Onderweg naar Isle of Man
Van Ardglass naar Peel op Isle of Man hebben we een prachtige vaardag (zondag 19 juli). Die ncht is er een flink regenfront overgekomen, maar dat is inmiddels weg en de zon schijnt. We vertrekken met laag water en de smalle geul de haven uit is goed zichtbaar. Twee andere schepen vinden het toch wel spannend om met dit laagwater (en inmiddels springtij) de haven uit te varen en lijken te wachten tot een ander eerst gaat. Dat doen wij dus. We varen weg en verstoren een zeehond die lekker droog om een klein drooggevallen rotsje ligt gekruld.
De tocht verloopt lekker. De boot schommelt wel alle kanten op, want we moeten op twee oren varen met de wind pal van achteren. De golven komen echter van schuin opzij en de boot gaat heen en weer, heen en weer. Dat hadden we al een tijd niet meer gehad, maar heerlijk om weer echt te zeilen met een zonnetje.
Keep out of my way:
Op onze route zien we ook vrachtschepen die uit of naar het Noorderkanaal varen. We steken dus min of meer een soort scheepsroute over. Op een gegeven moment liggen we op ramkoers met een vrachtschip. We kijken de situatie aan, want echt wijken is lastig op twee oren, dan moeten we een zeil weghalen. Maar het blijft ramkoers. We roepen dan ook even later het 817 ft lange vrachtschip Yeoman Bridge op (MMSI 308919000). Op de marifoon staat ons een vriendelijke man te woord met good afternoon, yes I can see you. Vervolgens vragen we “What are your intensions to pass?”. Na enkele tellen komt er iemand anders aan de marifoon die uitbarst “I have no intensions, I will keep speed and course, keep out of my way, you are a small ship”. We zijn even perplex, dit hebben we nog niet eerder gehad. Roelof blijft de heer en antwoord “Thats a new way to interprete the international searules, but as you said, we are small and you are big. We will pass behind you, out!”. Duidelijk, dat doen we dan maar, maar een dergelijke onvriendelijkheid hebben we op zee nog niet eerder meegemaakt.
Katten zonder staart?
We zien Isle of Man al duidelijk liggen en Peel Harbour komt in de buurt. De aanloop is erg mooi, want er ligt een kasteel langs de entree. We hebben de aankomst heel goed berekend en we komen precies om 14.00 uur aan met hoogwater. Om de haven binnen te komen, moet een wandelbrug worden geopend en moet de “flap gate” open staan. Die staat alleen 2 uur voor en na hoogwater open, zodat er in de haven altijd genoeg water blijft staan, ca 2 meter diep. Het is een gezellige haven en vanaf de brug krijgen we van de havenmeester instructies waar we kunnen liggen. Mooi plekje met uitzicht op de brug en het kasteel. Nadat we zijn afgemeerd, lopen we Peel in om wat rond te kijken. Het blijkt een gezellig stadje te zijn met erg lekker ijs!
Peel is een klein stadje, met een enorme strandbaai buiten de haven. Een getijverschil van zeker 4 meter maakt dat het strand ofwel heel kort is of een heel stuk in zee steekt. We komen er achter dat de Manx kat hier vandaan komt, omdat alles wat van Isle of Man komt de naam Manx krijgt. Manx is ook de taal die hier vroeger werd gesproken, maar die nu bijna is uitgestorven. De Manx kat is eigenlijk een genetisch foutje, doorgefokt door de mensen hier, een kat zonder staart. Het is niet echt gezond, de heupen van de kat liggen iets hoger en de wervelkolom heeft dus een gekke hoek. Ze zouden veel voor moeten komen, maar uiteindelijk hebben wij alleen de knuffel manx poesjes in de toeristenwinkeltjes gezien.
In het zonnetje lopen we nog een rondje om het kasteel, wat op een soort schiereiland staat. De kids hebben zin om naar de boot te gaan. Wij wandelen en kijken nog even verder rond en komen ook langs de fabriek Moore’s Kipper Yard, waar ze vis roken. Het gaat net sluiten, maar we kunnen nog wel een stuk gerookte zalm kopen. Heerlijk.
Uitzichtpunt in de mist:
Maandag 20 juli trekken we erop uit om Isle of Man te bekijken. De kinderen hebben meegekeken in de toeristenboekjes met topattracties en willen eigenlijk het liefst pony rijden en naar een dierenpark. Wij zijn hier toch en beetje verbaasd over, omdat we het gevoel hebben afgelopen jaar door een prachtig dierenpark te zijn gereisd, waarin alle dieren vrij in hun eigen leefgebied waren zonder kooien. Het dierenpark spreekt ons dan ook niet echt aan en uiteindelijk is de attractie van een stoomtram en elektrische tram waar we allemaal voor gaan.
