Island of Man & Bute


Onderweg naar Isle of Man
Van Ardglass naar Peel op Isle of Man hebben we een prachtige vaardag (zondag 19 juli). Die ncht is er een flink regenfront overgekomen, maar dat is inmiddels weg en de zon schijnt. We vertrekken met laag water en de smalle geul de haven uit is goed zichtbaar. Twee andere schepen vinden het toch wel spannend om met dit laagwater (en inmiddels springtij) de haven uit te varen en lijken te wachten tot een ander eerst gaat. Dat doen wij dus. We varen weg en verstoren een zeehond die lekker droog om een klein drooggevallen rotsje ligt gekruld.

De tocht verloopt lekker. De boot schommelt wel alle kanten op, want we moeten op twee oren varen met de wind pal van achteren. De golven komen echter van schuin opzij en de boot gaat heen en weer, heen en weer. Dat hadden we al een tijd niet meer gehad, maar heerlijk om weer echt te zeilen met een zonnetje.

Keep out of my way:
Op onze route zien we ook vrachtschepen die uit of naar het Noorderkanaal varen. We steken dus min of meer een soort scheepsroute over. Op een gegeven moment liggen we op ramkoers met een vrachtschip. We kijken de situatie aan, want echt wijken is lastig op twee oren, dan moeten we een zeil weghalen. Maar het blijft ramkoers. We roepen dan ook even later het 817 ft lange vrachtschip Yeoman Bridge op (MMSI 308919000). Op de marifoon staat ons een vriendelijke man te woord met good afternoon, yes I can see you. Vervolgens vragen we “What are your intensions to pass?”. Na enkele tellen komt er iemand anders aan de marifoon die uitbarst “I have no intensions, I will keep speed and course, keep out of my way, you are a small ship”. We zijn even perplex, dit hebben we nog niet eerder gehad. Roelof blijft de heer en antwoord “Thats a new way to interprete the international searules, but as you said, we are small and you are big. We will pass behind you, out!”. Duidelijk, dat doen we dan maar, maar een dergelijke onvriendelijkheid hebben we op zee nog niet eerder meegemaakt.

Katten zonder staart?
We zien Isle of Man al duidelijk liggen en Peel Harbour komt in de buurt. De aanloop is erg mooi, want er ligt een kasteel langs de entree. We hebben de aankomst heel goed berekend en we komen precies om 14.00 uur aan met hoogwater. Om de haven binnen te komen, moet een wandelbrug worden geopend en moet de “flap gate” open staan. Die staat alleen 2 uur voor en na hoogwater open, zodat er in de haven altijd genoeg water blijft staan, ca 2 meter diep. Het is een gezellige haven en vanaf de brug krijgen we van de havenmeester instructies waar we kunnen liggen. Mooi plekje met uitzicht op de brug en het kasteel. Nadat we zijn afgemeerd, lopen we Peel in om wat rond te kijken. Het blijkt een gezellig stadje te zijn met erg lekker ijs!


Peel is een klein stadje, met een enorme strandbaai buiten de haven. Een getijverschil van zeker 4 meter maakt dat het strand ofwel heel kort is of een heel stuk in zee steekt. We komen er achter dat de Manx kat hier vandaan komt, omdat alles wat van Isle of Man komt de naam Manx krijgt. Manx is ook de taal die hier vroeger werd gesproken, maar die nu bijna is uitgestorven. De Manx kat is eigenlijk een genetisch foutje, doorgefokt door de mensen hier, een kat zonder staart. Het is niet echt gezond, de heupen van de kat liggen iets hoger en de wervelkolom heeft dus een gekke hoek. Ze zouden veel voor moeten komen, maar uiteindelijk hebben wij alleen de knuffel manx poesjes in de toeristenwinkeltjes gezien.
In het zonnetje lopen we nog een rondje om het kasteel, wat op een soort schiereiland staat. De kids hebben zin om naar de boot te gaan. Wij wandelen en kijken nog even verder rond en komen ook langs de fabriek Moore’s Kipper Yard, waar ze vis roken. Het gaat net sluiten, maar we kunnen nog wel een stuk gerookte zalm kopen. Heerlijk.

Uitzichtpunt in de mist:
Maandag 20 juli trekken we erop uit om Isle of Man te bekijken. De kinderen hebben meegekeken in de toeristenboekjes met topattracties en willen eigenlijk het liefst pony rijden en naar een dierenpark. Wij zijn hier toch en beetje verbaasd over, omdat we het gevoel hebben afgelopen jaar door een prachtig dierenpark te zijn gereisd, waarin alle dieren vrij in hun eigen leefgebied waren zonder kooien. Het dierenpark spreekt ons dan ook niet echt aan en uiteindelijk is de attractie van een stoomtram en elektrische tram waar we allemaal voor gaan.
Met de bus reizen we eerst naar Ramsey aan de andere kant van het eiland. We kijken wat rond, maar de regen jaagt ons een café in, waar we wachten tot we met het elektrische trammetje verder kunnen reizen. Het trammetje brengt ons naar Laxey, waar we weer een bergtrammetje nemen. Het weer zit nog steeds niet mee, maar we hebben wel lol in het trammetje. Bovenop de berg (2037 ft hoog) het hoogste punt van het eiland, stappen we uit. We waaien bijna van onze Teva’s en je ziet nog geen 100 meter voor je door de dikke natte mist. Roelof wandelt nog een rondje voor een selfie, maar de kinderen duiken het hotel in en wachten tot we weer naar beneden gaan. Dat is 20 minuten later en met de andere toeristen lachen we om de situatie en rijden terug met het hetzelfde trammetje naar Laxey.


In Laxey werd vroeger in de mijnen gewerkt. Vlak bij Laxey staat het grootste waterrad ter wereld, “Lady Isabella” dat aangedreven wordt door een riviertje en gebruikt werd om de mijnen droog te pompen. We zijn er net rond sluitingstijd, en het leuke is dat de kinderen het wiel daarom mogen stoppen. Ze moeten aan een wiel draaien tot die vast zit en na nog enkele wentelingen heen en terug staat het grote waterwiel voor de nacht stil.

We vervolgens onze reis met de Elektrische tram naar Douglas. Echter moest ik eerst even van de schrik bekomen, want ik ben mijn camera kwijt. Ik kan me echter herinneren dat ik de laatste foto heb gemaakt in de tram. Dus eerst maar eens aan de conducteur vragen of ze iets hebben gevonden. Hij doet wat belletjes en in het Hotel boven op de berg is niets gevonden, maar gelukkig wel in het trammetje waarmee we naar Laxey zijn gekomen. Mijn camera ligt nu in Douglas opgeslagen en ik kan hem daar morgenochtend ophalen. Dat is super, zulke eerlijke en hulpvaardige mensen hier.
De trein heeft eigenlijk een hele mooie route langs de kust. We krijgen er echter door het weer maar beperkt iets van mee. We dommelen wat, tot hilariteit van de kinderen. Maar ja, in de trein is het warm met alle mensen en de ramen beslaan helemaal, dus dat werkt wel slaapverwekkend bij ons. In Douglas zien we net de laatste paardentram rijden en de kinderen vinden het prachtig. Dat gaan we morgen dus ook maar doen, maar nu mogen Myrthe een Wouter helpen om het paard naar zijn stal te begeleiden waar hij lekker hooi krijgt en kan uitrusten. De paarden zien er robuust uit, en worden veel gewisseld om het niet te zwaar te maken. Als ze 15 jaar dienst hebben gedaan mogen ze even verderop naar een paardentehuis, waar ze rustig verder kunnen leven en grazen tot ze overlijden. Echt Engels, maar heel diervriendelijk en leuk om te horen.
We lopen dwars door Douglas langs de inmiddels gesloten winkels en pakken een bus terug naar Peel. Dat was een leuke mooie dag, waar we van hebben genoten. We gaan terug naar de boot en eten lekkere warme hutspot. Een maaltijd die bij het klimaat van deze dag past.

