We zijn er bijna…

Onze laatste nacht op zee voor we in Bermuda aankomen. We hebben een heerlijke zeildag gehad, mooi weer lekker windje en nauwelijks golven. Zo is het bedoeld! Wouter en Myrthe hebben bedacht dat ze ondanks dar het weekend is, toch maar school wouden doen zodat ze minder hoeven te doen als we op Bermuda zijn. Ook heeft Myrthe weer een heel werk gemaakt van alle Quiz vragen van de Batjar. Ze weet nu alles van zeilboten en kan je precies aanwijzen wat een bullentalie, een neerhouder en een septer is.

Aranka heeft weer een heerlijke maaltijd gemaakt en Wouter houdt ons aan het lachen met al zijn vrolijke grappen. Kortom het gaat prima. De tropische cycloon Ana ligt ten westen van ons en blijft daar ook, dus daar hebben we geen last van. Wij hebben een ZO wind van ongeveer 10 knopen. Wel wordt het nu met name ‘s. nachts steeds frisser. Voor het eerst weer eens een lange broek uit de kast gevist en een muts op gezet.

Onze positie is op 10-05-2015 05:10 UTC is 31-13N 64-32W

Op weg naar Bermuda dag 5

Het aantal mijlen wat we elk etmaal afleggen neemt drastisch af. Het ging van 160 NM op de eerste dag naar 170 NM op de 2e dag, 150 NM op de 3e dag en 120 NM op de 4e dag. Vandaag doen we maar 3 soms 4 NM per uur dus we zullen de 100 mijlen vandaag misschien niet eens halen. En wachten duurt lang……

Maar erg is het eigenlijk niet. De zee is zo kalm als wat, we rollen maar een klein beetje en er vliegen dus maar weinig spullen door de boot. Eten maken is makkelijk zo, dus nu eten we uitgebreide maaltijden met gebakken aardappeltjes en rijk gevulde salades. We drinken veel, want het is nog steeds 31 graden in de boot overdag. Dan zetten we ook de raampjes wat open, anders is het veel te benauwd. De nachten koelt het wat af en zijn zeer aangenaam, zonder felle zon en met een mooi maantje aan de hemel. Inmiddels doen we ‘s nachts wel een trui aan, maar we lopen nog steeds in korte broek. Over het algemeen is het ook redelijk helder op wat wolkjes na en sluierbewolking. Maar wij hebben geen regen of onweer, zoals we wel van de Ojala horen die 350 mijlen westelijker liggen van ons (ze zijn vertrokken vanuit de Bahama’s).
Op het Nederlandse radionetje is het iedere dag reuze gezellig. We zijn met 4 NL boten onderweg naar Bermuda, de Lotus is onderweg naar de Azoren en de Win2Win gaat binnenkort ook naar de Azoren vertrekken en doet alvast gezellig mee. En de Puff is gisteren naar Statia vertrokken en horen we ook op het netje.

De kinderen doen hun schoolwerk trouw, 3 blokken per dag volgens zeeregiem. Ze zijn ruim voor 16.00 uur klaar en staan dan te trappelen bij de radio om de volgende Quiz-vragen van de Batjar op te krijgen. Die zijn steeds erg leuk en dan spitten ze in boeken en op de plotter naar antwoorden. En als er een vraag tussen zit hoeveel Pk de dinghy’s van ons gezamenlijk hebben grijnst Wouter van oor tot oor, want dat weet hij precies. Myrthe loopt nog op kop, maar Thomas en Jesper zijn gedreven tegenstanders en zitten haar op de hielen. Dat maakt het extra leuk.

Gisteren hebben we de gennaker gebruikt. Het mooie zeil in NL-kleuren, wat super licht is. Omdat wij het weinig gebruiken is het altijd weer even puzzelen hoe het ook weer moet. En toen hadden we hem mooi staan, maar hoorden hoog in de mast dat de lijnen aan het schavielen waren. Dus gechecked en de lijn waarmee we de gennaker naar het topje van de mast hijsen anders geplaatst. Maar het geluid bleef aanhouden. Toen we de gennaker voor de nacht naar beneden haalden was duidelijk waar het geluid vandaan was gekomen. Het oog waarmee hij was opgehangen was bijna helemaal doorgescheurd. Hij was dus nog net niet uit zichzelf naar beneden gekomen. Waarschijnlijk in Bermuda dus even de mast in, om te kijken hoe dit heeft kunnen gebeuren en een inspectie bovenin de mast uitvoeren. Op Bermuda kunnen we dit waarschijnlijk ook repareren, want bij dit soort weer met weinig wind (2 Bft) is de gennaker het enige zeil wat ons nog vooruit kan trekken.

En verder valt er niet zo veel te vertellen. De zee is diep, 6000 meter, maar we zien weinig van de inhoud. Zelfs de vliegende vissen laten ons met rust.

En weg is de wind…

Vandaag zijn we niet zo veel op geschoten. Vanochtend liepen we nog lekker met ruim zes knopen, maar in de loop van de ochtend werd de wind steeds minder. Om elf uur hebben we de gennaker erop gezet, daarmee kwamen we toch nog redelijk vooruit. Tegen de avond hebben de gennaker weer naar beneden gehaald en een paar uur gemotord. Nu zeilen we weer, maar het gat niet snel met gemiddeld vier knopen. Het zal nog wel een paar dagen door kwakkelen worden want de verwachting is dat er zondag pas weer goede wind staat.

Myrthe staat eerste in de Batjar kinder quiz en daar is ze reuze trots op. WOuter heeft het licht gezien en heeft elke dag al om tien uur zijn schoolwerk af. Helaas zit zijn focus vooral op de snelheid en niet op de kwaliteit, maar ach van fouten maken leer je tenslotte.

Onze positie is op 08 mei 2015 op 03:32 UTC 27-08N 64-20W

Op naar Bermuda, dag 3

Vandaag een heerlijk zeildagje gehad, met ongeveer 15 knopen wind. We schieten nog steeds lekker op en zijn nu ongeveer halverwege. Het weer ziet er de komende dagen goed uit maar wel met wat minder wind. Ten westen van ons zit een vervelend lage druk gebied dat volgens de weerkaartjes mogelijk kan uitgroeien tot een tropische cycloon. Zoals het er nu naar uitziet trekt deze depressie naar het noorden en hebben wij er geen last van. Het lukt nu ook goed om naast de gribfiles met wind informatie ook de weerkaartjes via de kortegolf radio te ontvangen.

Wouter was vandaag al om tien uur klaar met school en heeft de rest van de dag luisterboekjes geluisterd. Om vier uur hadden we contct met de Batjar en was er weer de Batjar Kids Quiz. Vandaag mochten Wouter en Myrthe onder andere alle Caribische eilanden opsommen en opmeten hoever het varen is van Sint Maarten naar Bermuda. Ze waren er weer heel druk mee! ‘s Avonds ook nog even via de SSB gesproken met de Ojala en de Puff. Frieda had ook naar het weer gekeken, altijd fijn als er iemand meekijkt.

Onze positie is om 07/05/2015 02:55 UTC 24-57N 64-29W

nachtwacht hoofdspinsels

Wat een grote plas is dit weer. Inmiddels hebben we er bijna 2 etmalen varen opzitten, waarin we 160 mijlen per dag afleggen. Gelukkig kwam er afgelopen nacht weer eens een schip in beeld. Een vrachtschip op weg naar Antwerpen en ik kon zijn lichtjes zien terwijl hij achter ons langs ging op 9 mijl afstand. Zo voel je je minder alleen, want de Nederlandse schepen zien we niet op de plotter met AIS, omdat de afstanden te groot zijn.
De wolken zijn ook mooi om te zien in het volle maanlicht. Ik heb zelfs het weerboekje er weer eens bijgepakt, want het was zo typerend om te zien. Je zag lage dunne wolken die heel hard van oost naar west blazen. Daarboven zit weer een luchtlaag met middelgrote wolken met platte onderkant en mooie hoge opbouw erboven. Die blazen ook van oost naar west, maar minder hard. En dan zag je daarboven weer hele dunne veren in de lucht. Het grappige is dat die van west naar oost blazen!!!! Jammer dat je in de nacht niet kan fotograveren.

