Heerlijk wandelen op La Gomera

Genieten van oerbossen op La GomeraWat is La Gomera een prachtig eiland. Onze vroegere buurvrouw Bep Lamers ging hier elk jaar graag naar toe en was hier zo enthousiast over. Maar nu we hier zelf zijn begrijpen we dat veel beter.

Maar laat ik beginnen bij het begin. We liepen vrijdag 31 oktober de haven in terwijl er 25 knopen (6 Bft) over het dek vlogen. Ik stond in de schemering in mijn blote zomerjurk en had het niet eens koud met de gierende wind om mijn oren. Ook kwamen er af en toe een paar golven, die tegen de voorpunt aansloegen, zodat ik een douche van spuitwater over me heen kreeg. Lekker warm water, rare gewaarwording, want normaal zouden we in Nederland met dit soort weer echt in vol ornaat staan met zeilpakken en laarzen. En eigenlijk wilde ik zo graag een foto maken, maar ik durfde het roer niet los te laten. Het was ineens actief zeilen, met alle aandacht. Maar de achtergrond met rode wolken van de ondergaande zon en El Teide, de vulkaan op Tenerife, prachtig in beeld, staat in mijn geheugen gegrift.
En dan ben je op La Gomera. De plaats San Sebastián de La Gomera, waar de haven is, ligt altijd in de zon. De rest van het eiland is min of meer in wolken gehuld. De service in de haven is geweldig. Ze spreken goed Engels (wat op de rest van het eiland niet zo is) en zijn ons steeds vriendelijk van dienst met alle vragen, en hulp die we nodig hebben, kortom prettig aankomen!

Het is hier gemoedelijk. Columbus is hier medio 15e eeuw geweest en heeft hier in één van de huizen gewoond en zijn schietgebedjes voor een goede oversteek naar Amerika in de kerkjes vlakbij gedaan. De huizenbouw is relatief laag en je ziet hier niet van die toeristische flatgebouwen. Midden in Sebastián de la Gomera is een heerlijk pleintje waar kinderen spelen onder grote oude bomen, en wat een heerlijke rust uitstraalt. Wij voelen ons hier direct thuis.
De wegen zijn knap gebouwd en slingeren door het eiland en zijn eigenlijk al een bijzonderheid op zich met alle uitzichtpunten. Ze gaan in tegenstelling tot op Tenerife niet langs de kust, maar dwars over de berg (en door wolken) heen. De hoogte is hier ca. 1480 meter, dus het is niet zo hoog als Tenerife. Maar het eiland La Gomera heeft al heel lang geen vulkanische activiteit meer, dus er is veel meer erosie geweest dan op Tenerife. En dat merk je aan de steile wegen en de enorme kliffen en bergdalen, waar de wegen doorheen slingeren.

Na een dagje lanterfanten (we hadden afgesproken een dagje “niks” te doen, maar het kostte mij meer moeite dan de kinderen (film kijken) en Roelof, om een dag rust te houden), huren we een auto om meer van het eiland te kunnen zien (bussen rijden niet vaak genoeg voor ons doel om van de ene plek naar de andere te reizen binnen 1 dag). Dit keer is het een Renault Clio, die we schoon en wit meekrijgen, en modderig teruggeven na twee dagen. De wegen zijn behoorlijk steil en het is nog een kunst om op de steile hellingen met de motor te remmen zodat ze niet oververhit raken.


We rijden op zondag en maandag 2 en 3 november langs enkele plaatsjes op La Gomera (Hermigua, Agulo, Vallehermoso en Alajero). Bij Agulo is een natuurlijk zwembad wat gevuld wordt als er een grote breker uit zee over de rotsen slaat. Wouter en Myrthe genieten van het schouwspel. Wouter zoekt steeds weer het meest spannende plekje op waar hij net (niet?) nat wordt. Een stukje verderop loopt een weggetje langs de zee waar zo nu en dan ook een golf overheen spoelt. En ja hoor…, hier krijgt Wouter het wederom voor elkaar. Hij krijgt de volle golf over zich heen en is kletsnat, maar het kan hem niet schelen, hij vindt het prachtig! (En wij eigenlijk ook wel…)
Hierna gaan we langs “Visitor Centre” van het “National Parc Garajonay” midden op het Eiland en midden in het National Parc. Dat is zeer de moeite waard, want hier komen we veel te weten over de bewoners, geschiedenis en de flora en fauna.
Ondanks de steile hellingen hebben de bewoners hier knap werk verricht om landbouw te plegen. Er zijn op de hellingen steeds terrasjes gemaakt en er worden druiven verbouwd (ze maken ook lekkere wijn) en er zijn veel bananen plantages en andere fruitsoorten en gewassen. Maar omdat je op al die terrasjes op de steile helling geen tractor kan gebruiken is het hard werken en kunnen ze natuurlijk nooit commercieel op tegen de landbouw en kassen in Europa.
De oude bewoners hebben door de omstandigheden waarin ze leefden een manier ontwikkeld om van de ene helling naar de andere te communiceren (de geitenhoeders). Deze Silva fluittaal, is behoorlijk complex en je kan er heel veel mee vragen en antwoorden. Om te voorkomen dat deze fluittaal uitsterft wordt deze nu ook op de basisscholen aan de kinderen geleerd. Ik denk dat dat heel goed is om het cultureel erfgoed in stand te houden, maar ik weet niet of het leren van Engels hen economisch gezien misschien niet meer zou helpen….