Myrthe en Wouter mogen voor het eerst stemmen!
Dinsdag 20 juli is het wat mooier weer. Het regent niet. Vroeg opstaan lukt ons maar niet, want de kinderen hebben in de avonden helemaal geen zin om naar bed te gaan. Ze slapen bijna nog later dan wij. Maar opstaan ho maar! Gelukkig komen ze voor een lekker croissantje wel uit bed en daarna gaan we weer verder met onze verkenning van Isle of Man.
We vinden het hier een beetje op Bermuda lijken, tenminste het is allemaal heel Engels en goed georganiseerd. Niets op aan te merken en de mensen zijn ook erg vriendelijk. We genieten ook enorm van de leuke attracties, zonder dat het nu heel erg toeristisch is. Toch mist het eiland voor ons die enorme aantrekkingskracht van de ruige groene Azoren.
Maar goed, vandaag reizen we eerst met een bus naar Castletown. Daar gaan we naar het “Old House of Keys”. Dit heeft niets met sleutels te maken maar met een oud Engels woord over keuzes. Hiervandaan heeft het parlement van Isle of Man geregeerd en bepaald welke wetten en regels hier gelden. Wij worden meegenomen in de wereld van deze adellijke mannen of rijke landheren, die zichzelf tot parlementsheren hebben benoemd en we leren hoe dit parlement gedurende 150 jaar is veranderd en voor welke keuzes ze stonden. Een bijzondere keuze waar ze voor stonden is het kiesrecht van vrouwen. In Isle of Man had de vrouw als eerste op de wereld kiesrecht, hoewel dat in de praktijk niet eerder tot uitdrukking kwam dan elders in Europa. En een huidige vraag waar Isle of Man voor staat is deelname aan Europese Unie als onafhankelijke staat. Vooralsnog staan ze hier niet positief tegenover; mede omdat ze de bemoeienis van de Engelsen bij hun verkiezingen op Isle of Man ook altijd onwenselijke vonden en vinden.
Na deze verkiezingen gaan we het kasteel Rushen bekijken, wat midden in het centrum van Castletown ligt. Het is al in 1265 gebouwd, toentertijd voor een koning, maar wordt inmiddels voor verschillende doeleinden gebruikt. Zo lezen we over enkele personen die hier opgesloten hebben gezeten in kleine ruimten met nauwelijks licht vanwege “kleine” overtredingen van de wet. Maar het leukst zijn de kamers die zijn ingericht zoals het kasteel ooit door de koning zou zijn gebruikt.

Daarna gaan we naar een Scheepvaartmuseum over “The Peggy”. The Peggy is ‘s werelds oudste zeilschip, inmiddels 225 jaar oud en met ophaalbare kiel, voor toen heel bijzonder. Het schip ligt normaal in het originele boathouse in Castletown. Grappig hoe dit boothuis volledig uit zicht is gebouwd en van buitenaf kan je het zeilschip echt niet zien liggen in het dockhouse. Het schip wordt momenteel gerestaureerd, dus dat zien wij helaas niet, maar het is heel leuk om te lezen hoe het is gebouwd en waar het heeft gevaren, terwijl de kids zich verkleden.

Daarna pakken we de stoomtrein naar Douglas. Daar gaan we nog een stuk met de paardentram, waar Myrthe niet is weg te slaan bij de paarden en ook weet te bedingen dat ze samen met Wouter op de bok naast de bestuurder mag zitten. Bij het eindpunt van de paardentram is het gebouwtje waar mijn camera inderdaad ligt en die ik nu weer terug heb. Terug nemen we ook weer de paardentram, maar dan maken Myrthe en Wouter ruzie op de bok wie waar mag zitten en halen we Wouter maar terug naar achteren. Dan hebben we eigenlijk ook wel weer genoeg gezien en pakken de bus terug naar Peel. We eten een fish en chips (alweer!) en de kids rennen naar de boot en Roelof en ik maken nog een korte wandeling de berg op met uitzicht over Peel. Gelukkig zijn we net voor de regenbui weer binnen.

Zien we nog een reuzenhaai?
We hebben nog een laatste dagje op Island of Man. Voor onze volgende tocht richting Schotland door het North Channel, is het handig om vandaag al te vertrekken. Er staat wind uit het zuidwesten en dat is mooi met de stroom mee als we de tocht door dit kanaal goed plannen. De stroom kan hier heel sterk zijn en als er stroom tegen wind staat kan het ruig zijn; iets wat we dus niet uitzoeken. Komende dagen draait de wind naar het Noorden en dat is voor deze route veel ongunstiger. Helaas dus niet nog een dagje op Island of Man.
We hebben nog tot twee uur in de middag, voordat de brug en de gate van de haven open gaan, dus we kunnen nog best wat ondernemen. We gaan niet meer reizen, maar hebben nog wel zin om het kasteel hier te bekijken en het Mananan Huis. Het Mananan huis is een museum over Isle of Man dat heel interactief is en leuk voor kinderen. Ze leren er veel over de kelten, de Vikingen en het eiland of Man en dat ze in geesten geloven.
Als we vertrekken is het prachtig weer, zon en een prettig windje van schuin achter. We hopen nog de reuzenhaai hier te zien. Deze komt hier veel voor. In het begin vergiste ik me en zei dat het de walvishaai was, maar Wouter wist mij te corrigeren en uitstekend het verschil uit te leggen tussen de walvishaai (de grootste en ongevaarlijke haai, blauw met witte stippen) en de reuzenhaai (grijs tot 10 meter groot, die zijn bek wagenwijd open zet om kril uit het water te filteren en dus ook compleet ongevaarlijk is). Helaas moet het water nog rustiger zijn om dit dier te zien zwemmen met vinnen boven water. Helaas niet gezien dus.

Pitstop
We halen precies het North Channel voordat er tegenstroom komt. Net om het hoekje weten we in het donker bij Lady Bay te ankeren, in het loch richting Stranraer. Toch wel weer spannend om in het donker te ankeren, dat hebben we eigenlijk al een hele tijd niet meer gedaan. Maar we varen tot het 5 meter diep is laten het anker zakken en trekken daarna zo snel mogelijk een flesje wijn open voor een slaapmutsje!!!

Het is toch lekkerder slapen zo’n nacht voor anker in plaats van door te varen. In de ochtend worden we echter wel weer wakker geschommeld, want er varen ferry’s vlak langs en hun golven laten ons wiebelen.
Mooi tijd om het ankertje weer op te halen. Het is prachtig weer met een zonnetje en er staat een mooie zuidwesterwind. Die kan ons mooi door de Firth of Clyde heen blazen. We zien op 13 mijl al de granieten piek van Ailsa Craig liggen. Een enorme berg die de entree van de Firth of Clyde vormt en een vogelparadijs is. 30.000 vogels zouden er zitten en nestelen. Als we dichterbij komen zien we die mooie Jan van genten in groepjes vissen. Ze vliegen samen op net als dolfijnen, precies achter elkaar helemaal in lijn en laten zich dan uit de lucht vallen met een plons in het water, om iets op te duiken. We waren gewaarschuwd dat we het eiland op afstand zouden kunnen ruiken, maar we ruiken niets. Misschien waait het daarvoor te hard, want we blazen met een 5 Bft van schuin achteren met enorme snelheid over de plas.

Wouter gaat ervandoor op Bute!
We hadden van te voren niet echt een plan waar we naar toe zouden gaan. Er waren meerdere opties en we wisten natuurlijk niet hoe ver we zouden komen. Maar de wind is zo goed dat we lekker doorvaren langs de hoge bergen op het eiland Arran. Daarna besluiten we om de route om het eiland Bute mee te pakken. Dat is leuk want dan varen we een kleinere doorgang in en varen daarna tussen de groene heuvels en bergen in de richting van het haventje Rothesay. Daar aangekomen adviseert de havenmeester ons om naar de binnenhaven te gaan achter de brug. We zijn verbaasd, want we lezen in de Reeds (de zeilersbijbel) dat deze binnenhaven echt heel klein is en dat er nauwelijks manoeuvreer ruimte is. Maar goed een schip voor ons gaat ook en wij volgen onder de brug door en weten een mooi plekje te vinden. Het is een grappige, kleine binnenkom en in het zonnetje gaan Roelof en ik nog even op pad om het dorpje te bekijken. Het is gezellig, leuke sfeer, maar het lijkt wat vervallen. Zeker nu we net van het goed georganiseerde en alles tot in de puntjes op orde hebbende Isle of Mann komen valt dat wel op.