Gisteravond kwam Wouter met glimoogjes naar buiten. Hij zei, o, jee het is volle maan. Dan zijn de piraten op de Black Pearl skeletten. Hij heeft net een deel van de film Pirates of de Carribean gezien. Het was eigenlijk te spannend en hij heeft hem niet afgekeken. Maar wat vond hij de film gaaf, als ik zie hoe hij alle grapjes honderduit aan mij zit te vertellen.

Straks hebben we weer het NL-netje op de SSB radio (hoogtepuntje van de dag). In de nacht halen we de weerberichten zo goed mogelijk binnen. Kunnen we weer even uitwisselen wat iedereen ziet. En we zijn benieuwd naar de uitslag van de Batjar-Quiz. De kids hebben zich enorm ingezet om te antwoorden welke kleur vacht de Batjar poes Sale heeft, hoe de opstapper op de Batjar heet (2 voornamen en 1 achternaam), allerlei dingen aan boord die met een R beginnen, onze bestemming en de gezamenlijke leeftijd van Thomas, Jesper, Myrthe en Wouter in jaren, maanden en dagen.

Update dinsdag 5 mei

Vandaag hebben we een goede voortgang gemaakt. We varen halve wind en zijn vanavond de 22-ste breedtegraad over gegaan. We verwachten in het weekend in Bermuda aan te komen. Het wordt ook al wat frisser ‘s nachts. De Batjar heeft een kids quiz georganiseerd voor Wouter en Myrthe en de kinderen van de Volonté waar vanmiddag druk aan gepuzzeld is. Inmiddels is ook de Ojala vertrokken vanuit de Bahamas dus we varen nu met vier boten richting Bermuda, we houden een paar keer per dag contact via de SSB-radio. Verder gaat alles prima.

Onze positie is op 6 mei 2015 03:54 UTC: 22-26N 63-52W

Op weg naar Bemuda

Vandaag (maandag 4 mei) zijn we vanaf Sint Maarten vertrokken richting Bermuda. We zijn samen met de Batjar en de Volonté door de brug gegaan om half elf en zijn toen naar het noorden gevaren. De afgelopen dagen hebben we erg gezellig samen met de Volonté, de Batjar en de Win2Win in de lagoon van Sint Maarten gelegen. Ook de Lotus die we uit Suriname kennen zijn we weer tegen gekomen, wel bijzonder hoe je al die boten steeds weer tegenkomt. We hebben gisteren met zijn allen pannenkoeken op de Batjar gegeten en de dag daarvoor hebben We geBBQ-ed op het strand met alle boten en vrienden van de Batjar en de Volonté die op Sint Maarten wonen. Ook zijn we nog naar een zwembad geweest bij het apartement van vrienden van de Volonté waar onze kids en de kinderen van de Volonté twee nachten gelogeerd hebben. Kortom we hebben een leuke tijd op Sint Maarten gehad en konden ons ook goed voorbereiden op deze oversteek. De wagen voor de genuaschoot was losgeraakt en is weer gerepareerd, we hebben diesel getankt, Aranka heeft heel veel boodschappen gedaan en het onderwaterschip is weer ontdaan van alle zeepokken.

Inmiddels hebben we een dag gevaren en hebben we zo’n 90 mijl afgelegd. We hebben 15-20 knopen wind en varen in de nacht met een rif in het grootzeil en in de genua. Toch lopen we nog steeds ruim zeven knopen dus dat schiet lekker op. We hebben contact via de SSB met de Batjar en de Ojala die morgen vanuit de Bahamas naar Bermuda vertrekt. De Volonté kunnen we nog met de marifoon bereiken. Is toch een prettig idee dat die andere schepen ook op het water zijn en erg leuk als je dan even contact hebt.

Onze positie is op 5 mei 03:15 UTC 19-28N en 63-23W

Reünie op Sint Maarten

Frans stokbrood met brie
Wat was dat een goed plan om vanuit de BVI terug te varen naar Sint Maarten al maken we daardoor helaas koningsdag niet mee, want dan zijn we onderweg. Tegelijk met de Volonté varen we door de brug het Nederlandse deel van de Simpson Lagoon binnen en verrassen de Batjar met onze komst. En hoe makkelijk is het om de weg te vinden naar alle supermarkten, zeilwinkels en de Intertoy als de bemanning van de Batjar en de Volonté hier de weg al zo ontzettend goed kennen. Letterlijk al ons fruit, groente en verse producten uit de koelkast waren schoon op. En wat is het dan heerlijk om in een supermarkt te shoppen waar je Frans stokbrood, kaasjes, drop, paté, verse melk en alle soorten fruit en groenten voor een normale prijs kan aanschaffen. De volgende dag na onze aankomst doen we dan ook eerst alle boodschappen en zaken die we willen regelen (ook de was)!

Verjaardag Jesper (10) loopt uit op groots logeerfeest:
Jesper is vandaag jarig en geeft een feest op de Volonté. Myrthe bakt een cake en versiert hem en ik duik onder het bed van de kids om te zoeken of we nog een cadeau hebben. We zien dat de boot al is versierd en roepen vast via de marifoon op om even te zingen. In de middag gaan we er naar toe. Reuze gezellig met iedereen en ook vriendin Harriëtte van Erik en Denise met hun zonen Paul en (kleine) Thomas komen langs. De kids hebben het reuze gezellig. Marjolein heeft een supergave groene taart met marsepeinen kikkertjes gemaakt. Daar blijft dan ook al gauw niets van over. In de middag willen de kinderen nog naar het strand en we pakken wat spullen in en zetten daar het feestje voort. De lach op Jesper zijn gezicht wordt alleen maar groter, zeker als ze ook nog allemaal mogen logeren bij Hariëtte en Martijn. Ook onze kinderen mogen mee en ze hebben er ontzettend veel zin in. Wel gek en stilletjes als ze weg zijn, maar zo hebben wij even heerlijk de tijd voor ons zelf en borrelen bij de Volonté. We hebben ook reuze lol.

Carnaval en Parade in Philipsburg
Donderdag 30 april is er een parade in Philipsburg, waar we gaan kijken. Het is carnaval en gelukkig heeft Hariëtte voor iedereen oordopjes meegenomen, want het is oorverdovend de muziek. De lopers hebben er al 3 uur lopen op zitten en zijn door de hitte erg dorstig geworden. Maar wat een leuke sfeer hangt er. En de dames zien er toch gaaf uit met de veren en mooie outfits en schudden sexy met hun billen, zoals dat in de Carieb past. Er doen ook enkele blanken mee, maar dat past eigenlijk niet, omdat blanken vergeleken bij de donkere Caribiërs lang niet zo ritmisch, soepel en sexy overkomen.
Als de kids, nog moe van de logeerpartij, ondanks het lawaai en enorme parade gewoon op het stoepje in slaap vallen vinden wij het mooi geweest en liften we met een vriendelijke man in een Pick Up terug naar Simpson Lagoon. Als Wouter en Myrthe worden uitgenodigd nog een nacht te logeren vinden we dat toch goed. Ze zijn wel moe maar hebben ook enorme pret! Wetende dat ze straks lange tijd opgesloten zitten op de boot op de oceaan, laten wij deze week school maar even varen en kunnen de kids lekker genieten van de nieuw verworven vriendschappen. Harriëtte en Martijn hebben op het expat terrein een zwembad en we worden uitgenodigd om daar ook te komen zwemmen. We zien eerst nog de Win2Win de lagoon in varen gevolgd door de Sea Ya en de Lotus (hebben we ook in Suriname al leren kennen). Weer 3 Nederlandse schepen erbij, dat wordt alleen nog maar gezelliger. Wat een leuk weerzien is dat. Einde van de dag varen we met de dinghys de lagoon helemaal af naar het expat terrein en genieten van het warme zwembad met zijn allen. We bestellen pizza’s en laten vervolgens de kids weer achter voor hun slaapfeestje. Wat een pret hebben ze. En Myrthe en Wouter zijn helemaal weg van de honden Tijger en Shadow, die ze graag uitlaten.