Ook zien we in de tuin van dit informatiecentrum al iets van de flora die het eiland heeft. Het eiland is maar 100 km in omtrek, maar heeft bij elkaar veel meer diversiteit in planten dan het grote Frankrijk kan bieden. In de oertijd had je bijvoorbeeld de Laurisilva of laurierbossen in heel Zuid Europa, maar tegenwoordig bestaan die alleen nog maar op het kleine eiland La Gomera (en nog wat op Madeira en Azoren).
Laurisilva oerbosDit zijn bossen en bomen, met een soort korstmossen of mossen die erop groeien en het vocht uit wolken kunnen opvangen. Dit druppelt dan van de mossen op de grond en gebruiken de bomen om van te groeien. La Gomera is relatief droog er valt weinig regen (behalve in november, precies als wij er zijn, hihi). Maar doordat het eiland het hele jaar door een standaard temperatuur heeft en de wolken het eiland vaak bedekken is dit een hele handige truc van de planten en zorgt ervoor dat het eiland zo groen is als wat. Er zijn ook prachtige bloemen en bijzondere planten, waarvan ik helaas de namen niet ken, maar wel van onder de indruk ben. Wouter en Myrthe vinden ook met name de planten en bloemen prachtig en zien de tuin verder ook als prima speeltuin. We kunnen ze al van verre horen.

Wat verder opvalt is dat de bewoners heel zuinig zijn op wat La Gomera biedt. Het wordt allemaal goed behouden en onderhouden. De wandelpaden zijn wisselend in moeilijkheidsgraad (er zijn ook GR routes), zodat er voor iedereen iets aantrekkelijks is, en je niet de behoefte hebt om van de paden af te wijken en daardoor de flora of fauna te beschadigen.
Wij doen 3 verschillende wandelingen, 2 door het oerbos en 1 over een berg naar een stuwdam toe. De stuwdam is niet om energie te maken, maar dient vooral om water te verzamelen en te bewaren. Water is hier ondanks dat het zo ontzettend groen is toch behoorlijk schaars. De bossen zijn hier echt heerlijk. Je waant je in een soort oertijd en de omgeving doet aan als een sprookje met de wolken-mist die tussen de bomen hangt. Echt genieten.

Het is echter helaas wel november, regentijd. En dat merken we wel. Het zijn tropische, korte buien, en het regent over het hele eiland, behalve bij ons in de haven. Dat maakte extra wandeltochten dan toch weer iets onaantrekkelijker, ook al is de temperatuur zodanig, dat je die regenjas het liefst zo snel mogelijk weer uittrekt en ook weer snel opdroogt. Jammer, want we hadden graag nog meer van deze oerbossen gezien.

Maar een stranddagje is ook helemaal niet verkeerd. Vlak bij de haven kan je door een tunneltje en heb je ineens een prachtig uitzicht op El Teide en Tenerife aan de andere kant van de berg en aan de overkant. Er is een mooi strand met zwart lavazand. We gaan zwemmen, maar het is nog best spannend. Er staat 1 breker, maar die is behoorlijk heftig en gooit Myrthe ook nog met hoofd en schouders onder water en in het zand. Dat levert wat schaafwonden op. Dus toch maar naar een ander strand, zonder branding, naast de haven, alleen ziet het er daar iets minder schoon uit. Er drijft veel plantenafval. Dat is waarschijnlijk de afgelopen dagen met de harde wind losgekomen. Wouter vindt dat gekriebel van planten aan zijn benen maar niets en gaat al gauw samen met Myrthe in het zand spelen. Grappig dat met wit zand het niet zo opvalt als je onder zit, met zwart zand geeft dat echt een heel andere indruk!

