Suriname

Na een eerste week Suriname zijn we weer bijgekomen van de oversteek, en ook weer tijd voor een blog. Ik begin op 22 december twee dagen voordat we aankwamen. Wel een beetje lange blog, maar ach het is nieuwjaar…

http://youtu.be/PxbS54W3V-8


Als Aranka ‘s ochtends vroeg rond zes uur wakker wordt om de wacht over te nemen ontdekt ze dat Myrthe 39,5 graden koorts heeft en klaagt over kramp in haar nek. Ze heeft een wondje aan haar voet dat al een paar dagen aan het ontsteken is, op zich niets verontrustends maar bij elkaar schrikken we er toch behoorlijk van omdat dit ook de symptomen zijn van hersenvliesontsteking en dat is nou net iets wat je niet 400 mijl van de kust mee wilt maken. Bovendien zijn we allebei behoorlijk moe waardoor we waarschijnlijk ook nog wat emotioneler reageren dan als we goed uitgerust waren. We bespreken samen wat we het best kunnen doen en besluiten dan dat we de Radio Medische Dienst via de Nederlandse Kustwacht bellen. Hiervoor hebben we tenslotte een satelliettelefoon bij ons. We krijgen de Kustwacht te pakken maar net als de arts is opgepiept en we zijn doorverbonden verbreekt de verbinding. Blijkbaar is er even geen satelliet boven ons…

Na ongeveer een half uur lukt het om acht uur ‘s ochtends opnieuw om verbinding te maken met de Kustwacht. Ik sta ervan te kijken hoe goed we geholpen worden. De Kustwacht heeft inmiddels uitgezocht dat, mocht er een evacuatie nodig zijn, dit het beste vanuit Cayenne (Frans Guyana) georganiseerd kan worden en adviseert ons richting Cayenne te varen. Daarna worden we met de arts van de Radio Medische Dienst doorverbonden die een aantal vragen stelt en gelukkig niet denkt dat het iets met hersenvliesontsteking te maken heeft. Myrthe is helder en kan haar kin op haar borst leggen en dat past niet bij het beeld van hersenvliesontsteking. Wij spreken af om twaalf uur opnieuw te bellen om te kijken hoe de situatie dan is. Voor de zekerheid houden we toch maar de koers van Cayenne aan, “better safe than sorry” in dit geval. Ondertussen ben ik ook nog jarig en Wouter heeft zich daar ook op verheugd, maar mijn hoofd staat er nu echt niet naar. We spreken af dat we eerst maar even afwachten tot twaalf uur hoe het met Myrthe gaat en dat we, als het dan beter gaat, mijn verjaardag vieren. Gelukkig knapt Myrthe in de uren daarna op. Haar koorts neemt af tot 39.0 graden en ze voelt zich ook beter dan ‘s ochtends vroeg. Om twaalf uur bellen we opnieuw met de Radio Medische Dienst en de arts vindt ook dat Myrthe vooruit is gegaan en dat we door kunnen varen richting Paramaribo. Aranka en ik zijn erg opgelucht. Gelukkig knapt Myrthe in de loop van de dag steeds verder op, wat toch het mooiste cadeau op mijn verjaardag is. Je realiseert je op zo’n moment wel hoe alleen je bent midden op de oceaan en wij waren dan ook erg blij met de hulp van de Kustwacht en de Radio Medische Dienst van de KNRM.

Voordeel van vier uur richting Cayenne varen is wel dat we eindelijk uit de eddy’s zijn en de Noord Equatoriale Stroom mee krijgen die langs de Zuid Amerikaanse kust naar het noorden stroomt met ruim twee knopen En dat scheelt een heleboel vergeleken met de knoop tegenstroom die we hiervoor hadden!.
‘s Middags versiert Aranka de boot nog van binnen en eten we een lekker slagroom gebakje dat ze tussen de bedrijven door ook nog heeft klaargemaakt. Het is wel een rare verjaardag zo midden op zee, maar we zijn met zijn allen vooral blij dat Myrthe weer beter wordt. Ze begint al weer ongehoorzaam te worden, dat is voor ons het teken dat ze echt beter wordt…
‘s Avonds krijgen we ook nog onze eerste squall over ons heen, met ruim dertig knopen wind en echt HEEEEEL VEEEEEL regen. We hebben de zeilen gereefd en varen met alleen een dubbel gereefd grootzeil. Toch vliegen we over de golven terwijl de zee wit oplicht van de enorme bak regen die erin klettert. Nou ja, alles is weer schoon en wij hebben ook weer een douche gehad. Gelukkig is het niet koud, en de rest van de nacht blijft het rustig en kunnen we weer wat slapen. Wel houden we twee reven in het grootzeil, je weet maar nooit wat er zo op je af komt.
Na een eerste week Suriname zijn we weer bijgekomen van de oversteek, en is er ook weer tijd voor een blog. Ik begin op 22 december twee dagen voordat we aankwamen. Wel een beetje lange blog, maar ach het is nieuwjaar…

Dinsdag ochtend zien we opnieuw een donkere lucht op ons af komen. We krijgen nu niet een maar zeker tien squalls achter elkaar over ons heen. De ene is nog niet voorbij of de volgende dient zich al weer aan. Als de lucht opklaart na de laatste squall zijn we er ook wel klaar mee. We zijn nu wel schoon genoeg geregend. We varen een paar uur lekker op één oor. Alhoewel we inmiddels langs de kust van Suriname varen, geeft Suriname zich nog niet prijs. Het ligt onder een dik pak wolken dat langzaam onze kant op komt. In de middag komen we onder deze donkere lucht en krijgen we opnieuw een regenbui over ons heen. Het lijkt geen squall te zijn want deze bui duurt langer, een paar uur, en er zit ook niet zoveel wind onder en hij komt uit het westen en niet uit het oosten. In de loop van de nacht wordt het weer rustig en varen we heerlijk onder een prachtige sterrenlucht richting Surinamerivier. Net voordat we bij de aanloop van de Surinamerivier zijn krijgen we nog een laatste squall over ons heen, nou ja, het schiet wel lekker op onder zo’n bui. Na deze squall valt de wind weg en bij de uiterton halen we de zeilen weg. Op de motor varen we de rivier op. De Surinamerivier is goed betond maar het is even wennen dat ze het IALA-B systeem gebruiken, waardoor we de rode boeien aan stuurbord moeten houden in plaats van bakboord zoals we in Europa gewend zijn. We melden ons netjes aan bij de MAS (Maritieme Autoriteit Suriname) die ons meldt dat er twee zeeschepen de rivier af komen en dat we daarvoor uit de weg moeten. De rivier is diep genoeg dus geen probleem denken we… We schrikken ons een ongeluk als we net buiten de betonning rakelings langs een rijtje vissersstaken varen. Twintig meter meer naar stuurbord en we hadden in de netten gezeten. Snel sturen we weer wat dichter richting de vaargeul.

We hebben veel stroom mee en varen tien knopen over de grond. Aangezien we aan het eind van de vloed zitten hebben we het plan om te ankeren bij het fort Nieuw Amsterdam en daar te wachten op het volgende opgaand tij. Als we echter bij Nieuw Amsterdam komen hebben we nog steeds meer dan drie knopen stroom mee. Bovendien is het nog steeds donker. Aranka oppert het idee om maar direct door te varen naar Domburg. Als we een keer voorbij Paramaribo zijn komen we ook met tegenstroom wel in Domburg, denken we, en het is wel heel aantrekkelijk om nu in een keer door te varen zodat we er ook echt zijn. Veel tijd om te besluiten hebben we niet, we vragen de MAS toestemming om door te varen en dan zijn we al voorbij Nieuw Amsterdam gespoeld.

Net voordat we bij Paramaribo aankomen wordt het licht. Dit is het moment waar ik al zo vaak aan gedacht heb, en waar we de afgelopen dagen zo naar toe hebben geleefd: na de Atlantische oversteek de Suriname rivier op varen. Dat is toch de allermooiste manier om aan land te komen? Alhoewel we allebei ook doodmoe zijn, genieten we intens van dit moment. Het voelt onwerkelijk om hier nu met ons eigen schip deze rivier op te varen, en we zeggen nog maar eens tegen elkaar dat we er echt zijn! Nee dit is niet de Maas of de Waal, dit is de Suriname Rivier!

Dan horen we op de marifoon een oproep van een zeiljacht dat door een losgeslagen duwbak van zijn anker is geslagen. De MAS reageert zeer rustig in tegenstelling tot de zeiler die door de duwbak aangevaren is… De duwbak drijft een paar mijl voor ons. Ik pak de verrekijker, en ja hoor daar dobbert een enorme bak op de rivier. Even oppassen dus als we er voorbij varen. We varen langs de Goslar, een Duits schip dat in de tweede wereldoorlog door de bemanning tot zinken is gebracht toen ze door het Surinaamse leger gevangen werden genomen. Nu, ruim vijftig jaar later, zijn ze er nog steeds niet uit wie de berging moet betalen…

We moeten nog flink naar stuurboord bijsturen om onder de hoogste doorgang van de Wijdenbosch brug door te varen, want het stroomt nog steeds hard. En dit blijft het ook doen tot we in Domburg zijn en daar aan een mooring afmeren. Dus goede keus geweest om direct door te varen en heerlijk om “er te zijn”. Nadat we liggen, de zeilen netjes opgedoekt, openen we om een uur of negen ‘s ochtends een fles champagne. Twee glaasjes hebben op Aranka een total knock-out effect en die zien we dan ook de rest van de dag niet meer.

Eerste kerstdag eten we bij het restaurantje dat bij de moorings ligt. Als we naar de kant varen zien we dat een ander zeiljacht veel te dicht bij de kant ligt. De eigenaar van het restaurant (Huib) is inmiddels zijn boot aan het halen om het jacht op te halen en aan een andere mooring te leggen. Er is nog een handje nodig en dus stap ik ook aan boord en varen we naar het losgeslagen zeiljacht toe. We halen de mooringboei binnen en het blijkt dat een grote harp is los gegaan waardoor het jacht nu alleen nog aan een stuk touw en een een stuk staalkabel hangt. We brengen het schip naar een andere mooringboei en leggen hem weer vast. Het is jammer dat Wouter niet mee mocht op deze rescue actie, want de boot van Huib vaart echt super hard over de rivier, dat had Wouter fantastisch gevonden.
Het eten is heerlijk, we eten vissoep, kip, vis en een lekkere groentemix. Het is gezellig en we leren een heleboel over Suriname. Het is een gezellige mengeling van zeilers, mensen die op de grote vaart hebben gewerkt en de eigenaar Huib die boer is geweest.

Tweede kerstdag huren we een autootje voor slechts Euro 10,00/dag. We rijden richting Paramaribo en laten onze crewlist afstempelen bij de vreemdelingenpolitie (deel één van drie). Daarna rijden we naar het centrum en lopen daar een paar uur rond. Het is een heel bijzondere stijl, al die houten huizen, maar het maakt ook een vervallen indruk. Een likje verf zo hier en daar zou wonderen doen! ‘s Avonds rijden we nog langs Waterland, een jachthaven iets verder op de rivier. Mijn neef Martijn heeft hier een pakketje naartoe gestuurd en we willen hier later onze boot leggen als we het binnenland in gaan. We komen er wel, maar ik geloof dat we niet helemaal de gebruikelijke route nemen. We rijden over een pad met enorme kuilen en plassen. Wonder boven wonder houdt onze oude Toyota het vol, waarschijnlijk wel met een paar kale plekken onder de bodem… De eigenaar van Waterland, Noel is bijzonder vriendelijk en heeft een kerstdiner georganiseerd. Het ziet er heerlijk uit en hij heeft nog wel een tafeltje over, en dus zitten we even later aan een heerlijk kerstdiner. De haven ziet er prima uit en we reserveren meteen een plek voor januari.

‘s Avonds komen we terug in Domburg waar we met “de stamgasten” nog wat drinken. Al met al een bijzondere maar ook erg leuke kerst!