Nederlandse BBQ
Vrijdag 1 mei doen wij allerlei voorbereidingen voor de oversteek naar Bermuda. Allerlei boodschappen, opruimen en schoonmaken. Die middag zijn de kids aan het karten, dus wij hebben er geen omkijken naar. En dan einde van de middag hebben we met zijn allen afgesproken op het strand voor een reünie en BBQ. Iedereen heeft lekkere dingen meegenomen en met houten pallets van het strand zijn we heel creatief in het maken van een sta-tafel en bar. Super gezellig om hier met iedereen bij te kletsen en alle verhalen te horen. En ook na te denken over ons vertrek naar Bermuda. Wij vinden dat wel een fijne stop voor onderweg, maar een deel van de Nederlandse boten zal rechtstreeks naar de Azoren gaan varen.

Leren haken
Zaterdag 2 mei gaan we op de koffie bij de Win2Win. Lilian leert Myrthe in die tijd even haken. Lilian heeft zelf een prachtige teckel met allerlei kleuren gemaakt. En het zelfgemaakte fruit netje van Lilian maakt mij jaloers, dus ik vind het reuze handig dat Myrthe leert haken. En Myrthe lijkt wel talent te hebben voor dit haken, zo snel als ze het leert, dus ik heb goede hoop op een nieuw fruit netje.
Verder halen we de baard en de pokken onder het schip vandaan. Die zijn er in die paar dagen hier in de lagoon wel heel erg hard aangegroeid. Prompt schuift Roelof in plaats van alleen de pokken ook een oude niet meer in gebruik zijnde aardplaat van de romp af. Tja die zit met bouten vast, maar die zijn helemaal doorgeroest. Dan zit je wel even in dubio of die gaatjes nog voldoende dicht zitten en niet straks tijdens de oversteek gaan lekken en we met een pomp onze boot droog moeten houden. Maar Roelof bedenkt met zijn natuurkundige kennis dat het wel goed moet gaan. We kijken nog wel even binnen in het kastje onder de vloer waar de bouten zitten. Daardoor ontdekken we een toeter die al die tijd met ons mee heeft gereisd, zonder dat we van zijn bestaan wisten. Maar alles lijkt goed te zitten en we weten nu waar we eventueel kurken in moeten duwen als er gaten ontstaan!!

Afsluiting sociale week met pannenkoeken
Zondag 3 mei wordt besloten om een dag later te vertrekken. De meeste dinghy’s worden opgeruimd en met de dinghy’s die nog in bedrijf zijn gaan de mannen naar het café om nogmaals goed het weer te bekijken. Er zit ten westen van Bermuda een laag luchtdrukgebied, wat we scherp in de gaten houden. Deze kan troggen en koufronten geven waar wij onderweg niet op zitten te wachten. Dus iedere dag wordt gekeken welke kant het gebied op beweegt en hoe het zich ontwikkelt. Maar ons vertrek op maandag staat vast, want het lijkt gunstig weer te zijn.
Omdat het de laatste avond voor vertrek is gaan we met zijn allen pannenkoeken eten op de Batjar. Ik bak een stapel en de Batjar ook. En het gaat allemaal schoon op. De kids maken er weer een dolle boel van op de Batjar. Maar we gaan niet al te laat terug wetende dat we de volgende dag echt vertrekken.

Maandag 4 mei vertrekken we uiteindelijk om 11.00 uur. We varen de lagoon uit onder de brug door en worden uitgezwaaid door Sea Ya en Win2Win. Wat een afscheid is dat weer. Door het gezellige sociale gebeuren heb ik nauwelijks zenuwen gehad voor vertrek. Maar nu voel ik de adrenaline wel weer door mijn aderen. Spanning omdat je nog niet weet wat er allemaal komen gaat.
Maar achteraf gezien wordt het de allermooiste oversteek tot nu toe, zo heerlijk weer en weinig swell.

British Virgin Islands

Woensdag 15 april vertrekken we vanuit de US Virgin Islands naar de Britisch Virgin Islands. Rond een uur of zeven halen we het anker op in Caneel Bay en varen hoog aan de wind naar Great Harbour op het eiland Jost van Dyke vernoemd naar een Nederlandse piraat. Een klein mooi eiland met nog geen 200 inwoners. Het is een prima zeiltocht, we varen in de beschutting van de eilanden en hebben wel wind maar nauwelijks golven. De White Witch loopt daardoor lekker. Bij het vertrek laveren we door het Durloe Channel waar we net bezeild door heen kunnen. Na een uurtje zeilen zijn we alweer in de Great Harbour. Er liggen hier veel moorings en we willen eigenlijk alleen even inklaren dus we besparen ons de moeite van het ankeren.

Als ik ga inklaren neem ik het afval mee. Nog voor ik aan land stap krijg ik te horen dat ik dat hier niet in een prullenbak mag gooien en dat ik anders een boete krijg, wel wat overdreven want het is maar een klein zakje… Ik zeg tegen de café baas, “hé, relax man, no worries!”, maar denk, dit had toch eigenlijk andersom moeten zijn.

Het inklaren valt mee, alhoewel ik weer verschillende loketten af moet en dito formulieren moet invullen is het een stuk minder duur dan ik verwachte en na een half uurtje sta ik weer buiten. Als ik internet verbinding heb, app ik met de Volonté, om te horen wat hun plannen zijn. Ze twijfelen of ze vandaag al naar Bermuda zullen vertrekken, maar ze komen eerst ook nog naar Great Harbour. Een paar uur later komen ze aan en komen langszij aan de mooring waar wij ook aan liggen. Aangezien het weer nog niet echt gunstig is voor de oversteek naar Bermuda maar zeker ook niet voor de oversteek van Bermuda naar de Azoren besluiten ze nog een tijdje in de BVI’s te bijven. We varen samen naar Little Jost van Dyke, een klein eilandje ten noord oosten van Jost van Dyke waar het wat rustiger is. Hier liggen we heerlijk rustig met een prachtig uitzicht. We eten samen op de Volonté en we luisteren naar alle verhalen en ervaringen die zij sinds Mindelo hebben meegemaakt en wij vertellen onze verhalen. De kinderen zien we niet meer die zijn de nieuwste games en films aan het uitwisselen. ‘s Avonds na het eten logeren Jesper en Thomas bij ons. Blijkbaar is iedereen echt moe want de volgende ochtend slapen we allemaal tot na achten als een roos.