We eten lekker op de boot. Maar Wouter krijgt eerst nog een boze bui, pakt zijn tas in (T-shirt voor als het gaat regenen, i-pad voor als hij zich verveelt en een katapult voor het geval dat) en loopt weg. Hij loopt op blote voeten en kijkt niet meer om. Natuurlijk volg ik hem, ik kan toch niet zomaar een boos mannetje in het ons onbekende Schotland zomaar weg laten lopen. Maar ik loop aan de overkant, want ik ben eigenlijk wel benieuwd wat hij van plan is en ik wil hem eigenlijk zelf rustig tot bezinning laten komen. Hij wandelt een heel stuk langs de kade op zijn blote voeten, ziet ook nog de prachtige stoomboot vertrekken en langsvaren en draait zich dan ineens weer om en loopt terug. Hij vindt het mooi geweest. Ik kom later aan dan Wouter bij de boot en dan vraagt ie doodleuk: Was je ongerust??? Ja natuurlijk idioot!!! Maar hij heeft toch niet in de gaten dat ik hem ben gevolgd en vertelt alweer honderduit wat hij heeft gezien op zijn wandeling.

De volgende dag vervolgen we in de ochtend onze route om het eiland Bute heen. Er is zuidwestenwind voorspeld van 5 Bft, maar je moet hier lokaal gewoon kijken hoe de wind staat, want hij waait door alle kanaaltjes en doorgangetjes vanuit een hele andere hoek dan voorspeld en het is absoluut minder omdat het hier heel beschut is. Het is echt een prachtige route en we hebben afwisselend zon en dan weer een klein buitje. We zien zelfs op afstand nog enkele dolfijnen en komen aan het einde van de middag aan bij het Crinan Kanaal. Zo zijn we mooi weer 130 mijl naar het Noorden opgeschoten.
We kunnen nog met de laatste schutting het Crinan kanaal in en liggen daar mooi beschut in een kommetje. Benieuwd naar wat het Kanaal ons de komende dagen te bieden heeft. In ieder geval is er een douche om over naar huis te schrijven, een goede straal en lekker warm in te stellen zoals je zelf wil. Dat is lang geleden dat ik zo lekker heb gedouched.

Van Kerry Gold tot Guinness


Na vier dagen pal naar het noorden varen zie ik vrijdag ochtend vroeg weer land in zicht. We varen tussen Rams Head en Fort Davis door naar het beschutte binnenmeer bij de monding van de River Lee. Het is nog vroeg en we zijn ruim op tijd om met het opgaande tij de River Lee op te varen naar het centrum van Cork. Dan zijn we ook mooi op tijd voor Ellen en Herbert die dit weekend langskomen.

Van Justin en Trish van de Ierse zeilboot de Selkie hebben we gehoord dat je het leukst in de Cork City Marina kan liggen. Dit is een steiger vlak bij het centrum. Het alternatief is Crosshaven wat vlak bij de zee ligt, maar veel minder leuk is dan Cork zelf. Wij varen dus door naar Cork en de tocht over de River Lee is ook prachtig. We komen langs het stadje Cobh dat er bijzonder fraai uitziet met allemaal gekleurde arbeidershuisjes en een enorm hoge kerktoren ertussen. De Titanic maakte zijn laatste stop in Cobh voordat zij aan haar eerste en enige Atlantische oversteek begon. Als we verder de rivier de Lee opvaren kunnen we sommige stukjes zelfs nog zeilen. We komen langs een oud kasteeltje en langs verschillende container terminals waar echt grote schepen liggen die door hetzelfde smalle kanaaltje in de rivier zijn gekomen als waar wij nu door varen. Gelukkig komen we niet zo’n groot gevaarte tegen…

Als we rond één uur ‘s middags aankomen bij de Cork ligt de steiger al vol, en gaan we langszij bij een ander schip. De Ieren die hierop varen komen uit Kilmore Quay, een haventje verderop richting Dublin. We raken met verschillende andere boten die hier liggen aan de praat en het valt op hoe vriendelijk en behulpzaam de Ieren zijn. Het maakt dat we ons hier ook snel thuis voelen. Ik ben nog op zoek naar een digitale kaart van Engeland en Ierland. In Coruña kon ik die niet krijgen. In de eerste winkel die we proberen vlak bij de haven hebben ze ook geen Navionics kaarten. Onze buurman biedt spontaan aan om ons later in de middag even naar een andere winkel te rijden waar ze deze kaart wel zouden moeten hebben. Dar is erg fijn, maar ik check toch nog even op Internet en vindt nog een Navionics dealer vlak bij de haven. Als ik erheen loop is het een soort woonhuis, dat dicht zit, maar er hangt wel een telefoonnummer op de deur. Dus maar gebeld en ja hoor, ik krijg iemand aan lijn die inderdaad Navionics kaarten verkoopt, sterker nog als ik mijn oude actieve kaart inlever krijg ik ook nog vijftig procent korting. Dat is mooi want aan een kaart van de Caraïben hebben we helaas niet meer zoveel…. De man is er over een kwartiertje, dus ik loop even terug naar de boot, haal het kaartje met de kaart van de Carieb op en als ik terug kom is de man die ik gesproken heb er ook al. Binnen is het een soort reparatie werkruimte voor elektronica. Het mannetje begint druk te bellen met Navionics. Het valt op dat alles via Engeland gaat, alle prijslijsten zijn in pond Sterling en de prijzen worden omgerekend naar euros. Na een kwartiertje krijg ik inderdaad de Navionics kaart van Engeland en Ierland mee. Dat is fijn want het vaart wel veel lekkerder met een kaart op de plotter zodat je precies ziet waar je bent. Ik bel onze buurman nog even op, dat het ritje niet meer nodig is. Wel weet hij nog een leuk restaurant in Cork.

‘s Middags gaan we zwemmen bij het Clarion Hotel waar we als gasten van de Cork City Marina voordelig in mogen. En na een weekje op zee is het ook wel lekker om even te douchen en te zwemmen. Na een klein halfuurtje worden we naar de kant geroepen omdat we geen badmutsen op hebben. Gelukkig kunnen we er twee lenen zodat Myrthe en Wouter nog even door kunnen zwemmen. Al springen hun lange haren overal onder de badmuts vandaan en ligt de badmuts vaker in het water dan dat ie op hun hoofd staat. Aranka en ik vinden het wel mooi geweest en gaan even internetten, kijken naar alle mailtjes en reacties op onze site van de afgelopen week. Er is een snelle verbinding dus ik kan ook meteen de elektronische kaart die ik gekocht heb updaten, staan alle nieuwe boeitjes er ook weer op. ‘s Avonds gaan we op advies van onze buurman eten bij het restaurant Marketlane waar onze buurman ook met zijn gezin zit. Was een goede tip want we eten heerlijke Ierse stoofpot. De bediening is ontzettend vriendelijk en ze kunnen ook goed met Myrthe en Wouter omgaan en regelen kleurpotloden en kleurplaten van marsmannetjes met enorme breinen waar even later druk in gekleurd wordt.