Zaterdag gaan we op bezoek bij mijn neef Michel die samen met zijn vrouw Karin en pas geboren zoontje Tobias in Paramaribo woont. Wist ik ook niet, de familiebanden aan de Crevecoeur kant zijn niet erg hecht, maar van een collega die ook in Paramaribo woont hoorde ik al dat er een Crevecoeur in Paramaribo woonde en later hoorde ik via mijn ouders dat mijn Neef inderdaad hier woont. Leuke verassing dus! We maken nu voor het eerst echt kennis met het verkeer in Paramaribo en komen zeker een uur later aan dan gepland. Maar het is erg gezellig en we leren weer een heleboel over Suriname en het werk dat zij hier doen, en het is natuurlijk leuk om de jongste Crevecoeur-en telg van de familie te zien!

Als we met Michel en Karin over Suriname praten valt het ons op hoe sterk Suriname en Nederland nog aan elkaar verbonden zijn, maar ook hoe moeilijk de verbinding tussen Suriname en de rest van zuid Amerika is: Veel van de wetten zijn op Nederlandse wetten gebaseerd, maar ook het vervoer; de snelste route van Paramaribo naar Buenos Aires is via Amsterdam, vrijwel alle spullen worden via Amsterdam geïmporteerd omdat er vanuit andere landen nauwelijks vrachtschepen varen op Suriname. Ook over de weg is de route naar de rest van Zuid Amerika niet echt makkelijk, via Frans Guyana moet je je auto verschepen om in Brazilië te komen en last but not least de mensen spreken Nederlands en ook goed Engels maar nauwelijks Spaans en Portugees, wat toch wel onhandig is in Zuid Amerika. Dan lijkt mij een oplossing zoals voor Frans Guyana die onderdeel van de EU zijn toch handiger…

Zondag is Wouter jarig en dus is het feest! We gaan naar Colakreek waar je lekker kan zwemmen in helder, maar Cola kleurig water. Ook is er voldoende speelruimte. We versieren de eet-bank met vlaggetjes en alhoewel de taart ontbreekt is het toch heel feestelijk! Aranka en ik genieten van de rust en de tijd om lekker een boekje te lezen. De omgeving is prachtig, er vliegen mooie vogels rond en we horen allerlei oerwoud geluiden. Kortom een heerlijk dagje uitrusten!

Over maandagochtend moeten we het maar niet al te lang hebben. We probeerden deel twee van drie maal inklaren af te ronden. Helaas…, het ministerie waar ze toeristenkaarten afgeven had besloten dat ze een middagje vrij hadden, dus toen wij om tien voor twaalf aankwamen waren ze al niet echt geneigd ons te helpen. Toen we ook nog onze toeristenkaart in Surinaamse Dollars wouden betalen werd het luikje letterlijk dichtgegooid. Alleen euro’s en dollars werden geaccepteerd, hoezo onafhankelijk?! Wat een bureaucratie, twee uur voor niets in de auto gezeten, bah! Morgen weer een kans. Nou dan maar een lekkere taart halen want vanmiddag geeft Wouter nog een feestje in Domburg, had ie zelf bedacht en hij heeft de stamgasten ook zelf uitgenodigd. Het is nog wel een stukje lopen maar dan vind ik bij Hollandia een echte ouderwetse Hollandse slagroomtaart. Als we terug zijn bij de boot bak ik ook nog een chocolade cake. Het restaurantje hebben ze helemaal versierd met ballonnen voor Wouter en zijn feestje wordt erg gezellig. Akash, een jongetje van Wouter zijn leeftijd is er ook, en al snel spelen ze met zijn drieën en hebben we geen kind meer aan ze. Dinsdag probeer ik alleen het inklaren opnieuw te doen. Ik ben wat vroeger en sta ook iets korter in de file. Nu ik euro’s bij me heb is de toeristenkaart snel geregeld. Er wordt nog wel gevraagd waar de rest van de crew is, maar als ik overtuigend zeg dat die volgens de dienstdoende ambtenaar die gisteren dienst had, helemaal niet nodig is, is het zo ook goed, zucht… Nu moeten de paspoorten nog gestempeld worden. Volgens de reisgids moet dit bij de vreemdelingenpolitie, maar volgens de dienstdoende ambtenaar moet dit bij de Immigratiedienst die bij de Military Police is gehuisvest. De laatste zit vlakbij en even later ben ik klaar met inklaren. “U kunt nu van uw vakantie gaan genieten”. Mooi, dat is dan toch nog gelukt in 2014. Ik rij ook nog even langs bij het hotel van Umro, een collega die gisteren is aangekomen voor een vakantie in Suriname. Erg leuk om hem hier te ontmoeten en hij heeft ook wat onderdelen voor ons meegenomen zoals breekpennen van de buitenboordmotor, een kabel voor de buiten marifoon die kapot is gegaan en een roei-dongel voor de dinghy die was afgebroken. Wat is dat Internet toch makkelijk, alles te krijgen.

Ondertussen hebben de kinderen ontzettend hard aan school gewerkt en is nu dan eindelijk de kerstvakantie aangebroken! En niet zo maar een kerstvakantie, maar een van vier weken, waar krijg je dat nou nog? ‘s Avonds blijft Akash, een vriendje van Myrthe en Wouter bij ons logeren, wel makkelijk dat ze elkaar gewoon kunnen verstaan. Akash kijkt zijn ogen uit en vindt het maar wat gaaf om op een schip te slapen.

http://youtu.be/IZyjYur9Pas
http://youtu.be/c8l1EPK0O3g

Dinsdag is het oudjaar en gaan we naar Paramaribo voor het betere knalwerk. Gewapend met oordopjes en (zonne-) brillen rijden we naar Paramaribo. Het valt mee met de drukte en nadat we Akash bij zijn ouders hebben afgeleverd lopen we richting Domineestraat waar het spektakel om twaalf uur ‘s middag start. Nou het was inderdaad oorverdovend, wat een enorme hoeveelheid lawaai en herrie! Howard had ons gewaarschuwd, en terecht. Toch is het leuk om een keer mee te maken,maar na een uurtje heeft Wouter het wel gezien en met name gehoord. Op de terugweg zien we nog een drumband, acrobaten die door hoepels springen en motoren die een burn-out maken, kortom een en al spektakel! Tussen de menigte komen we ook nog Dennis de Smidt tegen die hier werkt en ook andere zeilers die ook in Domburg liggen komen we tegen. Alhoewel het gigantisch druk is, is Paramaribo toch ook weer heel erg klein, je komt elkaar makkelijk tegen. ‘s Middags gaan we naar de Palmentuin en als we wat drinken bij Zus & Zo, komen we ook nog een tweede collega, Wilko aan de Meulen tegen die Wouter nog gezien heeft toen hij pas geboren was, en hier nu op bezoek is bij zijn dochter die stage loopt n Paramaribo. Een grappig en onverwachts weerzien! Later op de middag ontmoeten we last but not least ook nog Umro die hier ook op vakantie is. Het is erg gezellig en erg interessant om van Umro te horen hoe hij nu Paramaribo ervaart nadat hij er ruim tien jaar niet geweest is. Wel bijzonder, om hier in Paramaribo zo veel bekenden en collega’s te ontmoeten, ik heb het idee dat ik hier meer kpn-ers tref dan op een zonnige dag op het Plein…
Aan het eind van de middag rijden we terug naar Domburg, de stad zit helemaal vast met mensen die of de stad uit willen of er alsnog in willen. Op de valreep vinden we ook nog de laatste vier oliebollen in Paramaribo, ze smaken er niet minder om, heerlijk!

http://youtu.be/TzSw215WkrM

‘s Avonds is het gezellig met mede zeilers en de stamgasten van& het restaurantje bij de moorings. Vanuit Domburg iedereen een heel goed en gezond 2015 gewenst!

Laatste weken Kaapverdië


Aangezien we morgen (vrijdag 28/11/2014) naar Mindelo op São Vicente willen varen kunnen we vandaag nog mooi een wandeling maken op São Nicolau. Van de eigenaar van het restaurant Santolanda, die jaren in Rotterdam gewoond heeft en goed Nederlands spreekt hebben wij gehoord dat het National Parc bij Monte Gordo erg mooi is. Nadat de kinderen hun school af hebben varen we met de dinghy naar de kant. Zoals gewoonlijk zijn er weer veel kinderen die op onze dinghy willen passen, maar ik zeg altijd maar terug dat dat helemaal niet nodig is omdat de mensen hier zo aardig en eerlijk zijn. En…tot nu toe heb ik gelijk (klop klop).

Met een minibusje (type VW busje) gaan we mee de berg op tot het begin van het National Parc. De busjes heten hier “Collectief” wat inhoud dat er minimaal 12 mensen in gaan en als het een beetje meezit gaan er wel tot 20 man in. We worden keurig bij het begin van het Parc afgezet. In Tarrafal (waar onze boot voor anker ligt) is het eiland kaal en droog, maar hier boven op de berg is het groen en groeit er van alles. We lopen het National Parc in en komen langs verschillende controleposten. Beneden zeggen ze dat we boven moeten betalen, en boven zeggen ze dat we beneden moeten betalen. Nou ja, we hebben een kaartje mee gekregen en we gaan zeker niet terug naar beneden…

Het is inderdaad een prachtige wandeling, met veel bloemen, heel veel kleuren groen en zo nu en dan een stuk in de mist. We hebben een route die niet moeilijk is en kunnen heerlijk genieten van de mooie vergezichten. Halverwege komen we nog een ezeltje tegen bij een verlaten boerderijtje en zien we een net hangen waarmee water uit de wolken -die hier bijna altijd hangen- wordt gevist. We kunnen nog naar de top van de Monte Gordo lopen, maar die ligt in de wolken, dus dat laten we maar. Als we even later op een kruising komen lijkt het pad dat wilden nemen niet te bestaan. Na wat struinen vinden we toch iets wat op een pad lijkt, maar het is duidelijk al lange tijd niet meer gebruikt en het pad is behoorlijk dicht gegroeid. We proberen het nog wel een paar honderd meter, maar het wordt steeds minder pad en steeds meer bos, en dat langs een hele steile helling. Niet echt handig om door te gaan met twee kids terwijl het over een paar uur donker wordt en wijs als we blijkbaar toch geworden zijn, besluiten we gewoon dezelfde route terug te lopen. Gelukkig ziet het er vanaf de andere kant toch weel heel anders uit, en we genieten er niet minder om.



Terug op de weg komt er al snel weer een “Collectief” busje aanrijden en voor we het weten zijn we terug in Tarrafal. Het is inmiddels donker en we gaan eerst een hapje eten bij Santolanda. Er is alleen tonijn op het menu wat we gisteren ook gegeten hebben, maar het is weer heerlijk zeker na een wandeling door de bergen. Als we ‘s avonds terug naar de boot willen varen met de dinghy raakt de schroef een steen. Daarna maakt de motor nog wel een hoop kabaal, maar vooruitkomen doen we niet meer. Al snel krijgt de wind vat op ons rubberbootje en drijven we zo de zee op… Gelukkig hebben we nog een paar peddels aan boord, en alhoewel een van de roeidongels is afgebroken lukt het ons als voormalig zeekanoërs toch om samen (ieder aan een kant) de boot schuin tegen de wind in -en enigszins gelijk peddelend- weer richting ons schip te manoeuvreren. Aranka vindt het erg spannend en vindt het niet echt leuk, nou ja even later liggen we toch weer veilig bij de White Witch. Het is al laat en de kids gaan linea recta naar bed terwijl ik toch nog even check wat er nu met de motor aan de hand is. Als ik de schroef eraf haal zie ik dat de breekpen is gebroken. Die heeft dus gedaan waarvoor hij bedoeld is.We kijken in Mindelo wel of we een vervangend exemplaar kunnen vinden. Voorlopig hebben we de dinhy niet meer nodig, die gebruiken we pas weer in Paramaribo.