Nadat we ontbeten hebben gaan we samen met de Volonté-ers met de dinghy naar een heel klein maar prachtig eilandje Sandy Spit met een prachtig strand. Het is mooi, en we kunnen er lekker zwemmen, maar het is ook wel druk. ‘s Ochtends liggen er al direct een boot of zes met mensen die hier een dagje naar toe komen. Het doet wel Amerikaans aan, grote jachten, dikke mensen en veel volwassenen zwemmen met een soort zwemband om… We ontmoeten nog een ander Nederlands gezin die een wereldreis per vliegtuig maakt met round the world ticket. Ze hebben hier een week een zeilboot gehuurd en gaan dan verder toeren met een camper door de USA. Onze kinderen en Thomas, Jesper vinden het blijkbaar erg leuk om weer met elkaar te spelen, want ze hebben helemaal geen oog voor de kinderen van het andere Nederlandse gezin. ‘s Middags steken we over naar Cane Garden Bay op Tortola. Het is maar een half uurtje zeilen, maar we kunnen mooie foto’s maken van de Volonté en vice versa. In Cane Garden Bay liggen we heerlijk rustig voor anker. Het is een leuk en relaxed plaatsje dat weer erg Caribisch aan doet. ‘s Avonds blijven de Volonté-ers eten en bakt Aranka pannenkoeken. We besluiten er nog een dagje te blijven liggen, lekker een dagje lezen en wat klusjes doen. Aan wal kan ik zelfs een sim-kaartje kopen om te internetten. Helaas krijg ik het ding niet aan de praat en de winkel die hem verkoopt snapt er ook niet al te veel van. Nou ja, ook wel lekker rustig even geen Internet… Misschien lukt het later in Road Town wel om het kaartje aan de praat te krijgen. ‘s Avonds eten we bij de Volonté, Denise heeft een heerlijke macaronischotel gemaakt. Alhoewel we morgen vroeg willen vertrekken blijven we nog lang kletsen en nemen dan afscheid, maar waarschijnlijk niet voor lang. Wij gaan morgen naar Anegada, 25 mijl naar het noord-oosten, de Volonté gaat richting Road Town op Tortola. De kans is groot dat we elkaar een week later weer tegenkomen ten zuiden van Tortola.

Zaterdag vertrekken we rond negen uur. Op de Volonté is nog niemand te zien. We hebben geluk want het lijkt erop dat Anegada bezeild is. De wind komt uit het zuid oosten, waardoor we met een lekker gangetje kunnen zeilen. We beginnen zonder rif, maar de boot dreigt uit zijn roer te lopen en het gangboord ligt meer onder dan boven water. Er staat toch meer wind dan we in Cane Garden Bay dachten en dus zetten we alsnog een rif. Daarna lopen we als een zonnetje en komen rond het middaguur bij Anegada aan. We zien het pas op een paar mijl afstand liggen en het doet ons denken aan Barbuda. Het is een heel laag eiland met een prachtig strand omgeven door riffen waar je voorzichtig tussendoor moet. Gelukkig hebben ze hier een paar boeien gelegd zodat we makkelijk naar de ankerplaats toe kunnen varen. Nadat we geankerd hebben en school klaar is gaan we naar de kant. Er is meer bebouwing dan ik me had voorgesteld. We informeren bij de fiets en autoverhuur en reserveren twee fietsen voor morgen, dan kunnen Myrthe en Wouter mooi op de vouwfietsjes die we bij ons hebben. Het is maar een klein eiland dus we kunnen het makkelijk rondfietsen. ‘s Middags drinken we wat bij het Anegada Reef Hotel waar we een goede internet verbinding hebben en weer even mailtjes kunnen beantwoorden. Zondag gaan we om om negen uur naar de kant om de fietsen op te halen. Als ik het zadel wil verstellen heeft de jongen die de fietsen verhuurt geen sleutel hiervoor. Gelukkig heb ik die wel bij me, maar als ik het zadel weer wil vastdraaien is de bout lam gedraaid. Dus maar een andere fiets genomen. Het is wel typerend voor de BVI’s dat er echt totaal geen service wordt verleend. Als je een sim-kaart koopt hebben ze er geen idee van wat de instellingen zijn, als je een fiets huurt hebben ze geen gereedschap om de zadelhoogte in te stellen en als je ergens wat gaat drinken waar ze adverteren met WiFi internet hebben ze geen idee hoe het werkt. Echt onbenullig vind ik het en het is wel een groot contrast met de rest van de Carib waar iedereen juist uiterst behulpzaam was. Het zal wel komen door de grote hoeveelheid toeristen die hier komen.

Als ik de vouwfietsjes in elkaar zet zie ik dat er in het voorwiel van één van de fietsjes twee spaken zijn gebroken, daar zetten we Myrthe dus op, die is toch wat voorzichtiger dan Wouter. We fietsen naar het enige dorpje op het eiland, Settlement, waar niet veel te beleven valt. Helaas is de bakker dicht (zondag) en we fietsen door naar de oostzijde van het eiland naar Loblolly Bay waar een indrukwekkende branding staat. Hier zwemmen we, maar er staat een verraderlijk sterke stroming dus we gaan niet te ver het water in. We zitten heerlijk in de schaduw aan het strand en het is hier totaal niet druk. Later horen we dat het in het weekend in Anegada rustig is omdat alle charterboten dan van huurder wisselen en op Virgin Gorda of Tortola liggen. Nou dat komt dus goed uit, want hebben wij nu lekker de ruimte. Voordat we weer verder fietsen eten we wat bij een restaurantje aan het strand. We eten hier maar wat minder vaak in restaurantjes want een drankje hier kost ongeveer evenveel als een hele maaltijd in Suriname. Ook boodschappen zijn hier duur, een brood voor zes dollar is heel gewoon. Gelukkig hebben wij goed ingeslagen op St. Maarten en St. Croix dus hebben we eigenlijk weinig nodig.

‘s Middags fietsen we nog naar de noord kant van het eiland, bij Pomato Point. Helaas is het water hier niet helder dus we zien niet veel onder water, waarschijnlijk doordat er veel zand door de branding in het water komt. Wouter wil wel in het water gegooid worden maar dan wil hij wel zijn duikbril kwijt. Lui als ik ben gooi ik de duikbril van Wouter richting het strand. Ik gooi net niet ver genoeg, maar als ik ernaartoe loop zie ik alleen troebel water, je kan zelfs geen 10 centimeter in het water zien. We zoeken nog samen maar vinden hem niet meer terug. Wouter vind het prachtig dat pappa iets heel heel doms heeft gedaan. Ik hoop maar dat ie nog aanspoelt en dat iemand anders er nog plezier van heeft anders leveren ook wij hiermee een bijdrage aan de plastic soep…

Maandag vertrekken we vroeg vanaf Anegada richting het eiland Virgin Gorda. De afstanden zijn hier klein, alhoewel Anegada het verst buiten de overige BVI’s ligt is het toch maar 12 mijl en dus minder dan twee uur varen. Het lijkt of je over een stuk open zee vaart, maar in werkelijkheid is dat niet zo. Het rif onder Anegada loopt vrijwel door tot Virgin Gorda en geeft beschutting waardoor we alleen maar kleine golfjes hebben. Dat is altijd fijn want dan loopt de boot beter. Virgin Gorda heeft in het noorden een soort binnenzee, de “Gorda Sound”, met drie smalle toegangen. Daar lig je heerlijk beschut en het is ook een prachtige omgeving. We zoeken even naar een ankerplekje, dat is soms nog best lastig omdat alle ondiepere plekken zijn ingenomen door moorings. We vinden ten westen van Prickly Pear Island nog een stukje water van zes meter diep waar we het anker laten vallen. Hier liggen we prima, we zwemmen nog bij de boot en ‘s middags gaan Aranka en ik even naar “The Bitter End” aan de overkant met de dinghy. Myrthe en Wouter zijn aan het spelen en blijven liever op de boot. Het is toch nog een hele tocht naar de overkant, maar gelukkig zijn er geen golven dus we worden niet nat. The Bitter End is een resort waar ook een klein winkeltje zit waar we brood kunnen kopen, verder is er niet heel veel te zien. Dinsdag verleggen we de boot naar een mooring bij Saba Rock om de hoek, zodat we minder ver met de dinghy hoeven te varen. Vandaar varen we met de dinghy Eustatia Islands waar een prachtig snorkel gebied is. Het is weer prachtig om al het koraal te zien en we zien ook nog een grote pijlstaart rog. Als we terug zwemmen naar het strandje is het heel erg ondiep en met een golfje laten Myrthe, Wouter en ik ons over een rifje spoelen zodat we weer in dieper water terecht komen. Aranka heeft een slimmere route genomen en heeft geen last van deze ondieptes. ‘s Middags varen we weer naar een anker plekje ten zuiden van Prickly Pear Island. Wouter kijkt zijn ogen uit naar een echt enorm super jacht wat verderop ligt met oa en helikopter op het achterdek. Myrthe is duidelijk minder geïnteresseerd want als Wouter het een dag later nog over de helikopter op de boot heeft vraagt ze “Oh, was er dan een helikopter op een boot?”.

