Vandaag om zeven uur opgestaan om met opkomend tij te vertrekken vanuit Southwold. Onze buren (ook Nederlanders) zullen tegelijkertijd met ons vertrekken, maar met de bestemming Nederland. Zij gaan in vijf dagen op en neer, net voldoende om een biertje in de pub in Southwold te halen. We ontbijten met wentelteefjes, voordeel van het ontbreken van broodroosters en tosti-ijzers is dat het opeens weer heel nuttig is om wentelteefjes te bakken als je oud brood hebt. Om klokslag negen uur gooiden we de trossen los. Er stond niet al te veel stroom op de rivier, dus we konden rustig naar buiten varen, dat is mooi, want we proberen niet te veel toeren te maken omdat anders de motor mogelijk weer koelwater gaat lekken. Als we terug zijn moeten we dit goed opgelost krijgen.
Buiten staat er een westen tot noordwesten wind en hebben we ook een paar knopen stroom mee. Over de grond voeren we tussen de zeven en tien knopen. We konden dicht langs de kust varen, langs Thorpeness en Aldeburgh, plaatsjes die er vrolijk uitzien met hun gekleurde gevels langs de kust. Daarna komen we langs een oud militair terrein, gevestigd op een grindbank tussen de rivier de Ore en de zee. Hier heeft het Britse leger tijdens de koude oorlog atoombunkers gebouwd die er nu als verloren tekenen des tijds bij staan. Opruimen van oude, in onbruik geraakte bouwwerken is blijkbaar niet de meest sterke eigenschap van de Britten.
Keurig volgens onze planning komen we om twaalf uur (twee uur voor hoog water) aan bij de ingang van de Ore. Het is nog wel spannend of we over de grinddrempel komen omdat de grindbanken steeds op een andere plek liggen, maar met een recent kaartje van Internet lukt het om er overheen te komen maar met speling van minder dan een halve meter… De rivier zelf is een prachtig natuurgebied, we zien o.a. lepelaars. Bij Orford worden we via de marifoon door de havenmeester naar een van de meest buitenste mooring-boeien geloodst, i.v.m. het gewicht van ons schip. Hij komt even later ook langs voor het havengeld en legt uit waar we met onze dinghy kunnen aanleggen. Met de dinghy hebben we ook nog stroom mee dus we zijn zo in Orford. Wouter is apetrots dat hij mag sturen (waardoor het wel weer ietsje langer duurt…). Orford is een leuk plaatsje, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. De auto’s misstaan dan ook in dit schilderachtige dorpje. Er is een oud kasteel uit de middeleeuwen wat we uitgebreid bekijken en wat Wouter en Myrthe ook erg tot hun verbeelding spreekt. Buiten het kasteel is een grasveld met steile heuvels waar Wouter en Myrthe herrlijk kunnen rennen en hun energie kwijt kunnen.
Terug mag Myrthe sturen en dat gaat toch wat voorzichtiger dan bij Wouter… Bij de boot gaan we nog zwemmen (het is bijna laag water en de rivier is nu behoorlijk zoet). Omdat het toch nog vrij hard stroomt gooien we de veiligheidslijn met hijsgordel over boord. Voor de grap probeert Aranka mij uit het water te hijsen, door de giek buiten de boot te brengen en de grootschoot aan de hijsgordel te bevestigen. Het blijkt nog behoorlijk lastig om iemand die (doet alsof hij) bewusteloos is aan boord te krijgen. Halverwege beginnen mijn ribben toch te protesteren en laat Aranka me weer in het water zakken. Nu we de giek toch uitgeboomd hebben bevestigen we er ook nog het bootsmanstoeltje aan zodat Myrthe en Wouter kunnen schommelen, waarbij we ze met de grootschoot tot vlak boven het water laten zakken en weer ophijsen. Dolle pret natuurlijk.
Aangezien er hier echt geen enkele vorm van internet is (geen mobiel netwerk, geen WiFi) ga ik dit bericht weer plaatsen via de kortegolfzender. Kunnen we ook meteen de gribfiles voor morgen ophalen. Als de wind goed is gaan we morgen naar de River Deben.