wij er maar weinig last van. ‘s Avonds gaan we samen met de bemanning van de Volonté naar de kermis. Wouter en Myrthe springen in de elastieken en Myrthe maakt prachtige dubbele salto’s.

Dinsdag blijven we liggen, maar de wind is wat gedraaid en we liggen nu al wel wat hobbeliger. Het lesgeven blijft lastig, er is er altijd wel een die er niet echt zin in heeft ondanks het vooruitzicht dat ze kunnen spelen met Jesper en Thomas als ze klaar zijn met school. Langzaam gaat het wel iets beter maar het blijft nog wel moeizaam.

Uitzicht op Vigo vanaf Cangas

`s Avonds is er een gezellige borrel op de Volonté -die toch maar naar de haven is verhuisd- waar we ook Ron en Jocé van de Verleiding ontmoeten. We hadden Ron al een aantal keren gesproken tijdens het dagelijkse netje (‘s Avonds om 22:00 op 8294 kHz USB) dat we met de kortegolfzender hebben en waar we uitwisselen waar we liggen en wat onze plannen zijn . In het pikkedonker varen we met de dinghy terug naar de boot. Gelukkig varen er geen veerboten want zichtbaar zijn we niet echt in het pikkedonker. Volgende keer lampje meenemen…

Bureaucratie
Woensdag is een regenachtige dag en varen we naar de overkant van de Ria wat minder dan een uur varen is, waar we in de haven Real Club Nautigo van Vigo aanmeren. De haven is wel een beetje vergane glorie, met een groots havengebouw (dat wel wat onderhoud kan gebruiken). Verder valt het op dat er wel heel veel personeel rondloopt, dat formuliertjes overschrijftt, in de computer zet, etc. Het komt op mij in ieder geval allemaal erg bureaucratisch over en inchecken in de haven duurt zo makkelijk drie kwartier terwijl we normaal in tien minuten klaar zijn…

Vigo is weer een echt grote stad waar we wat inkopen kunnen doen. We kopen bij de grote Megamarkt een waterkoker zodat we ook elektrisch water kunnen koken (en gas besparen). ‘s Middags gaan Aranka en ik ook nog op de vouwfietsjes naar een grote watersportzaak Efectos Navales Jezus Betanzos terwijl Wouter en Myrthe een film kijken op de boot. Harry Potter is helemaal in sinds ze op de Volonté een Harry Potter film hebben gezien. We hebben afgesproken dat ze bellen als de film af is…
We kopen een slot voor de dinghy dat ik vergeten ben mee te nemen (dom dom dom) en een vishengel. Dat laatste is wel komisch want ik weet echt helemaal niets van vissen en dan blijken er toch nog heel veel keuzes te zijn…zo goed als het in het Spaans/Engels gaat worden we geholpen, maar als de verkoper over wormen begint, probeer ik duidelijk te maken dat me dat nou niet al te handig lijkt aan boord van ons schip. Gelukkig blijkt er een alternatief maar daarvoor moeten alle knoopjes en zinkertjes die de verkoper er net zorgvuldig heeft aangeknoopt, weer af…. Maar de verkoper blijft erg vriendelijk, nou ja, uiteindelijk hebben we een mooie hengel, nu nog kijken of we er ook een lekker visje mee kunnen vangen… ‘s Avonds eten we lekker in een restaurantje met uitzicht op de haven, maar de volgende ochtend ontdekken we het straatje “Pescadería” waar je misschien nog wel lekkerder kan eten…. Voor de restaurantjes worden de oesters schoon- en opengemaakt.

Wouter en Myrthe gaan shoppen
‘s Middags bekijken we Vigo verder. Eerst moet de speelgoedzaak bezocht worden waar Wouter een prachtige op afstand bestuurbare speedboot koopt van zijn eigen geld en Myrthe een limonade kraampje van Lego friends. Nadat we Wouter en Myrthe hebben overtuigd dat het toch echt slimmer is om de spullen eerst maar even op de boot te leggen gaan we Vigo verder bekijken en lopen naar het Parque do Castro. Vanaf de ruïnes van een kasteel daar hebben we een prachtig uitzicht over de stad en de Ria. Het is prachtig weer maar de eerste wolkjes tekenen zich al wel af. De ramen in de boot staan allemaal open om de boot wat te luchten nadat we de was die we in Cangas hadden gedaan ivm de regen binnen hebben proberen te drogen…