Inmiddels zijn we weer een nieuw toetsenbord rijker. Het was zowaar het goede toetsenbord wat Acer ons heeft toegestuurd en dankzij het verzenden door onze buren Eric en Saskia ligt het hier keurig op ons te wachten in de haven van La Gomera. Roelof heeft het vastgezet en heeft niet eens één van de 50 super kleine schroefjes over gehouden. Hij heeft tijdens de geduldklus geen lelijk woord gezegd. Knap werk. Als het goed is zien jullie nu minder foute aanslagen en foutjes dan in eerdere blogs (klopt dat ?).
Nu is het nog wachten op de sleepgenerator. Die is ons door Rob Wink toegestuurd. Maar die ligt nu al bijna een week ergens op Tenerife of Gomera bij een lokaal transport bedrijfje dat weer ingehuurd is door UPS. Elke dag beloven ze weer dat hij vandaag afgeleverd wordt…, Nou ja, Manjana dan maar. Zodra deze is aangekomen (met hulp van het bemiddelen door de mensen uit de haven), vertrekken we. We gaan nog even terug naar Tenerife om de Volonté te ontmoeten en meteen goedkoop in te slaan voor de oversteek (het is hier allemaal duurder dan in NL).
Bovendien is de harde wind inmiddels ook hier weer voorbij. In de haven hebben we nachten met 35 knopen (8 Bft) gezien. Maar inmiddels is alles weer rustiger en durven wij de acceleratiezone nabij Gomera wel weer in, en zien we er naar uit om de Volonté op te zoeken op Tenerife.

Elk nadeel heb zijn voordeel…

Elk-nadeel-heb-zijn-voordeel

Vandaag (31 okt) vertrekken we vroeg vanuit de ankerbaai Bahia de Abona (Tenerife) richting La Gomera. Er is weinig wind en we proberen zoveel mogelijk te zeilen, waardoor we vaak niet meer dan 2-3 knopen lopen. Zo komen we niet voor het donker aan, dus motor aanzetten, of doorvaren met de wind die er is… We kiezen voor het laatste en pakken elk knoopje wind dat we kunnen vinden.

Al met al een relaxt dagje varen, al komen we dan wel in het donker aan. Aranka meldt nog dat de “acceleratiezone” tussen Tenerife en La Gomera met name bij La Gomera wel eens 10 knopen wind extra kan geven. Nou ja, denken we, met 5 knopen kunnen er best 10 bij… Onderweg zien we verschillende keren walvissen, een keer van dichtbij. Het lijkt erop alsof er hier veel rondzwemmen…

Zo varen we verder, deels zeilend, deels motorend, totdat we wat witte kopjes voor ons op het water zien. Zou deze acceleratiezone dan toch echt veel wind geven? Tot nu toe zijn we er al diverse gepasseerd, maar hebben we er niets van gemerkt, waarschijnlijk omdat er te weinig wind stond.

Het begint nu toch een beetje te waaien, we hebben 10 knopen wind! Motor uit, genua uitgerold, hé het is al 15 knopen… Een gewaarschuwd mens telt voor twee, dus we kijken het deze keer maar niet aan, en zetten meteen maar een tweede rif. Nog voor ik bij de mast sta zet de wind lekker door en hebben we dik 20 knopen en is de windrichting veranderd van pal voor de wind naar aan de wind. De boot schiet met zeven knopen over de golven. Als we dichter bij de haven komen waait het nog wat harder tot 25 knopen, en draaien we de genua nog wat verder weg, voor de snelheid maakt het niet uit.

Zo met de invallende duisternis is dit toch wel weer wat veel van het goede… Maar ja, ieder nadeel heb zijn voordeel want met deze snelheid zijn we net met de schemering bij de haven, en dat is dan wel weer prettig. In de haven laten we het zeil zakken en daar neemt in de luwte van de rotsen ook de wind verder af. Nog net met het laatste beetje daglicht meren we af. Die acceleratiezones bestaan dus echt!

Aranka tovert in no-time een heerlijke maaltijd op tafel, en als we ‘s avonds nog even het plaatsje willen verkennen staan er een dozijn kinderen bij de boot… Of we mee willen doen met ‘trick or treat!” Wouter en Myrthe sluiten zich zonder bedenken aan bij de “United kids of Halloween” en met het snoep dat ze ophalen lijken de taal barrières tussen Frans, Deens, Nederlands, Noors en Engels ook opgelost.