Woensdag varen we verder naar “The Bath“, een paar mijl verder naar het zuiden, ook op Virgin Gorda. The Bath is een hoop enorme keien die door een aardverschuiving omhoog zijn geduwd. Het is een mooi schouwspel en je kan er tussendoor lopen waarbij je in een soort grotten komt. Ook kunnen we er prachtig snorkelen (kogelvissen, inktvissen en een enorme trekkersvis tussen de rotsen), het water is er erg helder. Bij “The Bath” mag je niet ankeren maar er liggen moorings waar je overdag aan kan liggen. We vinden het snorkelen zo leuk dat Aranka en ik nadat we terug zijn nog een keer samen gaan zwemmen. Aranka ziet een paar enorme vissen maar als ze ze aanwijst zijn ze al weg.

s’-Middags varen we door naar Machioneel Bay bij Cooper Island. We zien hier de catamaran Los Lobitos liggen van Juanita en Frederic (een Belg die in Chili woont) die we ook al waren tegengekomen op Anegada. We varen even langszij en als we zeggen dat we hier willen ankeren zeggen ze dat er op de kant een bord stond dat dit verboden zou zijn met een boete van vijftienhonderd dollar… We roepen voor de zekerheid de Cooper Island Beach Club op en volgens hen mogen we buiten het mooring gebied wel ankeren, als we maar niet in het zeegras ankeren, want dat valt onder het natuurbehoud. Nou lijkt dit eenvoudiger dan het is want de hele baai ligt vol met moorings. We varen door naar Cistern Point waar het iets ondieper wordt en waar we op 9 meter diepte ons anker laten vallen in het zand. We liggen hier prachtig vlak bij het rif en vlak bij het snorkel gebied waar iedereen met zijn dinghy naar toe komt. Wij zwemmen er gewoon vanaf onze boot naar toe. Enige nadeel is dat we dicht op het rif liggen en als de wind 180 graden draait en doorzet dan stranden we op het rif…
Als de boot ligt gaan we snorkelen bij Cistern point. Er zijn ook duikers maar het is niet heel erg diep en het water is ontzettend helder dus we kunnen de bodem goed zien (10-20 meter zicht). Een paar keer duik ik naar beneden, het is echt een prachtig rif. We zien erg veel vissen, Aranka ziet een haai en ik zie samen met Wouter een paar enorme vissen van meer dan een meter lang. Wouter is niet meer bang voor vissen, zeker niet als hij samen met mij of Aranka is en roept elke keer dat we zo’n grote vis ziet keihard “Giant Fish, Giant Fish, enorme grote vis”. Als we terug willen zwemmen naar de boot zie ik nog een duikbril op de bodem liggen. Een (denk ik) Amerikaan probeert er naar toe te duiken maar komt niet verder dan een meter of 2-3. Ik heb nog wat goed te maken als het om duik brillen gaat en duik dus maar naar beneden waar ik met pijn in mijn oren de bril op een meter of zeven ophaal. Blijkbaar ben ik verkouden want het klaren lukt niet zo goed. Amerikaan weer blij met zijn duikbril en ik heb mijn bijdrage aan de plastic soep weer ongedaan gemaakt.

‘s Avonds borrelen we aan boord van de Los Lobitos. Myrthe en Wouter spelen met hun dochtertje Amelita. Myrthe maakt samen met haar een cafeetje van Lego Friends en Wouter valt na een tijdje in slaap. Frederic en Juanita zijn pas aan hun reis begonnen en hebben de catamaran in de Carib gekocht. Ze willen het komende jaar hier rondvaren en dan misschien door het Panama kanaal gaan. Ze zijn erg geïnteresseerd hoe het is om een oversteek met kinderen te maken. Ook zijn ze nog op zoek naar de juiste uitrusting voor hun boot. Het is erg gezellig en als we om negen uur door het donker terug varen naar onze boot realiseren we ons dat we nog niet echt gegeten hebben. Terug op de boot eten we nog een kop soep en een eitje en dan gaan we snel naar bed.

Donderdag varen we naar Peter Island. We staan pas laat op en als Myrthe en Wouter hun eerste blok school af hebben gaan ze nog een keer met Aranka snorkelen. Ik ben het boek “Een krijger onderweg naar huis” van Henk de Velde aan het lezen en blijf lekker op de boot. Indrukwekkend om te lezen hoe hij met zijn trimaran de Juniper door het ijskoude en door stormen geteisterde Alaska richting de Verenigde Staten vaart. Ik heb het gevoel dat zijn wereld begint waar de onze ophoudt..

Als we van Cooper Island naar Peter Island varen, hebben we in gedachten om naar Little Harbour te gaan. Maar als we langs Deadman Bay varen ziet het er zo aantrekkelijk uit dat we hier maar ons anker laten zakken. We liggen voor een mooi strand met palmbomen, met ertussen en paar gebouwen van een resort. Het blijkt een privé eiland te zijn, maar we mogen er wel ankeren. ‘s Middags maak ik met Aranka nog een wandelingetje over het eiland, het ziet er nogal exclusief uit, gasten worden in busjes en golf karretjes rondgereden, maar het is erg rustig. We drinken nog wat in de bar en kunnen meteen even gebruik maken van het Internet om een weerbericht op te halen en de mail te lezen. 28 april komt er nog een vrij zware depressie net ten noorden van Bermuda voorbij met vijftig knopen wind en tien meter hoge golven. Dat betekent dat we nog maar even moeten wachten voor we daar naar toe gaan totdat de depressies meer naar het noorden trekken en het Azoren hoog zich heeft gezet. Nou ja, niet erg hoor, het is hier heerlijk toeven… Ook appen we nog even met Eric van de Volonté, zij gaan morgen ook naar Norman Island en we spreken af elkaar daar te ontmoeten, gezellig!