Als we terugkomen maken we de boot klaar om te vertrekken naar Cies (helaas is een deel van de waslijn in zee verdwe, met een trui van Ranka en T-shirt van Wouter, toch niet slim opgehangen). Net als we rond zes uur willen wegvaren komt de Volonté binnenlopen. Ook betrekt het weer, maar we besluiten toch maar te vertrekken naar Cies omdat er vandaag nog wat wind staat en dat morgen veel minder is. Als we de haven uitvaren zien we pas hoe slecht het zicht is. Het eiland Cies zien we niet meer en het wordt mistig. Nou ja, er staat wel wind (wel tegen), dat is tenminste iets! We kruisen de Ría de Vigo uit en letten goed op de AIS en alle veerboten en steken het TSS ook nog netjes haaks over. Verder zien we niet zo heel veel door de mist maar we kunnen wel lekker zeilen. Net voor we bij Cies aankomen klaart het gelukkig weer op en zien we Cies prachtig voor ons opdoemen. Net voor het donker ankeren we bij Playa de Figueiras, een prachtig baaitje ten oosten van Cies. We liggen er prinsheerlijk alleen. Tegen de tijd dat we liggen en we weer een beetje warm geworden zijn (van de natte regen) is het pikdonker. Gauw paella eten met inktvisjes en mosseltjes. Dan gaan we morgen wel het eiland verkennen.

Verboden te ankeren
De volgende ochtend horen we een hard “Ola” vlak naast de boot. Controle, of we wel een vergunning hebben om hier te ankeren? Nou had ik die toevallig in Nederland aangevraagd en ik kijk met veel interesse hoe maar liefst zeven Spanjaarden (die geen woord Engels spreken) de volledig standaard Engelse (!) vergunning bekijken. Nadat ze alle zeven naar de vergunning hebben gekeken en de bevindingen met elkaar gedeeld hebben, zijn ze eruit. De vergunning is prima, maar ik mag hier niet ankeren, wij moeten een baaitje verder naar het zuiden verkassen. Waarom is mij een raadsel, misschien liggen we in de weg voor de vissers die afgelopen nacht om ons heen aan het vissen waren. De baai ernaast is net zo mooi en dus gaan we daar maar liggen. Wouter en Myrthe zijn vandaag ook snel klaar met hun schoolwerk en dus hebben we de hele middag om Cies te bekijken. Het water is niet heel erg koud en we kunnen heerlijk zwemmen en ook de boot weer een beetje ontdoen van zeewier en schelpjes.


Dutch BBQ op het strand
Op het eiland lopen we eerst over een dam waar het eiland heel smal is en waar aan de ene kant de oceaangolven tegenaan beuken terwijl aan de andere kant ons liefelijke nieuwe ankerbaaitje ligt. Het is indrukwekkend om het geweld te zien waarmee de golven op de rotsen beuken. Daarna lopen we naar een uitzichtpunt met een prachtig uitzicht over de ruige westkust van Cies maar ook een mooi uitzicht over onze ankerbaai. Als we terugkomen op het strand zien we net de Antares en vlak daarachter de Volonté ankeren. ‘s Avonds is er een “Dutch BBQ” op het strand waarbij we ook de bemanning van de Lena die we hier zien liggen uitnodigen. Het is erg gezellig. Even keuvelend met Wouter, vertelt Aranka hem dat wij als we met pensioen zijn, misschien nog wel een keer zo’n zeilreis willen maken. Prompt reageert Wouter, “Nou, dan moet je me echt even bellen hoor, want dan ga ik zeker weer mee!” Grappig dat Wouter nu na 6 weken onderweg te zijn er zo volop van geniet.
De avond wordt prachtig, eerst met hele mooie rode kleuren onder de wolken en vervolgens met een waanzinnige sterrenlucht en Melkweg, zonder maan. We doen ook een disco in het zand, want als je hard in het natte zand stampt heb je discolichtjes van de algen om je heen. Als we terug willen varen van het strand naar ons schip, merken we pas hoe donker het is. Gelukkig heb ik een Waka Waka lampje bij me anders waren we een heleboel bestek en borden kwijt geweest. Onderweg in de dinghy is het lampje niet nodig, want de algen in het water geven een spectaculair licht in het water als we er doorheen varen. Zo mooi hebben we het nog niet eerder gezien.
Vandaag hebben we een wandeling gemaakt over het zuidelijke deel van Cies, eerst naar een uitzichtpunt met een prachtig uitzicht op de ruige westkant van het eiland. Onderweg komen we langs een rots met een groot gat erin. Onder protest van Ranka klimmen Wouter, Myrthe en ik erin voor een mooi kiekje. Daarna lopen we verder naar de vuurtoren “Faro de Cies” van waar we echt een prachtig uitzicht hebben tot ver in Portugal.
Tijdens onze wandelingen probeert Myrthe salamanders en andere insecten te bekijken.
Ze ontdekt in het zand allemaal gaatjes waar wespen in blijken te zitten. Ze vindt m zichzelf helemaal niet lijken op de jonge meeuwen, die hier overal op de rotsen zitten en hun ouders aan het hoofd blijven zeuren en piepen om eten (maar de Maria biscuitjes zijn onderweg wel helemaal opgebietst). En vervolgens ontdekt ze nog een knalgroen insect, zo groot als een vuist. Dat moet absoluut een bidsprinkhaan zijn geweest volgens Wouter.