Zaterdag komen Ellen en Herbert, we verheugen ons erop! ´s Ochtends ga ik brood halen maar het valt niet mee een bakker te vinden. Uiteindelijk vind ik een bakker op de overigens beroemde English Market aan de andere kant van het centrum. Ik loop ook nog even langs de toeristeninformatie om te kijken wat je hier allemaal kan doen, als Herbert belt dat ze net geland zijn. Als ik bij de boot terugkom zie ik Ellen en Herbert al over de steiger lopen. Het is ontzettend leuk om ze na een jaar weer te zien. We worden erg door ze verwend met Stroopwafels, spelletjes, de Ruijter broodbeleg en Donald Duck pockets voor Myrthe en Wouter. Wat een leuke en geslaagde kado’s, Herbert en Ellen nogmaals bedankt!

Het is meteen als vanouds gezellig en we kletsen honderd uit om een jaar in te halen. Als we net aan de koffie zitten komt de havenmeester langs, of we even kunnen losgooien zodat een grote tweemaster die aan het begin van de steiger ligt eruit kan varen. Ook vertelt hij dat er die middag een grote zwemwedstrijd is in de rivier die eindigt vlak naast de haven, dus we hebben eersterangs uitzicht! Zo varen Herbert en Ellen ook nog een klein stukje mee op ons schip. Nadat de tweemaster is uitgevaren kunnen wij mooi op de vrijgekomen plaats liggen. Als dank voor de hulp krijgen we van de havenmeester een prachtig boek met oude Ierse schepen en een Ierse USB geheugenstick. Was niet nodig geweest maar is wel heel erg vriendelijk!

´s Middags wandelen we door het centrum dat erg levendig is. Het valt ons wel op hoe verschillend het hier is tov van de landen waar we hiervoor zijn geweest. In de Carib was je al blij als er überhaupt een kleren- of schoenenwinkel was, hier zijn er straten vol met schoenen- en klerenwinkels, echt… het houdt niet op! We kijken bij de Saint Mary and Saint Anne’s Cathedral waar je de toren in kan klimmen en zelf de klokken kan luiden. Wouter en Myrthe trakteren de buurt op een “modern” klokkenspel, ik kon er in ieder geval geen enkele melodie in ontdekken. Daarna gaan we nog naar het botermuseum. Dit gebied van Ierland “Kerry” produceert veel boter (Kerry Gold) en het museum vertelt de geschiedenis van de boterproductie. Opvallend is hoe positief en trots ze zijn op hun lidmaatschap van de EU, eens een positief geluid in plaats van alle negatieve berichten die je hierover in Nederland leest. Als we uit het museum komen willen we die boter ook wel eens echt proeven, naast het museum is een restaurantje waar ze heerlijke sandwiches hebben die inderdaad heerlijk smaken. Het moet wel de Kerry Gold zijn die er opgesmeerd is!

Terug bij de haven zien we allemaal zwemmers in het water i.v.m. het festival. Het is koud en niet iedereen draagt een surfpak. En de afstand is flink. We zien jonge mensen en oudere, gelukkig allemaal wel geoefend. Op de boot hebben we eerste rang, want daar komen ze allemaal langs naar de finish, vlakbij. Er zijn ook veel kanoërs bij die opletten of alles goed gaat met de zwemmers. De laatste heeft het zwaar, omdat er ook tegenstroom staat. Maar wat een enthousiast publiek en daarna staan ze allemaal onder de douches bij de brandweerauto. Is vast ook niet erg warm.

‘s Avonds kookt Herbert samen met Wouter. Het wordt een heerlijke pastaschotel. Als Myrthe en Wouter op bed liggen gaan we nog wat drinken in een Ierse pub. Myrthe heeft ons telefoonnummer en kan bellen als er iets is, maar we horen niets. Cork is ‘s avonds ook vol leven en drukte. We vinden een pub waar we nog buiten kunnen zitten en rustig kunnen bijkletsen als vanouds. Zondag ontbijten we met wentelteefjes die Herbert samen met Myrthe en Wouter maakt. Daarna doet Herbert nog ochtend gymnastiek met de kids, wat ze machtig interessant vinden. Het is vandaag prachtig weer en we maken nog een wandeling door de stad. We lopen naar het Fitgerald’s Park. Onderweg zien we nog dat een cricket wedstrijd wordt gespeeld. Erg Brits, maar erg veel snelheid zit er niet in… Gezellig om zo samen door Cork te wandelen. Als we ‘s middags terugkomen bij de boot is het alweer tijd om afscheid te nemen. Herbert en Ellen stappen in een taxi richting vliegveld. Wij vonden het erg leuk en het voelt een beetje leeg dat ze weer weg zijn.

We hebben nog een deel van de middag en de avond en we besluiten een bus naar Kinsale te nemen, een pittoresk stadje ten westen van Cork. Het is ruim een half uur rijden naar Kinsale wat inderdaad prachtig is. Mooie gekleurde huisjes die aan het water liggen met een hoop toeristenwinkeltjes. Aranka moet zich inhouden… ‘s Avonds kopen we Fish & Chips die we in een parkje opeten voordat we de bus terug nemen naar Cork.



Maandag 13 juli vertrekken we weer uit Cork. We varen vandaag de rivier af naar de Crosshaven zodat we morgen ochtend vroeg aan de tocht naar Kilmore Quay kunnen beginnen. Dat ligt 70 nm naar het oosten. De tocht langs de River Lee is weer leuk al is het weer minder goed dan op de heenreis, maar ja we zijn tenslotte in Ierland en niet meer in de Carib! Als we aankomen in Crosshaven waait het nog behoorlijk hard maar we komen toch netjes tussen de vingersteigers terecht. Het dorpje is wel aardig maar niet heel bijzonder. Er is een speeltuintje, een pub met internet en een supermarkt en een lekkere douche, dus prima om een nachtje te liggen.

Dinsdag staan we om vijf uur ‘s ochtends op. Het is lekker dat het nu zomer is en de dagen zo lang zijn. Een half uur later gooien we de trossen los. We hebben pal tegenwind en het is koud. Het is mistig en het regent. Onze buurman uit Cork vertrekt ook vandaag richting Kilmore Quay, wat zijn thuishaven is. We vertrekken tegelijkertijd uit Crosshaven, maar hij geeft meer gas en we verliezen hem al snel uit het oog. Het is 65 mijl naar Kilmore Quay, naar het oosten en vlak voor de bocht aan de Ierse zuidkust. Achteraf hadden wij beter ook wat meer gas kunnen geven, in het begin kunnen we nog goed tegen de wind in motorzeilen maar als het harder gaat waaien en de zee steeds ruwer wordt gaat het ook steeds langzamer. We proberen nog stukken te kruisen maar het gaat allemaal erg langzaam en dan is 70 mijl een hele afstand. Naarmate de dag vordert wordt het steeds spannender of we nog wel op tijd in Kilmore Quay aankomen. Van onze “buurman” weten we dat er een zand drempel ligt in de ingang en we er alleen rond hoogwater in kunnen varen. Op ruim 20 mijl roep ik de haven op, en het blijkt dat we nog tot drie uur na hoogwater de haven in kunnen, dat is weer een uurtje extra. Bij Swines Head vlak voor Dunmore East moeten we besluiten wat we doen, varen we door of gaan we naar Dunmore East en daar voor anker? We besluiten door te varen en het er maar op te wagen. Als we het niet halen moeten we weer terug varen want na Kilmore Quay is er een hele tijd niets. We hebben geluk want na Swines Head draait de wind iets gunstiger en komen we in beschutter water. We zetten de motor ook nog ietsje harder en lopen dan al motor zeilend een paar knopen harder. Uiteindelijk komen we toch nog rond acht uur aan bij Kilmore Quay, een uur voordat we de haven niet meer in kunnen. De aanloop gaat via een lichtenlijn omdat je vlak langs een ondiepte vaart, St Patrick Bridge. Dit is een soort natuurlijke dam die vanaf het vaste land naar de Saltees Islands loopt. Met springtij laag water schijnen ze hier zelfs met een tractor over gereden te hebben naar Little Saltee. St. Patrick Bridge is berucht vanwege de vele schepen die erop stuk gelopen zijn. De aanloop gaat verder prima en we zijn blij dat we er zijn. We komen onze buurman tegen die er al vier uur eerder was! Hij heeft dan ook wel een wat sterkere motor. We ontmoeten ook Paul Neale, één van de vijf eigenaars van Great Saltee die net in een bootje aan komt varen. Ze adviseren ons om naar Great Saltee toe te gaan omdat er nu heel veel vogels (Jan van Genten, Puffins en Aalscholvers) zitten. Over twee weken zijn alle Puffins weer weg, dus dit is het moment om te gaan kijken. Eigenlijk hebben we geen tijd, we willen door naar Dublin en naar Isle of Man want medio augustus komt hard dichterbij en we moeten nog zo’n duizend mijl varen… ‘s Avonds eten we heerlijke vers gevangen Fish & Chips.