Vrijdag sta ik vroeg op om een brood te bakken, al het brood is op en op Peter Island is ook niets te krijgen. Om negen uur is het brood klaar. Myrthe en Wouter doen een eerste school blok voordat we gaan snorkelen bij Cabey Point. Daarna vertrekken we richting Norman Island. In het begin hebben we de wind mee, maar we draaien steeds verder naar het zuiden en de wind geeft steeds meer een aan de windse koers. Omdat het maar een klein stukje varen is hebben we alleen de genua uitgerold. Norman Island is met alleen de genua net niet bezeild, maar Pelikan Island dat iets noordelijker ligt is wel bezeild. We besluiten te stoppen bij Pelican Island om te snorkelen en leggen de White Witch aan een dag mooring. Het is er prachtig onder water. Het water is heel helder en we kunnen denk ik wel 20 meter ver door het water zien. Er is prachtig koraal en er zwemmen ook van allerlei vissen. Als we terug zijn moet ik toch eens opzoeken wat we nu allemaal gezien hebben. Na een uurtje snorkelen varen we verder en zoeken een ankerplekje in The Bight, een mooie en grote baai die ook vol met moorings ligt. We vinden een mooi plekje aan de zuid zijde van de baai van waar we ook makkelijk met de dinghy naar de grotten in Privateer Bay kunnen varen. Aan het eind van de middag komt ook de Volonté naar The Bight en ankert naast ons. ‘s Avonds is het weer vanouds gezellig. We hebben het over van alles, maar ook over het weer. Er blijven maar depressies over bermuda heen komen dus het lijkt alsof we hier voorlopig nog niet weg kunnen. Eric heeft het idee om met de zuidelijke wind, die er de komende dagen staat, weer terug te varen naar Sint Maarten om daar te provianderen. Sint maarten ligt ook al wat oostelijker en is daarom ook een beter vertrekpunt als we direct naar de Azoren zouden willen varen. HEt idee staat ons ook wel aan, en alhoewel we ons hier nog best langer kunnen vermaken op de BVI’s, hebben we het meeste na drie weken ook wel gezien.

Zaterdag varen we samen met de Volonté-ers eerst met de dinghy naar de grotten bij Privateer Bay en snorkelen daar. Ook hier is het water super helder. We zwemmen de grotten in met een zaklamp. In de grotten is verder niet heel veel te zien, buiten waar het koraal groeit en waar de vissen zwemmen is veel meer te zien. Als we later op de dag wat aan de kant drinken zien we dat hier ook een duikschool zit. We besluiten nog een dagje langer te blijven en bij Pelikan te duiken, het is een eenvoudig gebied en Eric en Denise zijn ervaren duikers, dus dat moet goed gaan. Zondag varen we eerst naar de duikshop om onze tanks te laten vullen. Dat is nog een heel gedoe omdat ze niet volgens de Amerikaanse standaarden gekeurd zijn. Nadat er eerst met de eigenaar van de duikshop wordt gebeld is het antwoord, nee, flessen mogen niet gevuld worden. Is echt heel gek want mijn duikfles is minder dan een jaar geleden nog gekeurd in een PADI-duikshop in Katwijk. Zelf nogmaals gebeld met de eigenaar en toen mocht het gelukkig wel. Eric huurt twee flessen zodat Denise ook mee kan duiken. Daarna varen we met zijn allen met twee dinghy’s naar pelican Island waarbij we toch nog behoorlijk nat worden van de golven die over komen. Aranka en de kinderen gaan snorkelen bij Pelikan Island waar de zee nog best ruw is terwijl Eric, Denise en ik gaan duiken. Wel erg leuk om nu vanaf onze eigen boot te duiken zonder duik instructeur. We maken een mooie duik en zien een grote rog en een enorme barracuda en weer een prachtig rif. ‘s Middags gaan we met de kinderen bij de boot ook nog even duiken op één tot twee meter. Wouter en Myrthe kunnen onderwater ademen door de reserve ademautomaat. Ik gebruik de laatste lucht in mijn fles om te kijken hoeveel lood ik nodig heb, blijkt dat ik ook zonder lood kan duiken. Vandaar dat ik erg veel lucht in mijn vest moest blazen om te blijven drijven met acht kilo lood…

De volgende dag varen we ‘s ochtends naar Road Town op Tortola waar we weer uitklaren van de BVI’s daarna vertrekken we richting Sint Maarten vanwaar we willen vertrekken naar Bermuda. Sint Maarten heeft wat meer mogelijkheden om te provianderen en nog wat laatste reparaties uit te voeren. We varen rond elf uur weg uit Roadtown en hebben een kleine 100 mijl te gaan. Onderweg houden we contact met de Volonté en wij komen rond een uur of twee ‘s nachts aan bij Simpson Bay op Sint Maarten waar we nogal rollen op de deining. Ondanks dat slapen we toch prima.

De blog over Sint Maarten volgt binnenkort. Het plan is nu om morgen, zondag 3 mei vanaf Sint Maarten te vertrekken naar Bermuda. De boot is volgeladen en het weer ziet er goed uit.

US Virgin Islands


Tarpoenen lusten frietjes
We varen dinsdag 7 april tegen de avond weg van Saba en zetten koers naar St. Croix. Het voelt toch weer vreemd om een donkere nacht in te varen. Maar wel een goede oefening, want 25 april nadert alweer snel. Rond die datum willen we de terugreis beginnen via Bermuda en Azoren naar Europa. Geestelijk zijn we alweer druk in voorbereiding voor die overtochten en terugreis (met wachtlopen in de nacht). Maar in de tussentijd hebben we toch nog 2 volle weken om van de Maagden Eilanden te genieten.
Een deel van de Maagden Eilanden is Amerikaans en een deel is/was Engels. Wij hebben van te voren in Nederland visa voor Amerika gehaald en het is toch leuk dat we die nu dan ook echt gaan gebruiken. Wij gaan eerst twee Amerikaanse Maagden Eilanden bekijken, St. Croix en St John. St. Croix ligt het meest zuidelijk en daarna gaan we door naar St. John en de Britse Maagden Eilanden. Hopelijk zien we daar ook nog de Volonté voor zij de terugtocht aanvangen.

St. Croix is een langgerekt eiland. Het is tegenwoordig Amerikaans, maar was tot 1917 Deens, toen het samen met de andere Amerikaanse Maagden Eilanden voor 25 miljoen dollar aan de Verenigde Staten werd verkocht. Omdat de eilanden eerder ook Brits zijn geweest rijden ze hier links. We varen een heel stuk langs het eiland naar het in het noorden gelegen Christiansted. Goed opletten, want we moeten precies tussen alle koraalriffen door varen. Prettig dat we dat in het licht kunnen doen. De geul is keurig met boeien aangegeven en de kaart op de plotter blijkt weer keurig te kloppen. Bij de haven gooien we het anker uit. Als we zeker zijn dat het anker goed ligt gaan we met zijn allen met de dinghy inklaren bij de douane.
De douane mevrouw kijkt eerst of we wel een visum hebben en is “so glad that you have visa” wat ze wel vier keer herhaalt. Kennelijk komen er veel toeristen zonder visa bij de douane aan, dat wordt dan bestraft met een boete van US $500 per persoon, die de douane beambte dan mag innen. Maar wij staan met 10 minuten en ondervraging van Roelof en mij gewoon weer buiten. Dat is ook weer geregeld.

Chritiansted is een leuke plaats. Er zijn veel historische gebouwen die zijn behouden en die ook zijn gerenoveerd. Gezellig gekleurde huizen met veranda’s en relatief veel laagbouw. Aan de andere kant zijn er ook veel leegstaande huizen (for sale of to rent) en zijn er huizen die door overkomende orkanen verwoest lijken en als niet opgeruimde ruïnes in de stad staan. Later hoor ik dat 3 jaar geleden bij Christiansted de olie industrie die voor veel werkgelegenheid zorgde is gestopt. Sindsdien worstelen de bewoners kennelijk, en als je buiten het echte centrum komt ziet het er dan ook een beetje vervallen en verpauperd uit.
We eten wat in een restaurant. En daar merk je echt de Amerikaanse invloed. Ze halen je glas al bijna weg als het nog niet eens leeg is en je moet behoorlijk duidelijk zijn als je dus niet nog een glas drinken wenst “Refill?”. Ik zit dus met een tweede drankje waar ik eigenlijk helemaal geen zin in had, gelukkig drinkt Roelof het op. Het eten is overvloedig en ik ben verbaasd over de enorme hoeveelheid geraspte kaas die over mijn crunchy pita ligt. Het is bijna een heel zakje. Maar de Tarpoenen aan de waterkant weten dit Amerikaanse karakter wel te waarderen. Al het eten dat over blijft op de borden wordt aan deze grote meters lange vissen gevoerd. Met hun grote bek happen ze de frietjes uit het water. Wel geinig, maar ook een beetje gek al die Tarpoenen hier bij het restaurant.