Met de bus reizen we eerst naar Ramsey aan de andere kant van het eiland. We kijken wat rond, maar de regen jaagt ons een café in, waar we wachten tot we met het elektrische trammetje verder kunnen reizen. Het trammetje brengt ons naar Laxey, waar we weer een bergtrammetje nemen. Het weer zit nog steeds niet mee, maar we hebben wel lol in het trammetje. Bovenop de berg (2037 ft hoog) het hoogste punt van het eiland, stappen we uit. We waaien bijna van onze Teva’s en je ziet nog geen 100 meter voor je door de dikke natte mist. Roelof wandelt nog een rondje voor een selfie, maar de kinderen duiken het hotel in en wachten tot we weer naar beneden gaan. Dat is 20 minuten later en met de andere toeristen lachen we om de situatie en rijden terug met het hetzelfde trammetje naar Laxey.
In Laxey werd vroeger in de mijnen gewerkt. Vlak bij Laxey staat het grootste waterrad ter wereld, “Lady Isabella” dat aangedreven wordt door een riviertje en gebruikt werd om de mijnen droog te pompen. We zijn er net rond sluitingstijd, en het leuke is dat de kinderen het wiel daarom mogen stoppen. Ze moeten aan een wiel draaien tot die vast zit en na nog enkele wentelingen heen en terug staat het grote waterwiel voor de nacht stil.
We vervolgens onze reis met de Elektrische tram naar Douglas. Echter moest ik eerst even van de schrik bekomen, want ik ben mijn camera kwijt. Ik kan me echter herinneren dat ik de laatste foto heb gemaakt in de tram. Dus eerst maar eens aan de conducteur vragen of ze iets hebben gevonden. Hij doet wat belletjes en in het Hotel boven op de berg is niets gevonden, maar gelukkig wel in het trammetje waarmee we naar Laxey zijn gekomen. Mijn camera ligt nu in Douglas opgeslagen en ik kan hem daar morgenochtend ophalen. Dat is super, zulke eerlijke en hulpvaardige mensen hier.
De trein heeft eigenlijk een hele mooie route langs de kust. We krijgen er echter door het weer maar beperkt iets van mee. We dommelen wat, tot hilariteit van de kinderen. Maar ja, in de trein is het warm met alle mensen en de ramen beslaan helemaal, dus dat werkt wel slaapverwekkend bij ons. In Douglas zien we net de laatste paardentram rijden en de kinderen vinden het prachtig. Dat gaan we morgen dus ook maar doen, maar nu mogen Myrthe een Wouter helpen om het paard naar zijn stal te begeleiden waar hij lekker hooi krijgt en kan uitrusten. De paarden zien er robuust uit, en worden veel gewisseld om het niet te zwaar te maken. Als ze 15 jaar dienst hebben gedaan mogen ze even verderop naar een paardentehuis, waar ze rustig verder kunnen leven en grazen tot ze overlijden. Echt Engels, maar heel diervriendelijk en leuk om te horen.
We lopen dwars door Douglas langs de inmiddels gesloten winkels en pakken een bus terug naar Peel. Dat was een leuke mooie dag, waar we van hebben genoten. We gaan terug naar de boot en eten lekkere warme hutspot. Een maaltijd die bij het klimaat van deze dag past.
Myrthe en Wouter mogen voor het eerst stemmen!
Dinsdag 20 juli is het wat mooier weer. Het regent niet. Vroeg opstaan lukt ons maar niet, want de kinderen hebben in de avonden helemaal geen zin om naar bed te gaan. Ze slapen bijna nog later dan wij. Maar opstaan ho maar! Gelukkig komen ze voor een lekker croissantje wel uit bed en daarna gaan we weer verder met onze verkenning van Isle of Man.
We vinden het hier een beetje op Bermuda lijken, tenminste het is allemaal heel Engels en goed georganiseerd. Niets op aan te merken en de mensen zijn ook erg vriendelijk. We genieten ook enorm van de leuke attracties, zonder dat het nu heel erg toeristisch is. Toch mist het eiland voor ons die enorme aantrekkingskracht van de ruige groene Azoren.