Vrijdag willen we vroeg op staan maar we zijn vergeten de wekker te zetten en worden gewoon om acht uur wakker. We gaan vandaag naar São Vicente, een tocht van ruim 40 mijl en we willen graag voor donker aankomen. Snel maken we de boot gereed voor vertrek (alles opruimen, zeilhuik eraf, rolfokhoes naar beneden, dinghy aan de davits optakelen etc.) Om negen uur lukt het om ons anker op te halen. De eerste paar mijl komt de wind van alle kanten en valt ook helemaal weg, maar zodra we achter de luwte van São Nicolau te voorschijn komen staat er een heerlijk windje. We lopen al snel acht tot negen knopen en zetten er toch maar een rif in. Met rif lopen we nog steeds meer dan acht knopen. Later neemt de wind iets af maar gemiddeld varen we toch met zeven en een halve knoop en schieten we dus lekker op. Het is heerlijk zeilen en we komen langs prachtige eilanden, eerst zien we Ilheu Razo, dan komen we langs Ilheu Branco en langs Ilha de Santa Luzia. Het zijn kleine maar ook steile en ruige eilanden. De wind neemt wel wat af tot ongeveer 12 knopen en we halen het rif uit het zeil. Maar de wind komt nog steeds uit de perfecte hoek waardoor we lekker blijven opschieten. Al snel varen we langs São Vicente. Opeens loopt de dieptemeter op naar 60 meter terwijl we op de kaart nog steeds in een gebied varen waar het meer dan 1000 meter diep zou moeten zijn. We weten dat de kaarten hier niet al te nauwkeurig zijn, maar dit is wel een erg grote afwijking… Waarschijnlijk zit er een laag in het water met een groot temperatuurverschil waarop de golven van de dieptemeter reflecteren, of er zwemt een grote vis op 60 meter diepte met ons mee… We houden de diepte meter in de gaten, maar maken ons er verder niet al te druk over, tenslotte als je op het IJsselmeer vaart is de diepte zelden meer dan 5 meter.

Als we om de noord-oost punt van São Vicente varen neemt de wind toe doordat we de acceleratie zone tussen São Vicente en São Antao in varen. We zetten twee riffen en rollen de genua een stukje in. Daarna zeilen we lekker met ca. 25 knopen wind van achteren. Bij Mindelo gijpen we en varen de beschutting van Porto Grande in. Tenminste dat dachten we…. De golven zijn inderdaad weg als we achter de kaap Ponta Joao Ribeiro varen, maar daarvoor in de plaats komen valwinden terug. Zo goed als het gaat halen we het zeil binnen en om ongeveer drie uur meren we af in een haven waar het nogal onstuimig is. Onze boot gaat in ieder geval behoorlijk heen en weer. De aankomst is erg leuk want Agnes en Bas van de TiSento staan op de kade en heten ons welkom. ‘s Avonds eten we op de Tisento samen nog met de bemanning van een Noors schip. Het is erg gezellig, Wouter en Myrthe verkennen de TiSento van binnen en “helpen” Agnes met koken en het wordt natuurlijk weer veel te laat voor de kids, maar ach, morgen is het zaterdag en dus hebben ze geen school.

Mindelo is een erg gezellige stad. Het centrum ligt om de haven heen. Zo nu en dan komt er een cruise schip binnen en dan stromen er weer hele hordes toeristen binnen maar verder is het erg relaxed en rustig. het is leuk om te zien hoe elk eiland weer een heel eigen sfeer heeft. Mindelo is een wat grotere en drukkere stad dan de eerdere steden die we gezien hebben. we gebruiken de tijd die we hier hebben om ons voor te bereiden op de oversteek naar Suriname. We bergen de dinghy op, maken de boot schoon, rusten lekker uit, vervangen de filters van de watermaker, doen de was, vullen een gasfles en nog een hele lijst van die klusjes. We gaan nog een dag zwemmen op het strand waar je ook heerlijk in de schaduw op een terrasje kan zitten, boekje lezen, biertje drinken, nou ja je ziet het wel voor je…

Zondag komt de Volonté laat in de avond aan. Eric heeft zijn aankomsttijd al gemaild en we zien ze ook op de AIS ruim van te voren aankomen. We helpen ze met afmeren, want de ondersteuning vanuit de haven is in de avonduren toch iets minder dan overdag. Het is erg leuk ze weer te zien en Wouter en Myrthe verdwijnen samen met Jesper en Thomas ergens op een boot. Aranka heeft extra veel eten gekookt zodat Eric, Denise, Jesper en Thomas ook nog een hapje kunnen mee-eten en we onze ervaringen sinds La Gomera kunnen uitwisselen. Dat blijft een leuk onderdeel van onze reis, de andere vertrekkers die we hebben leren kennen en die we steeds weer tegenkomen.

Maandag zien we nog een Nederlandse boot in de haven liggen, een grote Lagoon 450 catamaran. Het is de 99 Bottles met de bemanning Maarten en Simone en een opstapper Henny en hun kinderen Pieter, Dirk, Roel en Noor die net als Myrthe ook 9 is. Al snel is de nieuwe boot de favoriete speelboot van de kinderen geworden. ‘s Avonds drinken we wat en gaan we uit eten met de bemanning van drie boten. Het is voor mij de eerste keer dat ik een catamaran van binnen zie, en jeetje, wat is dat ruim en groot. Ook heel bijzonder dat alle boeken gewoon los liggen in de kajuit, voordeel van een schip dat gewoon recht vaart. Nou ja, wij kijken dus wel even onze ogen uit naar alle gemakken en luxe aan boord van de 99 Bottles. Het is ontzettend gezellig en wordt natuurlijk wel weer erg laat maar de kinderen genieten er enorm van om met elkaar te spelen.

Woensdag gaan we samen met de bemanning van de Volonté naar São Antao, een eiland op een uurtje varen ten westen van São Vicente. Het is erg lastig ankeren bij São Antao, daarom gaan we er met de ferry heen. We hebben eigenlijk nog niet zo’n heel goed idee wat we er gaan doen, maar het schijnt erg mooi te zijn. We kunnen met zijn achten een busje huren, maar als we op het eiland zijn vertelt een vriendelijke mevrouw van de toeristen informatie ons dat je ook een mooie wandeling kan maken rondom een krater en dan door de Valé do Paúl naar beneden. We besluiten dat te doen en rijden met een “Collectief”-busje omhoog naar de Cova krater. De chauffeur wijst ons welk pad we moeten hebben en even later lopen we echt in een prachtige omgeving door de Cova krater met oneindig veel kleuren groen om ons heen. Ook hier is het weer fascinerend hoe snel het landschap verandert van een droog woestijngebergte naar een prachtig groen berglandschap. We moeten een pad rechtsaf hebben om uit de Cova krater te klimmen. We missen de afslag maar gelukkig zien we andere wandelaars die een gids bij zich hebben het goede pad nemen. Halverwege staat er een koe op het pad, en ja… dat is na de eend eerder op Gomera toch ook wel eng. Wouter durft er niet langs, gelukkig gaat de koe na een paar klopjes op zijn zij van het pad af zodat Wouter er snel langs kan rennen.



Na een korte klim komen we bij de pas, waar het koud en mistig is, naar de Valé do Paúl waar onze wandelroute verder gaat. Ook de Valé do Paúl is prachtig, het wandelpad kronkelt onder ons naar beneden tussen groene hellingen richting een dorpje. Het is wel steil afdalen en als we in het dorpje zijn, zijn we ook wel moe. We drinken wat en lopen dan weer verder. Maar eerst wachten we een begrafenisstoet af die langs komt. Het is indrukwekkend om te zien, vooral omdat de stoet wandelend de hele berg afloopt naar de kust en door een aantal oudere dames bovenop de berg wordt nagezongen.

Alhoewel het nog steeds en prachtige wandeling is beginnen we toch moe te worden en als een busje langskomt richting Porto Nova stappen we direct in. Al met al een heerlijke dag wandelen en ook erg gezellig samen met de Volonté-ers.

‘s Avonds wordt de puzzel die we van Willem Taverne hebben meegekregen afgemaakt. Het wordt natuurlijk weer later dan de bedoeling was en donderdag zijn de kinderen dan ook nog moe. Met name Wouter heeft echt geen zin in school en is tot zes uur ‘s avonds bezig met afwisselend boos zijn, niet willen werken, dan toch iets doen, maar toch niets doen om dan maar weer eens boos te worden enz. enz. Een leuke afwisseling is dat ze met hun juf van de Wereldschool, Ineke Hoffies skypen, en vertellen over onze reis. Dat is leuk om te horen en altijd weer opmerkelijk wat zij dan als hoogtepunt van de reis benoemen. Myrthe noemt dat ze twee auto’s in Hellevoetsluis heeft zien botsen en Wouter dat hij bij de 99 Bottles op een mini-Ipad heeft gespeeld…

Vrijdag gebruiken we om samen met Eric en Denise inkopen te doen. We slepen meerdere malen tassen en winkelwagentjes vol eten en drinken naar onze boten om ze zo vol te stouwen voor de oversteek. Ook de gasfles is inmiddels gevuld, dus we zijn wel klaar om zondag te vertrekken. Als ik naar de Grib-files kijk zie ik echter wel wat weinig wind begin komende week… ‘s Avonds vieren we samen met de Volonté Sinterklaas. Alle pakjes zitten in een grote teil die samen met een grote sinterklaasvlag in de mast is gehesen. We eten een hapje bij de “floating bar” bij de haven en als we teruglopen naar de boot staat het deklicht aan zodat je de pakjes met de vlag duidelijk ziet hangen. Het is duidelijk, de zeilpiet is langs geweest en heeft de pakjes in de mast gehangen. Samen hebben we toch nog een heleboel pakjes en het is erg gezellig. Als we klaar zijn met uitpakken zijn de kids klaar wakker en willen ze het liefst nog gaan skateborden, maar de volwassenen vallen om van de slaap. ‘s Ochtends (zaterdag) kijken we nog eens wat beter naar de Grib-files en rekenen onze route door als we zondag middag vertrekken. We zien dat we dan toch een lange periode nauwelijks wind hebben en waarschijnlijk meer dan veertig uur moeten motoren… Dat slaat meteen een flink gat in onze dieselvoorraad en dat vinden Aranka en ik beiden niet erg aantrekkelijk. De keuze is of vandaag al vertrekken, of wachten tot dinsdag als er weer wat meer wind komt. Denise is vandaag jarig GEFELICITEERD!!, dus we lopen even langs bij de Volonté om Denise te feliciteren en te overleggen wat nu wijsheid is. Nog voordat we daaraan toe komen hoor ik achter me een grote plons. Als ik me omdraai zie ik Wouter in het water liggen. Gelukkig maar dat ie kan zwemmen! Snel trek ik hem weer op het droge, maar dan volgt een grote huilbui, nog moe van gisteravond en heel erg geschrokken. Nou ja we moesten toch nog douchen en nu Wouter doorweekt is lukt het om hem mee te krijgen… Na het douchen overleggen Aranka en ik en we vinden vandaag vertrekken geen goed idee. Wordt het toch nog haasten, en ook niet erg gezellig als Denise vandaag jarig is. Rond dobberen op zee is ook niet onze hobby en dertig procent van je diesel voorraad aan het begin opmaken is ook niet slim. Dan blijft over om dinsdag te vertrekken, uiteraard afhankelijk van het weer. Nu dat ei gelegd is, ga ik eerst maar even mee met de kids die dolgraag willen skateboarden op een pleintje in Mindelo.

Lekker relaxen op Sal

Nadat we heerlijk geslapen hebben achter ons anker is er woensdag voor de kinderen school. Ik ga ondertussen kijken hoe ik kan inklaren. De havenpolitie is erg vriendelijk en na het invullen van de nodige papieren moeten alleen de paspoorten nog op het vliegveld gestempeld worden. Volgens de havenpolitie kan ik dat alleen doen en hoeven Aranka en de kinderen niet mee. Daar denken ze (uiteraard) op het vliegveld weer heel anders over. Gelukkig hebben ze prima internet op het vliegveld dus kan ik alle mail en alle reacties op onze blogs downloaden. Ontzettend leuk om te lezen. Daarna dus taxi terug naar Espargos (stadje midden op het eiland) en busje terug naar Palmeira waar we met onze boot liggen. ‘s Middag samen met het gezin opnieuw naar het vliegveld. We hebben pech want er vertrekken net twee vliegtuigen en dus moeten we (best wel) lang wachten. Het Internet doet het gelukkig nog steeds dus we kunnen mooi wat mails beantwoorden. Uiteindelijk wordt het rustig en is ook de lunchpauze van de politie voorbij en dan krijgen wij ook onze stempels in ons paspoort. We gaan terug naar Espargos, lopen wat rond, kopen een internet SIM en gaan lekker op het centrale pleintje wat drinken en relaxen. ‘s Avonds eten we een lekker visje dat we gekocht hebben van een andere boot die hier al wat langer ligt en zo wat bijverdient. ‘s Avonds zijn we nog steeds moe van de oversteek en gaan we vroeg slapen.