Ik ben gelukkig geen frietje!
Donderdag 9 april staat in het teken van reparaties. Ons schip kan aan de steiger liggen in de haven van Chritiansted en ze hebben tijd om een mechanicus naar de motor te laten kijken en hebben ook ideeën om ons met de mast te helpen om het rubber tussen de mast en het dek vast te zetten. John, die de reparaties regelt komt helpen met de mast en even later komt ook iemand voor de motor. Het verloopt best vlot. En de warmte wisselaar van de motor is deels dichtgeslibd en wordt schoongemaakt. Als we de motor daarna proefdraaien komt er geen druppel meer uit. Het rubber bij de mast wordt vast gezet met twee hele grote slangenklemmen.
Als we toch in de haven liggen (voor het eerst sinds januari) wil ik de boot ook meteen spoelen met zoet water en daarna de vlieg roest weghalen. Ik ga ermee aan de slag, maar het water uit de kraan is bruin en roestig. De boot wordt er niet echt schoner van en de watertanks durf ik er al helemaal niet mee te vullen. Dat doen we wel weer met onze eigen watermaker. Terwijl ik lekker bezig ben trek ik per ongeluk mijn schoen van de steiger af met de slang. Ik ga ervan uit dat mijn verdwenen schoen dus op de bodem ligt tussen onze boot en de steiger. Ik moet even moed verzamelen om het water in te springen en mijn slipper op te duiken, onder steigers door zwemmen is niet mijn favoriete bezigheid. Ik probeer Roelof nog zo ver te krijgen maar die vindt dat ik met mijn duikbrevet dit ook best zelf moet kunnen. Uiteindelijk zak ik via het zwem trapje in het water. Het is heel helder maar hoe ik ook zoek, ik zie mijn schoen niet. Wat ik wel zien zijn twee grote Tarpoenen die op mij af komen. Ik ben dan wel geen frietje, maar wie weet lusten ze mij ook rauw!!! Binnen drie seconden sta ik dus weer op de boot, zonder schoen en ik durf er ook niet meer in.

Wouter zegt dan doodleuk “Maar, ik heb daarnet wel een schoen zien wegdrijven! Maar dat is al een hele tijd terug.”
Ik denk nee….., het is niet waar, zou mijn Teva dan drijven? En warempel aan de overkant zie ik nog net bij de steiger iets in het water drijven. Met de pikhaak ren ik er op af en gelukkig kan ik ik hem er nog uit vissen. Alhoewel hij al meermalen tijdens deze reis is gerepareerd en hij inmiddels met draadjes aan elkaar hangt, voldoet hij nog uitstekend en ben ik blij dat ik hem weer terug heb.


Een Macro zak chips!!
Vrijdag huren we een auto bij Budget. We moeten heel veel handtekeningen zetten dat we de auto zonder zand terugbrengen, dat we niet met natte kleren in de auto zullen zitten, dat we zelf de verzekering regelen etc. etc. etc. De verhuurder is ook nog erg vervelend maar de auto is verder prima. We proberen vandaag zoveel mogelijk van het eiland te zien, en het is so wie so al leuk om rond te toeren en even geen water te zien… Eerst gaan we toch even kijken bij Salt River baai, een inham met een rivier, waar heel veel bootjes verscholen liggen tussen de mangrove en het groen tegen hurricanes. Op deze plek zou Columbus op zijn tweede reis op St. Croix aan land te zijn gekomen. Daarna pakken we een binnenweg door het tropische regenwoud. Dat is een mooie route, maar helaas gaat deze over in een 4 wheel drive track, en dat ziet er toch net iets te stoer uit voor de nog zo mooie bolide zonder lakschade. Dus nemen we een andere route naar de andere kant van St. Croix naar het plaatsje Frederiksted. Het is een leuk dorpje. De verlaten rechte wegen met huizen met hier en daar een veranda doen Amerikaans en zelfs een beetje western-achtig aan.

Hierna gaan we naar het Whim museum. Dit is een oude suikerriet plantage waar het oude landhuis volledig is gerestaureerd. Van de voormalige slavenwoningen in de tuin zijn helaas alleen ruïnes over. De plantage is een groot terrein en met overblijfselen van de windmolen en de machines om het suikerriet uit te persen kan je je toch wel een voorstelling maken hoe het er hier in het verleden uit heeft gezien.

Als we naar de St. George Village Botanical Garden gaan is het is al 4 uur in de middag en wij zijn ook de laatste en enige gasten op dat moment. We krijgen een route hoe we door de tuinen kunnen lopen en lopen er in een uur net voor sluitingstijd doorheen. De tuin is verrassend mooi. Er zijn veel orchideeën, een cactus gedeelte en er staan in de tuin ook nog ruïnes van een oude plantage. De tuin raakt een stukje tropisch oerwoud en ook daarvan zit een gedeelte in de route. Heel gevarieerd op die manier. Maar Wouter vind het klinkklare onzin dat we nu alweer door een tuin lopen. We hebben op Martinique, samen met de Pacific toch al een Botanische tuin gezien? Waarom dan nu ook deze weer?? Tja, we hebben de voetbal niet meegenomen, anders had Wouter lekker in de tuin kunnen voetballen.

Op de terugweg gaan we naar een enorme supermarkt. Het lijkt wel een soort Macro, met mega voorraden. Daar kunnen we weer even onze vers voorraad zuivel, vlees, groente en fruit aanvullen. Maar we kijken onze ogen uit naar de Amerikaanse mega verpakkingen van alles wat hier wordt aangeboden. De mega zak chips hadden we bijna gekocht, om te kijken hoe groot Wouter zijn ogen zouden zijn als hij deze kreeg, toch maar niet gedaan…