Maar goed, vandaag reizen we eerst met een bus naar Castletown. Daar gaan we naar het “Old House of Keys”. Dit heeft niets met sleutels te maken maar met een oud Engels woord over keuzes. Hiervandaan heeft het parlement van Isle of Man geregeerd en bepaald welke wetten en regels hier gelden. Wij worden meegenomen in de wereld van deze adellijke mannen of rijke landheren, die zichzelf tot parlementsheren hebben benoemd en we leren hoe dit parlement gedurende 150 jaar is veranderd en voor welke keuzes ze stonden. Een bijzondere keuze waar ze voor stonden is het kiesrecht van vrouwen. In Isle of Man had de vrouw als eerste op de wereld kiesrecht, hoewel dat in de praktijk niet eerder tot uitdrukking kwam dan elders in Europa. En een huidige vraag waar Isle of Man voor staat is deelname aan Europese Unie als onafhankelijke staat. Vooralsnog staan ze hier niet positief tegenover; mede omdat ze de bemoeienis van de Engelsen bij hun verkiezingen op Isle of Man ook altijd onwenselijke vonden en vinden.
Na deze verkiezingen gaan we het kasteel Rushen bekijken, wat midden in het centrum van Castletown ligt. Het is al in 1265 gebouwd, toentertijd voor een koning, maar wordt inmiddels voor verschillende doeleinden gebruikt. Zo lezen we over enkele personen die hier opgesloten hebben gezeten in kleine ruimten met nauwelijks licht vanwege “kleine” overtredingen van de wet. Maar het leukst zijn de kamers die zijn ingericht zoals het kasteel ooit door de koning zou zijn gebruikt.
Daarna gaan we naar een Scheepvaartmuseum over “The Peggy”. The Peggy is ‘s werelds oudste zeilschip, inmiddels 225 jaar oud en met ophaalbare kiel, voor toen heel bijzonder. Het schip ligt normaal in het originele boathouse in Castletown. Grappig hoe dit boothuis volledig uit zicht is gebouwd en van buitenaf kan je het zeilschip echt niet zien liggen in het dockhouse. Het schip wordt momenteel gerestaureerd, dus dat zien wij helaas niet, maar het is heel leuk om te lezen hoe het is gebouwd en waar het heeft gevaren, terwijl de kids zich verkleden.
Daarna pakken we de stoomtrein naar Douglas. Daar gaan we nog een stuk met de paardentram, waar Myrthe niet is weg te slaan bij de paarden en ook weet te bedingen dat ze samen met Wouter op de bok naast de bestuurder mag zitten. Bij het eindpunt van de paardentram is het gebouwtje waar mijn camera inderdaad ligt en die ik nu weer terug heb. Terug nemen we ook weer de paardentram, maar dan maken Myrthe en Wouter ruzie op de bok wie waar mag zitten en halen we Wouter maar terug naar achteren. Dan hebben we eigenlijk ook wel weer genoeg gezien en pakken de bus terug naar Peel. We eten een fish en chips (alweer!) en de kids rennen naar de boot en Roelof en ik maken nog een korte wandeling de berg op met uitzicht over Peel. Gelukkig zijn we net voor de regenbui weer binnen.
Zien we nog een reuzenhaai?
We hebben nog een laatste dagje op Island of Man. Voor onze volgende tocht richting Schotland door het North Channel, is het handig om vandaag al te vertrekken. Er staat wind uit het zuidwesten en dat is mooi met de stroom mee als we de tocht door dit kanaal goed plannen. De stroom kan hier heel sterk zijn en als er stroom tegen wind staat kan het ruig zijn; iets wat we dus niet uitzoeken. Komende dagen draait de wind naar het Noorden en dat is voor deze route veel ongunstiger. Helaas dus niet nog een dagje op Island of Man.
We hebben nog tot twee uur in de middag, voordat de brug en de gate van de haven open gaan, dus we kunnen nog best wat ondernemen. We gaan niet meer reizen, maar hebben nog wel zin om het kasteel hier te bekijken en het Mananan Huis. Het Mananan huis is een museum over Isle of Man dat heel interactief is en leuk voor kinderen. Ze leren er veel over de kelten, de Vikingen en het eiland of Man en dat ze in geesten geloven.
Als we vertrekken is het prachtig weer, zon en een prettig windje van schuin achter. We hopen nog de reuzenhaai hier te zien. Deze komt hier veel voor. In het begin vergiste ik me en zei dat het de walvishaai was, maar Wouter wist mij te corrigeren en uitstekend het verschil uit te leggen tussen de walvishaai (de grootste en ongevaarlijke haai, blauw met witte stippen) en de reuzenhaai (grijs tot 10 meter groot, die zijn bek wagenwijd open zet om kril uit het water te filteren en dus ook compleet ongevaarlijk is). Helaas moet het water nog rustiger zijn om dit dier te zien zwemmen met vinnen boven water. Helaas niet gezien dus.
Pitstop
We halen precies het North Channel voordat er tegenstroom komt. Net om het hoekje weten we in het donker bij Lady Bay te ankeren, in het loch richting Stranraer. Toch wel weer spannend om in het donker te ankeren, dat hebben we eigenlijk al een hele tijd niet meer gedaan. Maar we varen tot het 5 meter diep is laten het anker zakken en trekken daarna zo snel mogelijk een flesje wijn open voor een slaapmutsje!!!