De volgende ochtend maken we de boot klaar, maar we kunnen pas weg uit de haven van Kilmore Quay rond twee uur ‘s middags wanneer het hoogwater wordt en we over de drempel kunnen om het tij mee te pakken naar Arklow, zo’n 50 nm naar het noorden. Dus we beginnen met klusjes aan de boot, ik span de verstaging aan die aan de lij-zijde slap hangt als we hoog aan de wind varen, er komt een nieuwe harp aan de onderlijkstrekker die los was gesprongen tijdens de oversteek naar Cork, de grootzeilval wordt ingekort zodat een geschavield stuk eraf kan, de genua vier wordt weer netjes opgevouwen (lag al sinds de overtocht van Coruña naar Cork opgefrommeld in de bakskist) en Aranka doet nog een was en boodschappen. Als we klaar zijn zien we een bootje vertrekken naar Great Saltee, Aranka rent er naar toe en we kunnen nog mee als we direct instappen. Ze zijn rond één uur weer terug dus dat past precies. We varen met een snelle boot met nog een aantal andere vogelaars naar het eiland en we kunnen erg dicht bij de rotsen komen waardoor we een prachtig zicht hebben op de duizenden vogels die er op het eiland zitten. Er zijn rotsen die ingenomen zijn door de puffins en weer andere rotsen zien helemaal wit van de Jan van Genten. Ook zien we een tiental zeehonden die vlak om de boot nieuwsgierig naar ons komen kijken. Wouter heeft toevallig zijn puffin t-shirt aan en wijst alle puffins aan die we op de rosten zien of die langs zwemmen of over vliegen. Myrthe en Wouter zijn laaiend enthousiast en vinden het prachtig. Ik kan me nog herinneren dat ik vroeger, toen we met mijn ouders en broers fietstochten maakten door Engeland en Schotland, ook een boottocht maakte langs een vogeleiland dat ook wit zag van de Jan van Genten, ergens in de buurt van Skye. Ik hoop dat Myrthe en Wouter zich dit later ook nog kunnen herinneren.

Als we terugkomen in de haven zien we nog een zeehond in de haven zwemmen, en dan maken we ons klaar voor vertrek. Om twee uur varen we weg, het is mooi weer en er is een klein beetje tegenwind. Omdat het hoogwater is kunnen we over St. Patrics Bridge varen. Bij Carnsore Point, de Zuid-Oost punt van Ierland, krijgen we 3 knopen stroom mee. Helaas blijft de wind om de kaap tegen staan terwijl we toch ruim negentig graden naar het noorden zijn gedraaid. Maar we kunnen motorzeilen en schieten wel op. Ondanks de tegenwind is het een mooie vaardag met een prachtige ondergaande zon en een heerlijk rustige zee. We proberen nog voor het donker aan te komen, maar dat lukt niet. Als we bij Arklow de rivier opvaren is het donker en we zien dat de rivier vol ligt met boten aan moorings. We gaan niet de marina in omdat deze te klein is voor ons schip. Er is verderop een steiger in de rivier waar we wel aan kunnen liggen maar die ziet er -voor zover we dat kunnen zien in het donker- vol uit. Er is een smal stukje water naast de steiger vrij waar we achteruit in varen omdat ik niet verwacht dat ik er nog kan keren. Een stuk verderop aan de steiger is nog net één plekje vrij waar we net in passen. We meren rond half twaalf af en gaan dan snel naar bed, over zes uur staat het tij weer mee en vertrekken we weer richting Dublin.

Donderdag 16 juli vertrekken we om 6 uur in de ochtend. We hebben geen havenmeester gezien, dus ook niets kunnen betalen. Op zee hebben we de wind nog steeds tegen terwijl hij vandaag vanuit het oosten voorspeld was, blijkbaar is de wind hier lastig te voorspellen. Maar na de eerste kaap hebben we een forse stroom mee en lukt het ook nog om strak aan de wind te zeilen. Dan lopen we zelfs even 8.6 knopen als we tussen de zandbanken door varen. Zo gaat het vandaag vrij vlot en een paar uur later zitten we al weer bij de monding van de River Liffrey vlakbij Dublin. We zoeken nog even contact met een containerschip, wat wel heel dichtbij komt varen. Na onze oproep wijkt het containerschip en vaart achter ons langs. Wij varen de riviermonding van Dublin voorbij richting het schiereiland Howth ten zuiden van Dublin. Howth heeft steile rotswanden waar ook weer veel vogels zitten.

Howth heeft een gezellige jachthaven. Bij het binnenlopen moeten we goed opletten op de vaargeul die smal is. We blijven hier twee nachten want morgen (vrijdag) komt er veel wind over. Donderdag middag tanken we nog even diesel want we hebben de afgelopen dagen toch weer veel gemotord en in Ierland betaal je nog steeds geen belasting in de jachthaven voor de diesel, dus gunstig om de tank nog even goed vol te gooien voordat we naar Isle of Man gaan. ´s Avonds maken we nog een wandelingetje langs de haven en de kustweg met gezellige restaurantjes. Maar dan begint het weer te gieten, en halen we Fish & Chips, maar net als we er naar toe lopen begint het te gieten, het blijft tenslotte Ierland. Dus we keren om en halen snel fish & chips en rennen terug naar de boot. Daar is het zo koud en vochtig dat we zelfs even de kachel aan doen, dat is de eerste keer deze reis.

Vrijdag 17 juli is het voor de verandering lekker weer. We kunnen mooi een was doen en hebben heerlijk vers brood van de plaatselijke bakker. We maken een prachtige wandeling over het schiereiland Howth. Het eerste stuk lopen we langs de steile kliffen waar we ook veel vogels zien. We hebben mooi uitzicht over zee en haveningang van Dublin. Daarna gaat de wandeling binnendoor door het bos naar de andere kant van Howth waar we ook begonnen waren. Af en toe hebben we een heel kort buitje, maar dat mag geen naam hebben, zeker niet op de Ierse weerschaal.
Op de boot aangekomen kunnen we de was nog net droog binnenhalen voordat er een wat grotere plensbui aankomt. ´s Middags gaan we met de trein naar Dublin. Het station is vlakbij en de trein brengt ons in een half uurtje midden in het centrum van Dublin. Dublin is gezellig, we lopen door het centrum waar een enorme hoge paal staat, “The Spire” van 120 meter hoog. Het lijkt of The Spire tot in de wolken reikt. Daarna wandelen we naar Dublin Castle waar we alleen de buitenkant van kunnen bekijken omdat het inmiddels vijf uur is geweest. Dan begint het weer eens te plenzen en drinken we eerst een heerlijke kop koffie voordat we verder gaan naar de Christchurch Cathedral waar Myrthe en Wouter een kaarsje aansteken voor Inès. We lopen door naar het beroemde Guinness Store House dat nog wel open is. Het is een soort museum waarin van alles over Guinness wordt verteld zoals de herkomst van de 8000 liter water per dag uit de Kilmore mountains en het gebruik van speciale hop en graan, die eerst wordt geroosterd. Ook indrukwekkend is een film waarin ze laten zien hoe de vaten worden gemaakt waarin de Guiness wordt opgeslagen. Wat een handwerk is dat zeg. We krijgen het beeld dat de Guinness fabriek ook als werkgever belangrijk is geweest voor Dublin en het is leuk om dit zo mee te krijgen. We zien ook nog een film waarin ze laten zien hoe de houten vaten werden gemaakt waarin de Guiness vroeger werd vervoerd. Helemaal op de hand, een hoop werk voor zo’n vat. Aan het eind kunnen we proeven, zelfs Aranka drinkt een mini proefglaasje op. Als we aan het eind zijn komen we uit in een Café helemaal boven in het gebouw met en prachtig uitzicht over Dublin waar we met ons kaartje nog een Guinness of frisdrank kunnen krijgen.