Land in zicht!

Land in zicht! Tenerife
Na 118 uur varen (4,5 dagen, waarvan helaas toch 30 uur op de motor) zijn we zaterdagochtend 25 oktober bijna bij Tenerife. Tenminste we varen om 6.00 uur in het donker zo langzaam mogelijk naar de haven bij de hoofdstad Santa Cruz (noordoosten van het eiland). We zijn nu zo ver naar het westen, dat het hier nog later licht wordt. We proberen met licht de haven in te lopen. Roelof roept keihard: “Land In Zicht” naar binnen. En nog geen seconde later stuiteren de kinderen uit bed naar buiten en zijn helemaal uitgelaten dat dit voor ons Tenerife is.

Afgelopen nacht was er weinig wind. Maar net kwam er toch even wind opzetten. Ik had de wacht en besloot om toch maar te gaan zeilen. Helaas werd Roelof, schipper in hart en nieren, daar toch wakker van en kwam buiten eens poolshoogte nemen of alles goed verliep. En ook al was het minder dan 2 BFT (8 knopen wind), we waren zo gewaarschuwd voor de windacceleraties langs de Canarische eilanden, dat we toch 2 riffen in het grootzeil zetten. Volgens de pilot kan er in zo’n acceleratie zo’n 10-15 knopen wind (3 BFT) extra bij komen. Maar helaas, de wind valt weer weg naar 2 knopen en nix + nix, weet Wouter zelfs, dat is nix.

Terwijl we in het donker langs Tenerife varen, kijken we onze ogen al uit. Wat een enorme bergen. We varen langs grote tankers die hier voor anker liggen. Twee grote cruise schepen zijn net voor ons langs gepasseerd, en door een pilotboot de haven in gebracht, waar wij zo ook vlakbij moeten zijn. Roelof en ik hadden op de plotter gekeken naar de AIS-vector, en we hadden een verschil van mening, waar het cruiseschip naartoe zou gaan. Doet mij erg goed dat ik heb gewonnen; ook al weet Roelof veel beter hoe die vectorlijn werkt, het cruiseschip veranderde van koers en deed wat ik voorspelde. YES. Ik heb zin in taart.
Auditorium Santa Cruz op Tenerife
Even later passeren we een bijzonder wit futuristisch gebouw uit 2003, wat het auditorium blijkt te zijn. Het is door de architect Santiago Calatrava Valls bedacht. Hij maakt veel gebruik van natuurlijke vormen en natuurlijke materialen, dus vulkanisch gesteente op de Canarische eilanden. Dit theater ligt bij de ingang van de haven en heeft de vorm van een zeil. Het doet mij een beetje denken aan het Sydney Opera House in Australië. Daarachter liggen minder fraai enkele boorplatvormen in de haven, en er drijft veel troep, plastic, maar ook wortels van riet of iets dergelijks.
Even later liggen we in de haven aangemeerd en kunnen we heerlijk douchen (alhoewel we onderweg nog wel een Atlantische oceaandip hebben genomen, aan het zwemtrapje achter de boot, toen het windstil werd; best eng idee om 3000 meter water onder je te hebben!).

Tijdens de oversteek vanuit Marokko hebben we zo genoten van onze sociale contacten op de ssb-radio met ons Nederlandse Netje. We hadden werkelijk contact met iedereen, van Madeira tot en met Lagos in Spanje en Rabat en Agadir in Marokko. Iedereen was onderweg en aan het profiteren van het weergat met een rustige zee, en wind uit het noorden. En het was zo heerlijk om steeds even te horen hoe het met de anderen ging. We zagen zelfs op 180 mijl afstand de Antares varen op de AIS en wisten zelfs via de marifoon contact te leggen. Bijzondere omstandigheden qua atmosfeer moeten dat zijn geweest.. Met enige weemoed bedachten we dat we de andere Nederlanders nu wellicht even niet meer zullen zien. Enkelen zijn naar Agadir en enkelen naar Lanzerot. Maar wij wilden profiteren van een iets gunstigere windhoek met het zeilen en willen iets meer opschieten, en hebben gekozen voor Tenerife. We willen toch nog steeds graag naar Dakar (Senegal) en Gambia en waarschijnlijk wordt het toch pas na kerst dat we vanaf de Kaapverden naar Suriname kunnen oversteken.