Het is toch lekkerder slapen zo’n nacht voor anker in plaats van door te varen. In de ochtend worden we echter wel weer wakker geschommeld, want er varen ferry’s vlak langs en hun golven laten ons wiebelen.
Mooi tijd om het ankertje weer op te halen. Het is prachtig weer met een zonnetje en er staat een mooie zuidwesterwind. Die kan ons mooi door de Firth of Clyde heen blazen. We zien op 13 mijl al de granieten piek van Ailsa Craig liggen. Een enorme berg die de entree van de Firth of Clyde vormt en een vogelparadijs is. 30.000 vogels zouden er zitten en nestelen. Als we dichterbij komen zien we die mooie Jan van genten in groepjes vissen. Ze vliegen samen op net als dolfijnen, precies achter elkaar helemaal in lijn en laten zich dan uit de lucht vallen met een plons in het water, om iets op te duiken. We waren gewaarschuwd dat we het eiland op afstand zouden kunnen ruiken, maar we ruiken niets. Misschien waait het daarvoor te hard, want we blazen met een 5 Bft van schuin achteren met enorme snelheid over de plas.
Wouter gaat ervandoor op Bute!
We hadden van te voren niet echt een plan waar we naar toe zouden gaan. Er waren meerdere opties en we wisten natuurlijk niet hoe ver we zouden komen. Maar de wind is zo goed dat we lekker doorvaren langs de hoge bergen op het eiland Arran. Daarna besluiten we om de route om het eiland Bute mee te pakken. Dat is leuk want dan varen we een kleinere doorgang in en varen daarna tussen de groene heuvels en bergen in de richting van het haventje Rothesay. Daar aangekomen adviseert de havenmeester ons om naar de binnenhaven te gaan achter de brug. We zijn verbaasd, want we lezen in de Reeds (de zeilersbijbel) dat deze binnenhaven echt heel klein is en dat er nauwelijks manoeuvreer ruimte is. Maar goed een schip voor ons gaat ook en wij volgen onder de brug door en weten een mooi plekje te vinden. Het is een grappige, kleine binnenkom en in het zonnetje gaan Roelof en ik nog even op pad om het dorpje te bekijken. Het is gezellig, leuke sfeer, maar het lijkt wat vervallen. Zeker nu we net van het goed georganiseerde en alles tot in de puntjes op orde hebbende Isle of Mann komen valt dat wel op.
We eten lekker op de boot. Maar Wouter krijgt eerst nog een boze bui, pakt zijn tas in (T-shirt voor als het gaat regenen, i-pad voor als hij zich verveelt en een katapult voor het geval dat) en loopt weg. Hij loopt op blote voeten en kijkt niet meer om. Natuurlijk volg ik hem, ik kan toch niet zomaar een boos mannetje in het ons onbekende Schotland zomaar weg laten lopen. Maar ik loop aan de overkant, want ik ben eigenlijk wel benieuwd wat hij van plan is en ik wil hem eigenlijk zelf rustig tot bezinning laten komen. Hij wandelt een heel stuk langs de kade op zijn blote voeten, ziet ook nog de prachtige stoomboot vertrekken en langsvaren en draait zich dan ineens weer om en loopt terug. Hij vindt het mooi geweest. Ik kom later aan dan Wouter bij de boot en dan vraagt ie doodleuk: Was je ongerust??? Ja natuurlijk idioot!!! Maar hij heeft toch niet in de gaten dat ik hem ben gevolgd en vertelt alweer honderduit wat hij heeft gezien op zijn wandeling.
De volgende dag vervolgen we in de ochtend onze route om het eiland Bute heen. Er is zuidwestenwind voorspeld van 5 Bft, maar je moet hier lokaal gewoon kijken hoe de wind staat, want hij waait door alle kanaaltjes en doorgangetjes vanuit een hele andere hoek dan voorspeld en het is absoluut minder omdat het hier heel beschut is. Het is echt een prachtige route en we hebben afwisselend zon en dan weer een klein buitje. We zien zelfs op afstand nog enkele dolfijnen en komen aan het einde van de middag aan bij het Crinan Kanaal. Zo zijn we mooi weer 130 mijl naar het Noorden opgeschoten.
We kunnen nog met de laatste schutting het Crinan kanaal in en liggen daar mooi beschut in een kommetje. Benieuwd naar wat het Kanaal ons de komende dagen te bieden heeft. In ieder geval is er een douche om over naar huis te schrijven, een goede straal en lekker warm in te stellen zoals je zelf wil. Dat is lang geleden dat ik zo lekker heb gedouched.