Sal bevalt ons prima! De mensen zijn ontzettend vriendelijk en vrolijk en het komt allemaal erg relaxed over. Palmeira is een klein vissersdorpje waar het lijkt of de tijd heeft stil gestaan. Elke ochtend is het een drukte van jewelste als de vissersbootjes binnen lopen en de vis wordt schoongemaakt op de kade. Hier komen ook elke ochtend weer een paar busladingen toeristen uit Santa Maria naar kijken, die een uurtje op de kade worden gedropt en dan weer vertrekken zodat de rust weerkeert. De vrouwen lopen hier met grote schalen op hun hoofd (voornamelijk voor de bus-toeristen) en verder lijkt het of iedereen een beetje in de schaduw hangt. De bevolking is opmerkelijk jong (gemiddelde leeftijd 19 jaar) en dat merk je ook als je rondloopt, veel vrolijke jonge mensen. Aan het eind van de middag lopen de cafeetjes vol en hoor je vanaf de terrasjes liedjes zingen en soms een gitaar spelen. Kortom hier kan je uitstekend tot rust komen.

Donderdag doen Wouter en Myrthe hun school voordat we naar Santa Maria gaan. We nemen een busje is Espargos naar Santa Maria wat een grote stad in het zuiden van Sal is. Al van een afstand vanuit de bus zien we een heel ander soort stad. Grote hotels en resorts langs de kust. Het is duidelijk, dit is waar alle toeristen naar toe gaan die we op het vliegveld zagen vertrekken. Bij het strand is er allerlei vertier, huren van Squads, (ahhhh Pap, alsjeblieft….),surfschool, duikschool, flyboarden etc. Maar je kan er ook heerlijk zwemmen. Myrthe krijgt vlechtjes en kraaltjes in haar haar, en we relaxen een middag deels op het strand deels op een terrasje. Kortom het lijkt wel vakantie… ‘s Avonds eten we een heerlijk visje bij een Australiër voordat we weer met de bus terug gaan naar Palmeira.

Vrijdag doen Wouter en Myrthe hun rekentoets van blok vier. Ze doen het beiden goed, maar Myrthe doet echt haar best en controleert ook alle sommen zodat ze de toets foutloos maakt. Myrthe is om elf uur al klaar met school en Wouter geven we de rest van de dag ook maar vrij, want die heeft geen zin meer. Kortom, het is weekend!. We gaan met een taxi naar Pedra de Lume waar volgens de Imray Pilot een leuk haventje is en volgens het Internet ook nog een zoutwinning is waar het leuk is om te kijken. Als we de taxi zijn uitgestapt staan we echt “in the middle of no-where”. We zien een paar huisjes op een droge vlakte, een verlaten en half vergane kabelbaan en verder een grote droge woestijn… Het haventje is inderdaad wel aardig, maar Aranka en ik denken allebei hetzelfde, “Was dit wel zo’n slim plan…?” De taxi is weg en hier is verder helemaal…NIETS. Zo nu en dan steekt de wind op en waait er een stofwolk door de lucht voordat alles weer stil wordt.

Toch zou hier nog die zoutwinning zijn…. We slaan op goed geluk een stoffig zandpad in, geen idee waar het heen gaat. Dan zien we opeens achter ons een grote stofwolk veroorzaakt door een grote 4×4 waarin een groepje westerse toeristen zit. Publiek dat zeker niet voor het plaatsje of het haventje komt. We lopen maar achter de auto aan en al snel komen we via een tunneltje in een oude krater waar zout wordt gewonnen. De toegangsprijs is afgestemd op het publiek dat er komt, maar dat is prima, dan komt er tenminste wat geld binnen. De krater is onder de grond verbonden met de zee en zo stroomt er zeewater de krater in. Het water verdampt en het zout blijft achter. Vroeger werd dit zout via de kabelbaan naar de haven vervoerd, tegenwoordig wordt het direct gereinigd en dan in zakken met een vrachtauto vervoerd. We kunnen er ook zwemmen in heel zout water (ca. 25 keer zo zout als normaal zeewater) waardoor je net als in de dode zee op het water drijft. Wouter en Myrthe vinden het prachtig, helaas krijgt Myrthe last van al het zout (op schaafplekken) en gaat uit het water, maar Wouter geniet enorm.


Als we klaar zijn met zwemmen kijken we nog wat rond en lopen langs de huizen die samen Pedra de Luma vormen. Een rij huizen midden in de woestijn. Veel bewoners zitten voor hun huizen en we hebben de indruk dat hier niet vaak toeristen langs lopen. Maar nu moeten we terug. Er zijn hier geen busjes of taxi’s, dus liften maar. Alle auto’s met toeristen rijden gewoon door, en we snappen dat het wel eens een lange wandeling kan worden naar Espargos. Ook niet erg want het heeft wel wat om zo door het niets te lopen, hier en daar een huisje en verder leeg. Dan komt er een klein bestelbusje langs dat ons meeneemt. Wouter geniet, zonder gordel achterin de laadruimte, dat mag thuis niet, en is dus heel leuk!

We zijn nu snel en voor het donker is Espargos waar we nog wat drinken op ons favoriete pleintje terwijl Wouter en Myrthe in de bomen klimmen. Ook proberen we ons SIM-kaartje op te waarderen dat wel heel snel leeg raakt. Tien euro voor 100 Mbyte is wel erg duur… We zetten er nog maar eens 10 euro op, maar volgens de winkelbaas moet het kaartje als datakaart worden geconfigureerd anders is het zo weer leeg. Tsja… eenvoudig hè? Nou ja we lopen naar het kantoor van Unitel en daar worden we prima geholpen. Kaartje wordt goed geconfigureerd en we krijgen ook het weggelopen tegoed weer terug. Als dank krijgt de Unitel mevrouw die ons helpt een mooie KPN-pet!

‘s Avonds eten we in Palmeira bij een lokaal restaurantje waar het druk is en het er erg gezellig uitziet. Er wordt gezongen, gitaar gespeeld en na het eten staan Wouter en Myrthe snel snel met twee meisjes tafelvoetbal te spelen. Zij integreren toch makkelijker dan wij dat doen…, maar we genieten enorm van de avond en het eten is ook nog heerlijk.

Vandaag maken we ons klaar voor vertrek naar São Nicolau, zo’n 80 mijl naar het westen. Schijnt een prachtig eiland te zijn en we zijn erg benieuwd. De bootpapieren hebben we gisteren al opgehaald bij de havenpolitie. Nadat ik met Myrthe brood gehaald heb maken we kennis met de bemanning van de Lucy. Zij hebben ook kinderen en we spreken af dat ze aan het eind van de ochtend komen spelen en koffie komen drinken. Het is erg gezellig, ze komen uit Zwiterland en het is leuk om hun avonturen en belevenissen te horen. We komen erachter dat ze 30-50 mijl voor ons gevaren hebben tijdens de oversteek van La Gomera naar Sal. Zij hebben geen AIS-zender dus we hebben ze niet gezien, maar achteraf was de zee dus toch iets minder leeg dan het leek…

Anyway de rest van de dag hebben we letterlijk geen kind meer aan ze. Wouter en Myrthe gaan samen met Gabriel naar de kant zwemmen. Dat is best wel ver en als ze daar aankomen is de branding toch wat heftiger dan ze dachten. Als we ze weer terug zien zwemmen haal ik ze maar op met de dinghy anders wordt het wel erg ver. Wouter is er blij mee, die begon al behoorlijk moe te worden en kan toch nog iets minder goed zwemmen dan de twee meiden. Nu kijken ze met zijn allen film…

Vijf dagen op zee richting Kaapverdië

We hebben onderweg wat foto’s en filmpjes gemaakt.

Het afscheid van de Volonté was weer lastig. De kids hebben het zo heerlijk samen, dat we weer met smart op hun komst in Mindelo wachten. We hopen dat het weer goed komt met de rug van Eric en dat ze als het weer het toelaat onze kant ook op kunnen komen.

We verlieten La Gomera in de middag, dus toen de zon onderging hadden we prachtig zicht achterom.

Een filmpje van Roelof die relaxed een koffiebroodje eet tijdens het sturen, terwijl 3 meter oceaan deining en wind 4 Bft ons vooruit blazen en surfen.

http://youtu.be/Bshf4PVgup8

Het is nog niet gelukt om de vliegende vissen ook vast te leggen (sorry Ruth, ik blijf proberen). Overdag zie je hele groepen uit het water komen, en minstens 200 meter over de golven vliegen, en dan plonzen ze er weer in. Waarschijnlijk vluchten ze voor ons schip. Maar in de nacht zien ze ons schip niet goed aankomen, denken we, en kunnen ze ons niet goed ontwijken. Zodra het schemerig wordt vliegen ze op en over de boot, terwijl dat overdag niet gebeurt. In de nacht hebben onze zonnecellen een ander nut dan stroom maken, namelijk voorkomen dat je een natte kledder vis in je nek krijgt.

Dan hebben we nog een foto van ons nieuwe gadget, de sleepgenerator. Hier zit de lijn nog niet goed, en klettert de lijn in het rond spetterend achter ons schip. Even bijliggen en wachten was voldoende om de lijn uiteindelijk goed zonder te veel windingen te krijgen.

En dan zagen we net voordat de zon onderging Sal liggen. Het was nog maar 16 mijl. De wind was te weinig, dus we voeren op de motor. Op afstand zagen we drie bergen ( niet erg hoog) en de rest is vlak. Raar idee dat 500 jaar geleden Columbus hier ook heen is gekomen en het ook zo zag liggen. Nou ben ik blij dat we tegenwoordig een plotter hebben, want ik zou niet zonder in het donker naar de haven durven varen.

Vastgeroest op La Gomera

Tsja… we liggen nog steeds in de haven van La Gomera, volgens mij hebben we nog nergens zo lang gelegen. Maar het lijkt er nu toch op dat we morgen gaan vertrekken richting Kaapverdië. Sinds de laatste blog kwam ons pakketje (een sleepgenerator), ondanks de belofte van UPS, toch niet aan. Ook donderdag ochtend (8/11) was er geen pakketje te bekennen. We zouden vandaag terug naar Tenerife varen (de haven had ik al betaald…) om daar de Volonté te ontmoeten, maar dan zouden we vertrekken zonder ons pakketje. Gelukkig wil de Volonté zaterdag ook naar La Gomera komen en dus kunnen wij gewoon lekker blijven liggen. Toen we dat besloten hadden, zijn we eerst maar eens een mooie wandeling gaan maken, dwars door het National Parc de Garajonay. We gaan met de bus naar een zo hoog mogelijk gelegen bushalte (Pajarito), en lopen vandaar door het bos. Eerst een stuk geklommen, maar daarna is het een lange afdaling naar El Convento waar een andere bus komt.

Wouter en Myrthe zagen Franse kinderen met een wandelstok lopen, en willen er natuurlijk ook een hebben. Nadat ik ze heb uitgelegd dat al die kunststof helemaal niet goed voor het milieu is, en dat vroeger (toen alles beter was…) de mensen met gewone houten stokken liepen, voelden ze daar ook wel voor. Eerst sleepten ze een halve boom achter zich aan, maar na een tijdje vonden we een paar prima stokken waarmee ze als echte berggeiten de berg op en af stormden. Wij waren wel verbaasd hoe leuk Wouter en Myrthe het wandelen vinden. Meestal spelen ze een spel waar ze geheel in opgaan en volgens mij lopen ze elke wandeling minimaal twee keer want ze blijven met onuitputtelijke energie heen en weer rennen.
De wandeling gaat door een prachtig gebied, het eerste stuk is een dicht bos begroeid met mos waarmee het vocht uit de lucht wordt gehaald. Zo nu en dan hadden we een prachtig uitzicht over de bergen. Even later lopen we langs een beekje waaruit uiteindelijk een 200 meter hoge waterval ontstaat. We genieten van de wandeling, maar we moeten wel een beetje doorlopen. Volgens de mevrouw van de toeristen-informatie hadden we al de bus van half elf moeten hebben om op tijd voor de laatste bus bij het eindpunt te zijn, maar toen waren we nog druk bezig om de kinderen te motiveren om school te doen. Dat blijft lastig en mijn respect voor de juffen en meesters op school groeit met de dag. Wij hebben de bus van twaalf uur genomen en willen toch wel graag de bus terug halen. Als we na drie uur lopen het bos uit komen hebben we een prachtig uitzicht op het dal van Hermigua waar ook weer tal van “terrassen” gemaakt zijn om groente en fruit te verbouwen tegen de steile hellingen.
Wouter en Myrthe hebben genoeg van de stokken, en nu blijkt nog een voordeel van gevonden stokken, je kan ze gewoon weggooien. Als we langs een stuwmeertje lopen, komt een nieuwsgierige eend bij Wouter en Myrthe kijken. Met name Wouter vindt dit maar eng en roept streng tegen de eend: “Eend, ga weg!”, maar eend vindt zo’n schreeuwend jongetje wel interessant, en waggelt vrolijk verder naar Wouter toe. Uiteindelijk krijgt Wouter het te benauwd en rent hij verder het pad af, weg van eend.