Als we teruglopen richting het station eten we een hapje in een restaurant met Ierse gerechten (stew). Al met al is het behoorlijk laat geworden en we eten pas om 22.00 uur. Het is heerlijk, maar als het op is gaan we toch maar snel richting station want we weten eigenlijk niet precies tot hoe laat de trein terug gaat. Gelukkig komt de trein naar Howth al na 10 minuten. Terug op de boot checken we nog even het weer voor morgen. Er is een windkracht vijf tot zes voorspelt, maar wel van achteren. Morgenochtend nog even checken of het niet windkracht zeven wordt, maar anders kunnen we mooi richting Ardglass varen. Maar eerst we gaan snel even slapen.

‘s Ochtends ziet het weer er nog hetzelfde uit. Er zijn wel flinke windstoten tot 30 knopen voorspeld maar ik verwacht deze niet dicht onder de kust waar wij varen. Om kwart over negen vertrekken we. We varen ten westen van de eilanden Ireland’s Eye en Lambay Island waar we een prachtig uitzicht op hebben. Dan varen we tussen de Skerries en Rockabill Lighthouse door en gaan in een rechte koers richting Ardglass. Het is een afstand van 55 mijl. Er staat een goede wind van ruim 20 knopen schuin van achteren en we schieten met 8 knopen door het water. Soms komt er zelfs een zonnetje tussen de bewolking door, kortom een heerlijke zeildag! We komen met laagwater bij Ardglass aan, het is wel even opletten bij het naar binnenvaren want het is een smalle doorgang tussen de rotsen door. Er is een erg vriendelijke havenmeester die on wijst waar we een hapje kunnen eten. Naast ons liggen nog twee andere schepen die morgen ook vertrekken richting Isle of Man. Als we door het plaatsje lopen valt ons op dat het minder vrolijk en gezellig is dan de Ierse plaatsen waar we tot nu toe waren. Het komt een beetje grauw over. Ook hebben we ontzettende moeite om de mensen te verstaan… Als we Fish & Chips kopen en willen betalen kijken ze ons vreemd aan, euro’s?? Dan valt het kwartje, we zijn terechtgekomen in Noord Ierland. Snel loop ik even naar de boot om nog wat verdwaalde ponden op te halen waarmee ik wel kan afrekenen.

365 dagen op reis

Vandaag, 19 juli 2015, zijn we precies een jaar geleden vertrokken uit Scheveningen en nu dus 365 dagen onderweg. Wel even een speciaal moment voor een feestje en momentje van bezinning. We zijn allemaal nog niet eerder zo ontzettend lang van huis geweest buiten Nederland. We hebben inmiddels een droom waargemaakt en zoveel bijzondere en mooie belevenissen gehad. We hebben zoveel gezien dat we de foto’s nodig hebben om ons alles te herinneren. Maar wat zijn wij dankbaar voor dit fantastische jaar!


We hebben veel geleerd onderweg
Zoals het gebruik van de Genaker en Spinaker, het interpreteren van weer- en windberichten, het navigeren met stroom en getij maar ook het onderhouden van het schip zoals luisteren naar rare geluidjes en roest verwijderen, voorkomen van schurende vallen en zeilen, maar ook hoe de mast vast zit, hoe strak de verstaging moet staan tot en met de motor en de watermaker.

Relaxen
Wat met name verfrissend is, is dat we nu op andere manieren tegen dingen aan kijken, dan we gewend waren vanuit onze leefstijl in Nederland (deadlines, agenda, geschiedenis, natuur, sociale contacten, enz.). Dat leer je wel tussen andere culturen. Het altijd maar meer, meer, meer willen in minder tijd stond echt in schril contrast met wat we in Suriname en de Carib aantroffen; “Hoe gaat het? Relaxed!!!!”
Ook de kinderen hebben ervaren dat ze nauwelijks met hun meegenomen speelgoed spelen en dat de stokken uit een bos of de schelpen op een strand of de omgeving en natuur afdoende kunnen zijn. Het is fijn om met een overzichtelijke hoeveelheid materialen en spullen te leven en dat vooral niet uit te breiden. Nu weer in Westerse landen merken we dat de welvaart en hoeveelheid winkels, goederen en alle weelde aan groenten en fruit en nog grotere TV’s, die te verkrijgen zijn, ons overvallen en een enorme luxe zijn. Wij zijn zonder al onze luxe spullen vertrokken uit Nederland en hebben ze werkelijk geen seconde gemist en vragen ons af of we ze straks wel weer gaan gebruiken.
Ook de trots die andere culturen hebben op hun eigen (ei)land (zonder verwaandheid) en de hartelijkheid, hulpvaardigheid en openheid naar vreemden, zonder eigen gewin, is werkelijk iets waar we nog heel veel van kunnen leren. In dit opzicht waren de Azoren het toppunt. Maar zo vrolijk als de mensen op Sal waren met zo ontzettend weinig was indrukwekkend.

Activiteiten voorouders
Onze Nederlandse geschiedenis hebben we beter leren begrijpen, we hebben meer opgestoken over de slavernij en wat onze voorouders (ondernemend en reislustig) hebben ingepikt, aangericht, of ontwikkeld. We hebben nooit geweten dat de hoogste berg van Nederland op Saba ligt en dat Frankrijk aan Nederland grenst (St. Maarten) of wat de rol van Suriname is geweest in de tweede wereld oorlog (bauxiet oorlog). En wat zijn we blij dat we onze kinderen op deze manier uitgebreid hebben kunnen onderrichten in geschiedenis. En verbaasd waren we om te zien hoe de Chinezen overal in alle landen zeer georganiseerd hun eigen ‘Blokker’ hebben, met name in landen die rijk zijn aan grondstoffen.

Ook in sociaal opzicht hebben we nieuwe ervaringen.Samen leven op een relatief kleine ruimte dicht op elkaars lip vergt ook wel iets. Hoe goed we elkaar ook al kenden, we kennen elkaar nu nog beter. We kunnen beter met elkaar overweg dan voorheen, ruzies zijn minder, Wouter heeft zijn woede-aanvallen beter onder controle, de kinderen weten exact hoe ze met spanningen bij ons kunnen omgaan en hebben ons af en toe net zo’n spiegel voorgehouden over ons gedrag als wij hen!
Het zelfvertrouwen van de kinderen is toegenomen en ze durven meer dan voorheen, met name in contact zoeken met anderen en spreken van andere talen. Ook al vechten ze af en toe wel eens, ze hebben ontzettend veel lol samen en weten precies wat ze aan elkaar hebben en hoe ze samen leuke dingen kunnen doen; ook al zit je opgesloten op een schip. We hopen dat de band die Myrthe en Wouter dit jaar hebben gekregen ook later zal blijven.
Door het schoolwerk afgelopen jaar hebben wij veel meer inzicht in hoe onze kinderen in elkaar zitten, hoe ze leren en wat ze kunnen. Maar evengoed hebben we enorm respect voor leerkrachten op school en geven het stokje heel graag weer over en blijven verder alleen in de rol van ouder.
Maar wat ook zo ontzettend leuk is, zijn de in korte tijd intensieve contacten met andere vertrekkers, die we tegenkomen. De spontane BBQ’s en steigerborrels, gezelligheid, hulp en steun die we onderweg aan elkaar geven is hartverwarmend.
En wat we eigenlijk al wisten, maar met deze reis is bevestigd; wij houden van samen avonturen beleven en hopen dat onze toekomst ook nog enkele in petto heeft.