Roeiwedstrijd in Proba do Carminal

De avonden wordt er flink getraind in Ria Arousa met roeiboten (12 en 4 personen; het lijkt op een Gig). Geweldige plek om te roeien tussen de mosselbanken door. Prachtig om te zien. Doet me heimwee krijgen naar de kaagspetters en onze mooie woensdagavonden. Goed moment om mijn stoere shirt met mijn team erop te dragen. De vlag met mijn roeiteam erop, wappert al sinds ons vertrek uit Nederland in de verstaging. Kortom meiden, jullie zijn overal bij!
Finistère - Porto
Na de wandeling op woensdag naar de natuurlijke bergmeertjes in de waterval doen we een rustdagje. De meeste NL-vertrekkers zijn inmiddels van de ankerplaats vertrokken. Einde van de middag komt de Volonté nog even bij ons borrelen en ook zij vertrekken daarna, door naar Vilagarcía. Ook de andere schepen die voor anker liggen in deze ankerbaai, moeten er aan geloven. Deze avond werd ons in Spaans-Engels verteld dat er morgen ochtend om 10.30 uur een roeiwedstrijd plaats vindt, dwars door ons ankerplekje. De boeien zijn al uitgezet en liggen om ons heen. Ook de douane komt nog met hun indrukwekkende boot langs, en doet een aantal schepen aan in de ankerbaai. Maar gelukkig, ze slaan ons over. Wij hoeven dus geen formulieren in te vullen.

Helaas missen we dus de volgende ochtend de roeiwedstrijd in A Proba do Carminal, waar kennelijk al die avonden voor werd getraind. Het is maar een heel klein eindje varen naar Vilagarcía. Hoog aan de wind is de overkant van de baai net bezeild, tussen de mosselbanken door. De mosselbanken hier in deze Ria’s zijn goed voor 95% van de mosselproductie van Spanje. En Spanje heeft 60% van de wereldproductie. Dus echt wel indrukwekkend hoeveel ze hier produceren. We hebben een keer een portie mosselen gegeten en ze smaken goed, ze zien er wat roder uit dan ik ze ken van de AH.

In Vilagarcía liggen we in de haven, evenals de Volonté en de Antares. We proberen diezelfde dag nog de schooldag af te ronden. Wouter is om 12 uur al klaar, maar Myrthe heeft er duidelijk geen zin in, en kan of wil zich maar niet concentreren. Pas om 15.00 uur is Myrthe zover dat we Vilagarcia in kunnen. We proberen nog een trein te pakken naar Santiago de Compostella, maar dat lukt niet. Het duurt te lang voordat de trein komt en de kans dat we weer terug in Vilagarcía komen is heel klein. Dat komt omdat het hier de volgende dag, zaterdag, feest is. Het wordt een chaos in de stad met meer dan 50.000 bezoekers die allemaal naar het Fiesta de San Roque komen op 16 augustus (zie ook Fiesta de San Roque). Dan nemen we maar vast een voorproefje van de kermis/feest. Myrthe en Wouter mogen iets uitzoeken op de kermis om te doen. Wouter weet meteen wat hij wil en staat een half uur in de rij om te karten. Maar wat een smile als hij erin zit. Dat is duidelijk helemaal zijn ding.
Finistère - Porto
Myrthe kiest een hondje wat woef zegt van de markt. Even heeft Wouter spijt, maar als we hem op de boot laten zien hoe blij hij in de kart keek, is hij toch wel overtuigd dat hij een leuke keuze heeft gemaakt.