Even later zie ik Wouter ver onder mij en aan de andere kant van het dal. Myrthe is nog verder naar voren gerend en helemaal uit beeld verdwenen. Als wij even later ook beneden zijn zit Myrthe te huilen in de modder, ze is uitgegleden en nu is haar knuffel vies. Tsja, dat ze zelf ook onder de modder zit en dat haar trui naast haar ook in de modder ligt is voor haar slechts een onbeduidende bijzaak. En over het verschil tussen hoofd- en bijzaak kan je dan met Myrthe heel goed ruzie maken. Gelukkig komt Aranka er ook snel aan, zij heeft meer inlevingsvermogen in Myrthe’s wereld en zo zijn we ook snel weer vrienden. Beneden hebben we nog even tijd om wat te drinken voordat we weer terug rijden met de bus. Wel indrukwekkend hoe de chauffeur de bus door het donker over de steile en bochtige wegen rijdt. We zijn behoorlijk moe en terug in La Gomera eten we friet met hamburger bij de plaatselijke snackbar. De bemanning van een aantal Franse boten eet hier ook en we raken aan de praat. Het blijkt dat zij ook op een pakketje wachten uit Frankrijk om de keerkoppeling van hun schip te repareren. Pakketjes en Canarische eilanden lijken niet de meest ideale combinatie…


Vrijdag is er uiteraard weer géén pakketje, Manjana, Manjana… Maar als het vandaag niet komt, komt het op zijn vroegst maandag. En dat begint al weer kritisch te worden want in de loop van volgende week willen we wel vertrekken. De erg bereidwillige dame van de haven belt voor de zoveelste keer met UPS. Nadat ze eerder heeft gehoord dat het pakketje vandaag komt, vervolgens dat er een probleem met de lokale afleverpartij is en bovendien dat de “supervisor het pakketje zelf zou bezorgen” is het verhaal nu dat de verzender een “Trace” moet starten, anders gebeurt er niets. Uiteraard kan ik de verzender (Rob Wink) niet te pakken krijgen en dus loopt het een beetje vast. Toch maar eens zelf met die UPS-sers in Spanje gebeld. Snap niets van de VRS, maar gok dat als ik vaak de nul in toets er misschien wel iemand aan de lijn komt. En zo geschiedde, en na wat doorvragen krijg ik zelfs iemand die Engels spreekt aan de lijn. Probleem uitgelegd, maar ook zij geeft aan dat er eigenlijk eerst toch door de verzender een “tracer” moet worden opgestart. Maar ze wil toch wel proberen haar best voor me te doen. Nog niet helemaal gerust ook maar eens UPS op linked-in gezocht. Al snel vind ik dhr. Bram vd B, Vice President Distibution EMEA. Het lijkt me dat hij me moet kunnen helpen. Nadat ik met hem gelinked ben mail ik hem mijn probleem dat ons pakketje nu al twee weken op La Gomera is maar nog steeds niet bezorgd is. Ik krijg een uiterst sympathieke reactie, en sinds dat moment komt er schot in de zaak. Ik word meerdere keren per dag gemaild en gebeld door UPS en begin er zowaar weer vertrouwen in te krijgen.

Zaterdag komt de Volonté naar La Gomera en Wouter en Myrthe kijken er de hele dag naar uit. Wij doen klusjes aan de boot zoals plafonddelen die los waren gekomen, weer vastzetten, checken of onze stuurkolom niet verroest is (was nog een klusje wat was blijven liggen), stuurautomaat kalibreren waar ik nieuwe software in gezet heb, enz. Tegen de tijd dat de Volonté bij de haven komt, loop ik met Wouter en Myrthe naar het havenhoofd om wat foto’s en een filmpje te maken van de Volonté onder zeil. Het waait flink in de acceleratiezone, dus mooi om ze daar te fotograferen. Frans en Illona van de Omweg op Zee zijn met de Volonté meegevaren. ‘s Avonds eten we met zijn allen in La Gomera en borrelen we nog bij ons op de boot. Frans en Illona vertellen het verhaal over de onfortuinlijke start van hun reis (zie de link voor meer details). Ze zijn nu bezig hun jacht te repareren om er volgend jaar alsnog mee te vertrekken en wachten ook op een pakketje… Het is erg gezellig en leuk om de bemanning van de Volonté weer te zien. Wouter en Myrthe zien we niet meer, die zijn samen met Jesper en Thomas ergens op een boot, waarschijnlijk film aan het kijken… Maar in de avond zijn ze er weer, want dan logeren ze op de White Witch. Helaas krijgt Jesper hoofdpijn, dus hebben we nog 1 logé over.

Zondag hebben we een hele relaxte dag, met klusjes, en zelfs school. We hebben de kinderen gevraagd om alvast vooruit te werken voor maandag. Dan kunnen we de volgende dag iets ondernemen. En we zien zowaar in de haven nog een Trompetvis zwemmen. Ook gaan we even zwemmen op playa de Cueva. Er staat één grote golf in de branding. Aranka vindt het maar gevaarlijk maar de kinderen vermaken zich kostelijk, alhoewel ze zo nu en dan onderste boven worden gegooid door de golf. Aan de overkant zien we Tenerife prachtig liggen, met de top van El Teide die boven de wolken uitsteekt.

Maandag komt zowaar het eerste pakketje aan, en er wordt mij plechtig beloofd dat het tweede pakketje nu ook snel zal volgen. Bovendien krijg ik contact met Rob Wink, die meteen de zo nodige “trace” aanvraagt. Vandaag gaan we samen met de bemanning van de Volonté op pad. We nemen de bus naar Lomo de Balo in het dal van Valle de Gran Rey en lopen vandaar naar het plaatsje Valle de Gran Rey. Volgens onze voormalige buurvrouw Bep is dit het mooiste dal van La Gomera, en nu we er toch langer zijn, laten we dat niet liggen. Het is inderdaad prachtig, de terrassen waarop groente en fruit wordt verbouwd zijn hier prachtig. Aranka kijkt haar ogen uit naar alle verschillende groentes, die hier op terrasjes worden verbouwd. Wouter en Myrthe spelen met Jesper en Thomas en hebben de grootste pret. Ze hebben elkaar niet meer gezien sinds wij in Marokko aankwamen, en hebben elkaar weer een heleboel te vertellen, al gaat dat niet over de reis maar meer over spelletjes op de I-Pad… Die nacht slapen onze kinderen op de Volonté en hebben wij het rijk voor ons alleen.

Dinsdag komt inderdaad het tweede deel van het pakketje. Dank aan de heren Bram van de Burgt en Marcel Sijerlin van UPS die ons zo goed geholpen hebben het zoekgeraakte pakketje weer boven water te krijgen. De rest van de dinsdag ben ik bezig om de sleepgenerator te monteren en aan te sluiten. Het halve schip moet natuurlijk weer overhoop, maar om zes uur is het klaar en zou hij het moeten doen. In de tussentijd doet Ranka wasjes en boodschappen voor 8 dagen en sleept alles aan boord. ‘s Avonds gaan we bij de Volonté op bezoek, het is erg gezellig, en over twaalven als we terug gaan. De kinderen gaan zo natuurlijk veel te laat naar bed, maar ze genieten erg van het spelen met Thomas en Jesper.

We willen eigenlijk morgen (woensdag) vertrekken naar El Hiero (de haven had ik alweer betaald…), maar als ik het weer bekijk zie ik dat het de volgende week hard gaat waaien. Om dan te vertrekken naar Kaapverdië is niet aantrekkelijk en samen met Aranka besluiten we om dan maar direct naar São Vicente op Kaapverdië te varen, en dan maar donderdag te vertrekken omdat er dan wat meer wind is. Ja, het klopt, het is of te weinig of te veel…, maar als we donderdag vertrekken belooft het een heerlijke zeiltocht te worden met gemiddeld 12-17 knopen wind. Dan moeten we donderdag nog wel wat motoren maar hebben we verder goede wind en zouden we volgende weer dinsdag of woensdag in São Vicente zijn. De rest van de dag gebruiken we om laatste boodschappen te doen en ons voor te bereiden op de langste tocht tot nu toe, altijd weer spannend! Zo lijkt het er nu toch echt op dat we gaan vertrekken van La Gomera. Voor de derde keer reken ik af bij de haven omdat we nu echt morgen gaan vertrekken, maar de mevrouw van de haven gelooft er niets van, en verwacht dat we gewoon weer blijven liggen. We zullen zien…

Heerlijk wandelen op La Gomera

Genieten van oerbossen op La GomeraWat is La Gomera een prachtig eiland. Onze vroegere buurvrouw Bep Lamers ging hier elk jaar graag naar toe en was hier zo enthousiast over. Maar nu we hier zelf zijn begrijpen we dat veel beter.

Maar laat ik beginnen bij het begin. We liepen vrijdag 31 oktober de haven in terwijl er 25 knopen (6 Bft) over het dek vlogen. Ik stond in de schemering in mijn blote zomerjurk en had het niet eens koud met de gierende wind om mijn oren. Ook kwamen er af en toe een paar golven, die tegen de voorpunt aansloegen, zodat ik een douche van spuitwater over me heen kreeg. Lekker warm water, rare gewaarwording, want normaal zouden we in Nederland met dit soort weer echt in vol ornaat staan met zeilpakken en laarzen. En eigenlijk wilde ik zo graag een foto maken, maar ik durfde het roer niet los te laten. Het was ineens actief zeilen, met alle aandacht. Maar de achtergrond met rode wolken van de ondergaande zon en El Teide, de vulkaan op Tenerife, prachtig in beeld, staat in mijn geheugen gegrift.
En dan ben je op La Gomera. De plaats San Sebastián de La Gomera, waar de haven is, ligt altijd in de zon. De rest van het eiland is min of meer in wolken gehuld. De service in de haven is geweldig. Ze spreken goed Engels (wat op de rest van het eiland niet zo is) en zijn ons steeds vriendelijk van dienst met alle vragen, en hulp die we nodig hebben, kortom prettig aankomen!

Het is hier gemoedelijk. Columbus is hier medio 15e eeuw geweest en heeft hier in één van de huizen gewoond en zijn schietgebedjes voor een goede oversteek naar Amerika in de kerkjes vlakbij gedaan. De huizenbouw is relatief laag en je ziet hier niet van die toeristische flatgebouwen. Midden in Sebastián de la Gomera is een heerlijk pleintje waar kinderen spelen onder grote oude bomen, en wat een heerlijke rust uitstraalt. Wij voelen ons hier direct thuis.
De wegen zijn knap gebouwd en slingeren door het eiland en zijn eigenlijk al een bijzonderheid op zich met alle uitzichtpunten. Ze gaan in tegenstelling tot op Tenerife niet langs de kust, maar dwars over de berg (en door wolken) heen. De hoogte is hier ca. 1480 meter, dus het is niet zo hoog als Tenerife. Maar het eiland La Gomera heeft al heel lang geen vulkanische activiteit meer, dus er is veel meer erosie geweest dan op Tenerife. En dat merk je aan de steile wegen en de enorme kliffen en bergdalen, waar de wegen doorheen slingeren.