We hebben genoten van de natuur onderweg.
We zijn onder de indruk van alle bezoek en contact die dolfijnen, walvissen, Noordse Pijlstormvogels, schildpadden, papegaaiduikers, Jan van Genten, de onderwaterwereld en vissen ons hebben gebracht of de geweldige pracht in het tropisch regenwoud in Suriname. De prachtige fauna en vele kleuren groen op La Gomera. En de kinderen hebben ook gezien wat een enorme invloed wij mensen hebben op het leven van deze dieren en planten. Dat sommige dieren of planten echt in gevaar zijn en niet veel meer voorkomen heeft ze wel geraakt. En te zien hoeveel zwerfvuil en plastic er overal ligt op het strand, op straat en ook in het water is iets waar we niet trots op zijn. Wel waren we er trots op dat we zelfvoorzienend kunnen zijn qua stroom en water en heel zuinig kunnen leven. Maar dat neemt niet weg dat een lekkere douche in eigen huis straks wel weer zeer wordt gewaardeerd.

De gevaren en risico’s op zee hebben we nooit uit het oog verloren. We varen heel conservatief met soms relatief weinig zeil en hebben eigenlijk weinig gevaren met wind boven 20-25 knopen (5-6 Bft). Wel giert de adrenaline nog steeds door mijn aderen, elke keer als we ergens vertrekken, gewoon van spanning wat we onderweg over ons heen zullen krijgen. En gelukkig heeft Jaap ons bij elke oversteek vanuit Nederland ondersteund met weeranalyses over grotere gebieden dan wij zelf onderweg konden binnenhalen op de lap-top. Helaas zijn we meermalen geschrokken van wat anderen onderweg is overkomen en zijn daardoor nog meer op onze hoede. Om de Franse zesjarige levenslustige Ines treuren we nog steeds, het is zo ontzettend naar en onwerkelijk dat zij er niet meer is en we hopen dat Sophie, Claude en Hugo van de catamaran Rêves D’O na hun afschuwelijke ervaring op zee en het verlies van hun kind en zus weer een weg vinden om verder te gaan.

Door deze reis zien we ook helder wat we missen uit Nederland. Met name het contact met familie, buren, vrienden, collega’s en klasgenoten is zo ver over zee best lastig om goed te onderhouden. Het digitaal contact voelt toch echt anders dan een werkelijke knuffel of werkelijk er voor elkaar zijn op bepaalde momenten. We vinden het altijd leuk om onze verhalen op te schrijven en waarderen de leuke reacties die we krijgen. Daar genieten we van en danken we iedereen voor. Heerlijk was het om in Suriname samen met Howard te zijn en recent in Cork met Ellen en Herbert. Maar we zien er heel erg naar uit om iedereen weer live te spreken.

We krijgen nu al wel eens vragen over wat we nu het mooiste vonden onderweg. Maar dat is bijna niet te zeggen. Het is juist de diversiteit van de verschillende landen, die zo’n reis zo leuk maken. De mooie belevingen van de natuur hebben ons meermalen sprakeloos gekregen of juist kakelend enthousiast. Maar het samenzijn met het gezin was het grootste doel. Ik heb intens genoten van de spraakwatervallen die de kinderen af en toe hebben en me verbaasd over hoe groot ze al zijn geworden en de slappe lach gekregen als zij dat ook hebben of als ze proberen om Roelof de baas te worden in een gevecht. En in Roelof heb ik een schipper ontdekt waar ik grenzeloos op kan vertrouwen.

Maar we boffen, we krijgen nog 4 bonusweken en kunnen Ierland en Schotland nog ontdekken en kennis maken met het monster van Loch Ness.
En dat na inmiddels 25 landen op 4 continenten, 46 eilanden, meer dan 12.000 Zeemijlen, 9 lange oversteken (tussen 400-1800 NM), 15 verschillende logeetjes aan boord en totaal 153 vaardagen!! En dat allemaal met onze White Witch in blue. We zijn best een beetje trots en tevreden dat dat allemaal is gelukt!

Laatste loodjes van laatste lange oversteek!

Een relatief kleine oversteek (4 dagen), maar wat hebben we een zin om aan te komen en Ellen en Herbert zaterdag te treffen.
We moeten nog 65 mijl, de laatste loodjes. We gaan in het centrum van Cork liggen, dus we moeten nog aansluitend 15 mijl de rivier opvaren. Afhankelijk van hoe laat we morgen bij de ingang van de rivier zijn kunnen we nog doorvaren of moeten we even op het tij wachten.

We hebben momenteel de wind in de rug en proberen de boot zo stabiel mogelijk te laten varen. Met de Genaker lukt dat het beste, maar af en toe staat er 15 knopen wind, dus dat is wat veel voor zo’n groot zeil. Dus die hebben we voor de nacht weer weggehaald en alles op twee oren gezet. Maar er staat een kort klein golfje swell, wat de boot doet slingeren en de zeilen klapperen.

Myrthe en Wouter lezen (boekje Pistolen Nellie, wat een titel, echt iets voor Wouter) en spelen met lego. En Wouter maakt vooral plannen om Lasse van het Duitse schip Anne echt weer op te gaan zoeken, misschien in de herfstvakantie.
In de tussentijd zitten wij al na te denken over het vervolg van onze planning en route voor de laatste 5 weken. Het is best een ommetje wat we nog gaan maken door Schotland (monster van Loch Ness opzoeken). Daarom vroegen we de kinderen of ze het heel erg zouden vinden als we iets later terug zijn in NL dan 15 augustus. Nou zeg, we kregen de wind van voren (beetje jammer tegenwind). Dus we puzzelen verder waar we langere afstanden kunnen afleggen en wat een goede selectie is van stops onderweg. Maar ja planning zegt niets, dat weten we inmiddels. De wind zal ons waaien waar die heen wil.

Positie: 9 juli 21:45 uur UTC 50-50N en 08-18W. Cork is nog ca 55 mijl.

We zijn er bijna!

We hebben nog steeds een aan de windse koers. We proberen pal Noord te varen recht op Cork af. De golven zijn lager geworden (nog iets van een meter). Helaas is nu ook de wind aan het afnemen en zakt onder de 10 knopen (< 3 Bft). De motor staat er dus ook bij, zodat we wel snelheid blijven houden. Dit heeft allemaal te maken met een klein hoge drukgebiedje wat donderdag passeert. Daarna krijgen we een lekker windje in de rug.
Momenteel varen we ongeveer ter hoogte (50 graden noorderbreedte) van de Scillies ( de afstand naar de Scillies is 70 mijl)

Het is best druk op zee. We moeten continu de plotter in de gaten houden. Dan draait er weer ergens een vissertje rond of komt er weer een grote tanker aan. Meerdere malen hebben we zo’n grote tanker toch even op de marifoon opgeroepen, om te checken wat hun intenties zijn en of ze ons wel zien. Gelukkig zien ze ons allemaal en passen steeds hun koers aan.
Maar ik snap nu veel beter wat ik in de voorbereidingen van andere vertrekkers hoorde. Hier bij Europa vraagt het zeilen meer alertheid omdat het druk is en het weer zo veranderlijk. Dat ondervinden we nu in de praktijk. Ook grappig om te bemerken dat we nu met al die oversteken en mijlen achter ons, toch een soort ervaring hebben opgebouwd en dat je daardoor situaties kan vergelijken.

Positie: 08:45 uur UTC 49-41N en 08-13W. Cork is nog ca 120 mijl.