Die nacht gaan de kermis en het feest maar door. Om 03.00 uur kijk ik nog op mijn horloge en denk dat zal zo wel stoppen. Maar niets is minder waar. Het publiek staat op de kant te swingen en de muziek wordt met enorme versterkers over ons uitgestort. We zitten er echt middenin, de uitgang van de haven is de bar van het festival… en de DJ heeft er zin in en het gaat de hele nacht door. Wat ik ook probeer op de boot, ik sluit alle ramen (terwijl het 25 graden is) en ik doe zelfs het deurtje erin. Maar het mag niet baten, de muziek tettert ons om de oren. De kinderen slapen er dwars doorheen; ik slaap, maar wel met wakkere perioden ertussendoor. De volgende morgen denk je dan dat het publiek wel moe zal zijn, maar nee hoor. Ze staan nog steeds te swingen. Wel iets gammeler dan gisteravond, want er is duidelijk ook veel drank geschonken, maar zeker niet minder enthousiast. De sfeer is erg gezellig, de Spanjaarden hier zijn echt leuk.

We gaan zo met alle vertrekkers samen deelnemen aan het Fiesta de San Roque. Althans we slaan het religieuze gedeelte over, maar zijn uitgedost met reuze waterpistolen voor het waterspektakel. Op het heetst van de dag om 12.00 uur wordt echt iedereen nat gespoten. De brandweermannen staan met waterkanonnen in de straat en jong en oud wordt van boven tot onder nat. Onze kinderen hebben ook totaal geen gene en spuiten iedereen nat met hun waterguns. Midden in het gezicht, op de broek, midden op de droge rug.
Finistère - Porto Finistère - Porto
Op een gegeven moment zie ik een man met een emmer water lopen. Ik lach vriendelijk naar hem en krijg hem direct daarna over me heen. Maar het is een en al pret. Ondanks de warmte krijgen de kinderen het toch wel koud. We duiken uit de hitte van de strijd. Een motor en een auto rijden over de weg, maar worden door onze kinderen met water bestookt. De motorrijder kijkt woest om en rijdt daarna bijna iemand anders aan. De bestuurder van de auto, die zijn raampje open heeft staan kan het grapje van de kinderen wel waarderen. Het is duidelijk, vandaag blijft niemand droog. Een feest waar ook de volwassenen weer even kind zijn, en druk om zich heen spuiten met zo groot mogelijke waterpistolen. Het is zo geestig. Wat een leuk feest.

Geen golf te zien…

We waren net zo lekker op weg! Maar om middernacht is de wind weggevallen. De zeilen waren zo aan het klapperen dat we ze hebben weggehaald. Gek hoor, zit je op ongeveer 1/3 van de oversteek van Biscaye en is er helemaal niets om je heen te zien. De zee is vlak en er staat geen golfje. Nou ja, alleen die hele lange deining uit de oceaan, waardoor de boot op de motor de hele tijd heen en weer blijft rollen. Wat een lawaai maakt die motor zeg. Maar goed we zien ook vissersboten. En net kwam er zomaar een onderzeeer langs en een Marine schip wat om ons heen voer. Zeker controleren of we oke zijn? Snel kids naar buiten gestuurd, wekt altijd vertrouwen… Gelukkig zien we heel veel dolfijnen die zo uit het Dolfinarium lijken te zijn ontsnapt want ze maken prachtige sprongen in de lucht (foto volgt als we aan de overkant zijn). We hebben ze vaak bij de boot, wat een leuke dieren. Myrthe en Wouter hebben ze ook al gezien en er sprong er zelfs een tegen Wouter zijn voet aan toen hij op de voorpunt zat. In de nacht maakt de wit/grijze buik van de dolfijn en het licht van de lichtgevende algen in het water ze ook zichtbaar. Special effects…
En welk spel speel je dan met zijn allen in de avond? Natuurlijk, mens erger je niet!