https://youtu.be/gQ-0kz2mBjs

Snorkelparadijs
Zaterdag 11 april gaan we naar Buck Island. Dit is een prachtig klein onbewoond eiland ten noorden van St. Croix. Het schijnt een snorkel paradijsje te zijn, waar de bewoners zelf in het weekend graag verblijven. Kortom het lijkt ons heerlijk daar ook nog een nachtje te liggen. We leveren de auto weer in en gaan vervolgens in Christiansted op zoek naar iemand die ons een vergunning kan leveren om met onze eigen boot naar Buck National Parc te gaan. Alhoewel dit normaal een kleine week schijnt te duren lukt het toch in een half uurtje en nadat alles keurig wordt geregistreerd en gestempeld door de politie mogen we erheen.
Het is maar een piepklein stukje, maar we hebben tegenwind. We laveren tussen de riffen door en komen na een uurtje zeilen aan bij Buck Island. We ankeren bij het strandje aan de westzijde, lekker in de luwte. Er liggen nog best aardig wat andere boten van een soort “Valkje” tot super de luxe Motorjachten. Wij willen de fantastische snorkelplek bekijken en varen een half uur tegen de wind in met onze kleine dinghy en 2 PK motortje naar de lagoon. De lagoon ligt binnen het rif langs de zuidkant van het eiland. Het is 2-3 meter diep en een 50 meter brede strook langs het eiland. Uiteraard vaart Roelof weer niet via de boeien de lagoon in, maar steekt af tussen het rif door. Kortom dat is weer zweten als je iedere keer bij een golf weer een stuk koraal boven water ziet opduiken. Gelukkig laten we het koraal ongeschonden en wordt de dinghy niet lek geprikt.
In de lagoon zijn enkele moorings, waar we onze dinghy aanmeren. En dan snel het water in. Het is helder en omdat het ondiep is zie je de kleuren onder water heel mooi. Er staan knalgele hertengeweien, grote paarse bladeren die met de golven heen en weer wiegen (ziet er uit alsof je een blad laat drogen en alleen de nerven overhoud, maar dan in het groot en helemaal paars) en het hersenkoraal is er ook te vinden. Veel tropische vissen zien we. Wat vooral indruk maakt zijn de grote grijze vissen die boven een rots hangen. Ze zijn zeker 1,5 meter en houden hun bek wagenwijd open. Zodanig dat ik in ieder geval gepaste afstand houd. Geen idee wat het voor soort vis was. Roelof dacht een Tarpoen, maar ik weet het niet zeker. Een Barracuda was het ook niet alhoewel het model er wel op leek. Maar die gapende open bek met tanden vond ik er wel heftig uitzien.
Tegen de avond waren alle andere bootjes vertrokken en hadden we het paradijs voor onszelf. Heerlijk om daar te liggen met weer een prachtige sterrenlucht boven ons.

Alles doet het weer!
Zondag zeilen we van Buck naar St. John. St. John ligt 32 NM noordelijker, maar aan de horizon kunnen we het nog niet zien. Het is een heerlijke zeiltocht, met een lekker gevoel dat de motor, de mast en zelfs de stuurautomaat en het elektronisch kompas het allemaal weer goed doen.
In de vroege middag komen we aan de zuidkant van St John aan en varen een Little Lamshur Bay in. Het grootste deel van St. John is een National Park. Het is prachtig groen, met glooiende hellingen, veel mooie stranden en nauwelijks bebouwing. Om te voorkomen dat alle jachten die hier komen het koraal beschadigen met hun ankers en ankerketting die over de grond slepen hebben ze overal moorings geplaatst. Ideaal en prettig en de kosten zijn met 15 dollar per nacht ook nog te overzien.
De baai heeft een strandje en we zwemmen ook nog wat rond. Roelof en Wouter zien een pijlstaartrog en Myrthe een octopus. Aan land staat nog een ruïne. Roelof en ik gaan even kijken, mede om te betalen voor de mooring. Maar dat betalen lukt niet, er is geen ranger te bekennen en ook geen plek om te betalen. ‘s Nachts hebben we weer een prachtige relaxte nacht met de baai helemaal voor ons alleen.

Volonté in zicht!
De volgende morgen varen we tegen de klok in om St John heen. Eerst vanuit Little Lameshur Baai aan de zuidkust van St John, naar “Huricane Hole” en daarna door naar “Leister Point” in het Noorden. Zodra we noordelijk van St. John varen met ook de Britse Maagdeneilanden om ons heen lijkt het wel of we in een soort binnenzee zeilen. De swell is er niet meer (alleen wind), het is 25 meter diep in plaats van duizend en overal om je heen glooiende bergen. Het is leuk om te zien hoe dicht alle maagdeneilanden bij elkaar liggen en leuk om overal langs en tussendoor te zeilen. Hier zie je ook veel andere zeilboten.
En dan zien we ineens de Volonté aan de overkant bij het Britse Maagden Eiland op nog geen 2 mijl van ons vandaan (we zien ze op de plotter en daarna ook met het blote oog). Maar wij mogen niet zomaar de grens over steken (eerst uit- en dan weer in-klaren) en bovendien is het al tegen vijven en wordt het snel donker dus we houden het op marifoon contact en kijken hoe we elkaar ergens de komende dagen kunnen treffen.

Even later vinden we in Waterlemon of Leinster Point nog net de laatste mooring vrij. Achter ons komt een zeilboot op de motor die hard vaart en ook zijn oog heeft laten vallen op deze laatste mooring. Als we nu eerst de zeilen laten zakken zijn we de mooring kwijt, dus we zeilen tot onder de mooring maken een opstekertje en met behulp van de motor halen we de vaart uit het schip. De andere zeilboot heeft pech en gaat op zoek naar een andere mooring plek… Als we liggen en de zeilen naar beneden hebben gehaald gaan we met de dinghy naar de kant om de ruïnes van Annaberg Sugar Mill (oude suikerriet plantage met windmolen) te bekijken. Ik meende dat er ook restaurantjes waren met internet en had alle i-pads meegenomen voor een echt gezellig Crevecoeur familie uurtje met elektronica. Had ik dat nu maar niet gedaan. Toen we met de dinghy terug voeren stond er toch nog behoorlijk wat golfslag op het stenen strandje en hopla daar had je het al, twee golven vol over me heen. Gelukkig kan zelfs mijn rugzak wel wat hebben, want op de boot blijkt alles gelukkig nog droog te zijn.
Om te betalen liggen hier een soort houten vlotjes met een vlag erboven. Daar kan je foldertjes in vinden en een formuliertje invullen en een enveloppe achter laten met het geld. Grappig hoe dat is geregeld.

Een gewone schooldag!
di 14 april is een schooldag zoals Wouter voortaan elke dag wel wil. Een lekker ontbijt met chocolade vlokken (Jumbo uit Sint Maarten), dan een lesje rekenen, dan even zwemmen en lekker snorkelen met een rog en grappige slangetjes in het zand. Als pappa en mamma de boot naar een volgend baaitje (Trunk Bay) zeilen doe je weer een volgend les spelling. Dan weer met zijn allen snorkelen langs een prachtige koraalrif om het eilandje vlak bij de kust. Het koraal zit nog geen meter onder water en alle kleuren zijn prachtig zichtbaar op die diepte. We maken er een Biologie les van door de kinderen uit te leggen hoeveel tijd het koraal nodig heeft om te groeien en waarom het zo gevoelig is voor veranderingen in temperatuur of vervuiling van het water, enzovoort. Gelukkig zijn de kids altijd super voorzichtig en raken niets aan. Dan krijgt iedereen een lekkere lunch met noodles en een gebakken eitje. En dan zeilen paps en mams weer een stukje verder naar het plaatsje Cruz Bay. Daar klaren we onszelf en ons schip weer uit. Binnen 24 uur moeten we de Amerikaanse Virgin eilanden nu verlaten. Maar in Cruz Bay proberen we eerst nog even te ankeren en boodschappen te doen. We zijn best handig in ankeren geworden, maar ondanks die ervaring lopen we eerst aan de grond en daarna leggen we ons schip voor anker midden tussen andere boten, waar het eigenlijk niet past. Maar het past verder nergens, het is hier druk, dus het moet maar even. Met de kids doe ik snel boodschappen en haal lekkere verse melk en per ongeluk een Chinese kool van 12 dollar. Ik had niet gezien dat de prijs niet per stuk was maar per gewicht. Oeps. En dan gauw weg uit deze hectiek en chaos van Cruz Bay! We varen een stukje terug en pakken een mooring op in Caneel bay. Wouter klaagt dat hij niet kan werken als ik zeil en niet kom helpen. Maar na het zeilen heb ik alle tijd en doen we een lesje taal. Gut wat een makkelijke schooldag was dat. Verspreid over de hele dag, zonder problemen en morren. Zo wil ik ze ook wel vaker. En dan gaan we die Chinese kool eens proeven. Met kokossaus en kip en knoflook smaakt die heerlijk. Ik heb nog een halve over voor een volgende maaltijd.