Na een dagje lanterfanten (we hadden afgesproken een dagje “niks” te doen, maar het kostte mij meer moeite dan de kinderen (film kijken) en Roelof, om een dag rust te houden), huren we een auto om meer van het eiland te kunnen zien (bussen rijden niet vaak genoeg voor ons doel om van de ene plek naar de andere te reizen binnen 1 dag). Dit keer is het een Renault Clio, die we schoon en wit meekrijgen, en modderig teruggeven na twee dagen. De wegen zijn behoorlijk steil en het is nog een kunst om op de steile hellingen met de motor te remmen zodat ze niet oververhit raken.


We rijden op zondag en maandag 2 en 3 november langs enkele plaatsjes op La Gomera (Hermigua, Agulo, Vallehermoso en Alajero). Bij Agulo is een natuurlijk zwembad wat gevuld wordt als er een grote breker uit zee over de rotsen slaat. Wouter en Myrthe genieten van het schouwspel. Wouter zoekt steeds weer het meest spannende plekje op waar hij net (niet?) nat wordt. Een stukje verderop loopt een weggetje langs de zee waar zo nu en dan ook een golf overheen spoelt. En ja hoor…, hier krijgt Wouter het wederom voor elkaar. Hij krijgt de volle golf over zich heen en is kletsnat, maar het kan hem niet schelen, hij vindt het prachtig! (En wij eigenlijk ook wel…)
Hierna gaan we langs “Visitor Centre” van het “National Parc Garajonay” midden op het Eiland en midden in het National Parc. Dat is zeer de moeite waard, want hier komen we veel te weten over de bewoners, geschiedenis en de flora en fauna.
Ondanks de steile hellingen hebben de bewoners hier knap werk verricht om landbouw te plegen. Er zijn op de hellingen steeds terrasjes gemaakt en er worden druiven verbouwd (ze maken ook lekkere wijn) en er zijn veel bananen plantages en andere fruitsoorten en gewassen. Maar omdat je op al die terrasjes op de steile helling geen tractor kan gebruiken is het hard werken en kunnen ze natuurlijk nooit commercieel op tegen de landbouw en kassen in Europa.
De oude bewoners hebben door de omstandigheden waarin ze leefden een manier ontwikkeld om van de ene helling naar de andere te communiceren (de geitenhoeders). Deze Silva fluittaal, is behoorlijk complex en je kan er heel veel mee vragen en antwoorden. Om te voorkomen dat deze fluittaal uitsterft wordt deze nu ook op de basisscholen aan de kinderen geleerd. Ik denk dat dat heel goed is om het cultureel erfgoed in stand te houden, maar ik weet niet of het leren van Engels hen economisch gezien misschien niet meer zou helpen….


Ook zien we in de tuin van dit informatiecentrum al iets van de flora die het eiland heeft. Het eiland is maar 100 km in omtrek, maar heeft bij elkaar veel meer diversiteit in planten dan het grote Frankrijk kan bieden. In de oertijd had je bijvoorbeeld de Laurisilva of laurierbossen in heel Zuid Europa, maar tegenwoordig bestaan die alleen nog maar op het kleine eiland La Gomera (en nog wat op Madeira en Azoren).
Laurisilva oerbosDit zijn bossen en bomen, met een soort korstmossen of mossen die erop groeien en het vocht uit wolken kunnen opvangen. Dit druppelt dan van de mossen op de grond en gebruiken de bomen om van te groeien. La Gomera is relatief droog er valt weinig regen (behalve in november, precies als wij er zijn, hihi). Maar doordat het eiland het hele jaar door een standaard temperatuur heeft en de wolken het eiland vaak bedekken is dit een hele handige truc van de planten en zorgt ervoor dat het eiland zo groen is als wat. Er zijn ook prachtige bloemen en bijzondere planten, waarvan ik helaas de namen niet ken, maar wel van onder de indruk ben. Wouter en Myrthe vinden ook met name de planten en bloemen prachtig en zien de tuin verder ook als prima speeltuin. We kunnen ze al van verre horen.

Wat verder opvalt is dat de bewoners heel zuinig zijn op wat La Gomera biedt. Het wordt allemaal goed behouden en onderhouden. De wandelpaden zijn wisselend in moeilijkheidsgraad (er zijn ook GR routes), zodat er voor iedereen iets aantrekkelijks is, en je niet de behoefte hebt om van de paden af te wijken en daardoor de flora of fauna te beschadigen.
Wij doen 3 verschillende wandelingen, 2 door het oerbos en 1 over een berg naar een stuwdam toe. De stuwdam is niet om energie te maken, maar dient vooral om water te verzamelen en te bewaren. Water is hier ondanks dat het zo ontzettend groen is toch behoorlijk schaars. De bossen zijn hier echt heerlijk. Je waant je in een soort oertijd en de omgeving doet aan als een sprookje met de wolken-mist die tussen de bomen hangt. Echt genieten.

Het is echter helaas wel november, regentijd. En dat merken we wel. Het zijn tropische, korte buien, en het regent over het hele eiland, behalve bij ons in de haven. Dat maakte extra wandeltochten dan toch weer iets onaantrekkelijker, ook al is de temperatuur zodanig, dat je die regenjas het liefst zo snel mogelijk weer uittrekt en ook weer snel opdroogt. Jammer, want we hadden graag nog meer van deze oerbossen gezien.

Maar een stranddagje is ook helemaal niet verkeerd. Vlak bij de haven kan je door een tunneltje en heb je ineens een prachtig uitzicht op El Teide en Tenerife aan de andere kant van de berg en aan de overkant. Er is een mooi strand met zwart lavazand. We gaan zwemmen, maar het is nog best spannend. Er staat 1 breker, maar die is behoorlijk heftig en gooit Myrthe ook nog met hoofd en schouders onder water en in het zand. Dat levert wat schaafwonden op. Dus toch maar naar een ander strand, zonder branding, naast de haven, alleen ziet het er daar iets minder schoon uit. Er drijft veel plantenafval. Dat is waarschijnlijk de afgelopen dagen met de harde wind losgekomen. Wouter vindt dat gekriebel van planten aan zijn benen maar niets en gaat al gauw samen met Myrthe in het zand spelen. Grappig dat met wit zand het niet zo opvalt als je onder zit, met zwart zand geeft dat echt een heel andere indruk!

Inmiddels zijn we weer een nieuw toetsenbord rijker. Het was zowaar het goede toetsenbord wat Acer ons heeft toegestuurd en dankzij het verzenden door onze buren Eric en Saskia ligt het hier keurig op ons te wachten in de haven van La Gomera. Roelof heeft het vastgezet en heeft niet eens één van de 50 super kleine schroefjes over gehouden. Hij heeft tijdens de geduldklus geen lelijk woord gezegd. Knap werk. Als het goed is zien jullie nu minder foute aanslagen en foutjes dan in eerdere blogs (klopt dat ?).
Nu is het nog wachten op de sleepgenerator. Die is ons door Rob Wink toegestuurd. Maar die ligt nu al bijna een week ergens op Tenerife of Gomera bij een lokaal transport bedrijfje dat weer ingehuurd is door UPS. Elke dag beloven ze weer dat hij vandaag afgeleverd wordt…, Nou ja, Manjana dan maar. Zodra deze is aangekomen (met hulp van het bemiddelen door de mensen uit de haven), vertrekken we. We gaan nog even terug naar Tenerife om de Volonté te ontmoeten en meteen goedkoop in te slaan voor de oversteek (het is hier allemaal duurder dan in NL).
Bovendien is de harde wind inmiddels ook hier weer voorbij. In de haven hebben we nachten met 35 knopen (8 Bft) gezien. Maar inmiddels is alles weer rustiger en durven wij de acceleratiezone nabij Gomera wel weer in, en zien we er naar uit om de Volonté op te zoeken op Tenerife.

Lava in alle vormen en kleuren!

Boven de wolken schijnt de zon!Na zo’n oversteek van 4,5 dagen zijn we toch behoorlijk moe. De douche is koud op Tenerife, maar dat geeft niet, want het is heet.
We lopen wat door de stad en zoeken de winkels met zeilspullen op. Maar die zijn het weekend dicht. Maandag weer proberen of we hier een sleepgenerator kunnen kopen.
We genieten van de stad, de rust, de planten die hier groeien. Alles is weer zo totaal anders dan Marokko. De Canarische eilanden zijn duidelijk heel erg op Spanje gericht. De Spanjaarden hebben medio 1400 dit eiland aangetroffen en het snel ingenomen en bebouwd, voordat de Portugezen dat deden. Ze spreken hier Spaans en gebruiken de euro, maar ze horen niet bij de Europese Unie. Er wordt hier niet door iedereen Engels gesproken, ondanks de vele Engels sprekende toeristen. En vooral is het hier weer schoon, geen plastic op straat, of smerigheid. En je kan hier weer een glaasje wijn drinken en bier (Dat was in Marokko nauwelijks te krijgen of peperduur). Kortom heerlijk even uit eten.

Zondag 26 oktober weten we dankzij onze i-pad dat we over moeten op de wintertijd. We drinken koffie met alle Nederlanders en leren nu ook de Tisento veel beter kennen. Daarna lopen we de haven eens uit richting het auditorium. Daarachter is in lavasteen een zwembad uitgehouwen. Het is heel ruim opgezet door dezelfde architect van het auditorium. Een heerlijke plek, waar we lekker luieren in de zon en de kinderen lekker zwemmen.

Maandag 27 oktober regelt Roelof een sleepgenerator. Hij is hier niet op voorraad in de winkels. Dus we bestellen hem bij Rob in Nederland en maken on-line geld over. Dat gaat allemaal razendsnel en die avond gaat alles al op de post naar La Gomera. Wat een service vanuit Nederland.
De kinderen doen deze dag een dubbele dag school. Ze werken hard en weten allebei 8 schoolblokken af te ronden. Dat is mooi, want dan hebben ze morgen mooi een dag vrij.
La LagunaDe middag houden we over en pakken een tram naar het dorp La Laguna bovenop de berg. Het behoort tot de UNESCO Werelderfgoedlijst. En als we er aankomen kunnen we ons dat voorstellen. Er rijden geen auto’s door de binnenstad en het is alsof de tijd hier stil heeft gestaan, sinds Columbus hier is gekomen. De huizen zijn 2 verdiepingen hoog, en hebben iets koloniaals, met houten balkonnetjes en binnenplaatsen met exotische tuinen. Het is hier heerlijk rondlopen. We eten in de avond bij een Italiaan in de tuin, Pizza en Risotto van de chef. Heerlijk.
Met de tram gaan we de steile berghelling weer af naar Santa Cruz. Het is hier weer net Spanje. Tussen de middag is alles gesloten tijdens de siësta, en in de avond vind je iedereen op straat. Nabij de haven is een enorme boulevard, waar skaters en skateboarders hun kunsten oefenen. Heel gezellig. Wouter neemt zich dan ook voor dat hij voor zijn verjaardag (of eerder) een skateboard wil vragen.

Dinsdag 28 oktober huren we een autootje. We proberen eerst een vergunning te krijgen in Santa Cruz om in het Nationale Park El Teide te mogen wandelen en de El Teide te beklimmen. Maar het blijkt dat we de vergunning in La Orotava kunnen krijgen en niet hier. Daar wilden we toch naar toe. Dus we rijden over de bergkam naar de andere kant van Tenerife, en naar de plaats La Orotava. Daar proberen we eerst het ministerie te vinden waar we de vergunning kunnen krijgen. We worden verkeerd gestuurd door het vvv-kantoor, en als het dan ook nog begint te regenen worden we allemaal chagrijnig. De vergunningen zijn al voor de hele maand november vergeven, en wij kunnen dus niets meer bemachtigen. Actie mislukt. We kunnen de top van El Teide, de laatste 200 meter, dus niet op.

We proberen te wachten tot de wolk overdrijft, maar dan kan je hier lang wachten. De wolk blijft gewoon hangen of groeit juist aan. Kortom die regen blijft. Zeiknat proberen we nog een beetje rond te kijken, maar genieten lukt niet meer. We halen wat brood en eten in een supermarkt en laten ons in de airco in de bolide weer opdrogen. We rijden verder naar het westen. Wij willen de 1000 jaar oude boom El Drago in de plaats Icod de Los Vinos wel eens zien. Leuk park, en nog even zoeken naar de juiste boom, want ze lijken hier allemaal wel honderden jaren oud.