Continentaal plat

Zohee, dat was even een nacht. Er zit een depressie in de Keltische zee die nu 8 Bft heeft en wij zitten in het staartje ervan. We hebben de wind schuin van voren en de golven dus ook. Tot 24 knopen wind hebben we gehad (6 Bft). Het was echt een lompe zee. Er kwam veel water over het dek en er hangen nu allemaal lapjes om de lekjes bij de ramen op te vangen. Ook komt er af en toe een golf van voren zo onder de buiskap door rollen; en ja als we dan het luikje niet dicht hebben geschoven komt die dus binnen. Beetje slordig wellicht, maar af en toe moeten we dus even dweilen. Verder alles prima. De wind is nu overdag afgenomen tot 15 knopen. Het heftigste is er dus wel vanaf.

Roelof heeft mijn wacht voor de helft overgenomen. “Dit is niet echt je ding” zei hij. Ik heb dus mogen ‘slapen’ tot 4.00 uur. Echt lief.

De windgenerator (Superwind) doet het super en houdt in zijn eentje de accu helemaal vol. De zonnecellen hebben in het dikke wolkendek geen functie. Maar weet je wat nou echt afzien is? Ik zit nu ook overdag buiten met zeilkleding aan en ik heb in de nacht weer koude voeten (sinds een jaar). En Roelof draait wacht als ik slaap, dus ze worden maar niet warm. Echt afzien!!!!!

Gelukkig komt Cork snel dichterbij (we varen ongeveer ter hoogte van Brest pal naar het Noorden; Brest ligt op 150 mijl afstand). We zijn over de helft en Cork is nog maar 200 zeemijl verwijdert van ons.
De Noordse Pijlstormvogel wordt nu vergezeld door de Jan van Gent. Beiden zien we graag! En er zijn weer dolle spongen van dolfijnen.
We gaan zo dadelijk echt de Atlantische Oceaan verlaten en het Engelse Kanaal langs en dan de Keltische zee in. De afgelopen 40 mijlen nam de diepte af van 3000 meter naar ca. 170 meter, het Continentaal plat. Is weer even wennen dat we midden op zee toch de dieptemeter kunnen aflezen.

School hebben we onderweg, ondanks goede intenties, toch maar even afgeblazen. De kinderen lezen wel. Maar met de deining van afgelopen dagen voelen we ons soms wel katterig en is schrijven helemaal geen optie. Ik ben allang blij als het weer lukt om een goede maaltijd te maken, zodat we niet alleen droge cream crackertjes hoeven te eten… Gelukkig na de hutspot gisteren en een gebakken eitje vandaag is iedereen tevreden!

Positie 8 juli 16:00 uur UTC 48-17N en 08-33W, nog ca 200 mijl naar Cork.

herontdekking Donald Duckjes

Het gaat goed, nog steeds bestemming Cork!!!

Gisteren hadden we prachtig zonnig weer. We hebben een stuk moeten motoren en daarna hadden we de wind ruim van achteren. Echter afgelopen nacht begon het plotseling uit een andere hoek te waaien, halve wind. Dat vaart wel snel. Het was zwaar bewolkt en miezerde en hoorde waarschijnlijk bij het koufront van een depressie die voor ons ligt en naar het Noord Oosten trekt. Tegelijkertijd voeren we door een enorm druk gebied van vrachtschepen, die van Brest richting Coruna varen of andersom. Het is een heel konvooi, maar ze gaven ons allemaal keurig voorrang, want dat hebben wij als kleinste zeilscheepje ertussen. Best gek om die enorme tankers koers te zien wijzigen om ons te laten passeren.
Inmiddels is het weer mooi weer, neemt de golfslag ietsje toe en varen we de depressie een beetje achterop met een aan de windse koers. We hebben nu 15 knopen wind (ca. 4 Bft), maar dat zal dus nog ietsje meer worden. Daarom hebben we net de kotterstag geplaatst met een Genua-4 erop. Dat is een kleinere fok. We zijn dus klaar voor wat meer wind.
Komende dag en nacht zullen we aan de wind moeten blijven varen. Is wel wat lastiger, want dan varen we een beetje scheef.

Tot gisteravond laat hebben we contact kunnen houden op de marifoon met het Duitse schip Anne. Zij zijn op weg naar Cherbourg en volgen vooralsnog eenzelfde koers. Op het SSB netje hebben we de Ojala en de Selkie (uit Ierland) gehoord. Is gezellig zo onderweg.

Myrthe en Wouter hebben in de tussentijd hun Donald Duckjes van hun achterneef Jan herontdekt. Die hebben ze in Suriname ontvangen met de post, een doos vol. Maar de verhalen zijn kennelijk prima voor een tweede ronde. Ze worden achter elkaar verslonden.

Positie 12.00 uur UTC: 45-29N en 08-44W
We varen pal naar het Noorden, Cork is nog 375 mijl.

Op naar Cork, poging 2

We zijn weer vertrokken. En je raadt het al: wederom bestemming Cork!!!! We laten ons doel ook niet zomaar varen! Dus we hebben 4 dagen voor de boeg met in totaal 500 zeemijl. Leuk is dat de Ojala ook weer op het water is en wij varen op de een of andere manier ook altijd als de Ojala vaart, dus dat is mooi als dat nu ook weer lukt. Vanavond eens kijken of we ze op het SSB netje kunnen horen.


Afgelopen dagen zijn we heerlijk bijgekomen met de nodige ijsjes en heerlijke tapas. We lagen in de oude haven midden in het centrum van La Coruna. Vorig jaar waren we hier ook aan het begin van onze reis. Toen werd er rond deze haven gebouwd en was het heel lawaaiig. Ze zijn nu nog steeds bezig, maar een stuk verderop, want ze maken een prachtige boulevard met auto’s onder de grond (vast een Europese subsidie, maar deze is goed besteed). We lagen samen in de haven met de Anne en de Namstee met wie weook samen uit Terceira waren vertrokken. Gezellig, ook voor Myrthe en Wouter, die ontzettend veel met Neele (bijna 9), Lasse (11) en Torge (6) van de Anne hebben gespeeld. Zodra de Namastee ook veilig binnen kwam varen in de haven deden ook Hannah, Emma en Frieda mee. Voor de haven is een enorm plein en Wouter heeft van Lasse (van de Anne) leren skateboarden op het skateboard van Lasse. Het is duidelijk dat Wouter zijn eigen skateboard, dat we in de Kaapverden hebben gekocht, niet zo goed is. Het gaat alleen vooruit of achteruit, maar bochten maken doet ie niet. Het is echt leuk om te zien dat Wouter na een paar dagen oefenen zijn evenwicht mooi bewaart en prachtige bochten maakt op het skateboard van Lasse.

Zaterdag hebben we samen met de andere Nederlandse en Duitse schepen een steigerborrel gehouden, dat is echt bijzonder van deze reis, de onverwachte korte maar intense contacten die je hebt met anderen. Heel erg gezellig. Zondag zijn we met zijn allen naar een museum gegaan in het centrum, waar van alles werd uitgelegd over het menselijk lichaam. Enkele bijzondere onderdelen: De langste man van 2 meter 71 uit 1918 stond er in ware grootte als een etalagepop. Toch wel indrukwekkend hoog hoor, zelfs naast Roelof. Er was een film van de geboorte van een kind, waar de kids zich allemaal aan vergaapten en vroegen of het bij hun ook zo ging. En er was een buis met een balletje, wat je door concentratie van de ene kant naar de andere kant kon bewegen in een soort wedstrijd tegen iemand anders. Het zou werken op alpha en theta straling gemeten op je voorhoofd. Erg geestig, vooral als je nog zo je best doet om te concentreren, maar er gebeurt niets, terwijl een kind tegenover je zit en het balletje zo laat rollen. We hebben ook een leuke foto van de hele groep. Die zal ik later toevoegen. De volwassenen vallen werkelijk in het niets tussen al die kids. Uiteraard gevolgd door ook weer een slaapfeest over en weer.

Kortom een gezellige tijd die we nu weer achter ons laten. Maar we hebben ook weer ontzettend veel zin in Cork en vooral in een weerzien, na een jaar reizen, met onze beste vrienden Ellen en Herbert.