We rijden ook nog langs een plek waar je wandelingen door de lavagrot kan maken, maar we zijn te laat, want de laatste wandelingen vertrekken om 13.00 uur. Jammer, dat had ons ook erg gaaf geleken.
Dan rijden we nog iets verder naar het westen, slingerend door de bergen, langs bananenplantages, naar de plaats Garachico. We zijn er precies met zonsondergang.
Aan de kust is de lava zo uitgehouwen door het water dat er een soort natuurlijke zwembaden of poelen zijn gevormd. We lopen er doorheen en het voelt heel grappig. Buiten de zwembaden is er een spektakel van branding en klotsende golven, terwijl het in de baden relatief rustig is. Wouter geniet van de opspringende golven en stuitert over de rotsen van enthousiasme. We lopen nog even door het dorp, maar daarna is het echt donker en rijden we terug naar onze boot en haven.

El Teide National ParkWoensdag 29 oktober. We staan al om 6 uur op en rijden om 7 uur weg met onze bolide. We kiezen een hele mooie weg uit naar de vulkaan El Teide. Het is best bewolkt, dus we denken eerst nog dat we helemaal niets van de vulkaan zullen zien. Maar gaandeweg klimmen we steeds hoger en komen we boven de wolken.
Prachtige bossen rijden we door en op de uitkijk plekjes maken we steeds foto’s. Het is prachtig, maar we moeten opschieten, want we hebben een kabelbaan gereserveerd. De laatste km is het al weinig begroeid en rijden we door de zwarte, gele en groene lavarotsen en zien de El Teide met de top op 3718 meter hoogte liggen. Wij nemen vanaf 2400 meter hoogte de kabelbaan. Het is net een kermis attractie, het gaat razendsnel en super stijl omhoog en binnen 8 minuten staan we op 3500 meter hoogte met een geweldig uitzicht om ons heen. We zijn deze hoogte duidelijk niet gewend en ons hart begint harder te pompen, er wordt gehijgd bij een stukje rennen en ook krijgen we hoofdpijn. Hoog tijd om snel aan onze afdaling te beginnen. De afdaling is spectaculair qua veranderende omgeving. Het is een maanlandschap met zwart lavasteen en nog veel meer andere kleuren. Je ziet de uitgeharde lavasporen nog lopen. De laatste uitbarsting was in 1909 en de vulkaan zou ongeveer elke 100 jaar uitbarsten. De laatste 200 meter omhoog zijn ontstaan bij de laatste uitbarsting. El Teide zou al een 500.000 jaar oude oervulkaan zijn, de derde grootste in de wereld. Je kan je er wel iets bij voorstellen als je er op staat.

De wandeling naar beneden schiet best op. Wouter en Myrthe rennen zelfs af en toe als berggemsjes naar beneden. Op een gegeven moment lopen we zelfs weer even door struiken en dan tussen rood gebergte met pikzwarte eieren lava, die naar beneden zijn komen rollen (en tijdens het rollen als een sneeuwbal groter zijn geworden). Het is een soort maanlandschap alhoewel ik nog nooit op de maan ben geweest. Eenmaal beneden rijden we weer verder naar het bergdorpje Vilaflor en daarna pakken we de zuidelijke route over Tenerife terug naar de haven. We zijn moe maar zeer voldaan.
En dan toch willen wij nog proberen wat iedereen zegt dat je niet op 1 dag moet willen proberen. We tanken (tankjes diesel vullen), we doen boodschappen bij een mega grote Carrefour. En dan willen we ook nog campinggas. Dat laatste lukt niet meer dat doen we morgenochtend wel voor ons vertrek.
Uitgeput en Wouter met fikse hoofdpijn vallen we in slaap. Toch hoogteziekte?

Donderdag 30 oktober, varen we uiteindelijk na alle voorbereidingen om 12.00 uur weg uit de haven. Helaas weinig wind, dus op de motor. En dan zien we plotseling de Volonté op de AIS. We roepen ze gauw op. Wat een ontzettende pech dat wij nu net wegvaren. We overwegen nog om terug te gaan, maar dat is ook niet echt handig als we onze spullen die naar La Gomera worden verstuurd willen ophalen. Dus we varen toch maar door en proberen later een goede afspraak te plannen.
Vandaag varen we 20 mijl naar het zuiden naar de ankerbaai Abona.
Maar onderweg worden we verrast door walvissen. Ineens zien we steeds twee waterspuiten op een mijl afstand. Roelof vaart er heen. We zien twee zwarte grote ruggen door het water schuiven. Gaaf zeg echte walvissen. Alleen welke soort zou dat nou zijn? We hebben er te weinig van gezien om daar iets over te kunnen zeggen. Grienden of
Het was kort, maar voelde spectaculair.
2 walvissen!
waterspuit walvis!

Land in zicht!

Land in zicht! Tenerife
Na 118 uur varen (4,5 dagen, waarvan helaas toch 30 uur op de motor) zijn we zaterdagochtend 25 oktober bijna bij Tenerife. Tenminste we varen om 6.00 uur in het donker zo langzaam mogelijk naar de haven bij de hoofdstad Santa Cruz (noordoosten van het eiland). We zijn nu zo ver naar het westen, dat het hier nog later licht wordt. We proberen met licht de haven in te lopen. Roelof roept keihard: “Land In Zicht” naar binnen. En nog geen seconde later stuiteren de kinderen uit bed naar buiten en zijn helemaal uitgelaten dat dit voor ons Tenerife is.

Afgelopen nacht was er weinig wind. Maar net kwam er toch even wind opzetten. Ik had de wacht en besloot om toch maar te gaan zeilen. Helaas werd Roelof, schipper in hart en nieren, daar toch wakker van en kwam buiten eens poolshoogte nemen of alles goed verliep. En ook al was het minder dan 2 BFT (8 knopen wind), we waren zo gewaarschuwd voor de windacceleraties langs de Canarische eilanden, dat we toch 2 riffen in het grootzeil zetten. Volgens de pilot kan er in zo’n acceleratie zo’n 10-15 knopen wind (3 BFT) extra bij komen. Maar helaas, de wind valt weer weg naar 2 knopen en nix + nix, weet Wouter zelfs, dat is nix.

Terwijl we in het donker langs Tenerife varen, kijken we onze ogen al uit. Wat een enorme bergen. We varen langs grote tankers die hier voor anker liggen. Twee grote cruise schepen zijn net voor ons langs gepasseerd, en door een pilotboot de haven in gebracht, waar wij zo ook vlakbij moeten zijn. Roelof en ik hadden op de plotter gekeken naar de AIS-vector, en we hadden een verschil van mening, waar het cruiseschip naartoe zou gaan. Doet mij erg goed dat ik heb gewonnen; ook al weet Roelof veel beter hoe die vectorlijn werkt, het cruiseschip veranderde van koers en deed wat ik voorspelde. YES. Ik heb zin in taart.
Auditorium Santa Cruz op Tenerife
Even later passeren we een bijzonder wit futuristisch gebouw uit 2003, wat het auditorium blijkt te zijn. Het is door de architect Santiago Calatrava Valls bedacht. Hij maakt veel gebruik van natuurlijke vormen en natuurlijke materialen, dus vulkanisch gesteente op de Canarische eilanden. Dit theater ligt bij de ingang van de haven en heeft de vorm van een zeil. Het doet mij een beetje denken aan het Sydney Opera House in Australië. Daarachter liggen minder fraai enkele boorplatvormen in de haven, en er drijft veel troep, plastic, maar ook wortels van riet of iets dergelijks.
Even later liggen we in de haven aangemeerd en kunnen we heerlijk douchen (alhoewel we onderweg nog wel een Atlantische oceaandip hebben genomen, aan het zwemtrapje achter de boot, toen het windstil werd; best eng idee om 3000 meter water onder je te hebben!).

Tijdens de oversteek vanuit Marokko hebben we zo genoten van onze sociale contacten op de ssb-radio met ons Nederlandse Netje. We hadden werkelijk contact met iedereen, van Madeira tot en met Lagos in Spanje en Rabat en Agadir in Marokko. Iedereen was onderweg en aan het profiteren van het weergat met een rustige zee, en wind uit het noorden. En het was zo heerlijk om steeds even te horen hoe het met de anderen ging. We zagen zelfs op 180 mijl afstand de Antares varen op de AIS en wisten zelfs via de marifoon contact te leggen. Bijzondere omstandigheden qua atmosfeer moeten dat zijn geweest.. Met enige weemoed bedachten we dat we de andere Nederlanders nu wellicht even niet meer zullen zien. Enkelen zijn naar Agadir en enkelen naar Lanzerot. Maar wij wilden profiteren van een iets gunstigere windhoek met het zeilen en willen iets meer opschieten, en hebben gekozen voor Tenerife. We willen toch nog steeds graag naar Dakar (Senegal) en Gambia en waarschijnlijk wordt het toch pas na kerst dat we vanaf de Kaapverden naar Suriname kunnen oversteken.

Cruising Maroc per… auto

Het ziet er naar uit dat we nog zeker tot volgend weekend (18-19 okt) in Rabat liggen. Enerzijds doordat de wind nu uit het zuidwesten komt ipv het gewenste noorden, en anderzijds doordat de haven de komende dagen op slot gaat ivm te hoge golven en bijbehorende brekers bij de ingang.
Het is nog steeds herfst vakantie bij ons en we besluiten om nog een tocht door Marokko te maken naar het noorden, en in ieder geval naar Chefchaouen. We huren een auto wat hier wel erg gemakkelijk gaat. Je belt een verhuurbedrijf, 5 minuten later wordt je opgehaald in de haven en een kwartiertje later heb je een auto mee. Krassen en deukjes worden niet opgeschreven, die worden gezien als normale gebruikssporen in het Marokkaanse verkeer.

Dinsdag avond (14 okt) is er nog een borreltje bij de Win2Win die vandaag ook in Rabat zijn aangekomen. Zij hebben een zware tocht gehad, veel wind, hoog aan de wind en zeeziekte. Blijkt maar weer hoe het kan verschillen met het weer want wij hadden een heerlijke tocht naar Rabat toe. Het is gezellig om bij te kletsen en we krijgen nog een hoop tips van Leon en Frieda die eerder ook naar Chefchaouen zijn geweest.

Woensdag ochtend is het de bedoeling vroeg te vertrekken, maar voordat we alles ingepakt hebben is het toch weer elf uur, maar dan zijn we ook op pad. We tanken eerst, want anders dan in Nederland krijg je de huurauto hier leeg mee en lever je hem ook weer leeg in. Dan rijden we eerst naar Moulay Bousselham, waar een rivier in een prachtige delta loopt voordat hij de zee in stroomt. Op goed geluk gaan we met een gids mee die ons de delta per boot laat zien. Dat pakt erg goed uit, onze gids Ahmed weet heel veel van vogels en heeft zelfs een Nederlandse vogelgids waar hij ons de vogels die we zien in aanwijst. Zo weten we nu dat we de Witte en Blauwe reiger, de Scholekster, de Grutto, de Regenwulp, de Juveniel, de Steenloper en de strandplevier met 3 tenen en gewone strandlopertjes hebben gezien. Helaas zijn er nu geen flamingo’s die hier ook vaak te zien zijn, maar dat wordt meer dan goed gemaakt door het prachtige uitzicht over de delta.
We zien ook vissers die naar krabbetjes vissen met grote netten die ze over de bodem trekken. De krabbetjes worden weer gebruikt als lokaas bij het vissen op zee. Vandaag liggen overigens alle vissersbootjes op de rivier want de branding die ervoor zorgt dat de haven in Rabat gesloten is zorgt er ook voor dat de vissers hier niet kunnen uitvaren.

Na ons boottochtje rijden we verder naar Chefchaouen via binnenwegen door het Rifgebergte. We lezen in de gids dat hier cannabis in grote hoeveelheden wordt geteeld waar maar liefst 800.000 mensen werkzaam in zijn. Er wordt geprobeerd om mensen om te scholen naar gids, maar 800.000 gidsen… Maar het Rifgebergte is ook prachtig om te zien en we genieten van het uitzicht terwijl de hellingen steeds steiler worden. Ons autootje (Citroën C1) heeft het er maar zwaar mee. In Chefchaouen zoeken we naar het hotelletje Dar Dalia dat ons door Leon en Frieda is aangeraden. Iedereen die we het vragen weet ons met grote stelligheid te vertellen waar het is, maar ze wijzen allemaal een andere richting op. Helaas hebben we alleen een kaartje in de Lonely Planet waar nauwelijks straatnamen op staan en na een paar rondjes te hebben gereden vinden we gelukkig een goede kaart op straat. (De telefoon met Marokkaanse simkaart is ermee opgehouden, dus geen GoogleMaps). Nu we weten waar we zijn, hebben we het snel gevonden. Het is een leuk hotelletje, vlak bij de medina van Chefchaouen. Wouter en Myrthe vinden vooral de schildpadjes bij de fontein erg leuk. Als we terug zijn van onze reis willen ze als huisdier nu geen hond meer maar schildpadden, ratten en een poes…

Chefchaouen wordt ook wel de blauwe stad genoemd. De huizen in de medina zijn wit en aan de onderkant blauw geverfd. Ook de straten zijn deels blauw geverfd, wat een gezellige en frisse aanblik geeft van de oude medina. Als we het hotel gevonden hebben begint het al donker te worden, en we gaan snel op zoek naar restaurant Aladdin, waar je lekker kan eten met een prachtig uitzicht over de stad. Het stadje doet zijn reputatie eer aan, want de medina is inderdaad erg leuk.
Donderdag bekijken we nog de burcht van Chefchaouen en slenteren we door de medina voordat we de auto instappen die natuurlijk goed bewaakt is…, zo heeft Marokko zijn eigen betaald parkeren. We rijden richting Tanger en Aranka zoekt in de gids een volgende leuke bestemming. Tétouan blijkt een prachtige plaats, zie onderstaand stukje uit Wikipedia:

De medina (oude stad) van Tétouan staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. De binnenstad is zeer karakteristiek en traditioneel. Men vindt hier bijvoorbeeld veel oude witte huizen, enkel laagbouw (zie foto). Overal in de stad ziet men mensen die oude ambachten beoefenen, zoals wevers, juweliers en leerbewerkers. Toeristen probeert men hier ook vaak tapijten te verkopen. Verder lopen er veel dieren rond in de medina.

Nou, dat kunnen we niet laten lopen en we zoeken een leuk hotelletje in de Lonely Planet. Als we het hotel El Reducto proberen te vinden, komen we langs erg steile weggetjes, waar onze C1 het bijna begeeft, maar in de eerste versnelling met een slippende koppeling komen we toch de helling op. Even later lopen we helemaal vast als we midden op de plaatselijke markt terecht zijn gekomen. Dan is zo’n klein autootje wel weer een voordeel… Na twee rondjes hoor ik toevallig Nederlands praten, en snel vragen we de weg aan een familie Nederlandse Marokkanen of Marokkaanse Nederlanders… We zetten de auto neer en lopen verder naar het hotel wat in de medina ligt en waar je inderdaad helemaal niet met de auto komen kan (dat hadden we niet gezien op het Lonely Planet kaartje…)
Het is een prachtig hotel, met mooi mozaïek en een heerlijk dakterras. We weten nog wat van de prijs af te praten, gaat nu ook makkelijker nu het geen hoogseizoen is. De kinderen vinden het een geweldig hotel, want ze hebben 2 hele jonge katjes en in de hotelkamer een soort eigen zoldertje waar ze knus met zijn tweeën slapen.
De Medina is inderdaad heel authentiek en we zien er nauwelijks toeristen. We verdwalen zoals gewoonlijk maar vinden na een tijdje ook weer de weg terug. We zien hier ook meer Spaanse invloed zo ver in het Noorden. Ook zien we Berber vrouwen uit het Rif gebergte, meestal herkenbaar aan een strooien hoed.

De enorme hoeveelheden groente en fruit die zijn uitgestald zijn opvallend, zeker omdat je maar heel zo nu en dan iets verkocht ziet worden. En zo in de zon uitgestald zal het ook niet heel lang goed blijven…. Het ziet er in ieder geval allemaal heel vers uit.
Verder staat dit gebied bekend om zijn cannabis-teelt. Echter zien wij er behalve plastic zakjes met gedroogde blaadjes te koop, verder weinig van. Wel zagen we onderweg bananenteelt.

Vrijdag hebben we een heerlijk ontbijt in het hotel, als Wouter probeert zijn sinaasappelsap in een eigen beker over te schenken, wordt het (uiteraard) een grote bende. De vrolijke hotelbaas neemt Wouter mooi beet en doet alsof hij boos wordt en vraagt aan Wouter een euro om het weer schoon te maken. Eerst snapt Wouter het niet, maar dan kleurt hij diep rood, en rent dan naar boven om een euro uit zijn portemonnee te halen. Later krijgt hij de euro terug, hij is er bedremmeld van en heeft zijn lesje wel geleerd. Als we weg gaan zijn de Hotelbaas en Wouter dikke maatjes.


Vandaag rijden we terug via Assilah aan de kust. Hier vallen ons de brekers op die in de haveningang staan. Hier wil je niet tussen varen en ook hier valt het op dat alle vissersbootjes in de haven liggen. Assilah zelf is een leuk plaatsje, maar omdat het vrijdag is is alles dicht, dus dat is jammer. Er is mooie kunst op de muren en hier zijn de meeste huizen wit geverfd. Maar alle winkeltjes met traditionele nijverheid zijn er vandaag dus niet. We gaan nog op het piepende geluid af van poesjes. En ja hoor, even later zien we 2 kittens, nog met dichte oogjes piepend over de stoep rollen. Ze kunnen nog nauwelijks lopen en roepen om hun moeder. Het liefst willen de kinderen ze meenemen net zoals de Batjar heeft gedaan. Maar dat zien wij niet zitten en het kost enige overredingskracht om de kinderen weer mee te krijgen…


We rijden terug naar Rabat en doen nu we toch een auto hebben nog even goed boodschappen in één van de zeldzame supermarkten van Rabat. Compleet afgeladen brengt de C1 ons weer netjes in de haven. Ik tank ook nog even alle Jerrycans vol met diesel en dan leveren we de auto weer in, wat zo mogelijk nog soepeler gaat dan het huren. Ik bel het verhuurbedrijf en vijf minuten later is dezelfde vriendelijke meneer in de haven, vraagt of we een prettige reis gehad hebben en neemt de auto weer mee. ‘s Avonds eten we lekker in een restaurantje bij de haven en dan slapen we weer “thuis” op onze eigen boot.

De haven is de komende dagen nog gesloten en we kunnen dus niet weg. Zoals het er nu naar uit ziet kunnen we maandag de 20ste of dinsdag weg. We hebben dan ook een paar dagen goede wind richting de Canarische eilanden. Zaterdag drinken we met de bemanning van de Win2Win, de Ojala, de Puff en de Symina waarop een Turkse vrouw solo vanuit Istanboel is komen zeilen. Verder doen we klusjes aan de boot zoals het vastsjorren van extra dieseltanks op het dek en strak zetten van de verstaging. Verder beginnen we ons voor te bereiden op de tocht naar de Canarische eilande, die naar verwachting ca. 4 dagen duurt. Nu maar hopen dat de haven inderdaad weer open gaat, en er een beetje gunstige wind staat.

Lagos


Een beetje uitgeslapen liggen we aan de steiger voor de brug bij Lagos. Het is mooi 1 oktober, dus nu zijn de haventarieven met 60% gezakt. We kunnen dus rustig naar binnen door de brug, om 9.00 uur en een plekje zoeken, want nu kost het iets meer dan 20 euro voor een nacht.

In de haven vliegt de tijd voorbij. Even school doen, de zeilen beschermen met huikje en rolfokhoes (tegen de zon). Roelof gaat nog zoeken naar een ankerboeitje wat we afgelopen nacht zijn kwijtgeraakt. Als de kinderen klaar zijn met school neemt hij ze mee naar het strand om te helpen zoeken.
Ondertussen maak ik gebruik van de leegte aan boord en gooi alle bedden op zijn kop en verzamel alle wasgoed voor maar liefst vier wassen. Voordat ik die in de machine heb is het al ver in de middag. En dan kan ik even douchen! Je kan het er allemaal maar druk mee hebben.

De middag is al zowat om, maar dan gaan we Lagos in. Vol verwachting, want we waren hier per slot helemaal speciaal naar terug gekomen. Het is een schattig plaatsje, en als we naar het centrum lopen zien we een replica van het type schip waarmee Bartomoleu Dias in 1488 als eerste Europeaan Kaap de Goede Hoop rondde. Van de kinderen hoor ik dan dat ze van pappa al geschiedenisles hebben gehad. En dan wordt me haarfijn uitgelegd waarom Lagos zo bijzonder is. De ontdekkingsreizigers hebben vanuit Lagos als eerste slaven uit Afrika meegenomen en de eerste Europese slavenmarkt was hier. Niet iets om trots op te zijn, en daar had wel wat meer aandacht aan besteed mogen worden (ipv aan alle Europese miljoenenprojecten die hier de afgelopen jaren gebouwd zijn).
Ook voerde hij zijn ontdekkingsreizen vanuit Lagos uit. Hij vestigde zich in Sagres, en richtte een zeevaartschool op, waar het driehoekige zeil werd uitgevonden i.p.v. de rechthoekige zeilen. Hiermee kon je ook aan de wind varen, en het zeilde ook veel sneller, en dat hebben we nu nog.

Terug op de boot hangen we snel de was te drogen. De kinderen stimuleren we om eens kennis te maken met de Gavroche. Die hebben we ook al vaker gezien, en ze varen ook richting Carieb. Ondanks de verlegenheid en de taalbarriere weten ze een afspraak te maken. Morgen om 13.00 uur na schooltijd gaan ze samen spelen.
Het schemert al. En terwijl de muggen ons lek prikken zoeken we snel een plekje in een restaurant aan de kade. Heerlijk gegeten.

Donderdag 2 oktober.
Vandaag spelen Myrthe en Wouter met Anna (7) en Luka (4) van de Gavroche. Uiteraard na schooltijd. Maar we rekenen het wel als een Engelse les. Het lukt ze uiteindelijk toch om leuk samen te spelen. Ze varen ook wat rond in de dinghy in de haven en worden door het jacht naast ons uitgenodigd voor een bezoek. Het is een schip van zeker 70 voet, wit met hout en gouden afwerking. Als de kinderen aan boord stappen doe ik mee, want dit wil ik ook wel even zien. De zoon van de eigenaar beheert het schip nu even. De elektronica en navigatieapparatuur aan boord (6 grote schermen) is al indrukwekkend. De kinderen valt het vooral op dat er een TV in zit zo groot als thuis. En dan mogen we de keuken zien. Ze hebben gewoon een inloopvriezer, mega koffiezetapparaat, afwasmachine, magnetron en een stoomoven. Ik kijk mijn ogen uit. En dan gaan we nog naar de slaapkamer van de eigenaar. Het lijkt wel een luxe hotelkamer. De luxe imponeert de kinderen minder, die vinden het gewoon gaaf dat je langs de schuine wanden van het schip kan glijden. Met de waarschuwing niet aan knopjes te zitten mogen we ook de machinekamer in. Die is bijna groter dan het totale ruim in ons schip. Ben ik even blij dat ik op een gewoon zeiljacht zit, want om te snappen hoe dit allemaal werkt gaat echt heel ver. Maar als je dit enorme luxe jacht kan kopen, kan je waarschijnlijk ook het salaris van een mecanicien betalen en een dienstmeisje wat in het achteronder alle wassen aan boord kan doen en zelfs ook drogen, en die bereid is om uren per dag al dat goud te poetsen en het dek te boenen. Heerlijk om te zien en me aan te vergapen.

Wouter heeft inmiddels Anna en Luka ook voor het avondeten uitgenodigd. Hij is wel super sociaal en regelt echt op zijn manier deze leuke contacten waar wij ook lol van hebben. Ook de Win2Win komt nog langs. Ze zijn vandaag 6 jaar bij elkaar. Ze hebben limoen-ijs meegenomen. Nou dat komt wel op bij ons aan boord.
Later in de avond gaan we ook nog even bij hen langs. Kan ik zien hoe Eltjo met de i-pad leuke filmpjes van het zeilen heeft gemaakt. Nou als ik goed heb opgelet zien jullie wellicht nog een keer een zeilfilmpje van ons op de blog. Ik ga het eens proberen.